Runenschrift. Hinderwet. Zitting van den Gemeenteraad FEUILLETON. Kantongerecht te Alkmaar. op Woensdag 25 Maart 1903 I i e r m i u a. No. 37. Honderd en Vierde Jaargang. 1903. Vrijdag 37 Maart 1903. Tweede blad. BURGEMEESTER enWETHOUDERS van ALKMAAR brengen, ingevolge art. 8 der Hinderwetter algemeene kennis dat bij Koninklijk besluit van 6 Maart 1.1. No. 13, met vernietiging van het dezerzijds besluit d.d. 9 October 1902 Nr. 76, aan 0. VAN 'T HOF alhier, als nog voorwaardelijk vergunning is verleend, tot het op richten van een slachtplaats in het perceel Hofstraat, wijk A. Nr. 23., kadastraal bekend in sectie A. No. 990. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter. 23 Maart 1903. C. D. DONATH, Secretaris. A\ ALKMAAR, 's namiddags 1 uur. Voorzitter de Burgemeester. Secretarisde heer C. D. Donath. Tegenwoordig 12 leden. Afwezig met kennisgeving de heeren Bosman en de Groot, zonder kennisgeving de heeren: Van den Bosch, Cohen Stnart, en de Sonnaville. De notnlen der vorige vergadering worden gelezen en goedgekeurd. 1. Mededeellngen en Ingekomen stukken. De Voorzitter deelt mede, dat: le uit de jongste kasverificatie bij den gemeente ontvanger is gebleken, dat er in kas was f 8051,54. 25 Febr. is opgenomen bij de Ned. bank, om te voor zien in de behoefte aan kasgeld, een som van f 10,000. Een gelijk bedrag zal waarschijnlijk in het begin der volgende maand moeten worden opgenomen. Deze mede- deeling wordt voor kennisgeving aangenomen. 2e. zijn ingekomen a. Brief van Dr. Overduin, waarin hij verklaart, dat bij zich gaarne belast met de verloskundige praktijk. Voor kennisgeving aangenomen. b. Schrijven van den heer Tb. van Spall, houdende mededeeliug, dat hij zijn benoeming tot lid der commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs aanneemt. Alsvoren. c. Brief van Ged. Staten, ter goedkeuring van bet raads besluit in zake verkoop van grond aan H. J. Teerink. d. Idem in zake de verordening op het beffen van les gelden voor den gemeentelijken hoofdcursus. e. Idem, ter goedkeuring van 's raads besluit, in zake de overname van straten in een bouwterrein aan d8 Me- tinsgracht. c.e. voor kennisgeving aangenomen. Brief van Mevr. de Wed. W. S. P. Hoff, houdende bericht van het overlijden van haren echtgenoot, hoold der 4de gemeenteschool. De Voorzitter stelt voor dit bericht te beantwoorden met een brief van rouwbeklag. Alzoo wordt beslrten. g. Brief van den heer A. van Pagé, waarin hjj ver klaart, dat hij wegens vertrek naar elders niet weder voor een benoeming aan de Burgeravondschool in aanmerking weDScht te komen. Voor kennisgeving aangenomen. 2. Benoeming gtembareaux voor de verkiezing van een lid van de Tweede Hamer der Staten Oeneraal. In verband met de stemming en herstemming voor een lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, eventueel te houden op 31 Maart en 7 April a.s., stellen B. en W. voor te benoemen 1°. van het lste stembureau, waarvan de bnrg0. meester ambtshalve voorzitter is, tot leden, de heeren J. M. de Sonnaville en Mr. K. A. Cohen Stnart 2°. van het 2de stembureau, lot leden, de heereu K. WBRSiBB. Vertaling van 22) »Ge houdt zeker héél veel van hem, van je Bernhard zeide Harald langzaam den blik onafgewend op haar ge vestigd. Deze vraag klonk hoonend en uitdagenden dit prikkelde Hildur bljjkbaar. »Als gij 't dan weten wilt meer dan van iemand of iets anders op de wereld Dit was de niting van een lang bedwongen en nu plotseling onstuimig opwellend gevoel. Dat was geen kalme alledaagsche genegenheid en dit begreep nu ook de man die het anders zoo stilleernstige meisje aan staarde zonder een enkel woord te antwoorden, en haar toen zwijgend den rug toekeerde om heen te gaan. Eerst bij de deur zag hij nog even om. »Nu weten we dus, waar we aan toe zijn. Ge hebt ge- ljjk, 't was een gx-oote domheid dat ik daarover ben be gonnen. Neem 't mij niet kwaljjk ge zult 't nooit meer van mij hooren. Yeel geluk met je huwelijk 1 Gegroet 1" Hjj ging heen en toen hjj buiten kwam, stond zijn aan gezicht even somber als altjjdmaar alleen in zijn oogen glinsterde iets vreemds en onheilspellends, terwijl hij voor waarts stapte. Hij was te Raansdal geborenevenals Hildur, en de zoon van een kapitein, die elk jaar met een walvisch- vaarder naar het hooge noorden ging en den winter thuis bij vrouw en kind doorbracht, totdat hij als slachtoffer van zjjn beroep den dood vond. In een storm ging bij met zjjn schip te gronde en de wednwe bleef in zeer M. Uitenbosch, J. P. Kool en H. .T. Vonk (een dezer heeren door den Raad tot voorzitter aan te wijzen) 3°. van het 3de stembarean, tot leden, de heeren D. A. Lniting, C. Bosman en G. de Groot Jz (een dezer heeren door den Raad tot voorzitter aan te wijzen) 4°. tot plaatsvervangende leden van de drie stembureaux de heeren Mr. J. P. Kraakman, N. Glinderrain, J. F. Moens, J. de Lange O.Jz., C Janssen Cz Dr. J. W. Wicherink, J. de Wit Dz. en Mr. H. Boelmans ter Spill. Op voorstel van deD voorzitter vereenigt de Raad zich zonder stemming met de voordracht van B. en W. De Voorzitters van het 2e en 3e bureau worden alleen bij stemming benoemd. Als zoodanig worden aangewezenvoor het tweede stembureaude heer H. J. Vonk en voor het 3e de heer C. Bosman. De heer Uitenbosch vraagt naar aanleiding van dit pnnt, of niet een of meer klassen der eerste gemeen teschool den dag der stemming vrijaf hebben. De Voorzitter zegt, dat dit juist is, dat een of 2 klassen vrijaf hebben, en gelooft, dat het voor de jeugd niet zoo erg is, daar ze dan eens van de natuur kuoneu profiteeren als 't kan met de onderwijzers. De heer Uitenbosch is blij, dat de Voorzitter dit zegt. Hij hoopt dan ook, dat de schooljongens niet op dien dag voor de een of andere functie gebezigd zullen worden door middel der onderwjjzers. 3. Benoeming onderwijzeres aan de Meisjes school. Ter vervulling der vacature, ontstaan door het aan Mej. B Leendertz verleend eervol ontslag, bieden B. en W. den raad de volgende voordracht aan, ter benoeming van eene onderwijzeres aan de Meisjesschool 1. Mej. T. Bakker, onderwijzeres te Alkmaar. 2. C. H. H. Schaafsma, tijdelijk 3. K. Nes, Stompetoren. De heer Uitenbosch vraagt of deze voordracht, opgemaakt in overleg met den Arrondissements-schoolop- ziener is ten genoege van het Hoofd der school. Deze voordracht toch bevat andere namen, dan dié, welke door het Hoofd was ingezonden. B. en W. zullen dus gegronde redenen hebben gehad, om van die voordracht af te wijken die redenen zon hij gaarne willen vernemen. De heer Vonk sluit zich hierbij aan. Ook hij zou graag zien, dat B. en W. over deze zaak hun licht lieten schijnen, doch daar het hier over personen gaat, acht hij het beter, dat de inlichtingen worden gegeven in geheime zitting. De Voorzitter kan zich daarmede zeer goed ver eenigen en stelt voor de openbare zitting te schorsen. De heer B o e 1 m a n s wil er toch in openbare zitting nog op wjjzen, dat in Art. 28 der Wet op het L. O. wordt gezegd, dat de voordracht wordt opgemaakt door B. en W., in overleg met den arrondissements-school- opziener, na bericht van het hoofd der school. Deze fout in de redeneeriag van den heer Uitenbosch aan te toonen acht hij wel wensehelijk. De heer Uitenbosch stemt toe, dat het hoofd der school de voordracht niet maakt, maar, waar de onder wijzer of onderwijzeres meet samenwerken met het hoofd, krijet het advies van het hoofd, toch zoo ongeveer de beteekenis van een vooidracht. Wijkt men af van dat advies dan zal er geen goede samenwerking mogelijk zijn en wordt het belang van het onderwijs geschaad. De heer Boelmans ter Spill* is het, wat het laatste betreft eens met den vorigen spreker. Zijn bedoe ling is geweest er op te wjjzen dat er van een voor dracht van het hoofd geen sprake moet zijn. Men gaat daarna over in geheime zitting. Na heropening der deuren, waarbij blijkt, dat inmiddels de heer Cohen Stnart ter vergadering is gekomen, wordt de benoeming aan de orde gesteld, en met algemoene stemmen No. 1 der voordracht mej. T. Bakker benoemd. 4. Benoeming van een leeraar In de wiskunde aan de Hem. normaallessen. Daar niemand bezwaar maakt stelt de voorzitter, of schoon dit punt niet op de agenda is geplaatst, aan de benarde omstandigheden achter. Maar te Raansdal had men niet veel noodig en na eenige jaren was de zoon groot geworden en kon voor zijn moeder zorgen. Natuur lijk mocht hij er niet aan denken om een eigen huis houding op te zetten, maar weldra stond hij als de moe digste en knapste zeeman in de geheele fjord bekend. En toen werd hij stuurman en kon eindelijk beginnen met te sparen en te werken voor een eigen nest. En hij werkte en zwoegde 1 En toen was de slag gevallen op eens, jnist toen hij hoopte zijn doel te bereiken en nu was 't uitvoor altijd uit «Hallo Harald 1 Waaraan denk ge toch Ge hadt ons bijna onder den voet geloopen klonk op dit oogenblik een stem. Thorvik zag op. Bernhard en Koen Fernstein stonden vóór hem. Hij had dien dag op de «Zeearend" den jongen officier niet gezien en deze kwam hem nu bjj de voor stelling zeer vriendelijk te gemoet, terwijl hjj blijkbaar met belangstelling den Noorweger opnam die in het leven van zijn vriend vroeger zoo'n groote rol had gespeeld. Dit werd evenwel niet weerkeerig beantwoord. Harald was zoo mogelijk nog stugger en korter van stof dan ge woonlijk en nam het eerste het beste voorwendsel te baat om het gesprek af te breken en heen te gaan. Koen zag hem verwonderd na. «Dat's d,us Harald Thorvik 1 Men moet hem elk woord nit de keel balen. Een wonderlijke vriend, die gij je daar uitgezocht hebt 1" «Harald en ik zijn nooit vrienden geweestalleen speelkameraden antwoordde Be<nhard achteloos. «We zgn met elkaar opgegroeid en hebben alles samen gedeeld, zelfs het onderwijs bij mijn aanstaanden schoonvader. We waren eigenlijk de eeüigen hier, die niet tot de boeren kinderen behoorden. Harald was vijf jaar ouder dan ik en ik moest nog alles van hem leeren wat mij hier te pas kon komen. Hjj was van alle markten thuis en ik als zeven- of achtjarige jongen beschouwde 't als een groote eer, dat de sterkste en moedigtte bengel van heel Raansdal zich met mij bemoeide en mjj het een en ander leerde. Dit heeft hem van het begin af een overwicht orde de benoeming van een leeraar in de wiskunde aan de gemeente normaallessen. De heer H. van den Berg heeft verzocht te worden ontheven van het onderwijs in de wisknnde aan deze inrichting. In verband daarmede heeft de directeur in overweging gegeven, om over te gaa^ tot benoeming van een nieuwen Leraar. B en W. bLden daartoe de volgende voo-dracht aan 1. K. But 'er, onderwijzer aan de 4de Gem.-school. 2. L W. Rnsscher, lste Benoemd wordt met algemeene stemmen de heer K. Butter 5 Voetpad aan den Kennemerstraatweg. Bij adres d.d. 11 Februari 1.1. hebben de hee en J. J. Schrieke c.s., allen bewoners van perceelen aan don Ken- nemerstraatweg, zich tot den raad ge iend met het verzoek om verbetering te willen brengen in den toestand van het grindpad langs hunne woningen. B. en W. deelen mede, dat in de maand December 1.1., een adres van gelijke strekking, van dezelfde bewoners aan hun college werd gericht, waarop zij hebbeu geant woord, dat zij zich voornamen om bij de behandeling der begroot ng voor 1904 den Raad voor te stellen het voet pad voor hnnne perceelen te bestraten. Verder kan, naar zij meenen, het gemeentebestuur voor het oogenblik niet gaan, daar voor het bestraten gedurende den dienst 1903 geene gelden beschikbaar zijn. Zi stellen dns voor: aan de adressanten te berichten, dat het bestraten van het voetpad bij de begrooting voor 1904 in overweging zal worden genomen. De heer Uitenbosch heeft tot ziju genoegen gezien, dat in den toestand van dit voetpad al een germate is voorzien door het aanbrengen van kolken en beveelt nog aan het met grint te doen bestrooien. De Voorzitter deelt mede dat dit in de bedoeling ligt. Het voorstel wordt daarna zonder hoofdeljjke stemming goedgekeurd. 6. Beschikbaar stellen van vee ten behoeve van Zuid-Atrlka. Dienende van bericht en raad op het voorstel van den h6er Moens, om van gemeentewege de benoodigde gelden te verstrekken tot aankoop van twee stnks jong Hollandsch vee ter verzending naar Zuid-Afiika, berichten B. en W. dat zij, hoezeer het denkbeeld der Algemeene Vergadering van de Hollandsehe Maatschappij van Landbouw, den 19den September alhier gehouden, toejuichende, nochtans van oordeel zijn, dat het verzenden van vee naar Zuid- Afrika niet op den weg der gemeente ligt en aan het particulier initiatief moet worden overgelaten. Zij geven daarom in overweging het voorstel te verwerpen. De heer Moens, die vóór de vergadering bij enkele ieden van den raad zjjn licht nog eens heelt opgestoken, heeft bemerkt, dat'zijn voorstel de sympathie der raads leden niet heeft en acht het daarom maar beter het in te trekken. De Voorzitter merkt op, dat dit niet geheel juist is Er is wel sympathie voor de zaak. Persoonlijk zal hij gaarne steun verleenen en zoo zal het met meer leden gaan, maar men meent, dat deze zaak buiten de gemeente administratie moet omgaan. De heer Moens erkent, dat hjj liever had moeten zeggen dat er geen sympathie is bij het gemeentebestuur. Het voorstel komt dus niet in behandeling. De agenda is thans afgehandeld. Daar bij de rondvraag niemand het woord verlangt wordt de vergadering gesloten. Zitting van 20 Maart 1903. A. W., Bergen en O. D., Egmond aan den Hoef, dronkenschap, de le 7 dagen hecht., de 2e T 2 boete of 1 dag hecht. A. de B., Broek op Langedijk, overtreding leerplicht wet, f 2 boete of 1 dag hecht. W. T. Jz., Egmoudbinnen, verzet vonnis, bekrachtigt vonnis uitspraak 13 Februari 1903. J. G. Pz., H. G. Pz., P. G. Pz. en A. S. Tz., Eg- gegeven waarvan hij altijd misbrnik maakte. Zoodra ik daartegen in verzet kwam, verweet hij mij altijd dat ik een «heerezoontje" was, wien de voornaamheid nog in het bloed zat en die niet geschikt was voor een vrij leven onder vrije mannen. Maar dit wilde ik mij niet laten zeggen en zoo hield hij mij altoos in bedwang. Ik was nog veel te joeg om den teugel te voelen', waaraan hij mij leidde. Nu keu ik dien, na laat ik mjj niet meer gezeg gen en dit vergeeft hij mij niet." «Ik heb mij dien Thorvik naar je beschrijving heel anders voorgesteld", verklaarde de jonge zeeman. «Open hartig gesproken, maakt die sombere, onverschillige vent geen prettigen indruk op mij. Hij wordt zeker nooit driftig «Zoudt ge dat denkeu?" vroeg Bernhard. «DAn vergist gij je toch Doorgaans is hij kalm van aard, maar als hij zich over iets of iemand opwindt, dan ontziet hjj vriend noch vijand, dan barst hij bindelings los tegen alles wat hem hindert en vraagt er niet naar of 't hemzelf ook ten verderve voert." «Pas dan maar opzeide Koen, eensklaps ernstig geworden. «Hjj heeft iets tegen je." «Wie Harald Nu ja, hij is boos, dat hjj mjj niet meer onder den dnim heeft zooals vroeger". «Ik geloof, dat 't iets anders is. Toen wij hem straks tegenkwamen en gjj hem op eens bij zjjn naam riept, keek hij op en wierp je een blik toe dat was niet enkel boosheid, maar haat. Neem ja in acht voor hem 1" «Gekheid 1 Waarom zou hjj mi] haten, er is nooit iets tusschen ons voorgevallen. Dat's zoo zjjn manier. Ik ben op dien omgang waarlijk niet meer gestald. Voortdurend moet ik mp zjjn stekelige aanmerkingen getroosten, maar ik kan mij daaraan met onttrekken, zoolang wij hier in dezelfde streek zijn. Moet ik mjj soms laten verwijten, dat ik bang ben den stuurman van don «Zeearend" mijn vriend te noemen, als de prins en mijn oom hier zjjn Dat gaat niet, Koen ik kan die relaties van vroeger maar niet op eens afbreken, al zijn we innerlijk geheel vervreemd van elkaar."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1903 | | pagina 5