Residentie Hypotheekbank.
N. GOES ZOON.
Tfld schriften
N. GOES ZOOMT. DIJK.
Plaats 1". 's-GRAVENHAGE.
Telephoon No. 862.
l)e ondergeteekenden maken hunne geachte begunstigers
bekenddat hunne ZAAK MAANDAG 29 JUNI a.s.
wegens feestdag van II.il. PETRUS en PAULUS
2 uur na den middag WORDT GESLOTEN.
om
G-evonden 17 oor werpen.
Veiling van vaste goederen.
HERMS. COSTER ZOON.
TH KOOP
Directie: K. E. ABBING en A. C.
DE KANTER.
4 pCts YPOTHTdKKTVRTP¥PN011f °P Tr v««y«p0t.he^«n geeft' onder notarieele contróle
EYEO*EEEKBRPyEN mt, groot f ÏOOO, f SO© en f ÏOO, tegen den koers van »93L pCt!
HAND US L
grint, aangenomen door G. Blom te
antie van 230 M3
Schoorl voor f990.
Perceel 4 (verschillende werken) aangenomen door C.
Dekker, te Eenigenbnrg, voor f 145.
Perceel 5 (Zeedijk). Het gewoon jaarlijksch ondoihoud
van het rijpad, de glooiing en bermen, alsmede de kluften
van genoemden dijk, loopende vanaf Krabbendam tot de
Schagerpaal, met de leverantie van 100 M3 grint, waar
onder begrepen a. het verzwaren der bovenbermen over
een lengte van 2652 M., zooals door profielen is aan
gegeven b. het afnemen der randen vanaf paal no. 18
tot de Schagerpaal c. de rijweg over een lengte van
90 M. om te leggen. Aangenomen door J. Oldenburg te
Bergen voor f 3350.
Perceel 6 (Ursemmerdyk of Zeedijk, bij Winkel). Het
gewoon jaarlijksch onderhoud der dykskruin, lang 125
M., met de leverantie van 4 M3 grint, aangenomen door
M. de Beurs, te Aartswond, voor f30.
Perceel 7 (Walingsdijk te Ursem). Het gewoon jaarlijks
onderhoud van het rijpad, lang 2340 M., benevens de
glooiings en bermen van gemelden dijk, met de leverantie
van 50 M3 grint, alsmede van de waterkeeringen en de
daarbij gelegen straatweg te Rustenburg, waaronder be
grepen a. het uitnemen en repareeren der deuren van
de waterkeeringen aldaar b. het remmingwerk te her
stellen. Aangenomen door J. do Groot te Scharwoude
voor f 700.
De uitslag van de aanbesteding der te verrichten wer
ken aan den Geestmer-Ambaehtsdijk was als volgt:
Perceel 1. Het gewoon jaarlyksch onderhoud van het
rijpad, de bermen en glooiings van den Veenbuizerdjjk,
lang 1010 M. met de levering van 10 M3 grint, alsmede
het teeren en onderhonden der noodbalken en der water-
keering bij den Yeenhnizermolen, het hek staande aan
het einde van den dijk, de leuning langs de kluft, zoo
mede van een der Landhoofden van het Kleine Mallegat,
aangenomen door J. Zilver te Hoogwoud voor f 85.
Perceel 2. Het repareeren, teren en onderhouden den
deuren, der muren, der brug met de leuningen aan het
groote Mallegat, waaronder begrepen a. het afbreken er
wederopmetselen van 8 M3 metselwerk aan de Hoofden
b. het leveren en op aanwijzing plaatsen van 1 stuk eiken,
0.20 by 0.30 M., lang 4 M., aangenomen door D. Kriller
te Oude Niedorp voor f 200.
Mldb?wwP t des™rklezende °P naa,m gesteld, leenen zich bij uitstek voor rustige
geldbelegging. De uitlotingskans ss aseer gering, terwijl houders die zulks verlangen, van tien tot tien iaren
terugbetaling pari kunnen bekomen uit de eerst inkomende aflossingen van hypothecaire leeningen
Nadere inlichtingen en prospectussen te bekomen bij den Heer J. DE LANGE O.Jzn., Commissionair in effecten
elk vet varken 25
Wegens de strenge keuring aan de stedelijke Abattoirs, gepaard met vele afkeuringen en geheele vernietigingen,
ziiodat er dikwijls geen cent van terecht komtzijn ondergeteekenden verplichthetzij van boer of koopmanvan
ets. premie te heffen, om bovengenoemde schade eenigszins te dekken.
Namem de kooplieden,
S. DINSDAG.
J. RIET.
H. J. KRUISMAN.
FRED. VAN SLOTEN
A. DE BOOM.
J. A. v. d. GRIENT.
G. DEEN.
Rz.
GEBR. GERRITSEN.
S. OLIVIER.
C. DE VRIES.
H. DE VOS.
J. KRUISMAN.
J. A. KUITERT.
A. VLIERMAN.
Te bevragen aan het bureau van politie op werkdagen
des morgens tusschen 9 en 12 uur
Een bloedkoralen armbandje met gouden sluiting, een
rozenkrans, een nickel horlogeketting, eonige portemon-
naies met geld, een jongensjasje, een verlakte ceintuur,
een pakje inhoudende portomonnaie en zakdoek, een sabel
kwast, een huissleutel, een gouden oorknopje, een mili
taire rijspoor, een bril in étui, een knipmes, een vrouwen
zak inhoudende portemonnaie met e9nig geld, een deksel
van een doofpot.
Alkmaar, De waarn. Commissaris van Politie,
26 Juni 1903. P. VAN DER HEIJ.
Uitslag der velling,
gehouden door Notaris M. GOUVERNE,
op 24 Juni 1903, in het Koffiehuis vau den heer A.
M. HAZES, aan het Luttik-Oudorp, alhier.
Het HUIS met GROND, genaamd »het Veerhuis
der Egmonden'' te Alkmaar, aan de Oudegracht,
wijk D, no. 215, groot 125 centiaren, is in bod gebracht
op f 296 0.— door den heer O. KOOPMAN.
De afslag heeft plaats op Woensdag 1 Juli
1903, des avonds 7 uur.
ding overik moet zelf meegaan en de wacht houden.''
»Maar onder welk voorwendsel?'' vroeg Koen. »Ge
kunt toch geen pleziertochtje op den »Zeearend" gaan
maken
»Dat voorwendsel is ganw gevonden. Ik zeg, dat ik
hier op het laatste oogenblik nog een telegram heb ge
kregen om zoo ganw mogelijk te Drontheim te komen. De
Freya" blijft minstens twee dagon onderweg, de stoom
boot doet de vaart in twintig uur. Als ik den kapitein
verklaar, dat 't een zaak van dringend belang is en dat
ik er zeer op gesteld ben wat vroeger aan te komen, zal
hy niet weigeren mij als gast mee te nemen.''
»Zeker niet, en misschien zal hij je ook geloovenmaar
Sassenburg en je oom zullen dat stellig niet doen. Ge
hebt den »Zeearend" tot hiortoo in het oog vallend ont
weken, en als ge dien nu in hun afwezigheid opzoekt en
»Dat zullen ze in elk geval eerst te Drontheim verne
men," viel Bernhard in. »Ik wacht nn natuurlijk, totdat
zij vertrokken zijn, en dóar zal ik op de eene of andere
manier wel raad zien te schaffen. Of Harald komt tot
bezinning en staat mij te woord, óf ik neem Sassenbnrg
in het vertrouwen en breng hem aan het verstand, dat
't zaak is zjjn stuurman te ontslaan. Zoolang ik op het
schip ben, zal er niets gebeuren. Harald weet, dat ik hem
doorzie, in mijn bjjzijn zal hij zich niets verstouten.
Daar komen de rytuigen al't Zal niet lang meer dnren."
Hij stond op en trad aan het kleine venster van de
kajuit, dat uitzicht bood op het strand. Daar kwamen juist
de rytuigen aan, éen groot, blijkbaar voor de twee hoeren
en Sylvia bestemd, en twee kleinere voor de bodienden.
Ook eenige lichte stukken bagage werden al van den »Zee-
arend" daarheen gebracht.
»Dus moet ik wezenlyk alleen met de »Freya" naar
Drontheim vroeg Koen, die hem gevolgd was.
»Ja! Ge kunt het roer gernst aan Olaf overlaten, hij
is een flink stnnrman en goed bekend met de vaart. Goede
reis dns en veel succes met je trouwplannen
»Ja, dót willen we hopenriep Koen, de hem toege
stoken band hartelijk drnkkende. >Ik zal Inga vragen of
zy 't over haar hart kan verkrygen mij uog eens weg
te sturen, ea kan ze 't niet dan ben ik de wereld
te rjjk
De ♦Zeearend" vertrok tegen den middag en voer
reeds na een paar uren de »Freya" voorbij, die voor
uitgegaan was. Het weer was op het land koel, maar
tamelijk helder, doeh op het water nam de mist steeds
toe, de kust was slechts in flauwe omtrekken te onder
scheiden, hoewel het vaartuig in den omtrek daarvan
bleefmen kon nauwelijks een honderd schreden van
zich af zien.
De kapitein van den »Zeearend" was min of meer
verrast, toen mynheer van Hohenfels even na het vertrek
van den prins nogmaals aan boord kwam en mede
wenschte te varenmaar hij twijfelde, niet aan Bern-
hard's mededeeling en stemde gaarne in zijn verzoek toe.
De bemanning was ook niet verwonderd over den ou-
verwachten gast, daar zy de reden van zijn tegenwoor
digheid vernomen hadden. Alleen Harald Thorvik deinsde
onthutst achteruit, toen hjj, op het verdek komende,
Bernhard aantrof, die hem kortaf vertelde, dat hij tot
Drontheim meevoer. Maar reeds de volgende seconde had
de stuurman zich hersteld.
♦Zoo Nn, morgen vroeg zijn wij daar." Dit was
alles wat hij zeidewaarop hij zich naar zyn post
begaf.
't Was middernacht geworden, maar nog altyd niet
geheel donker. Hier heerschte slechts de diepe scheme
ring, die elders het aanbreken van den nacht onmiddel
lijk voorafgaat. Op de zee lag een dichte, zware mist,
ais een ondoordringbare munr, en de slanke, witte ♦Zee-
arend", dien ieders blik anders vol bewondering volgde,
als hij met ontplooide vlag en fladderende wimpels de
golven kliefde, pleed thans als een schaduw, als een
spookschip door den grauwen nevel.
Aan boord heerschte diepe stilte. De kapitein had
zich in zyn kajuit teruggetrokken daar er ondanks het
minder gunstige weer niets te doen viel, want het water
was effen en het roer in goede handen. Alleen de wacht
bevond zich op haar post en de stuurman stond by het
roer. Men hoorde niets dan het werken van de machine
en het rnischen van de zee, die men niet zag. Zoo ging
't voorwaarts door duisternis en golven.
Nu kwam een lange zwarte gedaante van den anderen
kant van het schip en trad op den stuurman toe. Bern
hard Hohenfels had ook een regenmantel om, waarvan
de nevel in dikke droppels afliephij maakte een paar
opmerkingen over het weer, die kortaf en norsch beant
woord werden. Daarop volgde een langdurig stilzwijgen
Eindelijk zeide Harald
»Ik dacht, dat ge al lang naar bed waart
»Ik kan niet slapen en dan houd ik je liever ge
zelschap."
»Voor mijn part 1 Wilt ge bij geval den heelen nacht
hier boven blijven P"
♦Misschien welOf is je dat niet uaar den zin
Harald haalde de schouders op. Mij Maar 'tis geen
pleziertje, dunkt mij, als men niet op het verdek moet
wezen."
»Ik ben zeeman," zeide Bernhard, bezorgd naar den
zwaren mist starende, alsof hij dien met zyn blik wilde
doordringen. »Om het weer geef ik eren weinig als gij.
Welken koers houdt ge eigenlijk
♦Den rechten was het stugge antwoord.
♦Zijfc ge wel heel zeker dat 't de rechte is
♦Ben ik stuurman of gij
De beide mannen stonden oog in oog, het licht boven
bnn hoofd schemerde dof met een geelachtig schijnsel,
de mist scheen 't als 't ware op te slorpen, maar 't was
toch altijd helder genoeg om beider gelaat te onder
scheiden. Zij maten elkaar als twee vijandenmaar op
eens wendde Bernhard zich ter zijde en luisterde
Wat is dat voor een geluid Hoort ge niets
Neen zeide Harald, zonder zich te verroeren.
Ik hoor 't dan wél. Dat klinkt als gelui We kunnen
onmogelijk zoo dicht bij het land zjjn en om twaalf uur
's nachts luidt er toch geen kerkklok."
Inderdaad klonk er een gelui als op verren afstand. Nu
hield 't op, dón begon 't opnieuw; half verdoofd door
wind en golfgeklots iets als verwijderd klokgelui, dat
zacht en geheimzinnig den nevel doordrong.
Herald waarheen stuurt ge?" klonk 't ruw en
dreigend nit Bernhard's mond.
Naar Drontheim 1" luidde het antwoord even bits.
Bernhard boog zich voorover en luisterde met inge-
N/V Boek- en Handelsdrukkerij v/h
(VOOR OUD.) Per Jaargang.
Revue des deux uiondes 1900,1901 I 5
Tiondon News 1898, 1901
Tour de monde 1900, 1901
Magazin d'éducation 1900, 1901
Punch 1900, 1901
4.ÖO
3.50
2--
2.—
Cornhlll Magazin 1900 2.
Hord und Sttd 1900, 1901
Ueber Uand und Meer 1895, 1896,1897,
1899, 1900
Gartcnlaube 1895, 1900, 1901
Vliegende Blatter 1897, 1898,
3.—
3
1.80
n
1900,
r>
1901
Dahefm 1895,1896,1897
Illustration 1898, 1900, 1901
Gids 1900, 1901
Woord en Beeld 1899, 1900, 1901
Elsevier's Maandschrift 1899, 1900,
1901
Mlgen Haard 1900, 1901
Nederland 1895, 1900, 1901
Tijdspiegel 1894, 1895, 1896, 1897, 1899,
1900, 1901 1.3ft
1.50
1.8©
a 4.50
I SO
3.35
2.ÖO
1.8©
1.35
Hum. Album 1900,1901
1.85
honden adem daar hoorde hij dat geluid weer, nu
veel nader en duidelijker, 't Was ontwijfelbaar zeker de
toon van een klok, maar ze klonk niet zoo plechtig en
kalm als die aan het strand. Met onregelmatige tusschen-
poozen luidde en zweeg zij dof en waarschuwend en
nu vloog Hohenfels plotseling overeind hij had dat
geluid herkend.
Dit was de waarschuwing van de Trollklippen, de boei
met de zeeklok die door den golfslag in beweging ge
bracht, de nabijheid van het verraderlijke steenrif ver
ried. De zee zelf waarschuwde de schepen die bij nacht
of nevel het gevaar niet bespourden. Reeds de volgende
seconde had Bernhard als met een ijzeren groep den arm
van den stuurman omvat.
Dat's de klok van de Trollklipppen 1 Wij zyn er vlak
by Ge moet van koers veranderen oogenblikkelijk f
Hoort ge niet, Harald?"
Thorvik scheen inderdaad niets te booreo of te zien
dan het stuurrad, waarbij hij als vastgenageld stond.
Met wijd geopende oogen staarde hij in den mist en al
het bloed scheen nit zijn aangezicht geweken, maar zijn
hand hield stijf het roer omklemd.
Laat losWeg, zeg ik jebeval Bernhard hem op
gesmoordenmaar beslisten toon. ♦Ge zijt krankzinnig
en aan een krankzinnige kan men geen schip toever
trouwen. Laat los, zeg ik, of ik roep den kapitein, roep
al het scheepsvolk bijeen en laat je iu verzekerde bewa
ring nemen I"
Hij trok hem werkelijk achteruit, drong hem op zijde
en wendde zelf het rad naar den tegenovergestelden
kant. Langzaam begon het schip te keeren en veranderde
het den koers in de aangewezen richting. Weldra klonk
de waarschuwende stem veraf en zachter, vervolgens
hoorde men nog enkele tonen, zwak en onduidelijk, ein
delijk verstomden ook deze het gevaar was voorbijl
Wordt vervolgd.