den landbouwdaarom vragen wij de landbonwvertegen-
woordiging, vrijheid voor de wetenschap zich uitend in de
vrjjbeid voor het hooger onderwijs, een beginsel dat ook
in alle Christelijke partijen doordringt.
Een partij van gezag en vrijheid dus, steunende op de
ordonantiën Gods.
Toen het ministerie Kuyper optrad is gewag gemaakt
van het behoud der Christelijke grondslagenwat die
rijn is voor ieder duideljjk.
Spreker wijst op het huweljjk, op het gezin, het laatste
dient zelfstandig, het eerste heilig te blijven. Daarom komt
men er tegen op, dat het huwelijk gemakkelijk ontbonden
zal kunnen worden, daardoor zou er ellende komen over
de samenleving. Wat hij van soc. dem. zijde omtrent de
echtscheiding in een vertaald Doitsch boekje las, acht
juist hjj, gevaarlijk; doordat de verbreking van het huwe
lijk niet zoo gemakkelijk gaat, zullen man en vrouw
elkander beter leeren kennen.
Wij staan ook, zei spr. voor Zondagsrust. Dat is
tegenwoordig een soort mode artikel, elke partij is daar
voor, doch wij hechten daaraan niet de beteekenis, dat de
Zondag moet zijn een dag van uitspanning, van reisjes
maken met een pleiziertrein. Daarom stemde hij niet in
met de critiek van Schaper, op den maatregel om op
Zondag minder treinen te laten loopen de Zondug toch
moet een dag zijn rustig doorgebracht in het gezin.
Voor die grondslagen onzer samenleving is in 1901
gestreden, van welken strijd het optreden van dit kabinet
het gevolg is geweest. Was 't wel noodig, zou men kun
nen vragen P Er was in vele zaken een kentering gekomen,
doch wij wilden behouden, wat wij met het scherpe zwaard
hadden veroverd.
Hij denkt hierbij allereerst aan de zending in Indie,
die vroeger bestreden werd, doch thans door alle partijen
wordt voorgestaan. Daaruit blijkt duidelijk, dat het Chris
tendom iets is van groote beteekenis en dat het niet aan
gaat, als de Levita deed in het debat met de Vries en
Staalman, tegenover elkaar te stellen de automobiel der
sociaal-democratie en het karretje van het Christendom,
dat achteraan komt. Respect heeft spr. voor de krachts
ontwikkeling der jonge S. D. A. P., maar krachtig pro
testeert hij er tegen, dat de sociaal-democratie meer levens
vatbaarheid zou hebben.
Tegenover dit woord van de Levita, stelt spr. de meening
o.a. van Van Kol, die steeds roept, dat de zending ge
steund moet worden. Van Kol zal in Indie niet het
socialisme willen brengen, maar wel het Christendom
(applaus.)
Hu dienen wij te zorgen, zoo gaat spr. voort, dat, waar
dank aan onzen ijver die genegenheid voor de zending
grooter wordt, deze niet verflauwt-, daarom was noodig
een Christelijke meerderheid.
Hetzelfde geldt het ouderwijs. De liberalen waren vroeger
steeds tegen de gelijkstelling van openbare en bijzondere
school, de wet M a c k a v tracht daarin verandering en
thans is de meening gewijzigd. Maar laat ons voorzichtig
zijn en niet vergeten, dat dat te danken is aan ons op
treden. De tegenpartijen zijn tot ons overgekomen, maal
ais wjj verflauwen zal de rechtsgelijkheid geen voortgang
hebben Borgesius zei, dat wat bij toestond het allerlaatste
was, en 't is voor ons nog maar 't eerste begin. Als wij
verflauwen, dan znllen cok sociaal- en vrijzinnig-demo
craten voor deze zaak niets meer voelen, wij moeten er
op blijven wijzen, dat het neutraal onderwijs een onding
is, als man van beginsel drnkt de onderwjjzer zijn stempel
op het onderwijs.
Wij hebben thans, zegt spr. een christelijk ministerie,
en afgaande op wat sommige organen schrijven is dat
ministerie uiterst conservatief. Spr. beklaagt wel eens
de menschen, die niets anders lezen dan »Het Volk", en
wjjst daarbij op de platen, in den laatsten tijd bij het
Zondagsblad daarvan gevoegd. Zoo werd Dr. Knyper
voorgesteld, wurgende een werkman, op een andere de
christelijke leiders, socialisten naar het schavot brengende.
Welk een opvatting krijgt zoo'n lezer nu van dit kabinet.
Laten wij toch voorzichtig zjjn, zegt spr. en niet over
dreven, dergelijke voorstellingen kunnen niet anders zijn
dan ten nadeele der S. D. A„ P. zelve.
Een enkel woord werd daarna nog gesproken over
den heer Sybrandy. Hjj is hier niet onbekendeen
nieuw licht is hij genoemd laten wij, zegt spr., zorgen,
dat dat licht in de Kamer komt. De heer Sybrandy be
veelt hjj verder aan als een bekwaam spreker niet alleen,
maar ook als een man, bekwaam in de zaken, voor dit
district van belang, daarbij wijzende op zijn rapport over
de landbouwraden. Het ontwerp bevalt hem maar half,
daar het niet een bepaalde landbouwvertegenwoordiging
kan geven; de landbouwers alleen kunnen hun zakeD
beoordeelen, geen bestuurders van Jandbouwvereenigingen.
Noodig is het verder de tegenwoordige meerderheid te
versterken met het oog op de zaken, die binnenkort aan
de orde znllen worden gesteld. Men heeft te vroeg ge
blazen, waar men heeft gezegd, dat dit ministerie niets
deed. De spijzen zijn bereid en komen allengs uit de
kenken. Daar is het vaccinenetje, de uitnemende wet op
het Hooger onderwijs, de nieuwe arbeidswet, waarin de
rusttijden beter zijn geregeld, de nachtarbeid wordt af
geschaft en ook de Zondagsarbeid.
Ten slotte brengt spr. hnlde aan dit ministerie voor
de jongste maatregelen ten behoeve van de rnst en orde
in ons land. Deze wetten moeten worden aangenomen
in geest en strekking ongewijzigd, 't Zijn geen dwang-
wetten, neen, zij bedoelen de vrijheid van arbeid te
waarborgen en slechts een der ontwerpen hondt in een
beperking der werkstaking. Hjj hoopt, dat ook nit Alk
maar een krachtige stem zal opgaan voor dit ministerie.
Aller oogen zijn gericht op de verkiezing in dit district
Gij hebt te kiezen, zegt bij, tnsschen de partij van dit
ministerie en de partjjen, die het gezag willen aangerand
zienmet volle overtuiging roep ik a toe, stem op Mr.
Sybrandy 1 (applans).
Debat.
Na een kleine panze wordt gelegenheid gegeven tot
debat. Daarvan wordt gebruik gemaakt door de heeren
Haringman en Ter Laan.
De heer Harlngmian vraagt eerst hem niet ten
kwade te duiden dat hij zoo in zijn werkpak opkomt
bij is in den waren zin des woords arbeider.
De heer de Wilde heeft in zijn rede gezegd dat de
vakorganisatie den verkeeiden weg is opgegaan dooi
zich te bemoeien met politiek. Hij antwoord daarop
dat het niet waar is. Als lid van »Recht en Plicht",
de organisatie der bootwerkers, zegt hij, dat men zonder
politiek weinig verder komt. Er zjjn twee soorten poli
tiek. Partijpolitiek en vakpolitiek. Als zoodanig noemt
hij le 't streven naar Staatspensionneering. Ten tweede
wijst hij er opdat de arbeiders in krotten en varkens
hokken wonen. Spr. beschrijft zijn eigen woning te
Amsterdam, een heel hooge bovenverdieping, met steenen
vloer een bedstede bjjna geen ventilatie enz., om dat
te verbeteren is politiek noodig. Dan spreekt hij nog
over de dwangwetten. De Christelijke partijen willen de
onderkruipers beschermen en de arbeiders aan banden
leggen. Als in de Tweede Kamer volksmannen zitting
hadden om deze ontwerpen tegen te honden dan zoa
het veel beter gaan, daarom moet de vakorganisatie aan
politiek doen.
Spreker die nog al eens uitwjjdt en soms heel drnk
doet zal kort zijn. Hij noemt verder de leerplichtwet
en wijst er op, dat alle Ohristeljjke partijen tegen school-
voeding en kleeding hebben gestemd. Ten slotte spreekt
hij ook over de platen van »Het Volk" en zegt dat
blad mooier te vinden dan »de Nederlander" en geeft
dan nog aan nit eigen ervaring hoe de arbeider, die om
meer loon vraagtwordt afgescheeptals voorzitter der
meelverwerkereorganisatie heeft hij daar ondervinding
van. Hij eindigt met ieder aan te raden abonné te
worden van »Het Volk1'
De heer Ter liaan zegt in zijn debat zich evenals
de heer de Wilde te willen bepalen tot de zaken doch
wil dit niet doen op dezelfde wijze als deze. Als men
niet meegeleefd bad in de laatste dagen en afgelegen had
gewoond dan zou men een rede als die van den heer
de Wilde hebben knnnen bonden, meent bij. Over vele
zaken hebben wij wat gehoord maar niet over de be-
langrjjke gebeurtenissen der laatste weken die 't land
in spanning honden.
Niets over da militaire maatregelen der regeering.
De heer de Wilde heeft wel gesproken over het vaccine-
wetje, over de arbeidswet, die ontworpen is, maar waar
van spr. vreest, dat niet veel van terecht zal kom«n,
daar zij nog niet is ingediend, zoodat er niet geDoeg tijd
zal zijn haar te behandelen, doch hij heelt laten rus en
wat er reeds is, b.v. de wet op den jeneveraccijns, een
zaak van veel belang. Wat is 't geval De regeering
zit met of voorziet een tekort, maar nu haalt men 't geld
niet waar het te halen is, niet van verhooging der sncces-
rierechten of belasting der groote vermogens, neen dit
ministerie, dat allereerst wil opkomen voor »de kleine
lnyden" wil het gat in de schatkist stoppen met de
centen der drinkers. De minister van financëa zal voor
iedere kroeg zijn hoed moeten lichten nit dankbaarheid
voor den stenn aan de schatkist. Zoover is 't gekomen,
voor een deel ook door de schnld der liberalen, doch die
doen het brutaal weg, terwjjl dit ministerie het doet
achter het schild van het Christendom, krachtens hetwelk
zij zeggen, dat zij met de zonde op geenerlei wijze te
doen hebben. Zoo heeft de heer de Wilde meer dingen
overgslagen, misschien omdat hij zich schaamt voor dit
ministeiie. Daar is het nienwe oorlogsschip. Als men
dergelijke liefhebberij wil, dient men toch eerst te vragen,
of er geld is en is er dan te veel, dan zon men zoo'n
schip wel eens kunnen aanschaffen. Zoo doet men ech
ter niet.
Vergeten heeft de spreker ook de zaak der onderdoms-
pensionneering, die vooraan op het program zijner partij
staat. Zoo is men dns democratisch in woorden en volgt
als 'top daden aankomt de verfoeielijke tactiek der liberalen.
In de verkiezingsdagen heeft men de ouderdomspensi-
onueerïng beloofd, en nu zegt men dat er geen geld is,
terwijl men het vermorst aan militaire uitgaven. Van
zoo'n ministerie is de heer Sybrandy een voorstander.
De begrooting van oorlog en marine is nooit zoo hoog
geweest als onder dit kabiDet, dat is de democratie van
het Christendom. Neen, dat is het Christendom niet, dat
aller eerst beschermen wil de armen en verdrukten. Dat
is iets anders dan militaire uitgaven betalen met het
geld van de zonde van het volk.
Er is vergeten een uiteenzetting te geven, over de
dwangwetten spr. zou willen, voor den heer de Wilde,
dat deze er over heen gegleden was nit schaamte, maar
neen, hij heeft gezegd: die wetten moeten worden aai-
genomen. Van zeer veel belang is geweest de interpel
latie van Troelstra, ook daarover geen woord en toch deze
gebeurtenissen maken dat geheel Nederland de oogen
heeft gevestigd op deze verkiezing, waardoor dit district
een oordeel zal vellen over de daden van het ministerie.
De staking der spoorwegarbeiders wordt door spr. nog
eens in herinnering gebrachtgewezen wordt op de
grieven der spoorwegmannen op het kalme verloop der
staking en daarentegen over de maatregelen der regeering,
de oproeping der militeiren die het gevolg was van de
oprniing der groote bladen. Van zekere zijde had men
gaarne gezien dat die militairen wat te doen gekregen
hadden, maar het was duidelijk, dat na de wijze waarop
de gemeentewerklieden te Amsterdam zich neerlegden bij
het uitzicht op behandeling hunner grieven dat geen
nienwe staking zou uitbreken. De arbeidersbeweging
staat niet meer op het standpunt van geweld(men zal
niet alwijken van den wetteljjken weg.
Evenwel, toen de lichtingen onder de wapenen waren
geroepen kwam de van God gegeven leider met de
bekende wetten van den doivel ingegeven zegt spr.
Inderdaad is er van de 3 ontwerpen éen dat den naam
van dwaLgwet ten volle verdient. De bepaling in art.
284bis is bekend, nocb met de eene noch met de andere
wijziging zonden wij kunnen meegaan. Het artikol is en
blijft rekbaar als een harmonica. De bedoeling is de werk
staking onmogelijk te maken bij elk vak. Men heeft ge
sproken over de grnwel den Dnrgerdammers aangedaan,
welnn dat veroordeelt ook ieder onzer, dat is niet meer
van onzen tijd en zal dat nooit moer zijn, dank de vak
organisatie; in Brabant en Limburg, het land van de
bondgenooten onzer regeering, geschieden nog wel andere
dingen. Het is niet noodig daarop te wijzen, dat feit
was strafbaar, dat men 't niet gestraft heeft, is omdat
men den dader niet kon vinden, evenmin als van den
moord op Maria Kessels.
De dwangwetten moeten de vakorganisatie ten onder
brengen. Is dat de bedoeling niet, dan zijn ze niet noodig.
Ten slotte wijst de debater er nog op, dat de regeering
doof blijft als men zegt: laat de staat de spoorwegen
overnemen, zorg voor betere bepalingen omtrent loon en
arbeidsduur van bet personeel, en noemt de dwangwetten
erger dan de Russische, gaf men ze dien naam, men zou
den Ozaar beleedigen. Hij fceslnit met te zeggen dat de
heer de Wilde door bespreken der plaatsen »Het Volk"
heeft aanbevolen en voegt er bij dat het blad slechts 3 ct.
per nummer kost (applaus.)
De heer de Wilde repliceert. Hij dankt den heer
Ter Laan dat deze beschouwingen heeft gegeven, over
wat spr. had weggelaten. Maar niet met de bedoeling,
die de heer Ter Laan daaraan geeft, is dat alles ver
zwegen; alleen omdat spr. het woord zou voeren over de
candidatuur Sybrandy, over de beginselen van den can-
didaat.
Die beginselen zijn niet minder van gewicht, dan de
tegenwoordige toestand 't Land wordt ook niet geregeerd
naar de opvatting over werkstakingen, maar naar alge-
meene beginselen.
De eerste debater heeft zeker de vergadering aangename
oogenbükken bezorgd. Als arbeider toont hjj zijn mond
goed te knnnen roeren. Enkele dingen heeft hij aangevoerd
die zeker overweging verdienen.
Waar hij gewezen heeft op zjjn steenen vloer in zijn
woniDg, geeft spr. hem de verzekering, dat hjj waar bij
kan, zal medewerken om hem een planken vloer te geven,
doch tevens wijst hij op de Woningwet, die bedoelt aan
dergelijke toestanden een einde te maken, een wet, af
komstig van een bourgeoispartij. Vakorganisatie acht
spr. goed, hij ijvert er steeds voor, maar men moet buiten
de politiek bljjven. Er is voor de vakvereeniging nog
genoeg te doen op zuiver economisch gebied. Politiek in
de vakvereeniging is uit dan duivel, om die uitdrukking
ook eens te bezigen. Staatspensionneering heb ik niet
genoemd, zegt hjj, omdat ik overtuigd ben, dat een ont
werp zal worden ingediend, wel geen voorstel tot pen-
sionneering met premiebetaling alleen door den Staat,
doch met steun van den Staat.
Dat is ook wat spr. wil en daarmede is hjj in goed
gezelschap, van niemard minder toch dan van Jaurès, den
social, afgevaardigde in Frankrjjk. Men moet voorzichtig
zijn en niet denken dat het zoo gemakkeljjk is, de soci
alisten moeten wel weten langs welke Ijjnen zij willen
gaan en denken aan de practiscke uitvoerbaarheid.
Over kindervoeding is gesproken, daar zjjn wjj tegen,
uit een principieel oogpnnt, die weg zal ons steeds ver
der voeren en oorzaak zjjn, dat de maatschappij nit haar
voegen wordt gelicht.
Dat dr. Knyper door de nieuwe wetsontwerpen de
arbeiders aan banden legt, ontkent spr., alleen de sta
king der werklieden bij het publiek verkeer wordt
verboden.
Komende tot den heer Ter Laan zegt spr., dat deze
pessimistisch is aangelegdde nieuwe arbeidswet zal
zeker in Jnni of Juli worden ingediend en dan ligt het
aan de Kamer, wanneer zij zal worden behandeld, daar
kan ook de heer Ter Laan het zijne toe doen. De heer
Sybrandy, een vurig vooistander daarvan, zal zeker op
behandeling aandringen als dat noodig is.
Dat de heer Ter Laan de verhooging van den drank-
accjjns bestreden heeftis natuurlijk spr. zon het hem
kwalijk hebben genomen als hjj dat niet had gedaan.
Ook ikzegt hjjverklaar mjj daar tegendoch de
schuld geve men niet geheel aan deze regeering 't is
een gevolg van hetgeen jaren lang is gedaan en er zjjn
er ook die verhooging van den accjjns aanbevelen als
miduel tot drankbestrjjding. Dia accijns moet niet wor
den voorgesteld als uitsluitend een middel om de schat
kist te vollendaarvoor heeft men andere die in be
werking zijn, bijv. de verhoog ng der invoerrechten, die
heel wat meer zal geven.
Verder wijst spr. op een tegenstelling bjj den heer
Ter Laan en zijn partjjgenooten als Schaper en Van Kol,
de eerste wil ook naar de grenzen als 't er op aan komt
en zal dns geweren en kogels noodig hebben; de laatste
is van meeningdat we een vloot dienen te hebben
voor het behoud der koloniën, 't Is eenvondig een
kwestie van meer of minder. Het Zwitsersche stelsel is
nog duurder dan het onze. Voor de Boeren waren ook
de sociaal-democraten en 't is zeker, als de Boeren beter
gediciplineerd waren geweesthad Engeland de repu
blieken nooit veroverd. Voor verdediging onzer onaf-
hankeljjkbeid voor onze internationale verhoudingen is
een ieger noodzakelijk. Wat de toepassing der Ohristeljjke
beginselen betreft, men moet de rekening van dit ministerie
niet te vroeg opmaken; over 2 jaar spreken we elkaar weer.
Over de dwangwetten heeft spr. hot niet gehadniet
omdat hij de zwakke plekken der regeering wilde ver
bergen. mij heeft ze niet met dat dosl weggelaien. Als
men hem daarvan beschnldigt dan werpt spr. die be
schuldiging terug op den heer Ter Laan zelf. Die heeft
verzwegen dat de soe. dem. zjjn overgeloopen naar de
anarchisten en dat in den beginne de S. D. A. P. niet
zoo gematigd sprak als thans. Troelstra is niet meer
de Toelstra van 4 Febr., toen hjj de werkstaking wilde
misbrniken als politiek wapen, Troelstra heeft zich aan
het recht van werkstaking vergrepen. Nog iets belang-
rjjks is door den heer Ter Laan vergetenTroelstra
schijnt verlegen te zitten met de overwinning is van
houding veranderd dat zegt ook mevr. Roland Holst
hem ongemakkelijk. Hjj is geen goed leider geweest
van »Het Volk" in de dagen van spanning, toen opruiende
artikelen werden geschreven. Nu is alles heel kalmpjes,
de beweging is Troelstra over het hoofd gegroeid
Nog wijst spr. op het verkeerde gebruik van het woord
onderkruiper, dat is niet iemand die zich niet bij een
organisatie wil aansluiten, daarin moet ieder vrijgelaten
worden. Ten slotte releveert hjj de uitdrukkingde
dwangwetten zijn uit den duiveldat is een scherp
woord. In andere landen heeft men die wetten ook
verschillende rechtskundigen verdedigen ze, zijn die allen
duivelachtig. De platen in Het Volk heeft hjj genoemd
met als reclame daaraan is hjj onschuldigmaar als
voorbeeld hoe het volk misleid wordt, Dergeljjke dingen
zijn misdadig. Men eerbiedige elkanders recht om een
eigen meening te hebben. Spreker beslmt met een tegen
stelling tnsschen Koningin Wilhelmina als draagster van
't gezag en Koning ündegeestdie zich een oogennlik
van het gezag nad meester gemaakt en zegt dan kiest
tnsschen deze twee 1 en hij twjjfelt niet of de kiezers
zullen staan aan de zijde van Koningin Wilhelmina 1
(Applaus).
De beide debaters krjjgeu nog even het woord. De
heer Haringman beweertdat de organisaties van ge
meente-werklieden wel aan politiek moeten doen en
veroordeelt de organisaties met geestelijke adviseurs.