Verplaatsing Groentenraarkt. Runenschrift. No. 66. Tweede blad. Honderd en vijfde jaargang. 1903. VRIJDAG 5 JUNI. B O O F D FEUILLETON. Ter Gemeente-Secretarie te Alk maar is tegen betaling van twee gulden verkrijgbaar een afdruk van het door Burgemeester en Wethou ders aan den gemeenteraad uit gebrachte verslag omtrent den toe stand der gemeente over 1902. H e r m i n a. ALUAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt IR 1 n s d a g-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80j franco door het geheele rijk f 1, 3 Nummers f 0)96. Afzonderlijke nummers 3 ets. sft Telefoonnummer 3. Prys der gewone advertentlën i Per regel f O,ld. Groote letters naar plaatsruimte.| Brieven franco aan de N/V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h.jHERMs. COSTER ZOONVoordam C 9. De Secretaris van Alkmaar, Alkmaar, 30 Mei 1903. C. D. DONATH. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente A 1 k m a a r Overwegendedat wegens het vernieuwen van den walmnnr aan de groentemarktde gewone dage- HJksclie groentenmarkttijdelijk moet worden ver plaatst Brengen ter algemeene kennis, dat door hen tot nadere aankondiging de Idmmerhoek is aangewezen tot het honden der groentenmarkt en znlks met uitsluiting van elke andere plaats. Tevens wordt de aandacht van belanghebbenden in het bijzonder gevestigd op het bepaalde bij art. 26 der Algemeene politieverordening van 3 April 1889 (Gemeen teblad No. 15), waarbjj verboden wordt *koopwaren, waarvoor een bepaalde marktplaats is bestemdelders op de openbare straat of den openbaren weg ten verkoop aan, te bieden of uit te stallen. Overtreding van deze bepaling wordt gestraft met geld boete van ten hoogste zes gulden. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, J. DE WIT Dz., Voorzitter. 28 Mei 1903. C. D. DONATH, Secretaris. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar roepen sollicitanten op naar de betrekking van der 2e GEMEENTESCHOOL, aldaarvakken a—k. De jaarwedde bedraagtbenevens het genot van vrije wo ningf 1 2 00,welke na 10 en 20 dienstjaren in de gemeente telkens met f 100,kan worden verhoogd. Het onderwijs in de hoogste klasse zal aan den be noemden worden opgedragen. Stukken (adres op zegel) in te zenden vóór of op 15 Juni a.s. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. DE WIT Dz., 1°. Voorzitter. C. D. DONATH, Secretaris. B. WERNEB. Vertaling YAN 41> Hij gaf zijn dochter een zoen en ging heen, maar 't was een innig bezorgde blik, dien hij haar over den schouder toewierp. Zjjn eerzuchtige wenech zon nn immers vervuld worden, en om daaraan te voldoen, had hij niet willen hooren, wat een inwendige stem hem waarschu wend toefluisterde: dat Sassenburg bijna dertig jaar onder was dan het jonge meisje, dat bij al lang met het leven had afgedaan, terwjjl 't voor haar pas begon, en dat hij er bovendien niet de man naar was om een schepseltje als Sylvia op den dnnr aan zicht te hechten. Maar nn, na dit tooneel, verhief die stem zich weer luid en ver manend en hield hem voor, dat hjj een gevaarljjk spel had gespeeld. Op het onderste verdek stond prins Sassenburg met den kjjker in de hand, turend naar een groot stoom schip, dat zich in de onmiddelijke nabijheid bevond, 't Was al tegen den middag in het gezicht gekomen en tamelijk ver vooruit geweest, maar de vlugge »Zeearend" had 't ingehaald. Nu zag men, dat 't een gezelschap toe risten aan boord had, die zich voor het meerendeel op het verdek vereenigd hadden en bet naderbij komende jacht nieuwsgierig monsterden. De prins merkt dit met bljjkbaar misnoegen en wendde zich tot den kapitein, die naast hem stond. »Laat met vollen stoom varen, zoodat wij die boot zoover mogelijk vooruitkomen," beval hij. Wij moeten op zjjn minst een nur vroegor aan de kaap landen, De Directeur van het Rijkstelegraafkantoor te ALKMAAR vestigt de aandacht van belanghebbenden op de nieuwe uitgaaf (Mei 19C3) van den Rijksglds voor den Intercommunalen en den Internatio nalen telefoondienstdie teguü betaling van f 0,50 per exemplaar (de bjjbeboorende verschenen en nog te verschenen supplementen inbegrepen) ter afhaling aan het Kantoor voorhanden is. Alkmaar, 30 Mei 1903. De Directeur voornoemd, E. J. VELDHUIJZEN. Landbouw ln Zuld-Afrlka. De Vereeniging tot herstel van het Landbouw bedrijf in Znid-Afrika heeft het volgende schrijven gericht tot het Nederlandsche Volk »De stryd met de wapenen in Zuid-Afrika is geëindigd. De vrede is gesloten. Voor het oogenblik en voor den uiterljjken schijn heeft Engeland gezegevierdmaar de toekomst van het Hollandache ras in Znid-Afrika is daarmee niet vernietigd. Oorlogen scheppen geen nieuwe toestanden. Zjj kunnen slechts de kroon zetten op het werk, dat volgens den natuurlijken loop der zaken toch tot stand gekomen zon zijn. Kunstmatigeonnatuurlijke toestanden door geweld geschapen zijn niet duurzaam. Zij kunnen slechts met geweld worden gehandhaafd en als dat verslapt gljjdt alles weör terug tot deu toe stand die geleidelijk uit het verleden voortvloeit. De natuurlijkehistorische ontwikkeling van Znid-Afrika is nn met geweld onderbroken. Zjj voerde tot den triomf van het Hollandsch-Afrikaansche ras en die uitkomst kan wel worden verschovenmaar niet vermeden. De ge schiedenis laat zich door geen menschenmacht in nienwe banen dringen en wie de gebeurtenissen in haar loop wil stuiten wordt eenmaal door haar omver geworpen, Wjj wanhopen dus niet. De vrede te Vereeniging was slechts een keerpuntgeen eindpunt. Zij heeft wel een tijdperk gesloten maar een nieuw tjjdperk geopend. De strijd tnsschen Hollanders en Britten is slechts op een ander terrein overgebracht en op dat terrein mogen de Neder landers met hunne stamverwante broeders in Zuid-Afrika medestrijdenzonder dat iemand hen van schending der neutraliteit kan beschuldigen. «Het gezag, dat thans bestaat, willen wij eerbiedigen. Wij willen den Boer niet aansporen tot opstand en verzet. Ons doel is thans slechts hem te helpen in den strijd om het bestaan. Eerst moet hij weer welvarend wordendan wordt eene grootere mate van politieke zelfstandigheid van zelf zijn deel. Goed geeft moed en zelfgevoel. Wjj willen dns vóór alles zorgendat de Boer zijn bedrijf weer kan opvatten. Dat hij zijnen veestapel weer kan herstellen en zijn land bebouwen. Niet in de steden, maar op het platteland huist de kracht der Afrikaanders en aan dat platteland wijden wij in de eerste plaats onze zorg. «Voor de vele behoeften op geesteljjk gebied zijn wij niet blind. De hooge waarde van goed onderwijs wordt door ons niet miskendmaar de geest gevoelt geen be hoefte aan voedsel en ontwikkelingzoolang niet de anders bederven die toeristen met hun drukte en rumoer ons geheele uitstapje.'' De kapitein verwijderde zich om do noodige orders te geven, en terstond daarop spande de «Zeearend" alle krachten in, om zoo snel mogelijk vooruit te komen. Als een pijl schoot hij door de schuimende golven de stoomboot bijna rakelings voorbij. Van daar wuifde en zwaaide een heer ijverig met zjjn hoed; en Sassenburg beantwoordde dien groet vluchtig en herkende den jongen Daitscher, die in de pastorie te Raansdal aan hem was voorgesteld. Reeds de volgende minuut waren de schepen elkaar gepasseerd en had het kleinste het grootste achter zich gelaten. Harald Thorvik, die op zijn post aan het roer stond, had met eenige verwondering het bevel ontvangen om de vaart te bespoedigen, en riep nu een van de matro zen toe «Waarom wordt er op eens met vollen stoom ge varen «Dat's op bevel van Zijn Hoogheid," luidde het ant woord. «Wij moeten de boot vooruitkomen en het eerst landen. De familie wil daar bóven bij de kaap geen last van die toeristen hebben." Harald lachte op zijn gewone schampere wijze. «Jawel, Zijn Hoogheid wil ook het uitzicht daar boven voor zich alleen hondenHoe durft dat toeristen volk zich verstouten om iets te willen zien, als een prins onderweg is?" «Pas op je tong, Thorvikzeide de kapitein, die jnist voorbijging en dit gezegde gehoord had. «Ge schjjnt te vergeten, dat de prins de eigenaar van je schip is.'' «Aan het roer doen ik wat ik doen moet I'' was het barsohe antwoord. »'t Is niet de eerste keer, dat ge znlke oneerbiedige opmerkingen maakt. Tegenover mij doet ge 't wel niet, en ik zou 't je ook niet raden, maar ik hoor daarvan genoeg door de bemanning." «Hebben ze mij aangeklaagd vroeg Harald met een norschen blik op een van de matrozen. «Dat had ik wel gedaoht1" eerste behoeften des lichaams bevredigd zijn. Eerst wol- vaartdan wetenschap. Tal van andere vereeniglngen bovendien hebben zich de geestelijke belangen der Boeren aangetrokken. Wij wenden ons niet alleen tot de Ne derlandsche kapitalistenmaar tot, het Nederlandsche volk. Veel, zeer veel geld hebben wij noodig en ieder Nederlander moet ons helpen. Groote sommen van enkelen zullen wij in dank aanvaarden, maar wij rekenen vooral op de kleine bjjdragjn der groote menigte. Als niemand zich onttrekt en ieder doet wat hjj kan zal onze Vereeniging een machtig lichaam worden Dat zegen verspreidt in Znid-Afrika. Dat voor het Holland- eohe ras aldaar een nienwe toekomst helpt banen. Dat nauwe banden knoopt tnsschen de Hollandsch-Afrikaners en het oude Nederland. De Nederlandsche stam is niet dood. Hjj is overal tot nieuw jong en krachtig leven ontwaakt. In Nederland en Vlaanderen en overal waar takken van den Nederlandschen stam zich bevinden doet het nationaal gevoel zich levendig gelden. De oorlog in Znid-Afrika heeft den Nederlandschen stam beroemd gemaakt. Heel de wereld heeft eerbied gekregen voor de krachtdie in hem schuilt. Het tijdstip is dus gunstig om voor dien stam groote veroveringen te maken, zij het dan ook met vreedzame middelen en wij wenschen van die gunstige omstandigheden partij te trekken. «Wilt dus helpen. Offert allen wat gij knnt. Daar men zelfs tegen eene jaarljjksche contributie van slechts een gulden lid onzer Vereeniging kan worden is nage noeg iedereen in de gelegenheid om toe te treden. Rente kunnen wjj n niet beloven, maar wel voldoende zekerheid voor de teruggave van hetgeen gjj ons ter hand stelt. «Giften vragen wjj nietslechts leeningen. «Wat gjj ons leent in den vorm van contributieIee- nen wij op onze beurt weer tjjdelyk aan de Boeren. Zij zijn dan geholpen en Nederland heeft met weinig opoffering veel tot stand gebracht. «De gelegenheid, die zich thans voordoet, komt nooit terug. Nn moet Nederland toonendat het voor de Boeren veel over heeft en anders zullen deze leeren, dat er op Nederland niet te rekenen valt. «Geld geven is op dit oogenblik het eenige wat ge daan kan worden. Laat het geld dns stroomen nit groote en kleine beurzen. Het zal worden verantwoord en als eenmaal dan ook weer voor de Boeren de vrjjheidszon opkomtzonder strijd of geweldmaar alleen door de natuurljjke ontwikkeling der gebeurtenissen dan znllen die Boeren zich één gevoelen met het Nederlandsche Volk dat hen in deze moeiljjke dagen niet vergat maar hen gesteund heeft en geholpen, zooveel het kon. «De bijeengebrachte gelden znllen besteed worden in overleg met de voormannen in Zuid Afrikawaaronder in de eerste plaats de heer Schalk Burger, de eere-Voor- zitter onzer Vereeniging. Hem terzjjde staan mannen als generaal Jan Smuts en Edwald Esselen, beiden indertjjd Staatsprocnreurs der Z.-A. Republiek, Ed. Rooth Blejjers, J. van der Werve en Jacobs, die allen in Enropa hebben gestudeerd en als administrateurs en rechtsgeleerden groote bekwaamheid hebben gegeven. De kapitein gaf den man een wenk om heen te gaan, en daarop trad hjj den stuurman ter zijde en liet er nu met gefronst voorhoofd op volgen «Al lang heb ik eens met je willen opreken, Thorvik, zóó voortgaan kan 't niet, ge leeft hier letterljjk in volslagen vjjandschap met allen aan boord. Aan mjju scheepsvolk ligt de schuld niet, allen zijn je kameraadschappeljjk te gemoet gekomen, maar gij legt 't er bepaald op toe je overal vjjanden te maken. Ge moogt je dan ook niet beklagen als zjj je ondengendo poetsen spelen. Eergisteren is dit ook weer gebeurd. Ik weet 't wel, maar kan daaraan niets ver anderen." «Dat heb ik u ook niet gevraag, kap'tein," antwoordde Thorvik onverschillig. «Ik zal mij wel alleen verdedigen en als ik 't hen al niet dadeljjk betaald zet wat in het vat ligt, verzuurt niet «Wat wilt ge daarmee zeggen vrAg do kapitein streng. «Is dit soms als een bedreiging beïoeld Neem je in achtIk heb den prins tot hiertoe niet met die zaak willen lastig vallen, maar als gjj zoo voortgaat, ben ik wel genoodzaakt om hem te zeggen, dat gij hier aan boord een rechte onruststoker zijt en ik er niet voor insta, dat de algemeene wrok tegen je zich niet vroeger of later op hoogst onaangename wijs openbaart. Wilt ge 't zoover laten komen De stuurman wilde antwoorden, maar op dit oogenblik kwam Sassenburg zelf op het achterdek en bleef op eenigen afstand staan. De kapitein brak schielijk het gesprek af, passeerde hem met een groet en besteeg de commandobrug. De verloving van den prins was op den «Zeearend" natuurljjk geen geheim meer; men zag hem en zijn aan staande immers dagelijks en hoorde dat zjj elkaar bjj den naam noemdenmaar hjj zag er allesbehalve ge lukkig uit. Zijn gelaat was bleek en weinig opgewekt, terwjjl hij over de balustrade leunde en naar de zee staarde, 't Was een sombere, droomerige blik, dm zich in het verschiet vefloor. Daar kwam Sylvia uit de kajuit en op haar verloofde toe, die haar eerst gewaar werd, toen zjj naast hem

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1903 | | pagina 5