No. 56, Tweede blad Honderd en vijfde jaargang. ZONl)AO 10 MEI 1903. Neder land. Ingezonden stukken. „Aan de Vereeniging der Alk- maarsche Sigarenfabrikanten. ALKMAAttSCHE COURANT. Gasontploffing. To Kindlieven is den 6 eene gasontploffing ont staan in een kelder onder de woning van den heer Van E schoenmaker waarschijnlijk doordat zekere Blankers, die de gasbuizen moest onderzoeken, met een lucifer bij het lek kwam dat in een der buizen schijnt geweest te zijn. B. zei 1 kreeg ernstige verwondingen. In het huis is veel schade aangericht. By v. E. werden de groote ruit aan de straat, verder alle deuren en ruiten in het gansche huis stuk en een gedeelte van het dak weggeslagen, de vloer en de muren gescheurd. Het huis is als eene ruïne geworden en de materieele schade is aanzienlijk. Het schoenwerk vloog als stof de hoogte in. Ook bij den heer v. N. is de schade groot. Gelukkig zijn de bewoners met den schrik vrij gekomen. Het Witte Hruls. Van de Noord-Hollandsche Vereeniging »Het Witte Kruis" wordt de 44e algemeene vergadering gehouden op 19 Mei, te Amsterdan. Op de agenda staat o.a.Voorstel van het hoofdbe stuur, om zich met een adres te wenden tot de Tweede Kamer tot verwerping van de wet, houdende voorzie ningen tegen besmettelijke ziekten. Het hoofdbestuurmeent, dat het nut der vaccine tegen de pokziekte voldoende bewezen is. VoortsVoorstel van het hoofdbestuur tot het uit schrijven van eene prijsvraag voor een populair geschrift, ongeveer van den omvang der bekende vlugschriften, door de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen uitge geven, en handelende over de belangrijke beteekenis van melk als volksvoedsel, met uiteenzetting van de groote gevaren, aan het gebruik van onbetrouwbare melk ver bonden, en met aanwijzing van de middelen om die zoo veel mogelijk te voorkomen. De prijs voor het te bekronen vlugschrift te bepalen op f 250. Barslngerliorn. Bedankt voor het beroep bij de Nederl. Herv. Gem. te Noordgouwe (Zeeland) door den heer ds. H. G. W. Briede te Kolhorn. Door mej. E. A. Oudt van Kolhorn, werd den 7 met gunstig gevolg te Haarlem examen als onderwijzeres afgelegd. Onze kaas ln Hngeland. De Londensche correspondent van het .Handels blad" schrijft Voor eenigen tijd maakte ik melding van een proces te Coventry gevoerd, waarbij de verkooper van onzuiver bevonden Hollandsche kaas werd veroordeeld. Daarbij werd de beginselvraag evenwel niet uitgemaakt en er werd kennis gegeven, dat men in appèl zou gaan. De Nederlandsche fabrikanten zijn evenwel op dat besluit teruggekomen, de aanvrage om appèl is ingetrok ken. Dit is ten zeerste te betreuren, want öf men be seft in Nederland niet het groote belang van deze recht zaak voor onzen zuivelhandel, of er zijn invloeden aan het werk geweest, die het algemeen handelsbelang niet in de eerste plaats wenschen te behartigen. In het laatst verschenen .Maandblad tegen de ver- valachingen" schrijft de redactie .Een voor onzen export-kaashandel hoogst belangrjjk proces werd onlangs in Engeland, zooals de dagbladen reeds vermeld hebben, in het nadeel van de Hollandsche kaas beslist. .Wij hebben de uitvoerige debatten van dit rechts geding in Engelsche vakbladen nauwkeurig nagegaan en achten het van het hoogste gewicht dat onze kaas-expor teurs alle krachten inspannen, om een herhaling van de zich voorgedaan hebbende feiten te voorkomen. »De officiëele Engelsche scheikundige dr. Hill consta teerde ca. 50 pet. te weinig botervet in .Hollandsche" kaas (d.w.z. 14.65 pet. in plaats van pl.m. 30 pet), en de handelaar werd dientengevolge als een vervalscher beschouwd en gestraft. Of al beweerd werd dat .magere" kaas een onvervalecht en zeer gewild artikel was en geenszins het voornemen bestaan had om te vervalschen resp. een vervalecht artikel te verkoopen, niets mocht baten en de eer en goede naam van een Hollandschen handelaar op het gebied der zuivelindustrie met eer be kend, werden ernstig benadeeld, terwijl wederom gelegen heid gegeven werd onze nauwelijks herstelde nationale »zuivel-eer" een flinken stoot toe te brengen. .De rechter sprak by het vonnis zijn leedwezen uit, dat de beoordeeling van het al of niet vervalscht zyn van kaas afhankelijk was van het inzicht van verschil lende personen en hoopte, dat de wet hierin gelijkheid voor iedereen zou brengen. »Wjj vereenigen ons geheel met deze meening en spreken al onze overtuiging met den meesten nadruk uit, dat bij een artikel van zoo groot internationaal be lang, als onze kaas, en hetwelk zoozeer in samenstelling verschillen kan, het stellen van zeer bepaalde eischen bij den verkoop dringend noodzakelijk is, ter vermijding van processen, die niets anders dan groote schade aan onze reputatie kunnen doen. »Op verschillendecon gressen bepleitten wij reeds vroeger de groote noodzakelijkheid van internationale Codes waarin de gemiddelde samenstelling der handelswaren aangegeven zonde worden, doch al is men nog ver van dit ideaal verwijderd, is een nationale Code in ieder geval bereikbaar zooals reeds in Oostenrijk bewezen werd. Het recht blijft den verkooper dan tenminste voor behouden ter verdediging van zijn eer zich te beroepen op de Code van zijn eigen land en voorkomt hij de schande, zooals nu in Engeland geschied is, van geheel ten onrechte als vervalscher gebrandmerkt te worden." Benoeming. Benoemd tot 2en geneesheer aan het gesticht .Groot Graftel" bjj Zutphen, de heer M. H, Kluitman, thans gemeente-geneesheer te Amsterdam. Mijnheer de Redacteur. De strijd der sigarenmakers. M. de R. zou ik U beleefd plaatsing in uw blad mogen verzoeken voor onderstaande regels. 't Is naar aanleiding van het verslag der protestmeeting van de sigarenmakers op j.l. Maandagavond, waardoor ik genoodzaakt word een en ander onder de aandacht te brengen van de sigarenmakers, welke wij de laatste weken kunnen zien posten voor do werkplaatsen, woonhuizen en winkels van hunne patroons, waar sommigen jaren (een zelfs bijna 25 jaar) hebben gearbeid. Ik zelf sta geheel buiten het sigarenmakersvak, doch, waar eene vergadering als op j.l. Maandag word geleid door een niet sigarenmaker en een der sprekers evenzoo geheel buiten dat vak staat, zal niemand mij ten kwade duiden, dat ik omtrent een en ander ook mijne meening uit spreek. De eerste spreker dan, de heer Peters zegt: »om echter de patroons zoo weinig mogeljjk schade te berok kenen, heeft meu overal eerst de bevochtigde tabak ver werkt, de fabrikanten werden vooraf gewaarschuwd niet meer in te vochten. De arbeiders hadden dus ook in dat opzicht hun plicht godaan." De heer Peters beweert dus dat het plicht is bij eene staking, dat de arbeiders den patroons zoo weinig mogelijk schade veroorzaken, en vooraf moet worden gewaarschuwd wanneer het werk zal worden neergelegd; waarom worden do wetten, volgens de socia listen betiteld met den naam .Dwangwetten" dan door hen zoo afgehaald, is daarvan dan de bedoeling iets anders dan dat een bepaalden tijd vooraf kennis wordt gegeven dat zal worden gestaakt, en zouden die wetten dan niet geheel in den geest van de socialisten zijn Verder lees ik dat het rondkuieren van de sigarenmakers in 't oog der arbeiders het gevoel van eigenwaarde bij de sigarenmakers heeft verhoogd; welnu, waarom maakt men zich dan zoo warm om wederom aan den arbeid te gaan, moet dat gevoel van eigenwaarde nu door de pa troons wederom den kop worden ingedruktik geloof dat de heer de Frenne de zaak der arbeiders dan een warm hart toedraagt, want die heeft volgens den spreker een maand kuieren gewild. Waar ik verder verneem van den heer Peters, dat bij den heer Vonk een .onderkruiper" werkzaam is, die vol gens den spreker zijn vak geenzins verstaat en eerst schipper is geweest, komt bij mij de vraag op, zou het in dit geval niet zijn als bij de spoorwegstaking, toen volgens de socialisten, de machinisten en stokers dronken en ongeoefend waten, en het publiek zijn leven waagde om met .onderkruipers" op den trein op reis te gaan? Wanneer blijkt, dat als laatste redmiddel de hulp voor de stakenden is ingeroepen van Burgemeester en Wet houders, doet ons dat dan niet denkon aan hot Comité van weleer, dat alles in het wrerk stelt om het gezag te doen verdwijnen, doch als de nood aan den man komt, hulp van dat gezag wil ontvangen. Waarom vaart de heer Mendels zoo uit tegen de sigaren makerspatroons, wanneer zij niet willen toestaan dat hunne werklieden lid zijn van de sigarenmakersbond, maar waar om wilden dan de georganiseerde transport-arbeiders niet werken met de niet aangeslotenen en moest dat juist io Januari de oorzaak worden van de troebelen in ons land? Wanneer de heer Mendels zoo uitvaart, dat er nog honder den arbeiders op straat staan tengevolge van de gebeurte nissen van April, aan wien hebben die arbeiders dat dan te danken, waarom hebben de leiders van toen zoo sterk op staking aangedrongen, terwijl zij wisten dat de kans van slagen zoo zwak stond Volgens den heer Mendels zou de staking voor de Directie der spoorwegmaatschappijen een aardig voordeeltje ople veren, maar waarom dan weer zoo tegen die .Dwang wetten" uitgevaren, lijdt daardoor dan op de eerste plaats de spoorwegmaatschappij geen groot nadeel? Vergeet de heer Mendels niet, wanneer hij zegt dat de patroons toch ook wel eens een zomerreisje maken, dat de arbeiders betalen, dat er zoo menig socialistisch pro pagandist is, die geheel van het geld der arbeiders leeft en dan nog zijn talent gebruikt om die zelfde arbeiders te misleiden en broodeloos te maken Waar een strijd, als deze moet worden geleid door mannen, die den laatsten tijd zoo duidelijk blijk gaven, de arbeiders in alles zoo geheel verkeerd te hebben inge licht en hunne daden zoo geheel tegenstrijdig waren aan hunne woorden, getuige hier ter stede de handelingen van het Comité van Verweer tijdens de staking, daar moesten de arbeiders en thans op de eerste plaats de sigarenmakers tot inkeer zijn gekomen en moeten inzien, dat zij op die wijze hunne patroons niet spoedig voor zich zullen winnen. Alkmaar, 7 Mei 1903. JAN G. MESSELAAR. »De vereeniging der Alkm. Sigarenfabrikanten geeft bij deze kennis, dat tengevolge der staking hunner werk lieden thans 27 definitief ontslagen zijn. Het besluit van eenige fabrikanten om uitsluitend niet bondsleden aan het werk te nemen, is ingetrokken." Deze advertentie, onderteekend door den voorz. en se cretaris uwer vereeniging, kwam voor in »de nieuwe courant" van 7 Mei 1903. Zij is te beschouwen als een officieele mededeeling dier vereeniging aan Alkmaar's in gezetenen. In die mededeeling is iets verblijdends. Terwijl immers tengevolge van de staking der werklieden eenige fabri kanten van hun werklieden, die zy weer tot de werk plaats toelieten, hadden geëischt bedanken voor het lid maatschap van den Rond, wordt nu dat besluit ingetrok ken. Hierdoor erkennen die werkgevers, die voor zich zelf het recht van vereeniging goed en noodig achten, dat datzelfde recht den arbeiders moet worden toegekend en niet mag worden ontnomen. Maar zij doen meer. Door het intrekken van dat besluit herstellen zij iets onrecht vaardigs; zij spreken daardoor uit eerst onbillijk te heb ben gehandeld, toen zij hun werklieden wilden dwingen geen lid van den Bond te zijn. En het onrechtvaardige te herstellen en de erkenning onjuist te hebben gehan deld, strekt ieder mensch tot eer. Maar in die mededeeling schuilt ook de openbaarma king van een niet rechtvaardige handelwijze. Waarom werd op eenige der fabrieken het werk niet hervat? Dat was mede hierom, wijl door de patroons dier fabrieken den werkman het vereenigingrecht zou worden ont nomen. En toen nu de werklieden, die daar weder aan het werk mochten gaan, mede om die voorwaarde den arbeid niet weer konden beginnen, worden zij ook ont slagen. En zij blijven ontslagen, ook nu, nu door die patroons erkend wordt, dat de dwangdien zij eerst met betrekking tot het bondslidmaatschap op hun werklieden hebben willen uitoefenenonbillijk is geweest. Voelt gij het dat er in het definitief ontslag dier werklieden onrechtvaar digheid ligt? Dat zou rechtvaardig zijn geweest, wanneer gij, inziende het onrechtvaardige uwer eerste handelswijze, die werklieden had gevraagd of zij ook genegen waren het werk bij u te hervatten, nu gij hun toestond lid te blijven van den Rond. Dat hebt gij niet gedaan. Gij ontslaat hen en anderen werklieden staat gij wel toe lid te zijn van den Bond. Herstelt daarom dat onrecht, gelijk gij het eerste al hebt gedaan. Dat zal n nog meer tot eere zijn! Maar in uw mededeeling schuilt ook hardheid. Uw definitief ontslag toch staat voor de ontslagenen gelijk met hier in de stad vrjj zeker geen werk te kunnen vinden. Want wij weten dat gij alleen, die bij de ver eeniging voor sigarenfabrikanten zijt aangesloten, geen dier 27 ontslagenen ooit weder bij u in dienst zult nemen, al uwe fabrieken voor hen sluit. Gij doet zoo door uw ontslag meer dan hen enkel ontslaan. Gij bant hen uit Gij dwingt hen deze stad te verlaten; van familie kring zich los te scheuren en in den vreemde brood te zoeken wat dubbel zoo moeielijk is. Gij stoot hen uit, sommigen door uw handelwijze doe mend tot ondergang. Waarom, zoo gij ontslaan wilt, althans die bepaling van elkanders ontslagen werklieden niet in dienst te nemen, niet ingetrokken Dan blijft er in het ontslag wel hardheid, maar toch minder dan zooals het nu gegeven wordt. Of gij er toe te bewegen zyt O, ik wilde dat gij er toe kondet besluiten al de 27 ontslagenen weder bij u in dienst te nemen. Dat doende zult gjj handelen naar den eisch, van wat hooger is dan rechtvaardigheid, namelijk humaniteit en liefde. Moge mijn schrijven een goede uitwerking hebben. Uw dienstw., G. V. D. M. Alkmaar, 8 Mei 1903. Mijnheer de Redacteur Hiermede verzoek ik U beleefd plaatsing voor het navolgende In verband met het behandelde op de zoogenaamde protestmeeting, gehouden Maandag 4 Mei j.l., waarvan in uwe courant van 6 Mei j.l. het verslag is opgenomen, mag ik eenige uitlatingen van D. Peters niet onbeant woord laten. Hij toch beschuldigt mij van niets meer of minder dan van contractbreuk tegenover de afdeeling van den sigarenmakersbond te Alkmaar. Peters met goochelaarshandigheid begaafd draait hier de rollen om. De sigarenmakers zeiven, niet ik, hebben het werk neergelegd Om redenen buiten mijn bedrijf gelegenvolgens hen politieke, hebben zij zonder grieven tegen mij te hebben, hunne arbeidsovereenkomst verbroken. Zonder tijdige waarschuwing, dus ook zonder de gevochte tabak op te werken zijn zij heengegaan en al zegt Peters ookdat er voor niet meer dan één dag gevocht wordtdit is misschien het geval op de werk plaatswaar hij meesterknecht is en dus juist op de hoogte was, wanneer het werk neergelegd zou worden, doch bij mij en de overige fabrikanten bleef minstens voor 2 dagen gevochte tabak liggen. Hij kan nu wel zeggen de staking was in- 2 dagen afgeloopendoch dit argument zegt niets, zij had veel langer kunnen duren, wanneer het anarchistisch avon tuur niet zoo spoedig mislukt ware. "Waar nu het contract van hunne zijde verbroken was, achtte ook ik mij niet langer gebonden aan de gesloten overeenkomsttemeer nog waar mij gebleken isdat door mij hoogere loonen werden gegeven voor hetzelfde werk dan op andere werkplaatsen. Dat iemand als Peters deze mijne opvatting van de zaak misselijk vindt, nu dat verbaast mij in geen enkel opzicht, doch de arbiters van mijne zijde, de heeren Helling en van der Horst zijn het in deze geheel met mij eens en kan ik niet aannemen, dat de voorzitter der arbitrage commissiede heer mr. H. Boelmans ter Spill, contractbreuk onder welk motief ook, kan goedkeuren. Hoe verder de houding is der bondsleden tegenover niet-bondsledenheeft mij geleerd het heengaan van een mijner werklieden lid van den R. C. Volksbond, die, omdat hij niet langer gegriefd wilde worden in zijne godsdienstige gevoelens, bij mij zijn ontslag genomen heeft. Motiaven te over voor mijom nu en nooit meer iets te maken te willen hebben met een werklieden-veree- niging, die zich schuldig maakt aan contractbreuk en zich richt tegen maatschappelijke orde ongodsdienstige overtuiging. Onder beleefde dankzegging voor de verleende plaats ruimte, heb ik de eer te zijn met hoogachting, Uw dw. dr., A. W. VAN ZUIJDAM.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1903 | | pagina 5