Runenschrift. No 48 Honderd en vijfde jaargang. 1903. WOENSDAG Buitenland. FEUILLETON. 22 APRIL. Nederland. H ermina. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele rijk f 1, 3 Nummers f 0,0«. Afzonderlgke nummers 3 ets. Pr(Js der gewone advertentiën Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.! Brieven franco aan de N/V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h.gHERMs. COSTER ZOONVoordam C 9. KENNISGEVING. Het HOOFD van het Plaatselijk Bestuur te Alkmaar brengt op grond van artikel 1 der wet van 22 Mei 1845 (Staatsblad No. 22) ter kennis der ingezetenen dat bij hem ingekomen en aan den Ontvanger der Rgks directe belastingen binnen deze gemeente ter invordering is overgegeven: het kohier der personeele belasting No. 2, voor net dienstaar 1903, executoir verklaard door den Directeur der directe belastingen in Noordholland te Amsterdam den 18 April 1903; dat ieder verplicht is zijn aanslagop de bij de W et bepaalde wijze, te voldoen en dat heden ingaat de tormijn van zes weken binnen welken daartegen bezwaarschriften kunnen worden ingediend. Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur voornoemd, Alkmaar, 20 April 1903. G. RIPPING. Telefoonnummer 3. bracht door de felle koude. In de Gironde is de vernieling volkomen en in de omstreken van Bordeaux is nauwelijks een derde behouden. DUITSCHHAWD. Keizer Wilhelm heeft een streng onderzoek gelast naar een zeer ernstig geval, dat dezer dagen te Essen heeft plaats gehad. De adelborst Hilssler heeft aldaar, een milicien-kanonnier doodgeschoten, omdat deze hem niet op de vereischte wijze groette. De adel borst beweert gehandeld te hebben uit militair plicht besef- en eergevoel. Hjj zal voor een krijgsraad terecht staan. Het Amerikaan8ch eskader zal na de begroeting van President Loubet te Marseille, naar Kiel vertrekken ter beantwoording van de vriendschapsbetuigingen aan Amerika door den Keizer betoond. FRANKBIJH. De aartsbisschoppen van Parijs en Reims hebben beiden een schriftelijk protest tot minister president Combes gericht tegen de aanmatiging van de Fransche regeering om zich in te laten met den jnwen- digen dienst der kerken. Kardinaal Richard schrijft, dat hij als hiërarchisch hoofd verantwoordelijk is voor alles wat de godsdienstige bolangen betreft van de geloovigen zijner diocees. Hij wil wel met den minister mondeling in overleg treden en desgewenscht wijzigingen aanbrengen, maar kan geen inmenging toelaten. Ook kan hij niet ge- doogen, dat de regeering zal verbieden, dat leden der predikende congregaties als kanselredenaar in zijn kerken optredenslechts hij als aartsbisschop, heeft daarover te beslissen. De monniken van het klooster »la grande Char treuse" te Grenoble hebben geweigerd op last der politie het klooster te verlaten en verklaard slechts te zullen wijken voor de gewapende macht. Te Marseille heeft den 17 een hevige storm gewoed, waardoor vele ongelukken zgn veroorzaakt en veel schade is aangericht. In de haven zijn niet minder dan 40 kleine vaartuigen gezonken. Schepen konden niet binnen komen nooh vertrekken, en gevreesd wordt dat op zee eenige schepen schipbrenk hebben geleden. In de wjjnbouw-districten is groote schade toege- nACBDOKIE. Aller blikken blijven op da Bal- kanstaten gericht en hoe uiteenloopend de telegrammen ook zijn mogen, stemmen zij toch hierin overeen, dat zrj den toestand als zeer verontrustend afschilderen. Sommige berichten melden, dat de leiders der Macedonische comi- té's voornemens zouden zijn om algemeenen opstand niet dit jaar te doen uitbrekenomdat door de zser groote Tnrksche troepenmacht een opstand niet ten ge volge zou kunnen hebben een Eoropeesche tusscbenkomst, tenzij besloten wordt tot moorden op groote schaal, waar van de leiders de verantwoording niet durven op zich nemen. Het is daarom raadzamer, dat voortgezet wordt de guerilla, het aanvallen van kleine Tnrksche benden, het verbreken van communicatiemiddelen, het in de locht springen van stations en spoorbruggen. Een bloedig gevecht heeft den 18 plaats gehad bij het dorp Opela. Eene revolutionaire bende, bestaande uit dorpelingen uit het arrondissement Palanka, werd door Tnrksche troepen ingesloten. De revolutionairen baanden zich een doortocht door in de rijen der Turken dynamietbommen te werpen. Na een hardnekkig gevecht werden tien revolutio nairen gedood of gewond de Turken hadden 70 dooden en gewonden. De werking der bommen was vreeselgk en braent groote verwarring in de Tnrksche gelederen. De Oostenrrjksche gezant baron von Calice deelde aan een verslaggever van de Pester Lloyd' het volgende mede: »De Sultan wenscht de hervormingen eerlijk in te voeren maar in Turkije moet men rekening hou den met de omstandigheden. Hier hangt niet alles at van den goeden wilzelfs een krachtige wil is niet voldoende. Het beste bewijs daarvoor levert de opstand in Mitrowitza. De Sultan heeft reeds geruimen tijd de Albaneezen door zgn vertrouwen onderscheiden en hunne trouw beloond door hun de hoogste posten in den Staat te geven en toch stonden de Albaneezen op. Maar tevens had de Sultan dien opstand in Albanië nooit meester kunnen worden, zoo hij geen Alba nees tot grootvizier had. Slechts door den sterken wil van Ferdi-pasja kon de opstand tot Mitrowitza be perkt bljjven. De Bulgaarsche comité's hitsen inmiddels de Albaneezen op met geld en met andere middelen en indien de Sultan niet tot krachtige maatregelen de toe vlucht neemt, zal hij den opstand in Albanië zich toch nog zien uitbroiden." Den 17 heeft de Saltan audiëntie verleend aan de gezanten van Oostenrijk en Rusland, die met kracht bepleitten de noodzakelijkheid van het herstel der rust in Albanië. De sultan besloot daarop 20 bataljons naar Albanië te zenden. gemeld, dat de koude den geheelen oogst in verschillende provinciën vernielde, waardoor hongersnood en de grootste ellende in AndaloesieLa Manche, Estremaffoera en Oastilie heerscht. In Cordova is de staat van beleg a.ge- kondigd na een conflict tusschen de politie en 2000 werklieden. De regeering gaf last om arbeid te verschaffen door het aanleggen van wegen en van openbare werken. Moord. In het Engelsche dorp Duns (graafschap Berwick) is het geheele gezin van den koetsier Newrigging de vrouw en vier dochters vermoord gevonden, waar schijnlijk gedood door Newrigging zeiven, die levenloos bij hen in het huisvertrek lag. De leden van het gezin leefden zeer gelukkig met elkander en men vermoedt, dat de vader, die sinds eenigen tijd aan slapeloosheid leed, in een plotselinge vlaag van krankzinnigheid de bloedige daad heeft gepleegd. Het weder. Ju Engeland is het weder buitengewoon kond en onaangenaam. Zware sneeuwstormen doen het werk op scheepstimmerwerven aan Tyno en Tees stilstaan. In sommige deelen van Schotland lag de sneeuw tot 20 centimeter hoog. Uit Frankrijk komen eveneens berichten van veel sneeuw en vorst. De schade, aan wijngaarden toegebracht, wordt steeds aanzienlijker. In Duitschland sneeuwde het eveneens dik en te tJerign heeft het daarbij geonweerd. Te Penig, in Saksen, sloeg bij een begrafenis de bliksem in de kist, toen men die in de groeve neerliet, wat begrijpelijke ontsteltenis te weeg bracht. In het Sauerland werd bjj 10 A 20 centimeter dikke sneeuw slede gereden, waartoe men dezen winter nog geen gelegenheid had gehad. 8PAUÏJM. Uit Madrid wordt aan de »Daily Express' Hofberichten. Ter viering van den verjaardag van Prins Hendrik der Nederlanden werd den 18 te Apeldoorn een feest gegeven door de afdeeling van Volksweerbaarheid. Zondag was geheel Apeldoorn in vlapgentooi en werd door velen geteekend in de felieitatie-registers ten Paleize, zoowel voor het Koninklijk Echtpaar, als voor H. M. de Koningin-Moeder. Een groot aantal bloemstukken werd Prins aangeboden. De voormiddag-godsdienstoefening in de llerv. Kerk werd door de Koninginnen, den Prins en groot gevolg bijgewoond. Het N. v. d. D. meldt het volgende Er is allo reden om aan te nemen, dat het Koninklijk bezoek aan Amsterdam in het begin der volgende maand kan verwacht worden. Ontsporing. Den 18 is de trein, welke de gasten van H. M. de Koningin naar Het Loo gebracht had, bij het over- JE. WfiRNEB. Vertaling van 30) Bernhard was onwillekeurig een stap achteruitgeweken Was dit nog het bekoorljjke, lachende, spottende meisje, zoo schalk en ondeugend, dat in éen adem kon vleien en wonden Zij stond op eens als een ander wezen vóór hem zoo fier en verontwaardigd als hij haar nooit had gezien. Eerst de laatste woorden prikkelden hem. .Wat zijt g ij Diezelfde zwijgende minachtende vraag had hij bij hun ontmoeting op het aangezicht van den minister gelezen. Dit was 't immers, wat nog altijd in den jongen man gistte en woelde, wat hem steeds met bitteren wrok tegen zijn oom vervulde. Hier werd ze hem nu in ronde woorden gedaan, en hier kon hij haar in geen geval dulden. Hij wilde daartegen opkomen en vond toch geen antwoord, geen wapen tegen de waar heid. Wat was hij eigenlijk hier te Raansdal Een uit de groote menigte, dien niemand kent, naar wien nie mand vraagt en een andere Bernhard Hohenfels stond op de hoogste sport van de maatschappelijke ladder! .Willen we soms den twist van onze vaders voort zetten vroeg hij norsch. .Hij word uitgevochten, eer gij geboren wordt, en toen ik in Dnitscbland kwam, waart gü een kind. Wat weet gij er van, wat je vader mij heeft aangedaan Ik weet 't ik heb hem leeren kennen 1" n u ur. »Ge kent hem niet!" viel Sylvia hier in. »Ge hebt hem immers altjjd gedwongen met je te kibbelen. Weet ge dan of hem dit niet hard is gevallen Ge waart toch de laatste, dien zijn naam droegt. Hij had geen zoon, ik was zyn eenig kind gebleven en gaf hem enkel zorg en verdriet met mijn zwak, ziekeljjk bestaan. Mijne moeder nn die was een vronw van de wereld, die maar leefde óm uit te gaan en nooit tijd had voor mij. Soms zag ik haar dagen achtereen niet, ze vond 't zoo lastig een ziek kind te hebben, en ik had toch mijn bonnes en verpleegsters!" 't Was een bittere opwelling, die haar deze woorden in den mond gaf, maar plotseling werd de opgewonden stem van het meisje zacht en zelfs w nderlijk teer. .Maar mijn vader hjj heeft t mij nooit laten ont gelden, nooitHoe dikwijls is hij, lang na middernacht, van zijn schrijftafel nog bjj mij in de kamer gekomen en heeft zich over mijn ledikantje gebogen. Ik voelde t, terwjjl ik half sliep, dat bij er was, en als ik dan zijn hand omklemde en niet meer losliet, daa wachtte hjj ge duldig totdat ik vast was ingeslapen. Hij, die zich met zijn drukke werk nauweljjks een paar nren nachtrust gunde't Is waar, nu ik gezond ben, is hij dikwijls streng tegen mjj, maar van hem laat ik mjj alles wel gevallen 1" Een innig harteljjke tooD schemerde in deze woorden door en hare oogen werden vochtig. Maar zij kreeg geen antwoord. Bernhard staarde haar aan, alsof ze een levend raadsel voor hem was. Zijn stilzwijgen bracht Sylvia tot bezinning. Eerst nn kwam ze tot besef, dat zij zich even ver had laten me- desleepen als hij. Met een schielijk, min of meer knorrig gebaar wierp zjj het hoofd in den nek en maakte een eind aan het gesprek. .We zullen dit punt in het vervolg laten rusten. Ik kan na eens geen woord ten nadeele van mijn vader hooren, en ge zult je overgeërfde vijandschap niet laten varen Dat merk ik aan je hardnekkig stilzwijgen. »Ik zwijg alleen van verbazing," zeide Bernhard lang zaam. Gij schijnt van gedaanteverwisselingen te hou den zoo even heb ik een proef daarvan gezien. Welk gezicht is je ware?" Zij glimlachte, maar 't was weer het oude, lieve lachje. »'t Ondeugende, neef Bernhard Pas dus maar op »Ik ben niet bangwas het koele antwoord. .Des te beter! O, hoe mooi! Da zon breekt door 1 Kijk eens 't Was inderdaad een verrassend gezicht. De jagende en drjjvende wolkgevaarten waren dichter en donkerder geworden, maar plotseling scheurden zjj vaneen en nog eens brak de zon, niet met enkele doffe stralen, doch ze gevierend door. De dreigende rotstoppen, die slechts half zichtbaar waren geweesten de steenachtige woestenjj met haar bruisenden bergstroom alles baadde eenige minuten lang in een zee van licht. De kronkelende wa terbeken in de hoogte schitterden en fonkelden tegen de klippen. Het jjs van den gletscher, waar de Raan ont sprong, glinsterde blauwgroen, verblindend wit stortte de waterval zich neer in het dal, en in den vochtigon nevel, die hem omringde, stond een regenboog. Maar dit alles dnurde slechts een paar minutentoen verdween de zon en dikke, donkere schaduwen breidden zich over Isdal uit. Nu klonk een luid geroep en op eenigen afstand dook de oude jager tusschen de steenhoopen op. Hij was on gerust geworden, dat de freule, op wie hjj moest passen, zoo lang uitbleef en had zich op weg begeven om haar te zoeken. Nn ontdekte hij haar en naast haar den eige naar van Edsviken. »Ik kom, Rolf!" riep Sylvia terug, hem wenkende maar ginds te blijven. Daarop keerde zij zich om naar haar neef. .Gij behoeft niet met mij mee te gaan, Rolf komt mjj al te gemoet. Goedendag, Bernhard .Goedendag 1" zeide hjj ook kortaf, achteruittredende om haar te laten passeeren. Sylvia zag nog eens belang stellend naar het runenschrift en toen nam zjj de beide rozen uit haar ceintuur en legde die zwijgend op het mos aan den voet van de rots neer. 't Was een stomme, maar juist daarom des te treffender bede om vergiffenis. Nn ging zjj heen, zonder verder om te zien. Een moment daarna verdween zjj met Rolf tusschen de rotsbrokken. Bernhard stond nog altijd roerloos op dezelfde plek.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1903 | | pagina 1