Buitenland. II de verwachting nitdat de raad de kroon zal zetten op het werk en het voorstel zal aannemen. De heer Cohen Stnart wenscht nog in 't kort te antwoorden. Den heer Ter Spill heeft het getroffen, wat curatoren der Latijnsche school in 1878 hebben gezegd dat was van die heeren niet te verwonderen. Hij vraagt verderweet men dan niet, dat het grootste aantal studenten de medische faculteit kiestdat voor die faculteit de opleiding aan de H. B. S. wordt gekozen. Is het onbekend dat aan hen die in de letterkundige laculteiten hebben gestudeerd, betrekkingen worden aan geboden tegen een jaarwedde van f 1200 en dat er slechts weinig plaats is Dat een volgende minister anders zal denken dan de heer Knyper, daarom behoeft men zich, meent hij niet zoo ongerust te maken, we leven wat het onderwijs betreft, in een anderen tyd dan die van 1878. Wat de interpretatie van het voorstel-Blum aangaat hij heeft die met citaten uit de handelingen bewezen en tart den heer Ter Spill ook maar uit een enkele zinsnede te bewijzen dat de heer Blum gedoeld kan hebben op eventueele wijziging van artikel 6. Als deze toch blijft volhouden, dan zou hij 3 leden uit den raad willen aange wezen zien, om de juiste bedoeling na te gaan. De vastheid bepaalt zich naar de meeniDg van den vorigen spreker daarindat onze wetgeving zoo langzaam gaat. Hij zou dat toegeven als deze wijziging iets meer was dan eene eenvoudige aanvulling, doch hij meent dat de heeren te weinig aandacht hebben geschonken aan het werk va n de commissie tot voorbereiding van dit wetsontwerp anders zonden zij toch weten dat het thans geen enkel belangrijk punt geldt, dan de regeling van de verhouding tu8schen openbaar en bijzonder gymnasiaal onderwijs. Naar aanleiding van de aanhaling uit de reisgids, die voor den heer Ter Spill een zeer belangrijke uitspraak schijnt te bevat'en, merkt bij op, dat het nog[belangrijker is, wanneer B. en W. voortgaan om van Alkmaar in de eerste plaats te maken een welvarende stad. De beer Kraakman zal niet alle redenen aanvoeren die op dit oogenblik zijn stem leiden. Hij zal slechts den toestand schetsen, waarin wij op het oogenblik zijn. De heeren Ter Spill en Stuart zijn beiden vol liefde voor Alkmaar en toch is er verschil van meening, beider ge voelen valt te waardeeren. Hoe is de toestand op het oogenblik. Yan 1878 af beeft men getracht hier gymna siaal onderwijs te verkrijgen, al is onmiddellijk na '78 de zucht daartoe wat minder geweest. Na het overlijden van Dr. de Gelder is er lang een vacature geweest en was men verstoken van onderwijs in de oude talen. Toen kwam de tijd van kwjjning der H. B. S. en toen is de gedachte opgekomen, ot me niet een latijnsche klasse zon kunnen verbinden aan die inrichting. Overleg is dienaangaande gepleegd met wijlen Dr. Boake en daaiin ligt de grondslag voor wat verder is geschied. Tl ij onderstelt, dat de leden nota zulleu hebben genomen van vroegere discussion over deze zaak- en bad graag gezien, dat die ter visie hadden gelegen in de portefeuille. Er is destijds den raad wel eens verwoteD, dat men voor de hoogere standen niet genoeg deed in zake onderwijs een verwijt, dat spr. ongegrond acht. Waar het minerval thans niet meer bedraagt dan 30 tot f 50, vergete men niet, dat vele leerlingen en met name de aanstaande theologen niet altijd uit den meer gegoeden stand voortkomen, dat heeft men in 't oog ge houden en tevens heeft men op het oog gehad de leer lingen, die de H. B. S. hebben verlaten. Zoo is de ge schiedenis der inrichting en de resultaten Gaarne had hij gezien, dat B. en W. daaromtrent een en ander had- dènr medegedeeld. Hij wijst er uitdrukkelijk op, dat de zes leerlingen, die examen deden, dit jaar allen zijn ge slaagd. Hij gebruikt dit als motief om aan te toonen, hoe de inrichting aan het verlaugen heelt voldaan. Dat een gymnasium in Alkmaar zal komen en dat men ter wille van de omliggende bevolking wel wat wil op- offeien is zonder twijfelook thans offeit de gemeente daar veel voor op en men zal dat blijven doen. Komende tot het voorstel-Blum van 1900 vraagt spreker zich afzijn we thans zoover, dat de bedoelde vastheid is verkregen. Hem komt het voor dat voorzichtigheid eischtdat men nog eenigeu tijd wacht. Te veel yver vindt hy by B. en W, voor deze zaak; het is niet wenschelijk reeds nu den raad aan een uit spraak te binden en reeds in 1904 met voorstellen te komen. Dat het wetsontwerp er is acht hjj belangrijk genoeg. Het voorloopig verslag daarop zal niet lang meer uitblijven en men weet nietais in Maartmisschien Februari reedshet ontwerp in de 2e Kamer wordt be handeld wat daaruit kan voortkomen en sprektr ziet de mogelijkheid dat in verband met de regeling der bij zondere gymnasia het leerplan gewijzigd zou worden, dat van de hooge eischen voor de opleiding wat wordt afge nomen. Het komt hem ten slotte voor dafc men B. en W. dankbaar kan zijn, dat zij de zaak onder de aandacht hebben gebracht, doch hij kan het voorstel niet aanvaar den te meer wijl men omtrent den financieelen toestand der gemeente op dit oogenblik geneel in het onzekere verkeert. Hoezeer hij ook hoopt dat er een gymnasium in Alkmaar komt, thans acht hij het niet gewenscht de gevraagde opdracht to verleenen. Het voorstel wordt na deze uitvoerige bespreking in stemming gebracht en aangenomen met 9 legen 7 stemmen. Voor de heeren KoolBosman de Sonnaville de Wit, Moens de Lange, Wicherink, Boelmans ter Spill en Wanna. Tegen de heeren Kraakman Uitenbosch, Cohen Stnart, Luitink, Vonk en de Groot. 13. Herhalingsonderwijs. De heer T. Papeveld benoemd tot onderwijzer belast met de leiding aan de herhalingsschool voor meisjes zal, wegens zijn verlengd verblijf in een Sanatorium, veihmderd zijn deze betrekking waar te nemen. Om die reden zal hij eervol van deze betrekking moeten worden ontheven en zal in zijne vervanging moeten worden voorzien. En daar alsnog moet worden overgegaan tot de benoeming van het hulppersoneel aan de herhalingsscholen voorden cursus 1903/1904, stellen B. en W. voor: 1° Den heer T. Papeveld om gezondheidsredenen eervol te ontheffen van zijne betrekking van onderwijzer, belast met de leiding van het onderwijs aan de herhalingsschool voor meisjes. 2°. Te benoemen eene onderwijzeres, belast met de leiding van het onderwijs aan de herhalingsschool voor meisjes, uit de volgende voordracht: 1. Mej. J. Kijlstra. 2. Mej. O. J. van der Lee. 3°. Te benoemen het personeel aan de herhalingsscholen uit de volgende voordrachten: Herhalingsschool voor jongens. A. 1. A. List, 2. J. F. Grundlehner. B. 1. I. Prins Az. 2. H. Sellemans. C. 1. J. van Woerkum. 2. K. Tinholt. D. 1. C. J. Reiziger. 2. Mej. A. W. Boetes. Herhalingsschool voor meisjes. A. 1. Mej. G. Bakker. 2. Mej. M. Bakker. B. 1. I. Prins Az. 2. H. Sellemans. O. 1. Mej. G. H. Pronk. 2. Mej. J. de Vries. D. 1. H. A. Hoek. 2. C. E. Zeper. Benoemd 1". tot onderwijzeres belast met de leiding van de herhalingsschool voor meisjes mej. J. Kijlstra met 10 stemmen. 2°. Tot onderwijzers aan de herhalingsschool voor jongens de heeren ListPrins en van Woerkum respectievelijk met 16, 14 en 16 stemmen. 3°. Tot onderwijzeressen en onderwijzer aan die voor meisjes, de dames G. Bakker, G. H. Pronk en H. A. Hoek en de heer Prins, respectievelijk met 14, 15, 15 en 12 st. De benoeming van een vierden onderwijzer aan de herhalingsschool voor jongens werd aangehoudendaar de heer Reiziger had bericht liever niet in aanmerking te willen komen en men een nieuwe voordracht wenSchelijk achtte. 14. Rechtsgeding met de Waterleiding maatschappij. B. en W. stellen den Raad voor in overleg met de heeren rechtsgeleerden, welke in den gemeenteraad zitting hebben niet in hooger beroep te komen van het vonnis van de Arrondissements-Rechtbank, waarbij de gemeente weid veroordeeld tot betaling van een som van f 2535 met rente en kosten, waartoe zij wegens het maken van een zinker en het verleggen van pijpen der waterleiding in onze gemeente door de Maatschappij tot Exploitatie van Wateileidingen in Nederland werd aangesproken. De Voorzitter deelt mede, dat ten deze het advies was gevraagd van Mr. Asser te Amsterdamdie ook aanbeval niet in hooger beroep te gaan, met welk advies de rechtsgeleerden in den raad zich volkomen konden vereenigen. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming goed gekeurd. 15. Vaststelling le suppl. kohier van den hoofdelijken omslag, dienst 1903. Behandeld in geheime zitting. Rondvraag. De heer K r a a k m a d die de groote biljetten gezien heeft met: »Past op de zakkenrollers", vraagt aan den Voorzitter als hoofd der politie, of er op die zakkenrollers ook is gepast. Hij twijfelt daaraan niet, daar hij geen klachten heeft gehoord. De Voorzitter antwoordt, dat er toch nog wel een enkele klacht is ingekomen, doch dat het wel blijkt, dat het publiek voorzichtiger is geworden. De heer Kraak man meent dns, dat daarin ligt opgesloten, dat aar men in andere gemeenten hoort, dat dagelijks dergelijke dingen gebeurenonze politie door allerlei middelen kan waken, dat zoo iets hier niet gebeurt, daarvoor verdient onze politie allen lof. De Voorzitter wenscht nog den raad voor te stellen aan B, en W. een blanco crediet te verleenen voor het inwinnen van een techniecb advies in zake de pensioenregeling voor ambtenaren. De heer Glinderman vraagt, of dat noodig is, waar er reeds zooveel gemeenten zijn, die sen pensioen regeling bebbon. De Voorzitter antwoordtdat B. en W. het wel zonder dat advies willen doen, als de raad het niet noodig oordeelt. De heer Kraakman acht voorloopig dat advies met noodig. B. en W. kunnen wel niet in bijzonderheden de gevolgen van die regeling nagaan, maar toch wel eenigs- zins daarnaar gissen, acht de raad dan nog een advies noodig, dan kan men daartoe altijd nog besluiten. De heer Vonk meent, dat de noodzakelijkheid van zoo'n advies afhangt van het systeem, dat men wil. Als men voor de ambtenaren levensverzekeringen sluit bij de een of andere maatschappij is het advies wel noodig, anders niet. De Voorzitter trekt het voorstel in. Niemand meer het woord verlangende, wordt de open bare zitting gesloten. OlJlTSCHÏiAlS». Den 1 is te Stuttgart het Inter nationaal Congres van den Middenstand geopend. In eene voorloopige bijeenkomst van de afgevaardigden van België, Frankrijk, Nederland, Oostenryk en Rusland, werd besloten tot oprichting van een internationale ver- eeniging, welke, met nitslniting van kerkelijke en poli tieke vraagstukken, zich bezig zal homleD met het onder zoeken van do quaestiën, die den middenstand aangaan. De directeur der Duitsche »Volkszeitung" is wegens «Majesteitschennis" tot een jaar gevangenisstraf veroor deeld wegens een alkeurend artikel over 's Keizers wei gering om een zeer jong meisje, dat Majesteitschennis had gepleegd, gratie te verleenen, in welk artikel hij o.a. schreef »de Keizer bewaart zijn gratie voor luitenants die vreedzame burgers dooden om de eer der uniform te wreken". EKf«KEA3«l>. De ontvangst van Koning Edward te Weenen, (waar hij na zijn verblijf en kuur te Mariënbad een bezoek is gaan brengen), is allerhartelijkst geweest.. Keizer Frans Jozef ontving zijn gast met groote harte lijkheid. Aan den eeremaaltijd op den Hotburg bracht de Keizer een toost uit op zjjn gastdie door Koning Edward op dezelfde warme wijze beantwoord werd. De Weensche dagbladen wijden den Koninklijken be zoeker loffelijke artikelen. Alleen de »Ostdeutsche Rundschau", het orgaan der Aldui'scheis, is over bet bezoek des Konings niet zoo goed te spreken en verwijt bem het in Transvaal ver goten bloed. Den 31 is lord Salisbury in eenvoud te Hatfield begraven. Alleen familieleden en enkele vrienden volgden de baar, waarop slechts één krans lag van Koningin Alexandra. De plechtige uitvaart werd te Londen in de Westminster-abdij gevierd. Daar waren vertegenwoordigers van het Koninkljjk Huis, van Keizer Wilhelm en Koning Leopold vele Ministers en leden van Hooger- en Lager huis en een aantal diplomaten, o.a. de zaakgelastigde van Nederland. - Namens de Cobdenclub is aan Chamberlain een brief geschreven, waarin hij gesommeerd wordt zijne be schuldiging tegen sommige leden dier clnb, die zijn tarief- denkbeelden bestrjjden, namelijk, dat zij onder den invloed zonden staan van vreemd goud, in te trekken. Anders zal men het er voor houden, dat de Minister in zijn strijd zieh van argumenten bedient, welke h ij weet, dat met de waarheid in strijd zijn. HACfiDOSIlB. De berichten uit Oost-Europa wor den steeds ernstiger, maar niettegenstaande de gezanten van Dnitschland en Rusland den Sultan hebben gewezen op den ernst van den toestand en hem aangeraden hebben een bekwaam opperbevelhebber, aan wiens handen de geheele verantwoordelijkheid voor de operaties zou worden gelegd, naar Macedonië te zenden, blijft de Porte vermeenen, dat de opstand onderdrukt zal kunnen worden van uit Konstantinopel. En ondertusschen wordt gemeld, dat de opstand zich meer en meer uitbreidt. In de jongste dagen zijn weder 2000 man uit Bulgaijje de grenzen overgetrokken. Generaal Zoutsjef en kolonel Jankof, die het bevel voeren over de insnrgenten, be schikken in Macedonië en Adrianopel over 12,000 S. 15,000 man. In verschillende districten is de opstand algemeen geworden, en in de vilayets Monastir en Salonika is er bijna geen plaats waar de Turken en do Macedoniërs niet handgemeen geworden zijn. De opstandelingen ontvangen niet alleen steun uit Bul garije. Uit Servië wordt bericht ontvangen, dat groote troepecafdeelingen, onder bevel van Dragomir Bratowitsj, vroeger directear der Servische school te Salonika, de de grenzen overtrokken. Van alle zijden ontvangen de opstandelingen levens middelen, wapens en ammunitie. Uit- Bulgarije worden thans scheepsladingen wapens naar de kuststrook in de buurt van Iniada gebracht, en daar in handen der opstan delingen gesteld. Maar daarbij blijft het niet. Zelfs Tnrksche officieren voorzien den vpand van oorlogsbehoeften. Reuter meldt uit Salonika, dat Tnrksche officieren uit geldnood, daar uit een depót 15 kisten Martini-geweren en ammunitie verkochten aan Bulgaren. Het vilajet Adrianopel is 19,000 vierkante kilometers groot. De bevolking bestaat uit 600,000 Bulgaren 290,000 Turken, 12,000 Grieken en 30,000 Armeniërs. De bergachtige grondgestsldheid leent zich uitstekend tot den guerilla. Het centrum van den opstand is gelegen om Malko-Tirnova, Kirk-Kilisst, Agathopoti en Kairou- Bounard. Het operatie-terrein is verdeeld in vijf groote afdee- lingen, onderverdeeld in zeventien districten. Het aantal mannen, thans onder de wapenen, is rnim 200,000.\ ier compagnieën moeten speciaal belast zjjn met het vernie lingswerk. Aan het hoofd van deze compagnieën staat Michel Girgikoff, die, te Genève stndeerende, zeer dikwijls in aanrakiDg kwam met Russische nihilisten. Hij is school meester geweest te Monaslir en daar heelt hij steeds ge werkt in het belang der Macedonische zaak. Besmettelijke ziekte. Op het eiland Cuba heerscht een moorddadige besmettelijke ziekte, welke reeds vele slachtoffers maakte. Zij brak het eerst nit onder de mijnwerkers van Daiquiri. Wat die ziekte eigenlijk is, weet men niet. Zij neeft iets van pest en van gele koorts en volgens sommige geneeskundigen zou zij een boosaardige vorm van malaria wezen. Bekwame bacteriologen vonden malariakiemen in het bloed van gestorven slachtoffers der ziekte. W ervelstor m. Een wervelstorm heeft in de provincies Oost- en West-Pruisen groote schade aangericht. Op Cadinen, het buitengoed van den Keizer, is eene geheele beukenlaan door den storm geveld. Te Panklau zijn vele schepen gezonken en te Tolkemit. zijn twintig schepen gestrand. Boschbrand. Xn den omtrek van Toulon hebben boschbranden groote verwoesting aangericht. Aan blusschen was geen denkenmen moest zich bepalen tot pogingen om de vlammen te stuiten. Tleeschuitvoer. Volgens de «Colonial Consignment Agency" waren eenige weken geleden de noodige schikkingen gemaakt om levend vee uit de Vereenigde Staten io Nederland in te voeren. Op het laatste oogenblik echter werd die invoer door de beperkende maatregelen der regeering onmogelijk gemaakt. Intnsschen is te Antwerpen het stoomschip «English King" aangekomen met eene lading levende osseu uit Baltimore, benevens het stoomschip «Hornby Grange" uit Argentinië met 2000 geslachte ossen en 4000 geslachte schapen alles in bevroren toestand. De beperkende maatregelen zijn in zooverre gewijzigd, dat de geslachte schapen zonder levers, longen, nieren, enz. geland mogen worden; maar in het geval van het rundvleesch moeten de verschillende organen nog aanwezig zijn. De uitvoer van versch schapenvleesch nit Nederland naar Engeland heet dit jaar belangrijk afgenomen, waar schijnlijk een gevolg van het feit, dat men in Nederland minder zich op de schapenteelt toelegt. (N. v. d. D.) Paus Plus X. Paus Pins X heeft voor den pastoor der parochie Ca8tello te Venetië, mgr. Cavallari, een arm, maar zeer bekwaam en liefdadig man dien hg onverwachts be noemde tot Provicaris Generaal van het patriarchaat te Venetië, om de aan die benoeming verbonden bezwaren uit den weg te .ruimen, een volledig Bisschopscostuum laten maken. Nog een ander voorbeeld van 's Pausen goedheid voor zoogenaamd mindere lieden, wordt door den Romeinschen berichtgever van de «Figaro'' medegedeeld. Aan het Vatikaan is een drukkerij verbonden en het personeel daarvan moet dikwijs een galerij passeeren waar langs de Pans zich naar den tuin begeeft. Ten tijde van Leo XIII mocht zich daar niemand be vinden als de Paus kwam. Maar Pius X heeft dit ver bod opgeheven. Hij spreekt gaarne in het voorbijgaan

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1903 | | pagina 2