De dood van den Paus.
Indische Penkrassen.
Honderd en vijfde jaargang. Zondag 26 Juli 1903.
r^Oa 88. Tweede l>lad.
ALK1AARSCHE COURANT.
Het overlijden van het hoofd der Katholieke Kerk is
reeds op zich zelf een belangrijke en voor de leden der
Kerk aangrijpende gebeurtenis. Da persoon van Leo XIII,
sedert 7 Pebrnri 1878 met het Pauselijk gezag bekleed,
ook buiten de Kerk hoog geacht en geëerd, geelt daar
aan een meer dan gewone beteekenis, inzonderheid in
verband met de vraagwie hem op den H. Stoel zal
opvolgen. Ruim een kwart eeuw heeft deze Paus de Ka
tholieke Kerk geleid onder dikwijls moeilijke omstandig,
heden. Botsing wist zijn beleid te voorkomen zooveel
mogelijk verzoenend en vredestichtend was zijn optreden.
Ook op maatschappelijk gebied was zijn werkzaamheid
in denzelfden geest. Algemeen bekend is zijn encycliek
over het arbeidersvraagstuk Rerum novarum).
Aan werkgevers zoowel als aan werklieden worden
daarin behartenswaardige woorden gezegd. Onder verde
diging van den bijzonderen eigendom, veroordeeling van
alle geweld, ec bestrijding van de leer der Sociaal-De
mocraten, wordt den werkgevers hun aansprakelijkheid
voor het lot hunner arbeiders onder het oog gebracht.
Het zedelijk en stoffelijk welzijn hunner werklieden heb
ben zij naar vermogen te behartigen. Zij mogen niet
rusten, voordat zij hun een loon verstrekken, dat hen in
staat stelt met hun gezin behoorlijk te leven. Maar ook
de Staat heeft daarbij het zijne te doen. .Derhalve vor
dert de billijkheid'', luidt 's Pausen woord, »dat de staat
zich de werklieden aantrekke zóó, dat dezen zich een
behoorlijk gewin van hun arbeid verzekerd zienhet
werk moet hun voor woning, kleeding en voeding zoo
veel opbrengen, dat hun leven ten minste geen ellendig
leven is." Wel moet voorkomen worden, dat het individu
en het huisgezin in den staat zouden opgaan, maar be
hartiging van het algemeen belang kon bescherming van
bjjzondere klassen van burgers noodig maken. .Bedreigt
derhalve", zoo luidt de conclusie »de gemeenschap of
bijzonderen stand eenig nadeel, dat anders niet ,te weren
is, dan is tus3chenkomst van den Staat gewettigd."
Wanneer men deze merkwaardige encycliek opslaat,
kan men zich niet weerhouden Ier eenige plaatsen uit
over te nemen. Zoo zal men lezen, dat het Staatsgezag
zich moet doen gelden, zoowel wanneer ongereldheden
dreigen wegens oproerige gezindheid der werklieden of
ten gevolge van werkstakingen, als wanneer de natuur -
lijke familiebanden in de kringen der arbeiders worden
verbroken; wanneer den werkman geen tijd gelaten wordt
voor het volbrengen zijner godsdienstplichtenwanneer
zijn zedelijkheid wordt belaagd door de wijze, waarop
personen van beiderlei kunne tot gemeenschappelijken
arbeid worden gebezigd wanneer aan de werklieden te
zware arbeid wordt opgelegd, of de werkgevers hen
dwingen tot het aannemen van voorwaarden, die in tegen
spraak komen met hun persoonlijke waardigheid of hun
rechten als mensch; wanneer hun gezondheid wordt on
dermijnd door overmatig werk of een arbeid, die niet
met hun leeftijd of kunne overeenkomt. In al die ge-
Auteursrecht uitdrukkelijk voorbehouden.
XX.
Dezer dagen kreeg ik bezoek van een zeer merkwaardig
man, van Sech Said bin Abdullah Baddillah, den luitenant
der Arabieren op het eiland Banda.
Zooals vele lezers wel reeds zullen weten, geeft het
Gouvernement aan invloedrijke Chineezen Arabieren
Klingaleezen en andere vreemde Oosterlingen" den eere-
titel van luitenantkapiteinof majoor. Salaris ontvangen
zij niet, wel eene kleine vergoeding voor bureaukosten
en ze staan onze Nederlandsche ambtenaren daarvoor bij
in het bestuur over hunne rasgenooten, die in bepaalde
wijken, de zoogenaamde *kampenmoeten wonen.
Aangezien Sech Said bin Abdullah Baadillah thans met
verlof naar Holland komt, acht ik mij verplicht hem
even aan de Nederlanders voor te stellen. Ik heb zóóveel
goeds van dien Arabier gehoord, dat hij 't wel verdient
om in patria veler vriendschap te genieten. Wie toch in
den grooten Molukschen Archipel kent hem niet, den ont
wikkelden, verdienstelijken, hulpvaardigen, zoo sympa
thieken en door rjjk en arm, door Christen, Mohamme
daan en Heiden zoo hoog vereerden man
Zijn belangeloos werken, waar het de Indische ge
meenschap geldt en zijn trouw aan ons Gouvernement
gaven der Hooge Regeerint? aanleiding om hem in De
cember 1901 de zilveren Ster van Trouw en Verdienste
toe te kennen.
Zoo ooit dan prijkt deze Ster thans op een waardige
borstr 8
Doch laat ik u enkele bijzonderheden uit 's mans leven
meedeelen.
Sech Said bin Abdullah Baadillah dan werd 22 Juli
1859 te Banda-Neira geboren. Zijn vader en grootvader
waren ook reeds met het bestuur over hunne rasgenoten
belast en de betrekking zal dos zoo langzamerhand wel
erfelijk in de familie worden. Hij bezocht de Hollandsche
vallen zal volgens deze encycliek het staatsgezag zich
moeten doen gelden, .evenwel zoDder de juiste perken
te buitan te gaan. Slechts zoo ver tot wegneming van
het kwaad, tot verwijdering van het gevaar onontbeerlij k
is, en niet verder mogen de maatregelen van staatsweg e
ingrijpen in de burgerlijke verhoudingen."
Merkwaardig vooral is in deze dagen wat over de
werkstakingen gezegd wordt. Da gemeenschappelijke werk
stakingen tot het uitoefenen van dwang op de werk
gevers, als dezen zich niet in staat verklaren do hun
gestelde eischen in te willigen, noodzaakt de burgerlijke
overheid tot tegenweer. .Immers", zoo lezen wij, .der
gelijke stakingen strekken niet slechts den arbeidgevers
zoowel als den arbeiders zeiven tot schade, maar zij bena-
deelen evenzeer op gevoelige wijze handel en nijverheid
en in het algemeen het openbaar belang. Bovendien geven
zij, gelijk bekend is, aanleiding tot gewelddadigheden en
onlusten, en verstoren zij den vrede in den Staat. Op de
beste wijze wordt hiertegen opgetreden door maatregelen
en wetten, welke het kwaad trachten te voorkomen gn
het optreden ervan trachten te beletten door het weg
nemen der oorzaken, die gewoonlijk den stfjjd tusschan
arbeidgevers en arbeiders in het leven te roepen."
Van de arbeidersvereanigingen, welker optreden een
verblijdend verschijnsel wordt genoemd, kunnen uitmun
tende vruchten worden verwacht, mits de godsdienst haar
grondslag zij, en de leiding worde toevertrouwd aan be
kwame en vertrouwde katholieken, aan wereldlijke en
ordesgeestelijken, onder toezicht van de bisschoppen. Voor
de christelijke democratie heelt doze encycliek voorlange
jaren den weg gewezen en zal zij blijven van historisch
belang.
Onverzoenlijk is echter ook deze vredelievende kerk
vorst gebleven tegen eiken maatregel van de wereldlijke
overheid, waardoor op de vrijheid der godsdienstige en
kerkelijke vereenigingen inbreuk wordt gemaakt. Hier
wordt haar alle bevoegdheid tot regeling van beheer, tot wei
gering van rechtspersoonlijkheid, tot het houden van toezicht
en het stellen van voorwaarden ontzegd. Over deze vereeni
gingen heeft alleen de kerk te beschikken; de wereldlijke
overheid heeft alleen tot taak haar te beschermen tegen
onrecht en geweld. Hoe de verhouding tot Frankrijk ter
zake van de nieuwe wet op de vereenigingen en congre -
gatiën gespannen was, is dan ook te begrijpen. Toch werd
een openlijke breuk voorkomen. In het Oosten kon Fran-
krijk's invloed in het belang der Kerk meermalen worden
gewaardeerd.
Op een ander punt kon evenmin de vrede gesloten
worden. Rome is de hoofdstad van Italië, de zetel van
haar regeering geworden, het erfgoed van St. Pieter is
aan de Kerk ontnomen en daartegen is het protest onver -
zwakt gebleven. Die toestand kon niet worden erkend, en
de Paus bleef de gevangene op het Vaticaan. Te vergeefs
heeft de Italiaansche regeering de zoogenaamde waar-
borgenwet uitgevaardigd, volgens die wet is de persoon
van den Paus onschendbaar en worden hem over geheel
het Italiaansche grondgebied de rechten en de eerbewijzen
lagere school en werd daardoor onze taal voldoende
machtig om zich door veel lezen meer algemeen te ont
wikkelen. In 1889 werd hij tot zijn tegenwoordigen rang
benoemd. De .luitenantis zeer rijk en doet veel goed.
Zoo bouwde hij in 1891 een groote mooie missigit\ (bede
huis) in Kampoeng Baroe, een buurt van Banda-Neira en
later nog twee kleinere in andere wijken der stad. Hier
door ontstond nu onder de Mahomedanen twist en twee
dracht, de bewoners van Kampoeng Baroe werden als de
bevoorrechten beschouwd. Baadillah maakte er spoedig
een einde aan, door alle priesters bij zich te ontbiedsn
en hun mede te deelen, dat bedoelde groote missigit niet
voor Kampoeng Baroe doch van hem was en dat het dus
ieder Mohammedaan vrij stond, daar godsdienstoefening
te houden. De dankbare priesters benoemden hem toen
tot Voorzitter van hunnen Raad. Niettegenstaande of
liever juist omdat Baadillah een overtuigd volgeling van
Mohammed is, die door de kennis van de Arabische taal
volkomen begrgpt, wat zijn godsdienst voorschrjjft, is
onze Arabische .luitenant" zeer verdraagzaam jegens an
dersdenkenden. Door zijne uitgebreide handelsbetrekkingen
op de kusten van Zuid- en West-Nieuw-Guinea heeft hij
natuurlijk zeer veel invloed op de Heidensche bevolking
aldaar en die invloed heeft hij o. a. gebrnikt om den
pastoor Le Cocq d'Armandville te steunen bij het ker
stenen der Papoea'sHij wist velen over te halen hunne
kinderen door dien geestelijke te doen doopen en voorzag
de missies gratis van levensmiddelen. Baddillah, die sedert
1894 op groote schaal aan parelvisscherij doet en aan
vankelijk uitsluitend duikers van Manilla in dienst had,
heeft ook welvaart gebracht bij verscheidene Inlandsche
Christenfamilie's door Christenjongens voor duiker te
doen opleiden. Dit, wat zijn godsdienstige gevoelens be
treft. Ook de wetenschap werd door hem naar vermogen
gesteund.
Professor Max Weber, de man der Diepzee-onderzoe
kingen, ontving door Baadillah's hulp een groot aantal
belangrijke voorwerpen voor de verzameling van de be
kende Sibogaexpeditie en Professor van Hasselt kreeg een
schoone collectie wapens, huisraad, werktuigen enz. af-
van een Souverein toegekend. Het gebruik van het Vati-
caansch paleis en enkele andere gebouwen en terreinen is
hem verzekerd, gezanten van andere mogendheden bij
den Paus genieten in het Koninkrijk alle voorrechten,
die volgens het internationale recht aan vreemde diplo
maten toekomen, en het vrije gebruik van post en tele
graaf wordt den Paus gewaarborgd. Noch PiusIX, noch
Leo XIII hebben deze waarborgen aangenomen,evenmin
als de jaarlijksche uitkeering, die bij dezelfde wet werd
bepaald.
Deze verhouding tot het Koninkrijk Italië heeft ook
in de verhouding tot andere staten, vooral bij de bezoeken
van vreemde souvereinen tot moeilijkheden geleid, die bij
protestantsche vorsten als den Duitschen Keizer en den
Koning van Engeland gemakkelijker te overwinnen bleken
dan bij katholieke. Voor Oostenrijk inzonderheid was
de toestand moeilijk. De oude Keizer is een getrouwe
zoon der Kerk en was persoonlijk een groot vereerder
van den overleden Pans, maar tevens de bondgenoot van
den Koning van Italië. Een gevolg daarvan is geweest,
dat hij noch den een noch den ander te Rome een bezoek
heeft gebracht.
Weldra zal hst Conclave zich sluiten over de Kardi
nalen, die op de nauwkeurig voorgeschreven wijze, zooveel
mogelijk van de wereld en van wereldsehe invloeden
afgesloten den opvolger van Leo XIII zullen kiezen.
Met niet geringe spanning wordt de uitslag te gemoet
gezien. Zal ondanks alles wat onverzoenlijk tegenover
elkander schijnt t8 moeten bljjven staan, onder dien op
volger do leiding, ook de politieke leiding, dezelfde blijven
Zal steeds meer een weg voor het practische leven, een
modus vivendi worden gezocht, ter tegemoetkoming aan
verschillende groote belangen, met behoud van beginselen
en voorbehoud van rechten of zal de strijd ernstiger
worden hervat 1
Koninklijke automobilisten.
De Koning van Italiëzooals men weet evenals
zijn gemalin een hartstochtelijk automobilist, is onlangs
aan een groot ongeluk ontsnapt, toen hii Maandag een
nieuw electriseh rijtuig wilde beproeven. Nauwelijks was
hij met Koningin Helena ingestapt, of de rem weigerde.
Gelukkig reed de automobiel tegen een boom, die afbrak,
terwijl de auto zelf vlak in de nabijheid van den meer-
rand tot staan kwam. De koning sprong sprong er uit
zonder letsel bekomen te hebben, terwijl de koningin bij
het afspringen haar enkel verzwikte.
Dr. Quirico en een dokter uit de plaats verbonden
den voet en weldra daarop kwam ook: professor Carle
aan, die spoedige beterschap voorspelde.
Ook der koningin-moeder van Italië, die graag tuf-tuft,
is een ongeluk overkomen. De Koningin had om 5 uur
in den morgen Venetië verlaten per automobiel om gravin
Colleoni op haar kasteel bij Thiene een bezoek te gaan
brengen. Op den terugweg, in de buurt van het dorp
Sandrigokwam de auto evenwel in botsing met het
rijtuig van dr. Osti. Het rijtuig werd stukgereden en
het paard op den grond geworpen. Het verschrikte dier
sprong woest op en dreigde onheil aan te richten, terwjjl
dr. Osti den automobilisten, die hij niet kende, grove
beleedigingen naar het hoofd slingerde. In de auto werd
niemand bezeerd. Toen, de dokter bemerkte, welke hooge
komstig van Nieuw Guinea, die deze geleerde noodig had
bjj zijn onderwijs aan de toekomstige ambtenaren van
het Binnenlandsch Bestuur. Baddillah gaf als voorstander
der Westersche beschaving zijn kinderen een Europeesche
opvoeding. Er wordt bij hem thuis nooit anders dan
Hollandseh gesproken, hoewel natuurljjk ook de studie
der Arabische en Maleische taal niet wordt verwaarloosd.
Thans gaat hij met zijn jongsten zoon op reis naar Hol
land en wel over China, Siberië, Rusland en Duitschland
en hij zal den zestienjarigen knaap bij een hem bekende
Indische familie te Amsterdam in den kost doen om hem,
na het noodige voorbereidende onderricht den cursus
aan de Handelsschool aldaar te doen volgen.
Ook koestert onze brave landsdienaar nog een vnrigen
wensch en wel om toegelaten te worden tot zijne ver
eerde Souvereine, Koningin Wilhelmina. Hij zou Hare
Majesteit zoo gaarne de liefde en trouw vertolken, die
Hare onderdanen hier in »Nederlandsch uiterste Oosten"
bezielt.
Als deze Penkras door u gelezen wordt, is Sech Said
bin Abdullah Baddillah waarschijnlijk reeds in uw midden.
Hij zal als vreemdeling veel steun en voorlichting be
hoeven en we vertrouwen, dat hij die overal in ons dier
baar Vaderland vinden zal. Als hij dan na zes maanden
weer naar hier terug keertnaar het eiland Banda, dan
zal hij zeker niet nalaten om aan ieder den lof te ver
kondigen van het broedervolk, wonende in het verre
Westen over de zee.
Heb ik in mijn vorige Penkras helaas I veel kwaad
moeten vertellen, thans kan ik u gelukkig ook wat goeds
meédeelen.
Eenige dagen geleden liet een onvoorzichtig heer, ook
in Hotel Molenvliet gelogeerd, zijn portefeuille met bank
papier liggen in een dos d dos! Hij bemerkte zijn verlies
eerst, toen hij een half uur thuis was en de arme man
wanhoopte reeds ooit zijn bijeengegaard kapitaaltje weër
terug te zullen zien, toen daar plotseling een karretje