No. 66. Eerste blad.
Honderd en vijfde jaargang,
1903.
VRIJDAG
5 JUNI.
Zitting van den Gemeenteraad
op Woensdag 3 Jnni 1903
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Olnsda g-, Donderdag-
en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het
ge'heele rjjk f 1,
3 Nummers f 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Telefoonnummer 3.
Prys der gewone advertentlën
Per regel f 0,13. Groote jjletters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N/V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
VAST AliHfflAAR,
's namiddags 1 uur.
Voorzitter de heer J. de Wit Dz., 1°. Burgemeester.
Secretaris: de heer C. D. Donath.
Tegenwoordig 13 leden. Afwezig met kennisgeving de
heeren Bosman, Moens en de Sonnaville.
1 Vacature.
De notulen der vorige vergadering worden gelezen
en goedgekeurd.
1. Mededeellngen en Ingekomen 9tukken.
De Voorzitter deelt medele dat verschenen is
het verslag van den toestand der gemeente over 1902
dat bereids aan de leden van den raad is toegezonden.
2e. Dat zijn Ingekomen:
a. Berichtdat aan den Burgemeester voor den tijd
van 4 weken een buitenlandsch verlof is verleend.
Voor kennisgeving aangenomen.
b. Verzoek van J. Ris, stadskorendrager om verhoo
ging van loon.
Gesteld in handen van B. en W. om bericht en raad.
c. Brief van dankbetuiging van den heer C. B. Krnik,
voor zijn benoeming tot onderwijzer aan de Burgerschool.
d. Idem van mej. Boelens voor hare benoeming tot
onderwijzeres aan de Meisjesschool.
e. Alsvoren van de stadswerklieden Brun3 en Klugt
voor de verhooging van hun weekloon.
c—e voor kennisgeving aangenomen.
Brief van Ged. Staten ten geleide van het goedge
keurde primitief kohier van den hoofdelijken omslag, dienst
1903 en het snppletoire kohier der straatbelasting, dienst
1902.
Alsvoren.
g. Verzoek van J. C. Theissling c.s., bewoners van het
oostelijk gedeelte der Langestraat, om de kleine kaas- en
eierenmarkt op Zaterdag te verplaatsen.
De Voorzitter Btelt voor dit verzoek in handen
te stellen van B. en W. om bericht en raad.
De heer Kraakman zon het beter vinden het in
handen van het college te stellen ter afdoening. Dat de
plaats voor die markt uitgebreid wordt is noodig, pn
mogelijk is het zeer wel, dat het gedeelte van de Lan
gestraat, daarvoor gebraikt, naar het Westen wordt ver
lengd. Als B. en W. dat doen, acht hij de verbetering
reeds voldoende en znlks zon reeds aanstaanden Zaterdag
kunnen geschieden; daarom zon hij gaarne de zaak geheel
aan B. en W. willen overlaten, tenzij zij andere plannen
hebben.
De Voorzitter deelt mede, dat B. en W., althans
wat de eierenmarkt betreft, het denkbeeld koesteren, die
markt te verplaatsen. Een dergelijk voorstel is naar de
Kamer van Koophandel gezonden om advies.
De heer Kraakman meent, dat deze mededeeling
de zaak wel wat verandert. Reeds vroeger heeft hjj er op
gewezen, dat de eierenhandel zich hier ter stede uit
breidt, gaarne zal hij de nadere voorstallen van B. en W
afwachten. Daarna wordt overeenkomstig het voorstel
van den voorzitter besloten.
h. Verzoek van den heer L. M. de Fonw en andere
belanghebbenden bjj de scheepvaart in zake het tarief
voor de bruggelden. Adressanten vragen den raad terug
te willen komen op het genomen besluit en de heffing
van bruggelden geheel af te schaöen c.q. het bestaande
tarief niet te verhoogen.
De Voorzitter stelt voor, om te berichten, dat nu
de heffing van bruggelden pas is vastgesteld, aan het
verzoek niet kan worden voldaan.
De heer Cohen Stuart herinnert er aan dat in de
vorige zitting, waarin de zaak behandeld werd, na uitvoerige
discussie een voorstel van den heer Bosman tot verlaging
van het tarief werd verworpen. Ook hij heett daartegen
gestemd, uit overweging, dat hij met den heer Boelmans
ter Spill van oordeel was, dat tot een verlaging eerst
na rjjpelijke overweging en overleg met den havenmeester
zou kunnen worden overgegaan. Na aan adressanten te
berichten, dat men niet op het besluit kan terugkomen,
gaat hem te ver. Ook van andere zijden heeft spreker
grieven gehoord. Hij acht het daarom beter, dat een
onderzoek naar de juistheid daarvan wordt ingesteld; de
mogelijkheid van een wijziging in het tarief mag niet
worden uitgesloten.
De heer Glinderman acht het wenschelijk dit
adres in handen te stellen van de Kamer van Koophan
del en gelooft ook dat het tarief wel wat hoog is.
De heer Boelmans ter Spill (weth.) vindt het
niet gewenscht, thans weer terug te komen op de discussie
van den vorigen keer en op het toen genomen besluit.
De verordening is nog niet eens in werking, laat men
afwachten of later mogelijkheid en wenschelijkheid be
staat om aan geuite grieven tegemoet te komen. Hij
ondersteunt het voorste) van den Voorzitter.
De heer Glinderman zegt, dat het niet zijn be
doeling is thans op het genomen besluit terug te komen
doch het adres om advies te zenden naar de Kamer van
Koophandel.
De heer Cohen Stuart is het met den heer Boel
mans ter Spill eens, dat het thans niet wenschelijk; is
op het genomen besluit terug te komen, en in 't algemeen
is zulks niet wenschelijk, maar waar zich voordoen nieuwe
beschouwingen, nieuwe argumenten, dan kan die wensche
lijkheid, wel daar zijn. Met een enkel woord herinnert
spr. er aan, dat ook de heer Boelmans ter Spill in zoo'n
geval, ook al was een besluit met bijna algeene stemmen
genomen, wel een terugkomen daarop niet zoo dwaas
vond. Hier vraagt hij nn niet dat te doen, maar te ant
woorden, dat men bereid is na te gaan in hoeverre
mogelijk is aan het verzoek te voldoen.
De Voorzitter herinnert er aan, dat het tarief is
vastgesteld in vergelijking met dat van andere gemeenten
en dan is dat van Alkmaar van de laagste. B. en W.
willen echter gaarne in de toepassing zien, of het wer
kelijk nog te hoog is en zullen dan zeker bij herziening
het verzoek in aanmerking nemen.
De heer Kraakman heeft in de vorige zitting
gestemd tegen het amendement Bosman, uit overweging
dat daardoor een verlaging tot 2Vs ct. ontstond. Dat
was das beneden het bestaande cyfer. Hejn ontbrak ver
der de noodige voorlichting omtrent de tonnemaat der
schepen, die onze grachten binnenvaren. Nu hij echter
weet, dat die schepen allicht 45, 60 tot 75 ton inhouden,
acht hij daarvoor een bruggegeld van 15 ct. wel wat be
zwarend. Daarom zou ook spreker het adres niet terzijde
willen leggen en zou hij er zeer goed in mee kannen
gaan, dat het gesteld werd in handen van de Kamer
van Koophandel.
Op een vraag van den Voorzitter of de heer
Kraakman dat voorstel zon willen doen, antwoordt
deze dat hjj meent, dat een der andere leden daartoe
zeker is bereid.
De heer Glinderman doet daarna bet voorstel,
dat ondersteund wordt door den heer de Groot en over
eenkomstig hetwelk zonder hoofdelijke stemming wordt
beslotenhot adres zal dus gezonden worden naar de
Kamer van Koophandel.
Brief vad Ged. Staten ter goedkeuring van de ver
ordening tot wijziging der verordening regelende het
lager onderwijs.
Idem ter goedkeuring van 't raadsbesluit d.d.6Mei
toe" onderhandsehe verhuring van gemeente-eigendommen.
k. Idem ter goedkeuring van de jaarwedde van den
heer van der Hof, leeraar aan de Burgeravondschool.
i—k voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter wil thans aan de orde stellen punt 2
der agenda, doch vooraf vraagt de heer Kraakman, die
gezien heeft in de Alkmaarsche Courant, dat gevolg is
gegeven aan het raadsbesluit in betrekking tot den heer
Hoek, of daarvan geen mededeeling dient te worden gedaan.
De Voorzitter antwoordt, dat hij het voornemen
had dit te doen aan het eind der vergadering, waarmede
de heer Kraakman genoegen neemt.
Men gaat daarna over tot behandeling van
2. Voorstel van een 4-tal raadsleden, In
verband met het onderhanden ztjudc publieke
werk aan het Verdronkenoord en de Kraan
buurt.
Voorlezing wordt gedaan van 2 adressen van bewoners
van omliggende perceelen, dezer dagen ingekomen in ver
band met de uitbreiding van het werk, tengevolge van
den toestand van de fondeering van den walmuur.
In het eerste adres, onderteekend door bjjna alle om
wonenden, wordt gevraagd de kleine Steenenbrng voort
te zetten wat het middendeel aangaat in de richting van
de Kraanbuurt, met een bocht naar de groote Steenenbrng,
vorksgewijs aansluitende op beide pijpen van deze of op
den Westelijken pijp alleen.
De groentemarkt zou daardoor ter plaatse vervallen,
wat naar do meening der adressanten een voordeel zon
zijn. Deze markt zou geschikt kunnen worden verplaatst
naar het Kanaal, nabij de bergplaatsen van den heer
Visser.
De voorgestelde overbrugging zou een marktplein doen
ontstaan, geschikt voor do kleine kaas- en eierenmarkt,
terwijl door een fontein of monumentale pomp of andere
middelen ter versiering, dit stadsgedeelte zeker aan schoon
heid zon winnen, als ook eenmaal de vischmarkt daar
kon verdwijnen.
In een tweede adres, onderteekend door den heer Kluit
man en 3 anderen, die zeggen te spreken in overeen
stemming met de onderteekenaars van het eorste, wordt
verzocht, indien de geheele overbrugging een te omvang
rijk werk mocht worden geacht, den walmuur zoodanig
te maken, dat de gewenschte overkapping later neg kon
worden aangebracht. Verder is naar aanleiding van deze
zaak gevraagd een spoedeischende vergadering te beloggen
door 4 leden van den raad nl. de heeren Vonk, Uiten-
bosch, Kool en Wicherink.
De Voorzitter geeft thans allereerst het woord
aan den heer Vonk. Deze zegt ongeveer het volgende.
Toen de commissie van bijstand op 25 Mei om advies
werd. gevraagd of de walmnur tot zoover die was afge
broken, kon blijven staan, was zij eenparig er van over
tuigd dat dit onmogelijk was. Naar aanleiding hiervan
meende de commissie, ook in verband met de ingekomen
requesten, dat er aanleiding kon zijn om de verureeding
door haar vroeger voorgesteld, nog eens nader te overwegen
Vandaar het verzoek der 4 leden om een spoedeischende
vergadering.
Technische bezwaren tegen de verbreeding van den
walkant bestaan er niet en wat de bewering betreft, dat
die verbreeding niet noodzakelijk is daar het Verdron
kenoord toch later weer smal wordt, men verliest hierbij
uit het oog dat bij de kleine Steenenbrng verschillende
wegen samenkomen, waarom het dus niet noodig is, dat
het verdere gedeelte even breed is. De quaestie der
waterverversching acht spr. ook van weinig belang. Het
is gebleken dat alleen de middelste boog bij beide
Steenenbruggen daarvoor de noodige diepte heeftde
andere bogen zijn verzand en kunnen niet op diepte
worden gehouden, 't Zal dus niet schaden als een pijp
wordt dichtgemaakt. Er blijven das in hoofdzaak over de
aesthetische bezwaren die naar spr. meentwel wat te
breed zijn uitgemeten. Aangenomendat het door de
commissie voorgestelde plan da omgeving niet mooier
zou maken dan doet dat naar hij meent weinig tot de
zaak af. Wie 't voor zich niet mooi vindt, ga dan om
wat fraais te zien een anderen kant uit. Waar de
omwonenden van den bestaanden toestand niets dan
ongerief ondervinden, daar moet men vau de aesthetische
bezwaren maar wat opofferen. Deze overwegingen zijn
het die de commissie er toe hebben geleid om alsnog haar
primitief voorstel; verbreeding, zoodat éen pijp der kleine
Steenenbrng vervaltin overweging te geven.
De heer Glinderman vraagt, of bekend is wat de
financieele gevolgen van een en ander zijn.
De Voorzitter deelt daarop mede, naar aanleiding
van een desbotreffend rapport van den gemeente-architect,
dat thans het werk, zooals het gemaakt moet worden,
met vernieuwing van den geheelen walmuur f 980 meer
zal kosten, dan de oorspronkelijke aannemingssom. Bij
wijziging van het plan in overeenstemming met het voor
stel der raadsleden, zal het volgens opgaaf van den aannemer
f 2223,90 meer kosten, volgens den architect f 1923, ter
wijl, indien de nieuwe walmuur later moet dienen als
pijler voor de overbrugging, die 1 M. dieper gebracht
moet worden, volgens den heer Looman en dan nog f 1000
meer zal vorderen. De aannemer heeft verklaard voor
f 3000 meer de verandering van het werk op den bepaalden
tijd tot stand te brengen.
De heer B o e 1 m a n ter S p i 11, een en ander samen
vattende, meent dus, dat de vraag gaat over 3 cijfers.
In de le plaats f 980, een bedrag dat meer noodig is, ten
gevolge van het geheel wegbreken van den walmnur,
2e f 3000 meer bii verplaatsing van den muur volgens
het voorstel der 4 heeren en f 4000 meer als de nieuwe
muur moet dienen als pijler.
De Voorzitter voegt er nog bij dat naar het oor
deel van den architect, de overbrugging f 5000 meer zou
kosten dan demping.
De heer Van den Bosch merkt op, dat bij dem
ping het water in de Mient en het Verdronkenoord dood
zon loopen, wat hem minder wenschelijk voorkomt.
De heer U i t e n b o s c h is het niet eens met den archi
tect, dat het noodig is den walmnnr als pijler een meter
dieper te maken. Ook meent hij dat het verschil van
f 3000 door den aannemer opgegeven wel wat hoog is.
De Voorzitter is dat met den vorigen spreker
eens. Het is ook de aandacht van B. en W. niet ont
snapt, dat volgens berekening met de rioleering van de
Huigbrouwersteeg, die noodig is gebleken, het werk zou
komen op f 6139, terwijl de aannemer noemt f 7000.
Die f 800 meer kan men niet vinden.
De heer de Groot zegt steeds hoog te hebben ge-
loopen met het voorstel der commissie van bijstand, dat
volgens hem thans nog meer raison heeft in verband met
het^ adres der omwonenden en de verandering, die de
uitvoering van het werk thans eischt. In overeenstem
ming met hetgeen de heer Vonk heeft gezegd, acht hij
de beide uiterste pijpen van de steenenbrng voor door
vaart geheel ongeschikt, ook al werden ze aitgediept.
Ze zijn door de fondeering van da brug beneden te nauw.
Wat de rekening betreft, heeft hij tegen het nieuwe
bedrag van f 7000 geen bezwaar, daar men een verbete
ring van den toestand verkrijgt, die zeker voor de toe
komst van groot belang zal zijn. Alszooals hij zich
voorstelt, later daar meer zal gebeuren, dan zal men daar
een ruimte krijgen, die in verband met het marktwezen
noodig zal blijken. Op andere plaatsen geeft men soms
duizenden uit om een huis te onteigenen, hier krijgt
men de rnimte goedkooper. Aannemende, dat het door
de commissie voorgestelde een beginsel is van verdere
plannen, acht hij de berekening van den architect wel
juist, de muren moeten dan dieper worden gelegd. Wat
de niet te vinden gelden, het bedoelde bedrag van f 800,
betreft, als aannemer weet hij, dat men niet geheel zon
der oenige vergoeding een wijziging kan laten brengen
in het aangenomen werk.
De heer Glinderman er op wijzende, dat het ver
zoek der bewoneis tweeledig is en ook omvat verplaatsing
der groentenmarkt, vraagt hoe B. en W. over de zaak
denken.
De Voorzitter antwoordt, dat B. en W. geen
bepaalde meening in dat opzicht zijn toegedaan.
De heer Kraakman vraagt, of het mogelijk zou
zijn, dat het heele werk volgens het nieuwe plan vóór
1 Juli ook klaar zou kunnen. Hij doet die vraag met
het oog op het gevaar voor do gezondheid, indien langen
tijd een zoo groote oppervlakte met allerlei vnil, ontdaan
van het water, blijft liggen. Indien de medici bem niet
uitdrukkelijk verklaren dat dat geen gevaar oplevert, dan
moet hij daartegen bezwaar maken. Verder zon hij van