Runenschrift. Honderd en vijfde jaargang, 1903. Z O N D A G 14 JUNI. Onderzoek Verlofgangers. FEUILLETON. Gemeenteraads Verkiezing. Nationale Militie. Buitenland. Inrichtingen, welke gevaar, schade of hin der kunnen veroorzaken. H r m i u a. ■BH NO. 70. Eerste blad. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Conrant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 8 maanden voor Alkmaar f O,SOfranco door het geheele rjjk f 1, 3 Nummers f 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets. Prfls der gewone advertentfën t Per regel f 0,13. Groote|lefcters£naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N/V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOONVoordam 0 9. Telefoonnummer 3. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAAR brengen ter algemeane kennis dat heden op de gemeente secretarie ter visie is gelegd het aan hen ingediende verzoek, met de bijlagen, van P. A. DE LANGE, fabrikant, wonende aldaar, om ver gunning tot het uitbreiden van de bestaande inrichting tot het verdnnrzamen van levensmiddelen in het perceel Wognumeche buurt Wijk E No. 16, en dat op Zaterdag 27 Juni 1903 's voormiddags te elf uur, ten stadhuize gelegenheid wordt gegeven om tegen die uitbreiding be zwaren in te dienen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. DE WIT Dz., Voorzitter. C. D. DONATH, Secretaris. Alkmaar, 13 Jani 1903. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kennis, ingevolge art. 8 der Hin derwet, dat zij in hunne vergadering van 11 Juni 11. vergunning hebben verleend lo. aan J. C. BAAN, in zijne hoedanigheid van Direc teur der N. V. .Ankermaatschappij", tot het ourichten van een machinale koffiebranderij in het perceel Enidsen, wijk C nr. 104 en in verband daarmede tot uitbreiding der bestaande grosseerderij in het perceel Luttik-Oadorp wijk O nr. 20; 2o. aan H. IJSPEERT, tot uitbreiding der bestaande smederij, in het perceel Ritsevoort, wijk A Nr. 17. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar J. DE WIT Dz., Voorzitter. 13 Juni 1903. C. D. DONATH Secretaris. KENNISGEVING. Het HOOFD van het Plaatselijk Bestuur te Alkmaar brengtop grond van artikel 1 der wet van 22 Mei 1845 (Staatsblad No. 22) ter kennis der ingezetenen dat bij hem ingekomen en aan den Ontvanger der Rijks directe belastingen binnen deze gemeente ter invordering zijn overgegeven: twee kohieren der bedrijfsbelasting Ns. 11 en 1, voor het dienstjaar 1902/3 en 3/4, executoir verklaard door den Directeur der directe belastingen in Noordholland te Amsterdam den 11 Juni 1903 dat ieder verplicht is zijn aanslag, op de bij de Wet bepaalde wijze, te voldoen en dat heden ingaat de termijn van zes weken binneu welken daartegen bezwaarschriften kunnen worden ingediend. Het Hoofd van het Plaatseljjk Bestuur voornoemd, J. DE WIT Dz. lo. Burgemeester. Alkmaar, 12 Juni 1903. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Alkmaar herinneren, voor zooveel noodig de ver lofgangers der lichtingen 1900 en 1901, die ln dit jaar onder de wapenen zijn geweest, benevens WDBKE1R. V ERTALING YAN 40) Hij had eerst op gesmoorden toon gesproken, maar allengB waren de woorden hem over de lippen gestroomd, terwijl de oude haat, de wrok tegen den man, wiens ijzeren vuist hem gehoorzaamheid had geleerd, weer in zijn oogen flikkerde. Dien dag in Isdal was Sylvia zoo heftig daartegen opgekomen. Ditmaal zweeg zij. Zeiegde slechts zacht de hand op den arm van den jongen man. »Arme Bernhard 1" Hy zag haar onthutst, vragend aan. Die woorden be troffen immers haar vader, hjj wist, hoe zij partij voor hem trok en verwachtte ook nu natuurlijk driftige tegen spraak. Wat beteekende die toon, die hem zoo teer en zacht in de ooren drong? »En hebt ge die vreeselijke herinnering je geheele jonkheid door alleen met je omgedragen En ik heb je toen altijd nog zoo geplaagd, als ge op Guntersberg waart! Maar ik wist 't niet, wat je zoo ruw en onhan delbaar maakte, en al had ik 't geweten, dan zou ik 't toch niet begrepen hebben." 't Was een bede om vergiffenis, met diezelfde bevende, ontroerde stem geuit, die hij maar ééns uit haar mond had gehoord: toen zo haar vader verdedigde en vertelde, hoe goed hij voor zjjn ziek kind was geweest. Toen was hij het eerst tot besef gekomen, dat dit mooi, verleidelijk vleiend wezentje een warm gevoelend hart met zich om droeg. 't Is waar, een minuut later had ze alweer ge lachen en gespot en op zijn vraagwelk gezicht haar ware was, hoonend geantwoord't Ondeugende pas de verlofgangers der lichtingen 1897, 1898, 1899, 1900 en 1901 van de korpsen genoemd in de Alkmaarsehe Courant van 3 Juni 1.1. No. 65 die bestemd zijn om in dit faar wegens herhalingsoefeningen onder de wapenen te komen, dat ^ij, overeenkom stig het bepaalde bij art. 99 van het Koninklijk besluit van 2 December 1901 (Staatsblad No. 230) niet aan het op Ulnsdag 16 «funi a.s. te houden onder zoek van de verlofgangers zullen behoeven deel te nemen. Burgemeester en Wethouders voornoemd Alkmaar J. DE WIT Dz., Voorzitter. 13 Juni 1903. C. D. DONATH, Secretaris. De BURGEMEESTER vau Alkmaar, breugt ter alge meene kennis, dat de VKB.KIHZE1VG van leden van den «HMKE.VTEH.VAW i Voor het Ie district, in de plaats van den heer Mr. H Boelmans ter Splllwegens periodieke aftreding, lie in vervanging vau de heeren ft}, de Oroot «Iz., uithoofde van perio dieke aftreding en C. Janssen Cz., door vertrek uit de gemeente, Ille in de plaats van de heeren Mr J. P. Kraakman en K. (Jlin- derman, wegens periodieke aftre ding, zal plaats hebben op Dinsdag 30 Juni a.s,, van des voor middags 9 tot des namid lags 4 ure, en dat de tot invulling bestemde formulieren voor da opgave van candidaten ter secretarie dezer gemeente kosteloos ver krijgbaar zijn gesteld van 16 Juni e.k. tot en met den dag der verkiezing, op alle werkdagen van 's morgens 9 tot 's namiddags 2 ure. De Burgemeester voornoemd, J. DE WIT Dz., 1°. Burgemeester. Alkmaar, 18 Juni 1903. De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR ge last krachtens bekomen aanschrijving, den onderstaanden, hier wonenden verlofganger, om zich ter bjjwoning der herhaltngs-oeteuingen 'g namiddags vóór 4 ure, bij zijn korps te vervoegen, als volgt 4e Regt. Vesting-artillerie, lichting 1897, garnizoen Willemsta d: 18 Juni 1903. WILHELMUS BUTER. De opgeroepene heeft recht op vrij transport naar zijn korps en daggeld, dat ter gemeente-secretarie der woon plaats tijdig moet worden aangevraagd. Alkmaar, 11 Juni 1903. De Burgemeester vau Alkmaar, J. DE WIT Dz., 1°. Burgemeester. dus maar op En daarop had zij de rozen uit haar cein tuur genomen en deze op de plek neergelegd, waar haar oom den dood had gevondeD. Was dat meisje dan éen en al tegenspraak, een voortdurend raadsel Onwillekeurig ontsnapte den jongen man de verzuchting »Sylvia ik zou je wei ééns willen zien, zooals ge werkelijk zijt Zij boog zich tot hem over en zeide zaeht »Nu, zie mij dan maar aan Hij zag haar aan, zóó lang en onafgebroken, alsof hij zijn blik niet meer daarvan kon afscheuren, zag haar in de fluweelen oogen, die zij in al hun grootte en glans ophief. Op dit moment blikten ze hem tegen, maar door een sluier van tranen. In het westen stond de zon nog altjjd in donkerrooden gloed, maar nu scheidde zy zich van de watervlakte, waarop zij scheen te rusten, en begon langzaam te rijzen! Thans verdween zij achter het witte wolkgevaarte, dat zioh eensklaps eerst rozerood, toen met allerhande tinten kleurde, t Scheen dat de oude zeelegende werkelijkheid werd, de legende van een ver, ver eiland, dat zich soms aan den schipper vertoont, als hij alleen is op een on- metelijken en onherbergzamen oceaan. Dat zalige eiland, waarheen het geluk de wjjk heeft genomen uit een wereld vol strijd en leed, waar men 't nog bereiken en bevatten kan. t Stond daar als een verschijning van licht en kleuren, met den kouden noorschen hemel boven en de donkere, schuimende baren van de poolzee onder zich. De twee menschen, die van de rotsklip zeewaarts staarden, wisten na ook, waar het geluk was Ook voor ben was een runenschrift, dat zoolang duister en oube- 8 rij pel ijk was gebleven, plotseling helder en duidelijk geworden, en zij lazen hun noodlot daarin een hard en onverbiddelijk vonnis. Beiden hadden bnn eigen lot gekozen nu was 't te laat voor het geluk 1 Het stilzwjjgeu had eenige minuten geduurd, maar 't was gevaarlijk, die stilte en die nabijheid, en Bern hard scheen dit te gevoeien, daar hij op eens weer begon: »Ik zal oom wel een bezoek moeten brengeD, eer wij heengaan. Ik kom met Koen nog- op den »Zeearend". MllföKl.ASlI>. De discussies den 10 in het Lagerhuis gevoerd, over het voorstel van den heer Chaplin, (strek kende om de regeering uit te noodigen de aangekondigde intrekking van het graanrecht in nadere overweging te nemen), zijn geëindigd dat gezogd voorstel met 424 tegen 28 stemmen verworpen werd. EflEAlVHIEEJK.. Door de Kamer is den 11 benoemd de uit 33 leden bestaande commissie tot onderzoek der ingekomen voorstellen tot opzegging van het concordaat en scheiding van Kerk en Staat. 8H6VIE. Een ontzettend drama is afgespoeld aan het Servische nof. Koning Alexander en Koningin Draga zjjn in den nacht van den 10 vermoord, en met hen twee broeders der Koningin. De minister-president, een adjndant-generaal en de oud-minister van oorlog zijn met een deel der garde eveneens door geweerschoten gedood. Het eerste bericht luidende, dat het Koningspaar zelf moord zou hebben gepleegd, werd volkomen weersproken door de volgende proclamatie die in de straten van Bel grado werd aangeplakt den ochtend na den moord »De Koning en de Koningin zijn in den nacht door geweerschoten gedood. Een voorloopige regeering is opge treden. De Grondwet van 6 April 1901 is weder her steld. De nationale vertegenwoordiging is tegen 15 Juni bijeengeroepen". Volgen de onderteekeningen der nieuwe ministers. De samenzwering waarvan het vreeselijk bloedbad het gevolg was, is het werk van het leger. De »Nat. Ztg." te Berlijn geeft de volgende be schrijving Een troep officieren trok in den nacht naar het paleis vermoordde den commandant dar wacht; en drongen door tot den Koning en eischte van hem dat hij van Koningin Draga zon scheiden en afstand van den troon zou doen ten gunste van Karageorgewitsj (den door het Servische volk verlangde troonsopvolger). Do Koning weigerde en schoot don overste, die hem de afdankings-oorkonde voorlegde, dood. De Koning en Koningin vluchtte gevolgd door offi cieren en de toegesnelde soldaten en een wilde jacht door het paleis had plaats. Tevergeeisch echter. Het ko ninklijk paar werd achterhaald. De Koning wendde zich nu tot de aanvallers, de Koningin met zijn lichaam be schuttende. De laatste scène van het drama was nu spoedig afgespeeld. Majoor Lazarovitsj naderde den vorst en doodde hem met twen revolverschoten. Een soldaat schoot daarop Koningin Draga neer, en een ander sol daat stak haar de bajonet in den hals. De lijken van het koninklijk paar werden in lakens gewikkeld en uit het raam in den tuin neergelaten, van waar zij later naar de kapel werden overgebracht. De beide broeders van de Koningin werden in het paleis doodgeschoten. Als beweegreden tot dezen Koningsmoord, wordt ge meld de verbittering tegen Drage om baar grooten in- Sylvia begreep ook, dat dit onvermijdelijk was, als hjj haar vader niet wilde beleedigen, maar nu vreesde zij de ontmoeting, die zjj eens spelend en overmoedig had uit gelokt; haar antwoord verried haar bezorgdheid. »A)s gij en papa maar niet altijd op voet vau oorlog met elkaar stondt Net als twee vijanden, die maar op het oogenblik wachten om den degen te trekken." »Is dat mijn schuld?" hernam Barnhard wrevelig. »Wat je vader mij destijds aan het verstand bracht, terwijl hij schijnbaar met Koen sprak, dat verdraag ik niet voor de tweede maal d&n zal ik hem antwoorden." »Bernhard dat zult ge niet doen .Stellig en zeker Waarom niet »Omdat ik 't je verzoek!" .Sylvia .Omdat ik 't je verzoek herhaalde zij. »Papa kau hard wezen, als hij 't als zijn plicht beschouwt. Hij heeft je indertijd ten koste van eiken prijs willen ontrukken aan de herinneringen, waardoor ge van ons en je ge boorteplaats vervreemd raaktet, hij heeft je voor ons willen behouden. Daaraan moet ge denken beloof 't mij!" Dat was weer de toon, waartegen het verzet en de bitterheid van den jongen man niet bestand waren. Hij sloot eensklaps de hand, die nog op zijn arm lag, met een vurLen druk in de zijne en zeide, diep ademhalende »Ik zal 't beproeven." De zon rees langzaam boven de als sluiers zwevende wolken, haar donkerrood veranderde in een gouden schijnsel met flikkerende stral&n. Maar dat zalig eiland was niet meer te zien. In het verschiet dreven nog slechts grauwe, vormelooze wolken en daaronder verhieven zich de golven somber en dreigend. »Wol, hebt ge nu genoeg met de natuur gedweept?" vroeg Sassenbnrg, die thans met de twee andere heeren van hnn uitkijkje terugkwam. .Wij hebben onderwijl interessante waarnemingen gedaan, 't Is ongetwijfeld een Duitsch schip, dat daar bij de eilanden kruist. We heb ben de vlag herkend en waarschijnlijk heeft luitenant Fernstein gelijk, 't Zal de .Thetis" J:~ zijn, die een reis

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1903 | | pagina 1