Honderd en vijfde jaargang.
1903.
WOENSDAG
17 JUNI.
Amsterdamsche Brieven.
Buitenland.
Nederland.
NO. 71. Eerste blade
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag-
en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaah ff O,SOj franco door het
geheele rjjk f 1,
3 Nummers ff O,O0. Afzonderlijke nummers S ets.
Prjjs der gewone advertentlën t
Per regel ff 0,13. Groote§letters[naar plaatsruimte.
Brieven f r a n cjo aan de N/V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOONVoordam 0 9.
Telefoonnummer 3.
XII.
Er is deze week, naar aanleiding van eene mededeeling
in het Brusselsche blad de »Soir'' omtrent den gezond
heidstoestand van 11. H. de Koningin, eene offi-
ciense tegenspraak van dat bericht verschenen, uitgaande
van den Nederlandschen Journalistenkring, die tot die
tegenspraak .gemachtigd" was. In ons eenigste offieieele
dagblad de .Staatscourant" pleegt men in afwijking van
de desbetreffende gebruiken in andere landen, met name
in Duitschland, zoodanige mededeelingen niet op te nemen
steeds wordt daartoe het intermediair gebruikt van het
Haagsche Correspondentiebureau, waarbij een groot aan
tal bladen zijn aangesloten, ditmaal echter werd het be
stuur van den Journalistenkring als tusschenpersoon
gebruikt. Waarom in de .Staatscourant" nimmer of on
geveer nimmer mededeelingen omtrent het bijzondere leven
van het Hoofd van Staat worden opgenomen, is niet dui
delijk. Slechts een enkele maal wijkt men van dien regel
af, b.v. bij aankondiging van geboorten in het Vorstelijk
huis. Zoo herinner ik mij b.v. dat in dat blad de geboorte
van onze tegenwoordige Koningin, niet door den Koning,
maar door twee lijfartsen werd bekend gemaakt aan het
volk, terwjjl ook van de verloving van H. M. met Hertog
Hendrik van Mecklenburg, gelijk hij toenmaals heette,
den volke kond werd gedaan en wel door H. M. zelve;
van de voltrekking van H. M.'s huwelijk maakte de .Staats
courant" eveneens gewag, alsmede van de ziekte der Konin
gin, waaromtrent de bulletins weder afwisselend door één,
twee of drie geneesheeren werden geteekend. Overigens
vindt men nimmer in ons offieieele blad iets over H. M.,
noch een mededeeling over buitenlandsche reizen, behalve
die van den directeur van het Kabinet van de Koningin
aangaande het opzenden van brieven, noch omtrent minis
terraden onder H. M.'s presidium gehouden, noch omtrent
tal van verrichtingen, die H. M. als Hoofd van Staat
doet. Er is hierin zekere onvastheid van regel, waarmede
men wél zoude doen te breken. Zoo bad men, zonder
bepaald een buitenlandsch persbericht te behoeven tegen
spreken, toch een vorm kunnen kiezen van dien aard, dat
aan het Nederlandsche volk zoo mogelijk eenige gerust
heid werd gegeven over H. M.'s welvaren.
Ondanks de offieieele mededeeling, die nu gepubliceerd
werd, bestaat die gerustheid bij mij niet. Herhaaldelijk
heb ik H. M. tijdens haar jongste verblijf in de hoofdstad
van zeer dichtbij en geruimen tijd achtereen gezien, meer
dan een uur lang, en mij heeft zeer getroffen, gelijk ik
in deze brieven reeds mededeelde, het uiterljjk der Koningin.
Hoe dat nu juist was, valt moeilijk te zeggenniet
lijdend, niet ziekelijk, niet uitermate droef, maar toch
zoo onderscheiden van de opgewektheid, de blijde levens
lust van vroeger, dat het pijnljjk aandeed. De .Soir"
sprak van een uiterlijk als van iemand, die tuberkuleus
was; op medisch gebied ben ik leek en ik geloof boven
dien dat de .Soir" hier te ver gaat om deze conclusie
te trekken, hoewel het omgekeerde van het beweren m.i.
juist kan zijn, aangenomen dat H. M. verschijnselen heeft
van tuberculose, dan zou een dergelijk uiterlijk niet on
mogelijk zijn. Echter, zooals ik zoide, aldus verontrustend
als de .Soir" meent, geloof ik niet dat de toestand is.
Of anderzijds de geheele houding van H. M. alleen
toe te schreven is aan de vermoeienis van de Amster
damsche reis en het verblijf in de hoofdstad ik zou
mijzelven van te groot optimisme beschuldigen, indien
ik dat beweerde. Ook vroeger kwam H. M. herhaaldelijk
in de hoofdstad en maakte dan niet minder vermoeiende
dagen door, integendeel, in 1898 en in het jaar van H.
M.'s huwelijk werd er heel wat meer van haar aanwezig
heid hier gevergd. Juist het vermoeiende bezoeken van
allerhande instellingen bleef ditmaal achterwege en zelfs
zal men voelen, dat het heel wat minder afmattend is
een middag aan .de Hoop" kalm te zitten of een rijtoer
te maken, dan gewapend met een bouquet hoe grooter
hoe mooier denken meestal de besturen van verschillende
colleges langs tal van zaleD te worden geleid, en
overa ware het slechts uit hoffelijkheid, van belangstelling
blijk te geven. Daarbij komt, dat ditmaal de audiënties
door H. M. zittende werden gegeven, waardoor dus veel
van het vermoeiende verloren ging.
Het wil mij voorkomen, dat H. M.'s doktoren hun
plicht niet goed zouden waarnemen, zoo zij zich uit
zekere beleefdheid lieten leiden om ook maar een grein
optimisme te toonen, dat door de werkelijbeid niet wordt
getoloreerd veel beter is het tijdig een rustkuur voor te
schrijven dan eenige risico te loopen, dat vermoeienissen
of wat dan ook zich later zullen wreken. Ik meende dit
te moeten zeggen, in de verwachting, dat het ook in
ruimer kring bekend zal worden, omdat, wat meer ge
beurd is, offieieele en officieuse mededeelingen wel eens
rooskleuriger zjjn dan de werkelijkheid en deze laatste
heeft mij en velen met mij, tijdens H. M.'s jongste bezoek
hier zeer verontrust.
Een verontrusting van anderen aard wordt aan de
hoofdstad de laatste jaren evenmin gespaard, dat is die
over den slechten toestand der financiën. Wij
zjjn hier op een zeer gevaarlijken weg; een gemeentelijke
inkomstenbelasting is een gemakkelijke maar ook een
scherpe heffing, welke aangewend als sluitsteen voor het
geldelijk gewelf, vooral dan zeer gevaarlijk wordt, wan
neer het gewelf barsten toont, zoodat de sluitsteen tel
kens grooter moet worden om den boel voor instorten te
bewaren. Maar op een goeden dag komt dan toch de de'bacle.
Wij verkeeren hier ter stede in het niet benijdens
waardige geval, dat de gewone inkomsteD niet stijgen over
eenkomstig de gewone uitgaven een inkomstenbelasting
van 5 of 6 °/0 zou nog niet zoo gevaarlijk zijn en hoog
stens zeer drukkend, zoo men maar wist, dat dan ten
minste het schip drijvende kon worden gehoudenin dat
geval zou men op den duur zich ook aan zulk een krasse
aderlating gewennen. Doch wanneer men desondanks
steeds dieper zinkt, dan wordt de zaak erger. Er is
natuurljjk een heffingsgrens, die niet overschreden kan
worden en deze schijnt hier nu wel bereikt; juist diegenen,
welke het meest bijdragen, worden op de vlucht gedreven
door de steeds hooger wordende aanslagbiljetten, welk
euvel natuurlijk een tweesnjjdend mes is, daar de achter-
bljjvenden in nog slechter conditie geraken en ook bij
deze weer een .sauve qui peut" volgt. En dat dit gevaar
niet problematiek is blijkt wel uit dit feit, dat onze
patriciërswoningen langzamerhand alle gemetamorphoseerd
worden in handelskantoren, terwijl de oude bewoners zich
aan den duinzoom of in het Gooi in veiligheid stelden.
Onderwijs en armenzorg zijn onze beide groote geldver-
slinders. Belastte het rijk zich met een grooter deel van
de zorg hiervoor, dan zouden de inkomsten de uitgaven
wel dekken, maar juist deze beide factoren stellen van
jaar tot jaar hoogere eischen. Wij zijn hier als in een
huisgezin, waar hot meest noodzakelijke levensonderhoud
meer vordert dan het hoofd van het huisgezin verdient.
Dat gaat een paar jaar goed, maar als niet een paar der
kinderen gauw op eigen beenen komen te staan en hun
eigen kost verdienen, dan volgt het bankroet. Zoo moeten wij
eveneens zien het onderwijs, de politie, de armenzorg op
eigen of rijksbeenen te laten wandelen, wat zeker niet
onbillijk zou zgn, waar aan te wijzen is, dat tal van uit
gaven in 's Rijks belang geschieden. De hooge regeering
heeft in den aanvang van het jaar te kennen gegeven een
onderzoek te willen instellen, op welke wjjze er verbete
ring te brengen zou zijn in de verhouding der rijks- en
gemeentelijke inkomsten. Tot nog toe werd daaromtrent
niets nader gehoord. Wij zullen dan ook aan de opnieuw
verhoogde inkomstenbelasting dit jaar wel niet ontkomen
en ons gelukkig mogen rekenen zoo 1905 een betere toe
komst doet aanbreken.
FRANKRIJK. De commissie uit de Kamer, die
moet onderzoeken de voorstellen tot scheiding van Kerk
en Staat heeft in beginsel verklaard dat het goed zou
zijn indien Frankrijk zich voorbereidde tot die scheiding
en zich losmaakte van het Concordaat.
Dit besluit, genomen met eene meerderheid van slechts
één stem (17 tegen 16) zal dus vermoedelijk wel niet ver
wezenlijkt worden.
Bij gelegenheid van den Sacramentsdag hebben in
verscheidene plaatsen anti-clerieale manifestaties plaats
gehad.
Het schijnt thans zeker te zijn, dat President Loubet
bij zijn eerstdaags te brengen bezoek aan den Koning
van Italië den Paus niet zal bezoeken. Aan de katholieke
.Croix", die zeer goed ingelicht moet zijn, wordt hier
omtrent het volgende gemeld: De berichten in verschil
lende Fransehe bladen als zou President Loubet te Rome
door den Paus worden ontvangen, behoort tot die verzin
selen welke gebezigd worden om een beslissing uit te
lokken. De Paus zal President Loubet niet ontvangen. De
beslissing hierover is nooit anders geweest.
De Fransehe Kamer stelde 50,000 francs beschik
baar voor de slachtoffers der verongelukten met de .Liban"
te Marseille.
008TË9IB1JK. Den 12 trachtte een man het rijtuig
van den Keizer aan te houden. Het gelukte den koetsier
hem den stok, waarmee hij gewapend was, uit de hand
te slaan. Bij de arrestatie bleek de man een krankzin
nige te zijn, die dienzelfden morgen ontslagen was.
NIACEDONIE. De gevechten tusschen de Turksche
troepen en de opstandelingen duren nog steeds voort.
Het schijnt dat de Porte krachtiger wil optreden tegen
de Albaneezen. Uit Ipek zijn dezer dagen 55 Albaneezen,
die zich tegen de hervormingen verzetten, verbannen.
Uit Sofia werd den 13 geseind
Ten gevolge van door Turksche troepen en basehi boe-
zoeks, die in de dorpen van het distriet Kurklisse naar
wapens zochten, gepleegde gruwelen ontstond onder de
bevolking een paniek. Reeds zijn 1350 vluchtelingen te
Burgas [aangekomen. Vrijdag kwamen nog meer vluchte
lingen naar de greus.
SER VIE. Zooals reeds in ons vorig nummer gemeld
is had de begrafenis van den Koning en de Koning in
allen eenvoud plaats. De teraardebestelling van den moor
denaar luit.-kolonel Naumowitzdie niet zooals het
eerste bericht luidde door den Koning werd doodgeschoten,
maar om het leven kwam. toen hij met dynamiet de
deur liet springen van des Koning's slaapvertrek, |had
daarentegen met groote [militaire praal plaatsen door
de voorloopige Regeering wordt hij gehuldigd als .een
held, die voor het heil des vaderlands is gestorven."
Van de moord op het Koninklijk Echtpaar, wordt door
diezelfde Regeering de volgende lezing gegeven
.Heden morgen werden de Koning en zijn vrouw ver
moord.
.Des nachts wilde de Koning zijn vrouw dwingen hem
te verlaten. Zij verzette zich en beproefde met hare mede
plichtigen ten paleize hem van zjjn voornemen af te
brengen. Er ontstond een worsteling, waarin bloed vloeide
en menschenlevens verloren gingen. Het 6de regiment
trok het paleis binnen, er vloeide meer bloed en de Koning
en zijn vrouw kwamen om."
Aan de verschillende mogendheden is een gelijkluidende
kennisgeving gedaan met het gevolg, dat de voorloopige
regeering van allen, behalve Rusland, dat niet antwoordde,
de mededeeling mocht ontvangen dat de gruweldaad
beschouwd wordt als een zuivere binneniandsche aange
legenheid.
De minister Theodorowitsj is aan zijne wonden
overleden, zijne dochter, die bij hare pogingen om haar
vader te beschermen, gewond werd, ligt op Bterven.
Gebleken is dat de revolutie, zoo al niet de moord,
reeds geruimen tijd was voorbereid en dat zich in het
leger tot dat doel verscheidene comité's hadden gevormd.
Niemand zal worden vervolgd. De aanslag zal worden
beschouwd als een gevecht, waarin vele aanvallers sneu
velden.
Koning Karei van Rumanië, Eerekolouel van het 6e
regiment infanterie in het Servische leger heeft echter
verklaard, niet meer in betrekking te willen staan tot
genoemd regimentdat den moord op het Koninkljjk
echtpaar ten uitvoer bracht.
Uit Belgrada wordt van den 15 gemeld
Prins Peter Karageorgewitsj is door de Skoepschtina
eenstemmig tot koning van Servië gekozen.
Prins Peter, die zich te Genève bevindt, moet ver
klaard hebben, dat hij volstrekt niets heeft geweten van
de samenzwering in Servië en in geenerlei opzicht, ook
niet indirect, daartoe heeft medegewerkt.
»Ik betreur ten zeerste," zeide hij, .dat men heeft
gemeend, aldus bloed bij stroomen te moeten vergieten.
Ik keur beslist die maatregelen van geweld af en ik be
treur vooral, dat het leger die te baat nam want het
leger heeft een edeler taak te vervullen dan moorden."
Hy verklaarde, als hij tot den troon wordt geroepen,
in vrijzinnigen geest te zullen regeeren en de Zwitsersche
Staatsinstellingen tot voorbeeld te nemen.
VENEïCEIjA. De revolutie schijnt dan toch wer
kelijk beëindigd te zijn. Volgens een telegram uit Cara
cas iiet Matos daar bekend mak:n, dat de opstand was
geëindigd, dat hij Gastro erkenden verlof jvroeg naar Cara
cas te mogen terugkeeron.
KliID-AFRIKA. Te Vrijheid, het nieuwe gedeelte
vau Natal, dat vroeger tot Transvaal behoorde, is eene
openbare vergadering gehouden om te protesteeren tegen
het besluit van het Natalsch Parlement, waarbij aan dit
nieuwe gedeelte slechts eene vertegenwoordiging van
twee leden wordt bewilligd in plaats van drie. Dit
besluit heeft een zeer slechten indruk gemaakt. Zeer in
tegenstelling is het dan ook met een besluit onlangs
door de Wetgovende Raad te Pretoria eenstemmig ge
nomen om in het reglement voor openbare vacantiedagen
ook op te nemen de viering van Dingaansdag door de
Boeren. De Hollandsche leden zeiden hun mede-leden
warm dank voor dit teekon van goeden wil, opmerkende
dat dit besluit meer zou bijdragen tot de verzoening dan
honderd redevoeringen.
President Steyn.
Uit Reichenhall is te Miinchen bericht ontvangen,
dat President Steyn aanmerkelijk in beterschap toeneemt
en dat hoop bestaat op volkomen genezing.
Mevrouw Botha komt, volgens het »N. v. d. D.",
in gezelschap van vele Tratsvalers, a.s. Vrijdag uit Brussel
naar Amsterdam en neemt er haar intrek in het Amstel-
Hotel. Van Amsterdam keeren allen met het Duitsche
stoomschip .Kanzier" den volgenden dag naar Zuid-Afrika
terug.
Nationaal Comité tot steun aan
miliciens.
Den 13 werd te Amsterdam, onder voorzitterschap
van den heer M. C. P. Barbe, een vergadering gehouden
van de besturen der plaatselijke comité's tot steun aan
miliciens.
Uit het verslag bleek, dat zich hebben opgegeven 396
miliciens, die door de oproeping hun werk verloren had
den en dat van dit aantal 95 waren geplaatst.
Besloten werd, om de help ook uit te strekken tot de
miliciens van de lichting 1902, welke naar hniskeerend
is, voor zooverre ook onder deze personen mochten zjjn,
die door den dienst hunne betrekking hebben verloren.
Protest tegen het oproepen der lichtingen.
Op de protestvergadering van de Haagsche afdeeling
van den Bond van miliciens en oud-miliciens tegen het
onder de wapenen roepen en houden van verschillende
lichtingen is een motie aangenomen, houdendenda protest
tegen den oproep der lichting 1897 en den zwaren dienst
der miliciens der lichting 1902 en aandringende op ruime
schadeloosstelling aan de miliciens.