No. 11$ Eerste blad.
Honderd en vijfde jaargang.
1903.
WOENSDAG
7 OCTOBER.
Stadsberichten.
ALKHAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dins da g-, Donderdag-
en Zaterdagavond nitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaak f 0,80franco door het
geheele rijk f 1,
3 Nummers f 0,0D. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Telefoonnummer 3.
Prys der gewone advertentlën r]
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.'
Brieven franco aan de N/V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOONVoordam C 9.
Stedelijk Museum.
Het stedelijk museum zal kosteloos te bezichtigen
zijn op Zondag 10 October a.s., 's namiddags tusschen
1 en 3 uur, op vertoon van een toegangsbewijs, aan te
vragen ten stadhuize bij de commissie voor het museum
op Donderdag 8 October a.s., 'snam. tusschen 2 en 3 uur.
AiSTl-lllLlTAlBlSinE.
Zondag te 2 ure zou in 't lokaal »Harmonie" een
vergaflering plaats hebben, waarin een tweetal sprekers
hunne meening over 't bovenstaande zonden uitspreken.
Na een half unr van colperteeren met allerlei soc.- en
anarchistische bladen als: D e Wapens nede r",
»M or ge n rood", »D e Bloedzuige r", »N ut en
Recht van 't K o n i n g s c h a p", »0 n z e g o e d e
Biechtvader s", enz., was het lokaal vrij goed bezet
en word na een kort woord van welkom door den leider te
half drie bet woord gegeven aan den eersten spreker, den
heer A. W. Hcijnders van Amsterdam- Spr. begon met
de vergadering te herinneren aan de gruwelen door Kol.
Champbeli bedreven in den laatsten oorlog in Z.-Afrika.
Verbranden en moorden zonder genade, zelfs van vrouwen
en kinderen, ziedaar zegt spr. staaltjes van 't militairisme
in de praktijk. Nu zal men zeggen ja, dat waren Engel-
schen, gevloekte Engelsohen, maar die staan helaas niet
alleen. In verschillende landen van Europa kon en kan
men nog dagelijks die gruwelen zien bedrjven of ze ver
nemen uit de bladen. Ook de Hollanders maken hierop
helaas geene uitzondering, vooral wanneer 't de verovering
of onderwerping betrof van overzeesche Staten. Men denke
even aan Atjeh of onze veroveringen in Iudië.
Herinner u eens wat er op de school reeds
geleerd is over bloedige veldslagen, en hoe koelbloedig
daarbij soms gesproken werd over 'l groot aantal dooden
en gewonden. Ais kind hebben we er wellicht ons soms
in onze onschuld mede over verheugd, maar bij eenig
nadenken zullen we er nu in zien iets afschuwelijks, iets
onmenschel|jk8. Nu zal men wel eens aanvoeren't is
toch niet de oorlog alleen, die vaak zooveel offers eisoht,
soms is 't ook't bevaren van de zee, het werken in de
m|jnen en in de fabrieken, maar dan komt daar ter ver
ontschuldiging bij die dingen zjjn nuttig en noodzakelijk
en de offers helaas vaak onvermydel jk. Iets anders is 't
met den oorlog, als w|j dien nagaan kunnen we niet
zeggen die was noodzakelijk; integendeel, die is altijd
nadeelig, in alle opzichten en is dat steeds geweest. Óp
grond daarvan reeds veroordeelen w|j socialisten en anar
chisten 't militairisme en willen er den strijd tegen aan
binden.
Nog een ander nadeel noemt spr. het kazerneleven.
Wat we daarvan zien en hooren acht hijbehalve 't
nadeel voor een jongmenechdie uit zijn werk
kring wordt weggeruktalles wat er gedaan wordt en
moet worden, vaak menschvernederend, menschonteerend
en bespotteljjk. Dit leven verdient niet alleen veroor
deeld maar bepaald bestreden te worden. Hjj illustreert
dit met eenige staaltjes als voorbeelden en betoogtdat
't z. i. 't menschelijk gevoel, den vrgen wil en 't gevoel
van eigenwaarde geheel verloren doet gaan. Als we
daarvan zegt spr., slechts een overzicht m vogelvlucht
nemen, kan het niet anders of we zeggenhet militairisme
heeft geen achting voor den menseh of zijn waarde 't
is in den oorlog wreed en bespottelijk in vrede; 't moet
bestreden worden door ons en alle arbeiders.
Bij andere instellingen moeten we ons onderwerpen
aan de Ijzeren greep der noodzakelijkheid maar... Heeft
't militairisme nog reden van bestaan Als le argument
daarvoor wordt dan meestal aangevoerd't is noodzake
lijk voor 't Vaderland. Nu 't begrip Vaderlandwat is
dat toch, is 't iets goeds, heeft 't iets nuttigs 't is
ons voorgekauwd en opgehemeld, maar heeft eigealjk
niets in den zin. Hebt ge wel eens nagegaan, hoe ons
vaderland is onstaan 't Hangt hierbij al van een enkel
Iflntje soms de grenslijn, of men dit of dat land moet
liefhebben en van twee soms naast elkander wonende
baren kan 't hart dus voor twee verschillende landen
kloppen. En als nu ons vaderland eens b|j een ander
land werd ingeljjfd, wat zou er dan met ons gebeuren
Zeker niets bijzonders, wij merken er niets van of we
geregeerd worden door Koningin Wilhelmina of door
Keizer Wilhelm. Als ons vaderland eens werd opgeslokt,
hadden we zeker een gevoel als nu de Friezen, die nu
niet enkel Friesland erkennen moeten, maar geheel Neder
land. Ze aanbidden nu in hun domheid 't geheele Neder
land als vroeger hun Friesland.
Er zijn er wel, die aanspraak maken op 't bezit van
een Vaderland, dat is hij, die bezit, b.v. grond, fabrieken
enz. Dit is zoo bij den arbeider niet. Wat is van hem
Waag hot eens, zegt spr., één krniwagentje vol van je
vaderland mee naar huis te nemen en je gaat de kast
in. (Applaus). En als de fabrikant zich voor of met
zijn zaken naar Duitschland begeeft, dan is dat zijn
vaderland en toont hjj daarvoor zjjn sympathie. En hoe
diep zit 't begrip vaderlandsliefde bij de bezitters Dik
wijls, zelfs nog bij den laatsten oorlog in Zuid-Afrika
bleek, dat enkel te bastaan in St voordeel van de negotie
en ze leveren wapens en schoenen zelfs aan den vjjand
van hun land. Maar wij, we hebben niets te verliezen
en zeggen: »kijkt uaar u zelven, bij u zit die liefde ook
zoo diep niet I" Ik kan mjj verbeelden, zegt spr., hoe
de Alkmaarders binnen enkele dagen weer zullen roemen
op den moed en de dappere daden van anderen, dat zit
nu eenmaal in den menscli en is gemakkelijk. Wjj ont
nemen ook den patroon of bezitter niets van dat gevoel
zonder hem daarvoor iets terug te geven. Wij zeggen
laat uw gevoel zich uitstrekken, niet alleen tot uw eigen
land, maar over al uw broeders, op de geheele wereld I
Vaderlandsliefde is eigenlijk een paskwil. Soms worden
nog andereflauwero argumenten aangevoerd o,a. werd
dezer dagen te Schagen gevraagdStelJelui krijgt
je zinwaar zonden al die menschendie nu brood
en een heenkomen in de kazerne vinden naar toe
moeten Kinderachtig argumeut niet waar maar 't
is er eenwaarbjj we even de werkeloosheid onder
de oogen zien; alsof do kazernes zoo maar in eens zouden
leegloopen, daarvoor geen vrees, 't zal wel langzaam en
gelaideljjk afbrokkelen, misschien onmerkbaar, 't Idee ia
weder een gevolg van den door en door verrotten maat-
schappeljjken toestand, als wij onzen wensch kregen,
zou 't heel anders gaan. Zoolang de aarde voldoende op
levert om allen te voeden en dat doet ze, zelfs vol
gens groote geleerden zoolang zullen ze gevoed worden.
Een en ander is echter een gevolg van de verkeerde pro
ductiewijze Nog een andere vraagis 't militairisme
toch waarlijk een werkverschaffiug, dan is er toch zeker
wel ander en beter werk te vinden, das dit argument
snijdt geen hout. Nog anderen zeggen, de oorlog ruimt
op en geeft anderen kans de opengevallen plaats in te
nemen. Wij zeggen weder, dit is niet noodig, er zijn geen
menschen te veel, de aarde levert daarvoor genoeg op 1
een betoog zelfs van geleerden. Nog een argument isde
patroons, bezitters, zij die ten koste van anderen leven,
wij moeten hen de vrijheid laten oorlog te voeren. Heel
goed, verslindt elkander gerust, desnoods al uw familie
en betrekkingen, maar laat men ons met die begrippen
van 't lijf bljjveu. En dan is er nog een ander argument
n.l. t diens om de orde te handhaven. Nu komt de aap
uit de mouw. Ja, daar hebt ge geljjk in om uw orde
te handhaven. Dan moeten we 't begrip orde onder de
oogen zien, en dat is waarljjk zeer elastisch.
Maar wat verstaan w jj onder orde
Dat, wijl de aarde voldoende oplevert, elk persoon en
gezin voldoende gevoed moet zijn. Dat de ouderdom niet
mag zjn het opsluiten van afgesloopte levens.
Een toekomst waarin de één niet den ander overheerscht;
maar, waar men naast elkander leeft, waarin: geen ossen
en ezels op 't gymnasium en geniën achter don ploeg of
vuilniskar (applaus.)
Herinner u enkel nog even 't militairisme bjj de laatste
Aprilbeweging en 'k geloof dat na 't verhandelde niet
zooveel overbljft, dat we er liefde voor gevoelen maar
't zullen bestrijden.
Wat doet ééa en ander vraagt spr. verder om den vrede
te bewaren? 't Christendom, is dat er toe instaat? Hoe
veel oorlogen, bloed en tranen bracht niet 't Christendom.
Hebben we niet op 't oogenblik een Chr. ministerie, dat
millioenen uitgeeft voor leger en vloot
t Kan niet, want 't is geworden een vorm van ge
zag, 't werd een vorm van regeering. Nog andere stroo
mingen vertoonden zich, b.v.: door de stem van den mach
tigen Czaar, werd zelfs 't Vredescongres in den Haag
gehouden en wat deed de Czaar zelf sedert dien tjd
Een breede Ijst van bedreven gruwelen en maatregelen
op 't gebied van leger en vloot genomen, bewezen 't tegen
deel. Nog een andere strooming ontdekt men bj de soc.
dem., zj die zich noemen anti-militairisten. Onmogeljk
kannen zj 't zjn, waar zj voorstellen in plaats van
't staande leger een volksleger te willen hebben. Moet
dit dan zjn zonder geweren of andere wapens, waarmede
men zich zal oefenen 't Kan immers met. Elke party
die berust op gezag, moot zjn voor de macht en dus
die kannen handhaven; neen alleen w j hebben 't recht te
zeggen, anti—militairisten te zjn. Onze middelen daartoe
zjn alleen de reclame en de pogingen om onze gedachten
te vestigen bj de jonge mannen, die eerlang bj 't leger
zullen worden ingeljfd. Hoewel ik anderen niet mag
aansporen, zich tegen 't militaire gezag te verzetten
omdat ik er zelf wellicht nog den moed niet toe hebben
zon moet ik hier toch in 't openbaar hulde brengen
aan een man als de Bruin, die moeds genoeg bezat,
om daarvoor twee jaar in de gevangenis te zuchten. Hj
werd hierdoor een machtig medestrjder voor ons beginsel
en spoorde door zjn daad zeker velen aan, zich bj ons
aan te sluiten, bj ons, die in 't devies schrjven»de
wapens neer en oorlog tegen den oorlog
Dadelijk na dezen spreker werd het woord gegeven
aan den heer Blauw van Haarlem, die het militaire leven
bj ondervinding en dus meer van nabj kennende, zeker
wel 't een en ander zou aanvullenwat van den eerste
minder duideljk was.
Op den 7den dag, zoo begon spreker, zjn de menschen
op verschillende plaatsen vaak broederlijk by een en zoo
Kwamen op dezen dag ook wj bjeen om ééa van de
schadoljke uitwassen der Maatscbappj te bespreken. De
vergadering verschilt hierin echter alweer van die anderen'
dat wj bj ons hebben de bewaarders van rust en orde.
Ook hior aan 't einde der zaal ontmoeten we weer den
mandie als gevolg van 't militairisme in last heeft
zich in zjn uniform aan ons te vertoonen, om daardoor
de orde en rust te bewaren.
Maar ter zake Nog altjd voert Nederland, ons dier
baar vaderland oorlog in naam der beschaving en in
»de Padang" kan men nog de meest ongéloofljke gru
welen lezen die in de laatste dagen werden gepleegd.
Toen ik nog man van de praktjk was, zegt spr., ging
't er eveneens naar toeen nu volgde een verhaal van
moorden en branden bj de inneming van een Kampong,
waarbij zelfs vrouwen en kinderen niet werden gespaard
en men nog durfde vuren en opnieuw moorden op hen
die een poging waagden ten minste de Ijken hunner
stamgenooten nog terug te krjgen. Schandezegt spr.,
over de regeeringdie dat nog sanctioneert
Mj wien in 't bjzonder het soldatenleven bekend is,
werd opgedragen den jonge mannen die straks moeten
loten en in de kazerne zullen wonen en ook de aanwe
zigen eens in te lichten wat hun te wachten staat.
Wanneer de soldaatdie alles wat buiten de kazerne
leeft graag zoo betitelthet vee van den trein afhaalt
en men van de zjde van 't publiek 't bekende ge
schreeuw bè bè boortbewgst dit geroep reeds dat
eigenljk elkeen anti-militair is; maar in hoofdzaak is
men er toch vóór zoo 't heet ten minste. Een aardig
staaltje daarvan toen ik verleden jaar op reis was naar
Amerika en op de boot een jongmenseh ontmoette, liep
't gesprek over allerlei en kwam natuurljk ook mjn
gevoel over 't militairisme aan den dag. 't Jonge mensch
maakte mj toen de opmerking dat ik geen vaderlands
liefde bezat, en toen ik daarop doorging, werd hj boos
en ontweek mjn gezelschap enwat bleek mij een
paar dagen later Dat h j op reis was naar Amerika
om zich aan de militieplichten te onttrekken.
Wanneer danzoo vervolgt spr., onze jongensdie
voelal uit de frissshe vrje natuur komen binnen de
muren der muffe kazerne zjn opgesloten wordt hen
onder bedreiging met ongelooflijke straffen als hun
eerste plicht geleerd gehoorzaamheid aan hun meerderen.
Wie is dat, onze meerdere Iemand die boven ons staat,
in de meeste gevallen dus iemand die ons tot last is,
Ga zelf maar na in den dienstin uw betrekking of
ambacht't is zelden anders.
Als bewjs van erkenning dier meerderen, volgt dan
't aanleeren van 't militair saluut. Dit geschiedt meestal
op een binnenplaats of in elk geval onttrokken aan 't
oog van het publiek en, dat is maar goed ook, zegt spr.,
want de onzin en flauwigheid daarbj uitgehaald, grenst
aan het ongeloofljke. Een wagen met een strooien pop
b.v. deed dienst als 1 jkstatie, die model gesalueerd moest
worden terwjl 't zelfde ding soms moet doorgaan voor
het rjtuig met onze Geëerbiedigde Koningin. Een sergeant
maakt zich met vier krytstrepen op de pet, tot gene
raal enz. onz.
Bj de theorie bljkt nit de vraagwaaraan herkent
gj uw meerdere antwoordaan zjn strepen op de
ondermouw, al dadeljk, dat de man ze niet op zjD arm
draagt en dus dat meerdere alleen zit in zjn kleoding
met strepen, die dan ook moeten worden gesalueerd. Veel
nit die theorie is voor den milicien en zelfs voor den vrj-
williger onmogeljk te leeren voor mj, zegt spr., een
bewijs van aangeboren anti-militairisme.
Nog werden de straffen besproken en veroordeeld, al
ware t alleen daarom, dat door straffen nooit één ge
beterd, wel vaak verergerd is.
Nog bespreekt hj de dwaze iilusiën van hem, die vrj-
willig dienst neemt en daarin zijn wenschen denkt be
vredigd te zien. Meestal is teleurstelling spoedig 't
gevolg maar men kan dan niet terug voor den betee-
kenden tjd en van bevordering is voor hem geen sprake
meer. Spr. zou t leger willen noemen een samenvoeging
van proletariërs kinderen, gedresseerd door de leden
van de bourgeoisie, 't Had hem altjd genoegen gedaan,
als er ééa, nog vóór dat het contract geteekend was, stil
de kazerne verliet en van zjn plan afzag. Ook de can-
tines keurt spr. af, vooral omdat daar drank wordt ver
kocht, zoo t heet tegen inkoopsprjs en toch worden ze
r jk hoe kan dat, zal men vragen. Na de school kwam
de kaderschool ter sprake en de verschillende definities,
die daar gedicteerd worden, ziju z. i. meest allen bezjden de
waarheid, of soms daarmee ljnrecht in strjd. Om maar
iets te noemen De oorlog te land wordt gevoerd tegen
't land, niet tegen 't volk. De oorlog beschikt niet naar
willekeur over 't leven van zjn vjanden, de oorlog moet
zoo min mogeljk menschenlevens kosten, enz. enz. Bj
alle verplichtingen van den soldaat alsschiet weinig,
maar raak, verlaat nooit uw plaats in 't gelid, houd
stand tot de vjand wjkt of sneuvelt op 't veld van eer,
maakt spreker tot slot nog deze toespeling wanneer de
soldaat, zooals in dit voorjaar in de hoofdstad plaats
had, voor allerlei wordt gebruikt, zelfs om de reinigings
dienst te beschermen en door onbezonnenheid van een
vjand in t pilow werd bestookt, zou 't mogeljk zjn,
dat hij stand hield en sneuvelde maar 't veld van eer
was dan een Amsterdamsche vuilniskar. (Applaus.)
Evenals de vorige spr. bracht hj hulde aan de Bruin
en spoorde de aanwezigen aan, alles wat in hun vermogen
was te doen, om 't militairisme te bestrjden of waar 't kon,