HORDENREN.
KERMIS.
Honderd en vijfde jaargang»
1903.
Sluis aan de Zeswielen.
Ca-evonden Ifoorwerpen.
feüili^eton.
SPORTROMAN
NO 97» Tweede Wad.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag-
en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f ©,80franco door het
geheele rijk f 1,
3 Nummers f 0,00. Afzonderlijke nummers 3 ets.
ZONDAG Telefoonnummer 3. 10 AUGUSTUS.
V,
A R.[ A li.
Prfjs der gewone advertentlën
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N/V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOONVoordam 0 9.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar
brengen ter algemeene kennis, dat de kermis dit jaar
zal gehouden worden van 33 tot en met 30 Augus
tus a s.
dat de regeling van staanplaatsen en van hetgeen
verder met de kermis in verband staat, opgedragen bljjft
aan de gemeente-politie
dat de loting voor de niet verpachte staan
plaatsen zal plaats hebben aan het politie-bureau op
Woensdag 10 Augustus a.s., dos voormiddags ten
ÏO ure;
dat de straatmuziek zooveel mogelijk zal beperkt
worden en niet meer dan vijf draaiorgels zullen wor
den toegelaten
en dat uiterlijk op Dinsdag 1 September a.s.,
des morgens, een aanvang moet worden gemaakt met
het afbreken en opruimen der kramen, tenten en uit
stallingen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter.
4 Aug. 1903. L. VAN DER VEGT, 1°. Secretaris.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente
ALKMAAR, brengeu ter algemeene kennis, dat wegens
het uitvoeren van eenige herstellingen aan de sluis
aan de Zeswielen, deze sluis voor het door schutten
van vaartuigen zal zijn afgesloten op Dinsdag 18
Augustus a.s., van af des voormiddags 8 uur.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter.
10 Aug. 1903. L. v. d. VEGT, lo. .Secretaris.
Te bevragen aan het bureau van politie op werkdagen
des morgens tusschen 9 en 12 uur
Een koperen rijtuigmoer, een notitieboekje, eea bril in
defect étni, een damesparapluie, een zilveren broche, een
rijwieltrapper, een zwarte dameshandschoen een jas, een
rijwielhandvat en een stuk vlechtdraad.
Alkmaar, De Commissaris van Politie,
14 Aug. 1903. S. M. S. MODDERMAN Jr.
Het lynchen In de Vereenigde Staten.
In do Ver. Staten is een statistiek, verscüenen over
het lynchen, welke afschuwelijke cijfers geeft. Van 1885
tot 1900 hebben niet minder dan 2516 lynchmoorden
plaats gehad. 1678 negers, 801 blanken, 21 Indianen,
9 Chineezen en 7 Mexicanen vielen als slachtoffers. Onder
de vermoorden waren 50 vrouwen. Van de 45 staten,
waaruit de Bond bestaat, werd slechts in Massachusetts,
Newhampshire, Rhode Island en Utah niet gelyncht. In
dit jaar waren reeds 45 gevallen te tellen.
Het lynchen geschiedt tegenwoordig op de meest w tede
en verfijnde wijze. De slachtoffers worden met petroleum
overgoten eu langzaam in brand gestoken, ten doode ge
roosterd dus. Onlangs verdrongen zich om zoo'n onge
lukkige iu den staat Delaware meer dan 2000 toeschou
wers, mannen, vrouwen en kinderen.
President Roosevelt heeft naar aanleiding van deze
gruweldaden, een brief gericht tot dan heer Duibin, gou
verneur van den staat Indiana. «Zulke gewelddadigheden,"
zegt de president, zijn niets dan een vorm van anarchie,
en de anarchie is steeds geweest de voorlooper van de
tyrannie. Elk ontwikkeld mau moot met schrik kennis
nemen van de toenemende lyneh-manie iu dit land, en
de wijze waarop de woede der menigte zich uit, voor
namelijk tegen de slachtoffers van het gekleurde ras.
»In vele gevallen heeft de gelynchte zich schuldig ge
maakt aan een verschrikkelijke en onbeschrijflijke mis
daad, maar toch dient men de justitie niet te storen in
haar onderzoek en bovendien mag men den schuldige
zijn recht niet onthouden tot verdediging. Deze wets-
schennis, of zij een blanke of neger geldt, verzwakt de
beschaving".
Afrikaners in Chili.
De berichten omtrent de Trans vaalsche kolonisten
in Chili luiden aanvankelijk zeer gunstig. Mevrouw Hoge -
wong—Ruitenbach, te 's-Gravenhage, door wier bemid
deling de vestiging tot stand kwam, ontving uit Chili
een schrijven, geteekend, namens de onlangs daar aan
gekomen immigranten, door Frits van Straaten, comman
dant, en C. Sanders, veldcornet.
De schrijvers zijn, zoo desleu zij mede, goed en wel
hier gearriveerd en op hartelijke wijze door de Regeering
en bevolking ontvangen.
»Ons dorp ligt gaan zij verder in een gezond
gedeelte van Chili, het klimaat is heerlijk, het land vrucht
baar, dicht aan den spoorweg gelegen Wjj zijn er
ook op gesteld om meerdere kolonisten op te nemen,
maar wenschen, dat zulke meuscheu zich in onze kolonie
vestigen, die zich voor de algemeene welvaart willen op
offeren en hoofdzakelijk landbouwors zijn, Wij zullen
desnoods een vertegenwoordiger naar Europa sturen, die
met n persoonlijk over nieuwe kolonisatie kan sproken."
Een uit Holland naar Chili vertrokken Transvaalseh
kolonist zendt aan »Het Vad." ter inzage een Duitsch
blad, de »Grenzbote", te Lemuco, Chili, uitkomende.
Daarin staat
»Op Zondag 7 Juni vond te Pitroefgroen een groote
bijeenkomst plaats van kolonisten der nieuwe Boerkolonie
«Transvaal."
Bont fladderden de vlaggen in de gemengde kleuren
van Chili en Transvaal, op ieders gelaat was tevredenheid
en voldoening te lezen een nieuw schoon vaderland en
in dat blad een zoo glansrijke, hartelijke ontvangst te
hebben ondervonden. Na bespre*king van de koloniale
belangen en nadat alle zaken waren afgedaan werd door
de mannen het Transvaalsche Volkslied in koor aange
heven. Het gezang klonk wonderlijk schoon en plechtig
in het stille, eeuwenoude woud.
Daarna werd onder algemeene geestdrift de volgende
dagorder opgesteld «Wij danken de Regeering (Chileen-
DOOS
W. IëIJEH-FÖ ffcSTJUR.
5)
Marie vond nog een laatste middel om het afscheid
uit te stellen.
sWe moeten dien armen kampvechter toch vaarwel
zeggen."
Ze klommen op het toonee] om hnn offer te bekijken.
De bronzen athleet stond zwart en somber voor hen,
alleen zijn hoofd en hals waren als met een wit kleed
bedekt. Eer Joseph het verhinderen kon was Marie op
het steenen voetstuk geklauterd en het beeld omklemmend,
veegde ze met haar handschoen zoolang over zijn gezicht
tot de laatste sporen der sneeuwballen verdwenen waren.
»Die arme kerel, hij moet er wel suf van zijn
Ziezoo, nu ziet hij er weer behoorljjk uit."
Verrast bezag Joseph de groep. Het meisje met haar
vlugge bewegingen naast den dooderi, kouden figuur,
beiden op het voetstuk, schemerig verlicht, rechts en links,
voor en achter, aan alle zijden andere metalen beelden,
die door zware schaduwen omgeven, dreigend op hen
neerzagen over de geheele scène lag iets spookachtigs
dat hem pijnlijk aandeed.
Maar toen Marie weer naast hem liep, haar warme
arm in de zijne lag, haar gestalte zich vleide tegen de
zijne, was de onaangename indruk verdwenen.
Achter die hooge hagen doemde het koninklijk lustslot
op, somber en vervallen, een eenzame getuige van vroegere
pracht. Geen spoor meer van Engelsche koningen, die
hier op hun geboortegrond met de Cambridges en Cum-
berlands en Yorks oude herinneringen opfrischten geen
spoor van de Hannoverscbe koningen zelf, die twintig
jaar geleden als bannelingen hnn vaderland verlieten
geen spoor van de Garden, ruiters, equipages van dienaren
met fakkels, van sehoone dames die door het park dwaal
den geen vroolijk gezang, geen balmuziek, geen verlichte
vensters, zelfs geen vlag wapperend van den hoogen toren.
Het kostte Joseph eenige moeite om in het spaarzame
licht der enkele lantarens den uitweg te vinden.
Aan de poort draaide Marie haar hoofd over haar
schouder en wierp voor het laatst een blik in den tuin.
Met een gevoel van dankbaarheid dacht ze aan de heer
lijke middaguren aan het geluk door dit stille, blanke
park aan haar en Joseph geschonken. Maar dieper boorde
haar blik, dieper in do doodsche duisternis, die ver, ver
achter hen zich uitbreidde en een rilling ging haar door
de leden.
Met dat snelle wisselen van stemming, haar in zoo
hoog mate eigen, vroeg ze zich sidderend af
«Kom ik werkelijk van ginds? Uit die angstwekkende,
peillooze duisternis?"
Ze haalde diep adem.
«Joseph, houd me vast I"
«Wat?"
«Hond me vast je levenlang. Bij het eerste zware leed
zal ik ineenzakken als jij me niet tot steun bent."
Lachend schudde hij haar hand «Je zakt niet in elkaar,
jij, zoo'n groot, sterk meisje, jij het allerlaatst."
«Ik het allereerst."
HOODSTUK II.
Den 3en, 4en en 5en Mei 1888 werd er te Hannover een
zaak behandeld van het soortdat men in de keizerstad
aan de Donan een «drijfjacht" noemt. Voor de rijschool
en haar onden zaakvriend Abu was het een zeer benauwde
«drijfjacht", voor de niet-belanghebbenden een zeer amu
sante en alles bij elkaar genomen een sensatiegeval van
den eersten rang.
sche) voor de vriendelijke ontvangst. Zij schonk ons veel
meer dan on3 bij contract werd gewaarborgd. Wij betuigen
ook onzen dank aan onzen kommandant, den heer Fritz
Van Straaten, voor zijn kranige flinke leiding en zijn
onvermoeid streven om onze belangen te behartigen en
wij verzoeken hem deze dagorder ter kennis de Chileen-
sche Regeering te brengen."
Met donderende hoera's op de Republiek Chili, den
vertegenwoordiger der Chileensehe Regeering, den heer
Baëza Perreira Espineiro, den kommandant Van Straaten,
de veldcornets en het geliefd, onvergetelijk Transvaal
werd de vergadering gesloten en gingen de bewoners
van Nieuw Transvaal uiteen."
De kolonisten hebben inderdaad wel reden om voor
de hun geschonken, aan den spoorbaan gelegen, prachtige
gronden de Regeering zeer erkentelijk te zijn en niet
minder de hartelijke broederlijke ontvangst, hun door
die Regeering en de Chileensehe bevolking bereid, op
prijs te stellen.
Moeilijk kan men zulke berichten lezen zonder te
vragen was er voor de Afrikaners, die emigreeren wilden,
geen plaats in onze eigen uitgestrekte kolonies. Kon Oost
of West hun geen voorwaarden aanbieden als Chili deed
Kan dit niet nog geschieden met de wakkere mannen
van Ceylon, die niet kunnen besluiten Engelsch onderdaan
te worden
Wie geeft daar antwoord op? (N. v. d. D.)
Verschillende bedden.
De mensch brengt een derde gedeelte van zijn leven
slapende door en dus is het geen wonder, dat aan zijn
bed veel zorg en kosten worden besteed. Maar er is ook
in dit opzicht veel verschil bij do onderscheiden volken.
Het Duitsche, dikwijls veel te dikke en zware veeren-
bed kan niet bepaald als het ideaal van eene legerstede
worden beschouwd.
In Engeland en Amerika gebruikt men sinds lang in
plaats daarvan de veel gezondere matras met één deken
en bij de grootere konde meer.
De Fransche bedden zijn dikwijls zoo kort, dat het
voov een ietwat grooten vreemdeling een groote kunst
is zich zoo ineen te krommen, dat hij er eenigszins inpast.
In Noorwegen zijn do bedden zoodanig ingericht, dat
zij overdag verstopt zijn en tegen den nacht te voorschijn
worden gehaald. Men vindt daar dikwijls tamelijk hardo
sofa's, welke door het uitstrekken van het ondergedeelte,
dat een soort van kast is, als bedden gebruikt kunnen
worden.
In Zuid- en Middeu-Amerika worden het meest hang
matten gebruikt. De Indianen van Guatemala vlechten
hangmatten van gras en weten die zeer fraai te kleuren.
In Japan spreidt men het bed op den vloer door matten
daarop te leggen, met een houten steunsel voor het hoofd
erbij, hetgeen ieder Europeaan een vreeselijk martelwerk
tuig vindt.
De Chineezen gebruiken lage, dikwijls kunstvaardig
gesneden ledikanten, met matrassen en matten als dek.
's Winters slapen zij in dikke, met watten gevoerde
kleederen.
Abu's proces waswat grootte en beteekenis betreft
niet vergelijken met bet beruchte «spelersproces" dat
eenige jaren later de rijschool, Hannover, heel Duitschland,
zelf de naburigo staten in spanning hield, maar het was
een klein voorspel«kenschetsend"zooals do couranten
schreven «de verhoudingen levenswijzen gewoonten
beschouwingen enz. van zekere kringen."
Op de eerste uitbarsting van vreugde,na Abu's gevangen
neming was voor de rijschool al heel spoedig een ont
nuchtering gevolgd.
Een wreede ontnuchtering!
Den 23en Janüari schreef de «Kölnische Zeitung"
«Binnenkort zal er te Hannover een proces wegens
woeker aanhangig worden gemaakt. Een zeker John
Becker enz. reeds in hechtenis genomen officieren
bij betrokken groote sommen enorme procenten
en het artikel eindigde met de milde woorden «Laat
ous hopen dat het gelukt een der vele kankergezwellen
bloot te leggen waaronder jonge, onervaren, vertrouwens-
gezinde officieren zoo zwaar te lijden hebben".
De rijschool leest over het algemeen geen couranten
behalve het «Militair-Weekblad" en het een of ander
Berlijnsch blaadje, maar dit nummer van de «Kölnische"
ging van hand tot hand word bij Kasten herhaaldelijk
voorgelezen en vond over het algemeen instemming. Men
lachte met zoetzuren lach over het vertrouwensgezinde"
en noemde dat «onervaren" een wel wat te sterke uit
drukking maar de auteur werd grootmoedig vergiffenis
geschonken terwille van de goede gezindheid waarvan
het artikel getuigde.
Den 26en Januari echter dus maar drie dagen later,
sloeg de rijschool de schrik om het hart door het hoofd
artikel eener courant wier «hoofddoel is al het goede
dat bestaat en alles wat tot de welvarende bezittende
en adellijke klasse behoort door het slijk te sleuren."
De naam dier courant en. de inhoud van dat hoofdartikel
zullen bier niet bekend gemaakt wordenalleen zij
medegedeelddat volgens bovengenoemd artikel Abu
Beckerbij zijn schuldenaren vergelekeneen heilige
was. Wel werd zijn schandelijke wijze van deftn als