Runenschrift. No. 57. Eerste blad. Honderd en vijfde jaargang. 1903. WOENSDAG 13 MEI. Sterk zijn. FEUILLETON. Buitenland. H ermiua. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag en Zaterdagavond uitgogeven. Abonnementsprijs per 8 maanden voor A l k4m a a r f O,SO franco door het rgk f 1, 3 Nummers f O,OU. Afzonderlijke nummers 3 ets. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentlën Per regel f #,lö. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N/Y. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOONVoordam C 9. Jonge mannen en dochters weet, dat ge met al uw gedraaf op rijwielen uw drukte met records en kampi oenschappen met uw voetbal en uw tennisspelmet al uw hartstocht voor sportgedoe nog weinig of niets ge wonnen hebt voor dat wezenljjk sterk zijnvoor dat kloek en manlijk zich gedragenwaarop het toch aan komt voor hen die wezenlijk mensch willen zijn. Er is een edeler wedstrijd te voeren dan die, van welken cou ranten gewagen en waarvan eereteekenen op de borst getuigen en zich oefenen in willenstaat hooger dan het zich oefenen in sportwaarvan onze tjjd het heil schijnt te verwachten. Het »een sterke geest alleen in een sterk lichaam" begint al meer en meer de steen onzer paedagogische wijsheid te worden. Bij de gratie van uw biceps, zullen uw hersenen levenin den forsch en welgevleeschden arm zal de bron uwer denkkracht, de springader van uw wilskracht ontspringen Zullen lichaamssterkten en spierenkracht voortaan meer beteekenen dan zedelijk, innerlijk sterk zijn Waar gaan wij heen Maar in een wereldwelke telkens tracht ons te maken tot haar prooi en slachtoffer en welke voortdurend een beroep doet op ons weerstands vermogen behoeven wij nog iets anders en iets meer dan lichaamssterkte. We zijn van nature niet slecht. Immerswe kannen over ons zeiven en over anderen verontwaardigd wezen. Menschen en toestanden kunnen ons vervullen met edelen toorn. Ten anderen we kun nen achten, bewonderen, in geestdrift ontgloeien.'t Goede heeft ons hart. De leugenaar wil nog zich voordoen als ware hij vol waarheidsliefde. Maar we zijn vaak zoo klein, zoo onmachtig en doen, wat wij toch eigenlijk haten. Elk oogenblik nadert ons allerlei verzoeking. Spreken wij van dit feit kwaad Neen want verzoeking veronderstelt de tegenstelling tusschen goed en slecht en ons besef er van. 't Dier, het kleine kind kent haar niet. Verzoeking is alleen dahr, waar het hooger-menscheljjke zich doet gelden. Zij is de neiging om te handelen tegen beter weten en willen in en menigeen die in enkele gevallen een held is, toont menigmaal, dat geruchtma kende heldenfeiten weinig bewijzen voor 's menschen adel, want in honderd andere gevallen is hjj volkomen mach teloos en lijdelg k. Er is vreugddie bedwelmt. Voorspoed maakt ons veelal lichtzinnig en overmoedig, terwijl teleurstellingen en tegenspoed niet zelden bitter en moedeloos stemmen. Armoe brengt haar gevaren mee, maar overdaad niet minder. Miskenning kan dooden, maar toejuiching maakt velen gelijk aan verwende kinderen. Welslagen kan hoog moedig, herhaald mislukken zwartgallig doen worden. Hoevelen werden wat zij nooit konden denken ooit te zullen worden 1 «Prjjs niemand gelukkig vóór zijn dood!" Die nu onze gestichten, onze verbeterhuizen, onze gevangenissen be volken, hebben ook eenmaal als vroolijke kinderen ge speeld op moeders schoot, aan vaders knie. Er vluchtten die nooit zoo iets van zich zeiven hadden mogelijk ge acht. Er worden met den vinger nagewezen en gebrand- E. WERNER. V ERTALING YAN 36) »'t Gaat niet!" herhaalde zjj beslist. «Wjj hebben al bij onze verloving den dag bepaald, vaders verjaardag, dien hg nu met ons trouwen wil vieren. Heel Raansdal weet dit. Wat zouden alle menschen wel zeggen, als wij zoo op eens van plan veranderden en ons huwelijk zonder eenige geldige reden verhaastten »Wat geef ik om het gebabbel van die Raansdaler boeren 1" barstte Bernhard uit. »Laat ze maar vrij praten dan hebben ze ook iets te doen in dezen achterhoek van de wereld. Wat kan 't mij schelen Waarschijnlijk vermoedde hjjzelf niet, wé,t in deze norsche woorden lag opgesloten ze verrieden duidelijk, hoe hij over zjjn omgeving dacht. Hildur was bleek ge worden, toen ze nu uiterlijk kalm hernam »Maar mijn vader en mij kan 't wél schelen. Hg is hier dominee, en 't kan hem niet onverschillig zijn, als ze de hoofden bjj elkander steken en allerlei onderstel lingen opperen evenmin als mg. Ik ben ook hier geboren en getogen »Nu ja, dat weet ik," viel hij haar ongeduldig in de rede. »Ge ontwijkt het antwoord op mijn vraag, Hildur, maar ik wii 't hebben. Ik heb nu eens dat verlangen, noem 't een luim, eigenzinnigheid of wat ge maar wilt, maar als ik je nu verzoek binnen een maand mijn vrouw te worden, als ik dit van je eisch »Dan vraag ik je waarom?" merkt met den stempel van verachting, van wie eene zooveel heerlijks werd verwacht. In een tijd van weelds en genotzuchtvan het verlangen om méér te schijnen dan men is, van aanbidding van het »gouden kalf" worde het herhaald »wie meent te staan, zie toe, dat hij niet valle Op sterk zijn van binnen, niet op lichaamskracht komt het aan Zjjt gij een man zoo weeg ook man Wees moedig, sterk en vast. Dan buigt gij noch voor menschen u, Noch voor des levens last. Alle verzoeking ontloopen al ware het mogeljjk mag niet, zou laf wezen. »Der wereld vaarwel zeggen mag evenmin." 't Zou ook niet baten, want overal nemen wij ons ik mee, en verzoeking komt niet alleen van buiten tot ons. Zjj vindt maar al te dikwerf haar bron in ons denken en gezind zjjn, in onze stemmingen, in onze ijdelheid, in onze hebzncht en zelfzucht, in onze eerzucht en heerschzucht en wraakzucht. Zoó is het, al werpen wij gaarne de schuld op anderen, op omstandig heden. Wij zijn voor een groot deel de makers van ons eigen leven. De omstandigheden vormen den mensch. Er is maar éen ernstige raad te geven en hij luidtwees sterk, beheersch u, oefen u in wilskracht. Zoek niet willens en wetens verzoeking op. Vermjjd plaatsen waar zij tot u komen moet, ruk u los van men schen en kringen, die verderfelijken, verzwakkonden in vloed op u oefenen. »Kwade samensprekingen bederven goede zeden." Wane niemand zich ergens volkomen veilig. Als een slang sluipt verraderlijk en sluw en slim de verleiding, azend op haar prooi. Arbeid, zoodat de geest immer werkzaam is, want «ledigheid is des duivels oor kussen." Zoek den omgang met zedelijk hoogstaanden, 't zij levenden of dooden, want het verkeeren met hen, die beter zijn dan wjj, heeft altijd een bezielenden invloed wij worden deelgenooten van hun kracht. Evenals onze lichamen de werking ondervinden van hBt voedsel, dat wij gebruiken, zoo wordt in onze ziel, hetzij de deugd, hetzij de ondeugd, versterkt door het voorbeeld van bra ven of Biechten. Oefen u in zelf-kennis, opdat ge weet, welke uwe zwakke zijden zijn. Kweek aan den eeibied voor u zeiven. Wie zich zeiven acht, wordt achtenswaar dig, maar wie zich zeiven veracht, wordt verachteljjk. En zoo gij zelf ervaren hebt, hoeveel van een mensch ge- eischt wordt om tegenover alles en allen manlijk en fier zich te gedrageD, dat wij dan anderen niet in verzoeking brengenOch, hoe vaak heeft een enkel woord, heeft een gebaar, een glimlach, een schouderophalen, een enkel voorbeeld veler zedelijke kracht op te zwaren proef ge steld Er wordt gespot met hooge beginselen, maar als wij wel eens te geringen eerbied daarvoor toonen Er wordt geklaagd over drankmisbruik maar als wij geen gelegenheid laten voorbijgaan zonder iets te ge bruiken Er wordt gejammerd over zedeloosheid, maar als wij dubbelzinnige taal uiten of haar dulden in onze kamer? Zoudt gij niet meenen, dat vele lectuur de ver- 't Was zoo'n eenvoudige, zoo'n natunrljjke vraag, maar Bernhard scheen haar niet te kunnen verduren zijn lang bedwongen drift liet zich nu niet langer beteugelen. Op gebiedende toon barstte hij uit «Omdat ik 't wil! Hoort ge 't, Hildur, ik wil't!" Zij zag hem met haar ernstige blauwe oogen verwijtend aan maar nu hief zjj het hoofd op en koel en vastbe raden klonk 't van haar lippen «En ik wil 't niet! Nu weet ge mijn antwoord!" Bernhard trad onwillekeurig een stap achteruit. Was dat nog zijn stille, meegaande verloofde, die geheel opging in haar huiselijke plichten, die altijd in alles toestemde wat hij wenschte of eischte? Hildur zou natuurlijk de eerste plaats in zijn huis innemen n& hem En nu op eens wilde ze haar eigen zin zoo beslist doordrijven, tegen den zijnen in wat moest dat beteekenen «Gjj zijt dus bang voor die praatjes zeide hij met spottende minachting. «Ik had je voor trotscher aangezien. Ik ken dat volk het recht niet toe om mijn doen en laten te beoordeelen." «Spreek niet zoo minachtend van dat volk riep zij, nu ook in vuur gerakende. «Gjj zijt opgegroeid onder die «Raansdaler boeren" en hebt 't zelf verkozen in dezen «achterhoek" te wonen." «Maar ik heb nooit met hen omgegaan als mjjn ge lijken. Met Harald ging ik om en die heeft nooit tot hen behoord, evenmin als ikzelf." «Maar die wil wel tot hen behooren en is daarop zelfs trotsch. Juist Harald verwgt je, dat ge je nog altijd een heer voelt en je nu niet meer kunt ontrukken aan een verleden, waarmee je vader eens voor goed heeft gebroken. Ik vrees, dat hij gelijk heeft met zijn waarschuwing." 't Kostte Bernhard moeite om bedaard te blijven. «En dus heeft Harald je gewaarschuwd Voor mg gewaarschuwd En heeft mijn verloofde die waarschuwing aangenomen Hildur zweeg. Zij kon hem toch niet zeggen, wat do aanleiding tot dit gesprek en die waarschuwing was ge weest. Hij mocht niets vermoeden van Thorvik's beken tenis, als 't tusschen hen niet tot een vredebreak zou beelding verontreinigt en de hartstochten prikkelt Dat advertentiön van zeker soort onheil stichten Dat de uit voerige beschrijving van misdaden en afdwalingen niet velen op een hellend vlak brengt Dat menigeen het slachtoffer wordt van de aantrekkelijke voorspellingen en beloften van dusgenaamde volksleiders, die inderdaad lij den brengen? Daar zyn «prentbriefkaarten", die geen boekhandelaar in zijn winkel dulden moest. Waarschuwen wij genoeg voor dreigende gevaren Houden wij terug Maken wij niet velen zwak door wantrouwens jegens hen te koesteren Wie vertrouwen ondervindt, zal er een eer in stellen zich dit waardig te maken. Kweek zelf- achtingToont te gelooven in anderer willen en kunnen en ge maakt sterk. Open oogen voor 't kwaad Geen struisvogelpolitiek. Niet de «onschuldige onwetendheid", maar de onschuld, welke weet dat gevaren niet denkbeeldig zijn en welke daartegen vau jongsaf heeft gestreden, geeft kracht. Er is een weten, dat staat verre, verre boven dusgenaamd niet weten en half-weten, al kan men niet ontkennen, dat tegenover te groote preutschheid en te veel verzwij gen vroeger, nu weer een ander uiterste kwaad zal stich ten het te veel van alles lezen en hooren bespreken. Hel wordt in onze dagen niemand gemakkelijk gemaakt om 's harten reinheid ongerept te bewaren. Onbeschaamd en onbedekt treedt het onreine op. Aan ons om sterk te wezen. Hoe moeilijker de strijd, te eervoller de overwinning. J. F. T. A. CHINA. De Russische militaire bezetting van Nioets- sjwang is slechts tijdelijk geweest. De Russen trokken we der terug. Uit Washington is dien tengevolge een telegram ontvangen meldende dat de Staatssecretaris Hay een ge meenschappelijke actie tegenover Rusland.'s optreden in Mandsjoerjje onnoodig acht en verklaart dat voor het oogenblik de Vereenigde Staten een afwachtende houding zullen aannemen. RUITSCHI«AND. Do Pruisische Minister van Oor log, generaal von Gossler is afgetreden. Hij heeft zich niet kunnen vereenigen met de door het militaire kabi net voorgestelde verhooging van de legersterkte in vredestijd. Keizer Wilhelm zal dezer dagen met de Keizerin naar Metz gaan om de inwijding van het nieuwe voorportaal der kathedraal bij te wonen. Volgens de Petit-Bleu heeft de Keizer als model gediend voor het standbeeld des profeets Daniels, dat geplaatst wordt aan den voorgevel dier kathedraal. RCSEAND. De Russische regeering heeft den direc teur van het departement van politio naar Kishineff ge zonden om een onderzoek in te stellen naar de daar plaats gehad hebbende Jodenvervolgingen. De Joodsche gemeente aldaar hoeft hem een uitvoerig memorandum van het gebeurde overhandigd, waarin o.a. wordt medegedeeld, dat vlugschriften waren verspreid, waarin werd gezegd, dat de Csaar verlof had gegeven de Joden aan te vallen. komen. Zij zag immers hoe zelfs dat verwijt hem al kwetste, want hjj stampte zacht, maar toornig op den vloer. «Dat's weer het oude liedje van HaraldIn vroeger tijden heeft, hg 't mjj dikwijls genoeg voorgezongen, en nu wil hij jou ook ophitsen, zoodat gij ook mij daarmee aan boord komt. Maar ik zeg je dan, Hildur, dat ver draag ik niet langer. Op welken voet ik met mijn geboor tegrond en met mjjn familie stadat's mjjn zaak alleen dat gaat niemand aan, daarvan behoef ik niemand reken schap te geven." «Ook niet je aanstaande vrouw vroeg Hildurhem onverschrokken aanziende. «Neen Ge stemt er dus niet in toe om ons huweljjk te vervroegen «Neen Dit neen klonk even hard en norsch als het zjjne. Zóo bleven zjj een paar seconden oog in oog tegen over elkander staan. Nu zeide Bernhard koel «Nu, dan blijft 't bjj het oude. Neem niet kwalijk, dat ik je met mjjn verzoek lastig ben gevallen." Hjj keerde naar het venster terug, alsof de zaak hiermee was afgedaan; maar ze was 'tniet voorden man, die daar zoo ontstemd in den helderen zonneschjjn staarde. In dat huweljjk had hjj de wijk willen nemen, de wijk voor iets, dat hjj niet aan zichzelf wilde bekennen, waar van hjj slechts voelde, dat 't met huiveringwekkende kracht steeds meer en meer bezit nam van hem en zijn geheele persoonlijkheid. Hjj vreesde den tijd, als Koen niet meer bjj hem zou wezen, vreesde het alleenzjjn met zijn gedachten en droomen ze kwelden hem nu al erg genoeg Doch dit zou, dit moest beter worden, als Hildur maar eerst in zijn huis was en op en neer met hem ging. Dan stond de plicht als een bolwerk tusschen hem en al die onzinnige muizenissen, dan zou de nabij heid van zijn vrouw hem elk uur herinneren, dat hjj haar zijn woord en trouw had verpand. Hildur had met geen enkel woord geantwoord en wilde nu zwijgend het vertrek verlaten. Daar zag ze het aanga- zicht van haar verloofde hoewel hjj half afgewend stond, zag zij, hoe 't was verwrongen van inwendige smart en

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1903 | | pagina 1