B. en W. willen weten of ze mogelijk een voorwaardelijk
contract hebben gesloten met den aannemer in verband
met mogelijke wijziging van het werk. Deze voorlichting
wenscht hij vooral betreffende de oplevering van het werk
in verband met het gevaar voor de gezondheid, waarom
hij ook de boete van f 10 per dag bij te late oplevering
in dit speciale geval niet hoog acht.
De heer Wicherink stemt toe, dat het in het
belang der volksgezondheid is, als een modderige opper
vlakte als daar geen dag langer dan strict noodig is,
onbedekt blijft. Hij is van meening, dat alleen het gevolg
kan zijn, dat er in den omtrek meer malariagevallen
knnnen voorkomen, doch acht die mogelijk meerdere
ziektegevallen niet zoo overwegenddat daardoor van
het plan zon moeten worden afgezien. Tevens wjjst hij
er op, dat een der onderteekenaars van het adres een
medicns is. Evenwel, spoed is gewenscht en daarom zon
hij de boete desnoods willen verhoogen.
De heer Cohen S t n a r tin afwijking van den
heer Vonk die het genot heeft van woning te verwis
selen in het schoone jaargetij, en gemakkelijk kan zeggen
wie het niet mooi vindt zoeke het schoone maar
elders'', zegt dat bij hem wel gelden de aesthetische be
zwaren, maar dat bij daarnaast van meening is, dat het
tegenwoordige geslacht niet mag lijden onder de over
blijfselen der kunstvoortbrengselen onzer voorondersis
het noodig dan moet men zich die opoffering van het
schoone getroosten.
Die noodzakelijkheid om dit hier te doen, blijkt spreker
niet ten volie te gevoelen. Wordt het plan uitgevoerd,
zooals is aargenomen, dan zijn de 4 of 5 omwonenden,
die werkelijk eenigen hinder ondervinden bij den tegen-
woordigen toestand, geholpen. Een verbreeding van het
Yerdronkenoord tot de kleine Steenenbrng acht hij niet
noodig. Het te smalle gedeelte, dat men er houdt, zal
ongeveer 35 40 M. zijn. Waar nu in het request ge
wezen wordt op de moeilijkheid voor het verkeer, daar
vindt hij die moeilijkheid zoo groot niet. Op de Steenen
brng kan men even wachten. Is het noodig, vraagt hij,
alleen voor dat verkeer een der mooiste plekjes op te
offeren en een zoo belangrijke uitgaaf te doen
Nog wijst hij er op, hoe adressanten de bakens hebben
verzet. In het eerste adres, dat nu is ingediend, is men
tegen het houden van de groentemarkt daar ter plaatse,
terwijl vroeger juist de verbreeding werd gevraagd
met het oog op de groentemarkt. Verplaatst men dus die
markt, dan vervalt het geheele motief voor verbreeding.
Nu wordt er gewezen op het belang van overkapping voor
de toekomstspreker acht het bedenkelijk om daartoe
thans te besluiten, nu dat punt nog zoo weinig besproken
en overwogen is, al zou hij voor zich noch tegen demping
noch tegen overkapping bezwaar maken. Het plan, zooals
het in het eerste adres is aangegeven, acht hij echter
moeilijk uitvoerbaarbij de vorksgewijze splitsing der
pijpen, vreest bij voor ophooping van vuil, terwijl het
zal blijken dat ook de fondamenten der bogen van de
Steenenbrng wel mogen worden herzien.
Ten slotte acht hij bet bedenkelijk de wijze, waarop
deze zaak thans in den raad is gekomen. De vorige maal
hebben de heeren üitenbosch, Vonk en de Groot zich
bniten stemming gehouden, daar ze als leden der com
missie van bijstand hun zin niet hadden gekregen. Thans
tracht men langs een omweg den raad tot een andere
meening te brengen en vraagt daarvoor een spoedeischen-
de vergadering, waar men zich door afwezigheid van
enkele leden misschien sterkor denkt te gevoelen.
De heer de Groot antwoordt den heer Kraakman,
dat het werk wel op tijd klaar kan, en dat bljjkecs hij
van den voorzitter heeft vernomen, de aannemer bij even-
tueele wijziging van het werk op zich wil nemen toch
1 Juli klaar te zijn. Volgens sprekers ondervinding kan
dat, zoo niet geheel, dan toch zeker in zooverre dat de
doorloop van het water weer in orde is.
Verder wijst hij er op, dat niet het adres is geweest
de aanleiding tot deze vergadering, maar de raad is alleen
bijeengeroepen, opdat de aannemer zal weten wat er nu
verder gebeuren moet.
De commissie van bijstand heeft zich de vorige maal
bniten stemming gehouden, omdat de raad niet naar het
advies der commissie h'eft geluisterd, dat men dat niet
prettig vindt is natuurlijk, als men als deskundigen den
raad van voorlichting dient. Wat het schoonheidsgevoel
betreft, spr. heeft misschien geen oud Alkmaarsch schoon
heidsgevoel, maar zijn renkorganen zijn goed, en gelooft
niet dat schoonheid goed gepaard kan gaan met stank.
Afgescheiden van alle andere toekomstplannen zon hij
zelfs daarom blgven aandringen op aanneming van het
voorstel.
De heer üitenbosch herinnert er aan, dat in een
vorige vergadering niet is gestemd over het voorstel der
commissie, doch over een paar lijntjes door den heer
Bosman op de kaart getrokken. De heer Cohen Stuart
beroept zich thans weer op den heer Bosman, doch spr.
gelooft, dat deze, die niet was een tegenstander maar
een groot voorstander van het plan der commissie, thans
anders zou oordeelen. Hij is ook van meening, dat de
raad ook zooveel mogelijk gehoor moet geven aan de
wenschen van ingezetenen, die niet onbelangrjjk in de
belastingen bijdragen.
De heer van den Bosch verklaartevenals in de
zitting van Januaridat indien geen andere regeling
noodig ishij het schoone wel wil opofferen voor het
practische. Dat beginsel beeft ook voorgezeten bij alle
leden van den Raad. Het is hem niet mogen gelukken
de argumenten die destijds gegolden hebben anders in
te zien en waar hij geen aanleiding heeft gevonden om
te geloovendat een dempingsplan waarvoor hij het
schoone desnoods zou willen opofferenspoedig is te
verwachten, vindt hij geen motieven om zijn stem anders
nit te brengen dan vroeger. Den heer Yonk merkt hij
nog op dat hjj zijn schoonheidsgevoel niet heeft laten
spreken nit egoïsme maar in het belang der gemeente.
De heer Cohen Stnart zegt, dat waar de heer
de Groot de heele toekomstplannen zelfa overboord gooit,
deze hem sterkt in de meening dat het de commissie
is te doen om op deze wijze haar vroeger plan door te
voeren. Dezelfde bezwaren blijven tegen dat plan voor
hem geldenterwijl hij den heer de Groot zon willen
vragen of een smaller water den stank minder zou maken.
Hij meent verder, dat de heer Bosman, wiens voorstol
de vorige maal is aangenomen zeer zeker niet daarop
zou willen terugkomen en antwoordt ju het naar hij
zegtwelsprekend betoog van den heer üitenbosch over
de belastingbetalende burgers, dat de Raad er naar stre'
ven moetwaar het kan voor iederook voor niet-
belastingschuldigen, de positie aangenamer te maken. Hij
wil daar niet verder op ingaan maar gelooft toch wel,
dat indien men overging tot de plannen in het adres
aangegeven, de perceelen der omwonenden ook belangrijk
in waarde zouden stijgen.
De heer Vonk wijst er opdat niet tegen het
genomen raadsbesluit zou zijn geageerdals er geen
nieuw gezichtspunt was geopend, omdat de muur geheel
moet worden afgebroken. De toekomstmuziek is niet van
de commissiedie primitief de muur niet zoo zwaar
wilde maken, dat hij later bij overkapping geen wijziging
behoefde te ondergaan.
De heer de Groot merkt nog op, dat bij demping,
waar de heeren Cohen Stuart en van den Bosch zich
waarschijnlijk niet tegen zouden verklarendeze uitgaaf
toch Jniet vergeefs zou zijn. Hg herhaalt, dat de
verkeerswegen daar ter plaatse onhoudbaar zullen blijken
en dringt alsnog aan op aanneming van het voorstel.
De Voorzitter antwoordt den heer Kraakman
dat een voorloopig contract met den aannemer niet is
gemaakter zijn alleen besprekingen gehouden met den
architect en den aannemer. Hij meent verder dat men
nog lang over deze zaak zou kunnen doorpraten maar
acht het wenschelijker tot een resultaat te komen
waarom hij de vraag zou willen stellen zal men al of
niet op het eenmaal genomen raadsbesluit terug komen
Zoo ja, dan kunnen de andere punten nog nader worden
besproken en kan worden uitgemaakt in hoeverre men
aan den wensch van adressanten wil voldoen.
De heer Glinderman verklaart niet tot verplaat
sing der groentemarkt te willen medewerken.
De heer Kraakman zegt te aarzelen het voorstel
der commissie te aanvaarden, te meer nn het niet door
B. en W. wordt gedaan. Waar dat zoo is, kan hij vrijer
zjjn meening zeggen. Nagaande de gevolgen dezer dis
cussie, komt hij tot de conclasie, dat de medicns zich
over de gevolgen voor de gezondheid bij langer onbedekt
blijven van den bodem niet bepaald heeft uitgesproken.
Verder constateert hij, dat men hier spreekt over een
plan, zonder eenige behoorlijke toelichting, zonder teeke-
ning, wat tegen alle gewoonten is, een dergeljjk werk
kan men niet op die wijze voteeren.
Het request zegt men is door velen geteekend, maar
men vergeet, dat zij toekenden, vooral met het oog op
gehoele demping of overbrugging, en dat willen de heeren
hun toch niet geven Hij laat zich niet leiden door de
meening van anderen, had men de zaak ernstig knnnen
onderzoeken dit voorjaar, .dan was het iets anders. Niet
als de medicus in den raad kan hij zich zoo voetstoots
voor de zaak verklaren.
Waarvoor is de verplaatsing van den muur twee meter
naar het noorden noodig? Voor het verkeer met karren
De politie is daar om dat geregeld te doen plaats hebben.
Voor de groentemarkt is zooveel ruimte niet noodig, 't
eenige zou zijn, dat rijtuigen elkaar beter zullen kunnen
passeeren, maar is dat zoo belangrijk, dat men daarvoor
een eenmaal genomen besluit moet wijzigen en zich moet
overgeven aan esn aannemer, die ons in zijn macht heeft,
't Komt hem voor dat een dergelijk besluit niet gerecht
vaardigd zou zijn. Dat het groote plan de demping of
overbrugging veel onderteekenaars lokte kan hij zich
begrijpen.
Hij gaat ten slotte niet mee met het voorstel der 4
leden en meent, dat het eenmaal dooi den raad genomen
besluit dient te worden opgevolgd.
De heer Wicherink antwoordt nog even op hetgeen
de heer Kraakman tot hem persoonlijk heeft gezegd. Hij
heeft zich niet laten meesleepen, doch heeft de aanvraag
om een spoedeischende vergadering, die slechts 3 onder
teekenaars vorderde, medeonderteekend, daar het plan
hem sympathiek was. Was hij in de vergadering, waarin
het besluit viel, tegenwoordig geweest, hij zou tegen
hebben gestemd. Hij ziet niet in, dat hij minder correct
gehandeld beeft, mocht dat zoo zijn, dan spijt het hem,
maar dat verandert zijn meening niet.
De heer üitenbosch herinnert er nog aan, dat
bet adres der 4 bewoners, die namens de overigen spreken,
vrjjwel overeenkomt mot het voorstel der commissie.
De heer Kraakman betwijfeltof dat adres de
meening weergeeft van de onderteekenaars van het eerste
dat is niet officiëel aangetoond.
Het voorstel om het genomen besluit nietig te ver
klaren, wordt daarna met 7 tegen 6 stemmen verworpen.
Tegen de heeren Boelmans ter Spill, Cohen Stnart, de
Lange, Kraakman, van den Bosch, Glinderman en de Wit.
3. Overschrijden van Hoofdstuk IKI afd.
Ill art. 6 der gemeente begrooting
dienst 1903.
Zooals uit een missive van den gemeente-architect blijkt
is het noodig de sluis aan de Zes Wielen, althans vóór
den aanstaanden winter, van een stel nieuwe deuren aan
da noordzijde te voorzien, waarvoor geene gelden op de
begrooting voor het loopende dienstjaar zijn uitgetrokken.
In verband daarmede stellen B. en W. voor te besluiten
Hen te machtigen tot overschrijding van den post
voorkomende onder volgnr. 104 van de gemeente-begroo
ting, dienst 1903, met een bedrag van pl.m. f 500, ten
einde de sluis aan de Zes Wielen van een stel nieuwe
deuren aan de noordzijde te voorzien en hnn college nit
te noodigen te zjjner tijd de noodige financieele voor
stellen te willen doen tot vinding der gelden.
De heer de Groot vraagt of het wel de moeite
waard zon zjjn, aan deze sluis nieuwe deuren te maken,
daar zij toch spoedig verlengd en verbreed moet worden
en of de zaak niet kan worden aangehouden tot de vol
gende begrooting.
De Voorzitter wijst op het rapport van den
architect, waarin op spoed wordt aangedrongen.
De heer de Groot zon dan willen voorstellen de
deuren maar wat te repareeren en de wjjze waarop, ge
heel aan B. en W. overlaten.
De heer Kraakman ondersteunt het voorstel van
den heer de Groot en zou B. en W. een onderzoek wil
len opdragen naar den toestand van de slnis naar aan
leiding waarvan zij mededeeling knnnen doen aan den
raad, ook van de wijze, waarop in de reparatie kan wor
den voorzien.
Wenschelijk zon bij het achten, dat ook de Kamer
van Koophandel in dezen een onderzoek naar de wen-
schelijkheid van vergrooting der slnis instelt, al ware
het zonder daartoe door den raad of B, en W. te zijn
aangezocht.
De Voorzitter verklaart, dat B. en W. de opdracht
gaarne aanvaarden.
De heer van den Bosch zou toch de f 500 willen
beschikbaar stellen ingeval de nieuwe deuren onvermijde
lijk mochten blijken.
De heer Kraakman is daar niet tegen maar
het voorstel blijft naar zijn oordeel aanhangigin een
volgende vergadering knnnen B. en W. reeds rapport
uitbrengen.
De Voorz itter meent dns dat B. en W. in be
ginsel gemachtigd worden tot de reparatie en het voor
stel dus is aangenomen.
De heer Kraakman bestrijdt die meeninghet
voorstel dient te worden aangehouden in afwachting van
een spoedig onderzoek.
Aldus wordt besloten.
4. Het sluiten van een tijdelijke
geldleenlng.
In verband met den aanleg van den hertenkamp die
f 10103,955 heeft gekost, stellen B. en W. voor, deze
kosten gedeeltelijk te betalen uit de opbrengst van grond
en water aan Klein Hargen ad f 5593,75 en voorts tot
sluiting van den dienst 1902 tijdelijk te leenen een be
drag van f 10000 in ronde som benoodigd voor
le den parkaanlegf 4510,20s
2e Bergerbrug3539,995
3e mindere opbrengst geldleeening 1867,50
Totaal t 9917,70
(Men zie voor dit punt ons blad van 31 Mei j.l.)
Zonder hoofdelijke stemming conform besloten.
3. Benoeming regent van het stads-zlekenhufs.
Ter vervulling der vacature van regent van het stads
ziekenhuis, ontstaan door het vertrek van den heer C.
Janssen Cz., is door de regenten een aanbeveling inge
zonden, bestaande uit de heeren
1. J. VAN DER VEEN.
2. G. G. VONK,
Benoemd de heer J. van der Veen met 12 stemmen
tegen 1 stem op den beer Vonk.
6. Benoeming van een lid der PI.
Commissie van toezicht op het lager onderwijs.
Ter vervulling der vacature, ontstaan door het over
lijden van Dr. J. C. M. Simon Thomas, heeft de Oom
missie van toezicht op het lager onderwijs eene aanbe
veling ingezonden, bestaande uit de heeren
1. Dr. A. TUIJL.
2. Dr. R. SLEESWIJK.
De benoeming zal moeten geschieden tot nlto. Decem
ber 1908 het tijdstip waarop Dr. Simon Thomas moest
aftreden.
Benoemd de heer Dr. A. Tngl met 11 stemmen tegen
2 stemmen op den heer Sleeswijk.
(De heer Vonk vertrekt.)
7. Bezoldiging van brugophalers.
In de memorie van toelichting tot de gemeente-be
grooting voor 1903 gaven B. en W. kennis van hnn
voornemen om te zijner tijd de noodige voorstellen aan
te bieden tot vaststelling der bezoldiging van brugop
halers, zulks in verband met de bedoeling om voor het
bedienen van bruggen als gemeente-belasting, een brug
geld te heffen. Daaraan thans gevolg gevende, stellen zy
voor te besluiten
a. de bezoldiging van don brngwachter, belast met
het bedienen der Sehapenbrug, Peperstraatbrug en
Bokkebrng zal bedragen f 6.50 per week, bene
vens het genot van vrije woning
b. de bezoldiging van den brngwachter belast met
het bedienen der Spekbrng en der Appelsteegbrng
zal bedragen f 3 50 per week
c. de bezoldiging van den brugwachter, belast met
het bedienen der St. Annastraatbrug en Rootoren-
brng zal bedragen f 8.50 per week
d. de bezoldiging van den brngwachter, belast met
het bedienen van twee bruggen over het Verdron-
kenoord, de Turfmarktbrug, vijf bruggen over de
Ondegracht, de Boompoortsbrug en de brug bij
de Zandersbuurt zal bedragen f 8.per week.
Conform besloten.
8. Financieele voorstellen tot sluiting van
den dienst 1902.
Zonder discussie in hoofdelijke stemming goedgekeurd.
Bondvraag.
De Voorzitter deelt nog mededat B. en W. gaarne
gevolg gegeven hebben aan de opdracht van den gemeente
raad, om den heer Hoek, bij gelegenheid van zijn gonden
jubileum namens den raad te complimenteeren en hem
een stoffelijk blijk van waardeering aan te bieden. Juist
wijl het hier een hulde gold aan een ambtenaar, die ook
als mensch zoo gewaardeerd wordtdoet het B. en W.
genoegen, dat door den raad den jubilaris eene aangename
herinnering aan dit feest is aangeboden.
De heer Kraakman heeft met voldoening deze
woorden gehoord en gelezen het verslag in de Alkrn. Cour.
Hjj zal in het allerminst aanmerking maken op hetgeen
door deH Voorzitter is gezegd, hij wil er slechts iets tot
meerderen lof bijvoegen. Hij heeft den heer Hoek de volle
50 jaren gekend en gewaardeerdzooals allen dat thans
nog doen. Reeds 47 jaar geleden stond spr. in betrekking
tot de gemeente als lid van hot armbestuur en kwam
daardoor heel veel in aanraking met de gemeente-secretarie.
Toen reeds beeft hij den heer Hoek leeren kennen en
hoogachten ook als iemand die steeds bereid was, zooveel
mogelijk den minderen man ter hnlpe te komen waar
bij verlegen zat in zaken den bnrgerl. stand betreffende.
(Instemming.)
De heer van den Bosch vestigt de aandacht van
Burg. en Weth. op de standplaats van de controleurs
voor de groote veemarkten bij den schreiershoek aan den
Helderschen weg. De mensehen hebben daar niet de
minste beschutting, daarom zou hij Burg. en Weth.
in overweging willen geven, daar gedurende die dagen
een verplaatsbaar wachthuisje te doen zetten, zooals men
die heeft aan het spoorwegstation.
De Voorzitter zegt toe, dat Burg. en Weth. dat
denkbeeld gaarne in overweging zullen nemen.
De heer Kool vraagt of er al iets naders bekend is
omtrent de plannen van aanleg van de tramlijn Groote
Kerk Vier Staten.
De Voorzitter antwoordt, dat de concessie-voor
waarden nog moeten worden opgemaakt in overleg met
de concessionarissen en er dus door Burg. en Weth. nog
niets kan worden medegedeeld.
Niemand meer het woord verlangende wordt de ver
gadering gesloten.