hebben, gaarne het hoofd in die administratieve werk
zaamheden willen bijstaan.
In de hoop, dat zoo iets zal gebeuren, ondersteunt hij
het denkbeeld gaarne.
De Voorzitter acht dat zeer wel mogelijk.
De heer Glinderman heeft ook met genoegen het
voorstel gezien, om de hoofden van scholen een klasse te
geven. De discussie over zoodanig voorstel in den ge
meenteraad van Amsterdam heeft op hem den indrnk
gemaakt, dat dergelijke regeling op kleine scholen zeer
goed mogelijk is. Men kan op die wijze een onderwijzer
uitsparen.
Mogelijk is het ook om een andere reden wenschelijk
en daarom zon hij in overweging willen geven op dien
weg voort te gaan.
De Voorzitter antwoordt, dat indien de maat
regel uitvoerbaar blijkt men zeer zeker het niet bij een
proef zal laten. Daar niemand over dit punt meer het
woord verlangt wordt conform het voorstel van B. en
W. besloten.
10. Wijziging der Verordening, tot regeling
van het openbaar lager onderwjjg.
De leerplannen van de Borgerschool en van de Meisjes
school, zijn ten aanzien der zomer-vacantie, door de hoofden
d'er scholen, onder goedkeuring van den distriets-sehool-
opziener en van B. en W., zoodanig gewijzigd, dat deze
voor de Burgertchool is vastgesteld op vier weken, aan
vangende den 3den Maandag in Juli en voor de Meisjes
school op vijf weken en drie dagen, aanvangende den
Zaterdag, welke voorafgaat aan den 3den Maandag in Juli.
In verband hiermede zal de betrekkelijke Verordening
eene geringe wijziging moeten ondergaan, waarom B. en
W. voorstellen te besluiten
in art. 2, de 2de alinea te vervangen door eene nieuwe
alinea van den volgenden inhond:
»Z)e tijdstippen van toelating zijnvoor de Eerste, Tweede,
Derde en Vierde gemeenteschool op 1 Mei; voor de Burger-
school op den Dinsdag, volgende op den Zden Maandag in
Augustus; voor de Meisjesschool op den Dinsdagvolgende
op den A.den Maandag in Augustus.''
Goedgekenrd.
11. Verliooglng weekloon van twee stads-
werklleden.
De stads-werklieden G. J. Bruijns en J. L. Klugt Jr.
hebben zich den 12den Maart 1.1. tot B. en W. gewend
met een adres, waarin zij verzoeken hunne weekloonen
aan eene herziening te willen onderwerpen.
De gemeente-architect, daaromtrent geraadpleegd, deelt
in zijn schrijven mede, dat de hierbedoelde loonen zijns
inziens met f 1 per week behooren te worden verhoogd,
met welk advies B. en W. zich ten volle kunnen ver
eenigen, weshalve zij machtiging vragen om tot de ver
hooging der weekloonen bovenbedoeld te kunnen overgaan.
De heer Glinderman vraagt, of er door de ver
hooging dezer weekloonen geen onbillijkheid wordt begaaD
ten opzichte van andere werklieden.
De Voorzitter antwoordt daaiop ontkennend,
waarna conform wordt besloten*.
12. Boawen van een woning voor den stal
knecht op het terrein van den reinigings
dienst.
Voorgesteld wordt om:
Burgemeester en Wethouders te machtigen tot het
doen bonwen van een woning voor den stalknecht
op het terrein van den reinigingsdienst, waarvan
de kosten op f 1341 zijn begrooten genoemd
college uit te noodigen te zijner tijd de noodige
financieele voorstellen te willen doen tot vinding
der benoodigde gelden.
De heer Kraakman zon gaarne willen weten
onder welke verhouding de woning betrokken zal worden,
of die woning zal strekken tot verhooging van loon of
dat er anders gehandeld zal worden en ze bijv. in huur
zal worden gegeven.
De Voorzitter zegtdat de man hetzelfde loon
zal behouden doch f 1,50 a f 1,60 hnnr per week zal
betalen.
De heer Kraakman merkt opdat dan daarvoor
een raadsbesluit zal noodig zjjn. Wenschelijk acht hij het
te overwegen of het niet anders kan en ot het niet mo
gelijk is te bepalen, dat de stalknecht daar moet wonen,
en de woning dient te ontruimen, zoodra hij den dienst
der gemeente verlaat.
De Voorzitter verklaart, dat B. en W. dat gaarne
in overweging willen nemen.
De heer Cohen Stnart heeft nit de toelichting van
den architect geziendat een stukje terrein wordt afge
nomen van een gedeelte dat de opzichter Hoekstra in
gebrnik had. Hij heeft daar geen bezwaar tegen maar
het komt hem voor dat het wel wat te ver gaat als
zooals in de toelichting staatdat met Hoekstra het
geval is, grond der gemeente in gebrnik wordt genomen
zonder vragen. B. en W. beveelt hij aan daarop wat
te lettenwant het schijntdat men aan de grenzen
der gemeente wel wat bijzonder omspringt met gemeen
tegrond.
De Voorzitter gelooftdat de redactie van het
uit de toelichting aangehaalde niet erg gelukkig is. Be
doeld zal zjjn dat door B. en W. geen vergunning is
gegeven doch de directeur der reiniging zal zeker het
gebruik hebben toegestaan.
Na deze opmerkingen wordt conform het voorstel
besloten.
13. Het verleggen nva eenlge telefoon-
geleidingen.
Met het oog op de omstandigheid, dat enkele telefoon
palen hinderlijk zijn of in de naaste toekomst zonden
worden, hebben B. en W. den concessionaris van het
telefoonnet, na gepleegd overleg met de belanghebbenden,
opgedragen
1°. den paal in de Langestraat voor de Krebbesteeg te
verwijderen en daarvoor in de plaats een juk te
maken op het huis van den heer Groebe
2°. den paal in de Langestraat op den hoek van de
Hoogstraat te verwijderen .en daarvoor in de plaats
een hek te maken op het stadhuis
3 een paal bij de Groote Kerk te verplaatsen.
De bevolen veranderingen in de leiding der draden zal
den concessionaris een schade van f 300 berokkenen.
B. en W. meenen, dat er in deze een bijzonder geval
aanwezig is krachtens hetwelk de gemeente een gedeelte
der schade behoort op zich te nemen en waartoe do raad
in beginsel kan geacht worden to hebben besloten.
In verband met het bovenstaande stellen zij voor te
besluiten
aan den concessionaris van het telefoonnet, zonder
praejndico voor het vervolg, een bijdrage te doen
toekomen van f 150 in de door hem te maken kosten
met betrekking tot het verleggen van eenige telefoon
geleidingen.
De heer Uitenboseh zon het ook wel wenschelijk
achten den paal voor de Krebbesteeg bij den heer van
Tellingen te doen wegnemen daar die daar het licht
van den lantaarn beneemt.
De V o o r z i 11 e r zou het dan maar beter achten in
de verlichting daar te voorzien; het wegnemen van zoo'n
paal heeft groote technische bezwaren.
De heer Cohen Stnart wijst ook nog op de andere
palen langs de Nieuweslootdie daar ook geenzins tot
versiering strekken.
De Voorzitter gelooftdat men al bly mag zijn,
dat de in het voorstel genoemde palen verdwijnen men
zal echter onderzoeken in hoeverre aan andere bezwaren
tegemoet kan worden gekomen.
Conform het voorstel wordt besloten.
14. Paardentram Groote Jtterh—Vlerstaten.
Er aan herinnerende, dat in de raadsvergadering van
18 Februari 1.1., met 10 tegen 4 stemmen in beginsel
werd besloten tot het doen leggen van rails, behoudens
de rechten van derden, langs den Kennemerstraatweg,
ten behoeve van een paardentram Groote Kerk-Koorstraat
Ritsevoort tot de brug aan de Vier Staten, deelen
B. en W. mede, dat in verband daarmede de Alkmaar-
sche Tramvereeniging aan den Minister van Waterstaat,
Handel en Nijverheid de vraag gesteld heeft of eventueel
ten bedoelden einde van den Rijksweg zou mogen worden
gebruik gemaakt. Daarop is het bericht ontvangen, dat
daartegen, met het oog op de belangen van het verkeer
overwegend bezwaar bestaat, doch dat een eventueel ver
zoek om den tramweg op den westelijken wegberm buiten
de boomenrij te mogen aanleggen in gunstige overweging
zal worden genomen.
Thans heeft de Tramvereeniging zich andermaal tot
het bestuur dezer gemeente gewend met het verzoek om,
»nn al het andere beproefd is" vergunning te verleenen
tot het leggen van rails in het bekende schelppad.
Onder deze omstandigheden mogen B. en W., hoe noode
ookhet bezwaar daartegen niet langer laten wegen,
omdat, naar hunne meening, geene andere doeltreffende
oplossing mogelijk is.
De meerderheid van den Raadzou mogelijk onder
geen voorwaarde, het bedoelde schelppad voor het aan
gegeven doel willen beschikbaar stellen. Daarom wordt
voorgesteld: in beginsel te besluiten tot het doen leggen,
behoudens de rechten van derden en onder de nader door
den raad vast te stellen voorwaarden, van rails van de
Groote Kerk door de Koorstraat en het Ritsevoort over
de Heilooërbrug, door het schelppad ten westen van den
straatweg tot de Vier Staten.
De heer Uitenboseh vraagt of thans bepaald is
tot hoever de tram zal gaan, waarop de Voorzitter
antwoordt dat het voornemen bestaataan de Zuider-
hontlaan een remise te bouwen.
De heer Kraakman merkt opdat volgens het
vooostel van B. en W. de tram nu zal loopen langs het
schelppadhetgeen de meerderheid in den raad steeds
getracht heeft te keeren. Hij wil wel zeggen dat nn
B. en W. geen mogelijkheid zien voor een anderen weg
en bet onvoldoende achten dat de tram tot den koepel
der familie de Lange loopt nn B. en W. eenstemmig
komen met het voorstel tol uitbreiding tot deze zijde
van de Zandersloot, hij daarin zal berusten, tenzij andere
leden met hem oordeelen dat doortrekken tot den koepel
voldoende is. Hij voor zich ziet het groote belang er niet
van in, dat de tram tot de Vier Staten doorloopt. Wil
men daar een stalhnis en wachtkamer maken, dan kan hij
zich voorstellendat het beter is dan tot den koedel.
Hebben B. en W. nu alles gedaan wat mogelijk is en
zien zij geen kansom t8 ontkomen aan het bezwaar
dat een trambaan gelegd wordt door het mooie schelp
pad dan zal hij daarin berusten hoezeer het hem ook
spijt en toegeven nit overweging dat het belang het eischt.
De Voorzitter zegt dat B. en W. de laatste
woorden tot de hnnne maken een andere oplossing was
niet te vinden.
De heer Bosman geeft in overweging om wel goed
na te gaan of de trambaan op do Heilooërbrug niet al
te groote hinder zal zjjn voor het verkeer met het leg
gen der rails dient men daarmede zeker rekening te honden.
De Voorzitter meentdat dat iets is wat later
bij de concessievoorwaarden ter sprake komt dan zal
de raad ook over de juiste richting in de stad hebben
te oordeelen men neemt thans een beginselbesluit.
De heer Bosman neemt, als dat zoo is, thans met
de zaak genoegen.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen. De heer Cohen Stnart merkt opdat
hij buiten stemming blijft.
15. Heffen en Invorderen van bruggeld.
Ter voldoening van de bij de behandeling der gemeente-
begrooting voor 1903 gedane toezegging, bieden B. en W.
den raad een ontwerp-verordening aan, met het verzoek
tot vaststelling daarvan over te gaan.
In die oatwerp-verordening wordt onder andere be
paald, dat van October tot April de gewone tijd voor het
openen der bruggen is op werkdagen van 'e morgens 6
tot 's avonds 7 uur; en van April tot October van
's morgens 5 tot 's avonds 8 unr.
Het bruggeld bedraagt
Voor een vaartuig van 15 ton en daar boven 5 ct.
boven 15 tot 30 ton 7Jet.
30 45 10 ct,
45 60 12jct.
60 75 15 ct.
75 ton I7jct.
Op buitengewone tijden wordt het dubbele tarief
geheven.
De betaling geschiedt tegen qaitantie in handen der
brugwachters.
Na de algemeene beschouwingen over dit pnnt, waarbij
op een vraag van den heer Uitenboseh of met het
in werking tredeu der verordeningen ook de salarisrege
ling der brugwachters ingaat door den voorzitter beves
tigend is geantwoord, worden enkele ingediende amende
menten, die in hoofdzaak redactiewijzigingen betreffen
behandeld en gedeeltelijk aangenomen.
Een tamelijk uitvoerige discussie ontstond over het
tarief.
De heer Bosman vond dit wel wat te hoog, vooral
ook met het oog op de vrachtschuiten.
De heer Glinderman vraagt, of het tariefeenigs-
zins aansluit bij het bestaande, waarop de heer Boel
mans ter Spill antwoordt, dat er thans geen tarief
is, doch voor elk vaartuig evenveel wordt betaald. Een
tarief naar de grootte, kwam B. en W. wenschelijk en
billijk voor.
De hoer Bosman zou het tarief lager willen stellen,
de vrachtschuiten betalen thans niet meer dan 5 ct. en
dat zou nu 7i ct. wordendaartegen heeft hij bedenking.
Na eenige discussie wordt door den heer Bosman
voorgesteld om alle genoemde bedragen met 21l1 ct. te
verlagen. Dit amendement wordt gesteund door den heer
Lniting, doch in stemming gebracht met 10 tegen 4
stemmen verworpen. Vóór stemden de heeren Bosman,
Luiting, Moens en Kool.
Het amendement van den heer Glinderman om aan het
artikel betreffende het tarief toe te voegen: voor vaar
tuigen van rijkswege gemeten, geldt de in den meetbrief
aangegeven tonnen maat wordt overgenomen.
De verordeningen worden daarna, na nog enkele kleine
wijzigingen, vastgesteld.
16. Voorstellen van de commissie tot de
belastingzaken, enz.
a. Af- en overschrijvingen op de begrooting
van het stads ziekenhuis, dienst 1902 en vast
stelling snppletoire hegrooting voor dat Jaar.
Regenten van het stads-ziekenhuis verzoeken
1°. machtiging tot, afschrijving van een bedrag van
f 411.55 van 8 en overschrijving daarvan op 4 an
dere hoofdstukken hunner begrooting voor 1902
2°. de goedkeuring eener ingediende snppletoire begroo
ting voor hetzelfde jaar tot een bedrag van f 2390.14^
in ontvang en uitgaaf.
Het gevolg hiervan is, dat een nader subsidie uit de
gemeentekas wordt aangevraagd van f 2326.50.
h. Af- en overschrijvingen op de begrooting
van het burgerweeshuis, en snppletoire be
grooting voor die instelling, dienst 1902.
Regenten van het burgerweeshuis verzoeken
1°. machtiging tot afschrijving van f 171.57 van 5
en overschrijving van dat bedrag op 3 andere
hoofdstukken hunner begrooting voor 1902
2°. de goedkeuring eener ingediende snppletoire be
grooting voor hetzelfde dienstjaar tot een bedrag
in ontvang en uitgaaf van f 538.80.
c. Hekenlng der d.d. schutterij, dienst 1902.
De rekening der dienstdoende schutterij over het jaar
1902 beloopt in ontvang en uitgaat een bedrag van
f 1432.68. Aan opgelegde boeten en opbrengst van buiten
dienst gestelde goederen werd f 75.89 ontvangen, zoodat
eene toelage nit de gemeentekas van f 1356.79 voldoende
was om de kosten te bes!rijden.
Dit bedrag bleef f 952.21 beneden de raming en f 9.91 '/2
beneden het over 1901 genotene.
De uitgaven bleven f 991.32 beneden de raming, groo-
tendeels een gevolg van belangrjjk mindere uitgaven voor
kleeding en bewapening, benevens voor kosten van vuur,
licht, schrijfbehoeften enz.
Het onderzoek der rekening, waarvan de uitgaven be
hoorlijk verantwoord zijn, heelt der commissie tot geene
bedenkingen aanleiding gegeven waarom zij voorstelt
haar goed te kenren.
d. Rekening algemeene bewaarschool, dienst
1902.
De rekening der algemeene bewaarschool over 1902
vermeldt in ontvang een bedrag van f 1997.931/2 en in
uitgaaf van f 1950.63'/i, zoodat de dienst, welke aanving
met een batig saldo van f 36.101/2, sluit met een batig
saldo van f 47.30. De uitgaven kouden bestreden worden
door het subsidie van de gemeente Alkmaar ad f 1000,
door de jaarljjksche bijdragen van leden en begunstigers
ad f 411.50, door ontvangen school- en overblijfgelden
ad f 546.06, bonevens door f 3.30 opbrengst verkochte
oude schoolbanken en f 0.88 rente spaarbank.
De commissie tot de belastingzaken enz. bevond bij
haar onderzoek de uitgaven voldoende verantwoord en
adviseert de rekening goed te keuren.
Deze voorstellen worden zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd.
17. Behandeling reclames tegen den hoof-
delijken omslag, dienst 1902.
Behandeld in besloten zitting.
18. Behandeling primitief kohier van den
hoofd, omslag, dienst 1903.
Alsvoren.
19. Benoeming van een onderwijzer aan
de burgerschool.
Ter vervulling der betrekking van onderwijzer, welke
zal ontstaan door de splitsing van de 4e klasse der Bur
gerschool, bieden B. en W. den Raad een voordracht
aan, opgemaakt in overleg met den Arrondissements
schoolopziener, na ingewonnen bericht van het hoofd der
betrokken school,
1. G. B. K r u i k, onderwijzer te Znid-Scharwoude.
2. J. K 1 a v e r, Oenkerk.
3. A. D u b b i n k, Nijverdal.
Benoemd de heer 0. B. Kruik met 13 stemmen, tegen
1 stem op den heer Klaver.
Bondvraag.
Alvorens de raad overgaat in een zitting met gesloten
deuren, vraagt de heer de Lange of er een regeling
bestaat ten opzichte van de verwarming der schoollokalen
wat de tijd van aanvang en van eindiging betreft en of
die tijd van alle scholen gelijk is of niet.
De Voorzitter antwoordt, dat alle echolen van
gemeentewege worden verwarmd, behalve de 3e gemeen
teschool, waar nog de onde toestand bestaat, dat het
hoofd de brandstoffen levert. De gemeentearchitect zorgt
op last van B. en W., dat de kachels tijdig geplaatst
worden, de wegneming is aan de hoofden van scholen
overgelaten. Nn is gebleken nit een onderzoek, dat B. en
W. hebben ingesteld naar aanleiding van een artikel nit
een courant, dat de heer van den Berg dit jaar met het
oog op de late Paaschvacantie in die vacantie de pijpen
nit de kachels had laten nemen, ook omdat, indien er