HORDENREN.
No. 124. Derde blad.
Honderd en vijfde jaargang»
1903.
ZONDAG
18 OCTOBER.
Nederland.
SPORTROMAN
Ingezonden stukken.
FEUILLETON.
w. hemer-forrter.
ALKMAARSCHE COURANT.
Daze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag
an Katerdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het
iele rjjk f 1,
3 Nummers f ©,Ö6. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Telefoonnummer 3.
Pr(Js der gewone advertentlën ij
Per regel ff ©,13. Groote letters naar plaatsruimte
Brieven franco aan do N/V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON Voordam C 9.
{Scheurkalender.
Van de door de afd. Schagen van het N. O. G.
ten voordeele van het Herstellingsoord, uitgegeven Scheur
kalender voor 1904 zijn tot heden 4500 exemplaren ge
plaatst.
Den moordstatlstlek.
Het volgende droeve statistiekje, door >De Tel."
saamgelezen uit haar rubriek Gemengd Nieuws, wordt
door het blad heeren en dames volksopvoeders ter bestu
deering aanbevolen. Er blijkt, volgens »De Tel.'1, uit,
dat Nederland ook in dit opzicht aan de spits der be
schaving marcheert.
Men luistere:
25 Jnli moord
Celebesstr. Amsterdam.
2 Aug.
te Meerle.
3
Wilsum.
6
Chaamdjjk,
9
Haarsteeg.
9 moordaanslag
Rotterdam.
10 moord
10
Neeritten.
14 moordaanslag
Driebergen.
15
Roermond.
16 moord
Tilburg.
19 moordaanslag
Rotterdam.
21
Ginniken.
10 Sept.
Meppel.
12
Stoppeldijk.
14
Didam.
15
Schiedam.
17 moord
Rotterdam.
18
Maastricht.
21 moordaanslag
Rotterdam.
21 moord
Dan Haag.
22 moordaanslag
Groningen.
24
Ooatwolde.
27
Drienon.
27
Rotterdam.
29
Uitwijk.
2 Oct. moord
Castelró.
2
Rotterdam.
4
Prinsenkage.
6
Peij.
8
Slochteren.
Dat wil zeggen in den tijd van tien weken zestien
moorden en vijftien moordaanslagon of ongeveer oen om
den anderen dag.
Veehandel In Friesland.
Wjjl door het hoogst ongunstige weder een aantal
boeren zich gehaast hebben het vee te stallen het
ging in melk en vleesch aanmerkelijk achteruit is de
handel in dit vee beter geworden.
Kalf koeien, met niet grooten aanvoer, waren matig
gevraagd. Holland kocht nog al en daardoor was de omzet
DOOR
30)
HOOFDSTUK VIII.
De sneltrein van Hamburg naar Hannover snorde door
de Luneburgsche heide. Gedurende den langen rit tussohen
de beide groote steden ziet men rechts en links haast
niets als blanke berken die aan weerszijden den weg
omzoomen, gele bremstruiken met de stralende bloesems
welke Richard Plantagenet in zijn schild voerde, roode
distelen, het wapenbeeld der Stnarts, lage denneboomen
en bloeiende heide. Als men heel alleen op een der kleine
heuvels staat en rechts en links, verweg naar alle zijden
om zich henen kijkt over de eindeloozen vlakte met haar
onbeschrijfelijke eenzaamheid waarover de hemel zich
welft, dan is het of een diepe vrede ons hart beroert
In dit groote, woelige Dnitschland met zijn welvarende
dorpen, bedrijvige steden, veel bezochte bergen en men
schen en nog eens menschen en nogmaals menschen is
het de eenige plek van ongestoorde rust. De bijen gronzen
een enkele vogel scheert over de heide, overigens heerscht
een plechtig zwijgen.
Men hoort zjjn eigen hart kloppen, misschien omdat
het luider klopt als in de drukte van het bruisende leven
Maar deze heilige heide moet men niet van nit een
coupéraampje van den sneltrein beschouwen. Dan schjjnt
ze links en rechts afgezet door dunne telegraafpalen, wier
draden steeds op en neer gaan, nn zoo hoog stjjgend dat
hemel en denneboomen te zien zjjn, dan weer zoo diep
redelijk. De prijs voor de eerste kwaliteit bleef vast.
België kocht ook, doch de verzending naar het buitenland
was niet groot.
Melkkoeien, met grooten aanvoer, niet flink gevraagd.
Vooral hier liet zich de ongunstige weersgesteldheid ge
voelen. De prijs was dan ook lager.
Vette koeien met goeden handel, doch tegen eenigszins
lagere prijzen, vooral wat de mindere soorten betreft.
Ook kocht België vette koeien, vooral prima soort.
Vette kalveren met goede vraagook voor graskalvereu
was de stemming beter ofschoon de aanvoer groot was.
In schapen en lammeren was de handel stadig met
tamelijken omzet.
Vette varkens en biggen, met grooten aanvoer, niet
flink gevraagd. De prijs varieerde van 18 tot 20 cent
per 'l2 Kilo. Menig opkooper moest met verlies verkoopen.
Londensche biggen, voor export, ook stug, met lagere
prijzen.
De aanvoer was 1800 melk- en kalfkoeien, 250 vette
koeion, —0 pinken, 200 vette kalveren, 2000 graskalveren,
3200 schapen en lammeren, 300 vette varkeus, 1200 vette
biggen, 250 magere varkens en 600 kleine biggen.
De prijzen zjjn vette koeien,' le kwal. 29 30ct.,
2e kwal. 2528 ct., 3e kwal. 20—23 ct., stieren
ct., vette kalveren 25Sö1^ ct., vette schapen 2325
t t., vette varkens 1820 ct., Londensche biggen 16
17 ct.alles per J kilo.
Melk- en kalfkoeien f 125 S, f 260, pinken f 55 A f 75,
graskalveren f 40 k f 72 nuchtere kalveren f 0. f
weidoschapen f 19 f 21, lammeren faf.magere
varkens f 38 ft f 70, kleine biggen f 1.fl.25 per
week. (N. v. d. D.)
De groote najaars-lamineren-narkt te Eldam
zal gehouden worden op Donderdag 26 November e.k.
Besmettelijke veeziekten.
Blijkens den in de »St.-Ct." No. 241 opgenomen
staat van gevallen van besmettelijke veeziekten in Neder
land is ook in September j.l. geen enk el geval
voorgekomen van mond- en klauwzeer.
Van vlekziekte bjj varkens worden vermeld 283 ge
vallen, waarvan in Noord Brabant 28, in Gelderland 61,
in Zuid-Holland 20, in Noord-Holland 3, in Zeeland 51,
in Utrecht 1, in Friesland 99, in Overjjsel 2, in Groningen
16, in DreDte 2 en in Limburg geene.
Dene gelukkige familie.
Achtereenvolgens trokken reeds zeven zoons van
den heer Keizer, kapper in de Lange Leidsche dwarsstraat
te Amsterdam, bij de loting voor de militie een niet
dienstplichtig nummer.
Den 15 kwam de 'achtste zoon thuis met nummer
4079 op zjjn hoed, zoodat ook hij vrij is.
Het toeval is den Keizer wel gunstig.
Dergelijke raadselachtige gevallen, zij 't ook niet altijd
op zoo'n schaal, doen zich meer voor. In Groningen
blijkt de familie Kramer zulk een zegen rijk te zijn. De
heer D. Kramer, de vader, trok bjj de jongste loting
voor de Nationale Militie voor zijn jongsten zoon het
hooge nommer 629, waardoor de zoon, evenals zijn vier
oudere broeders niet behoeft te dienen.
dalend dat zich enkel lange parallelstreepen aan het oog
vertoonen. Elke duizend meter verschjjnt het armzalig
huisje van een baanwachter met de roode, verweerde
dakpannon en den kleinen, verwaarloosden tuin, waar op
gespannen lijnen het waschgoed heen en weer fladdert. Soms
een dorp, soms een stad. Langs de geheele spoorlijn is
alles akelig correct de berken staan als soldaten en
wanneer men hoopt een blik over de ruime heide te knn-
nen werpen dan verschijnt een zwart-brnine schatting,
die zoolang het gezicht beneemt tot het oog vermoeid
en geërgerd zich afwendt. Men leest de «Hamburger
Nachrichteu" of leunt in do kussen en valt in slaap.
»Dat is dus Dnitschland," -.eide barrones Jano, het
hoofd schuddend. «Mijn hemel, Joe, ik had me het heel
anders voorgesteld."
Ze had haar uiterste best gedaan om de heide, waar
over Joseph haar gisteren avond te Hamburg op zoo'n
dweepende wjjze had gesproken, mooi te vinden, maar
haar poging was te vergeeLch geweest. Mogelijk ware
het ook niet gelakt wanneer hij haar zijn geliefde heide
getoond had verzonken in plechtige stilte, niet ontheiligd
door het gegil en gedreun en gedaver van den spoorweg
Hoe kan men mooi vinden wat het beeld is van gren-
zenlooze verlatenheid en troosteloosheid Nooit zal op
deze dorre vlakte een korenveld met zjjn golvende gouden
aren het oog bekoren, nooit een boomgaard met sappige
vruchten verrijzen. Met alle mogelijke middelen door de
wetenschap aan de hand gedaan, maakt men aan de uit
einden smalle strooken geschikt om te bebouwen, maar
de heide blijft liggen als een slapende renzin, die het
nauwelijks bemerkt dat de dwergen iu machteloozen ijver
trekken en rukken aan haar gewaad.
«Dat is niet Dnitschland," zeide Joseph «dat is er maar
een heel klein deel van." En na eenig zwjjgen vervolgde hg
zacht. «Als men zoo wil, het treurigste deel en voor wie
anders wil bet schoonste."
Zij glimlachte op haar vriendelijke openhartige wijze,
welke niets kwetsends had. «Het bevalt je omdat het
je geboorteland is, Joe, maar mjj bevalt het heelemaal
niet. Wees er niet boos om."
De blijde vader seinde aan zijne familieMatb. 17
26b «Zoo zijn dan de zonen vrij."
Den 14 zijn te Hoofddorp door eenige belhamels
ergerljjke wanordelijkheden gepleegd. Wat voor de hand
lag, werd vernield en in de Hoofdvaart geworpen. Bij
een smid heeft men eene dommekracht weggenomen
baldadigheden aan het geniewerk verricht en daarna in
de Hoofdvaart geworpen.
De politie doet ernstig onderzoek.
Mijnheer da Redacteur.
Du Fransche Académie, bezig met een woordenboek,
deed eens aan bet oordeel van Cuvier ondorwerpen de
volgende bepalingEcrévissepetit poisson ronge, qui
marche a reculons. De bekende natunrvorscher zeide
hiervan: C'est parfait Senlement, l'écrévisse n'est pas un
poisson, il n'est pas ronge, et il ne marche pas reculons.
A part, ces trois particnlarités, votre définition est h mer-
veille.
Aan dit voorval herinnert Uw Amsterdamsche corres
pondent door het drietal brieven, waarin hij mij wel aan
Uwe lezers heeft wJlen voorstellen.
Immers in zijn eersten brief vertelde hjj, dat ik had
voorgestaan de conclusie ambtenaren dient verboden lid
te zijn eener coöperatievo verbrnibsvereeniging, 't geen
onjuist bleek. In zijn tweede schrijven beweerde hij,
dat voor mij het eerste lid mijner stelling hoofdzaak was,
van welke bewering ik de onjuistheid aantoonde. En in
zijn derden brief deelt hij mede, dat ik volhard in eeno
stelling, die ik nooit heb geformuleerd. Wat toch is hot
geval. In zijn XIXste brief beweerde Uw correspondent,
dat de belemmering, die ik de coöperatie in den weg wil
stellen, nn wel ongeveer door mij wordt ontkend, althans
vervaagd maar toch voor mij hoofdzaak is. Tegen
deze bewering van Uw briefschrijver kwam ik op. Ik had
tot dit verwijt geene de minste aanleiding gegeven, be
wees daarvan glashelder de onjuistheid (Alkm. Conrant
30 Sept. j.l.) En nn komt in zjjn XXen brief Uw be
richtgever aandragen met de mededeeling, dat ik volhard
in mijne (sic) stelling, dat ik de coöperatie nog zoo heel
kwaad niet vind, dat ik de belemmering, die ik de coöpe
ratie in den weg wil stellen ontken, althans vervaag.
Datgene dns, dat door Uw briefschrijver in zijn XlXen
brief beweerd is, doet hij thans in zjjn XXen voorkomen
als door mij gezegd. Deze wijze van polemiek voeren moge
handig zijn, ze getnigt niet van grooten eerbied voor
den lezer.
Het geheele relaas, dat Uw correspondent uit het steno
grafisch verslag van het 3de Int. Congres v/d Handeldr.
Middenstand aanhaalt, bewijst dan ook alleen dat ik steeds
bestreed de conclusie: «aan ambtenaren dient verboden
lid te zijn eener coöp. Yerbruiksvereeniging," juist zoo
als ik heb geschreven. En wat aangaat, dat er onder
de door mij daartegen aangevoerde argumenten zijn, di«
het principe niet raken, doet in dit verband absoluut
niets tot de kwestie af. Dit alles had dan ook gevoege-
«O boos
Langer dan een jaar waren ze getrouwd en steeds
konden ze best met elkaar overweg. Dat ze den zweem
van sentimentaliteit eigen aan zijn natuur niet begreep,
ondervond hij soms scherper dan noodig was, maar in
kalme uren en bij dieper nadenken besefte hij hoe dwaas
het was van zijn vrouw iets te verlangen zoo geheel in
tegenspraak met haar helderen, verstandigen aard, den
aard van heel haar volk.
Heden voor het eerst trof hem haar «niet begrjjpen"
als iels onaangenaams, kouds, dat hem bijna lichamelijke
pijn veroorzaakte. Sinds gisteren vroeg toen de oevers
van de Elbe hem voorbijgleden, was hij diep ontroerd.
Op den treuiigsten dag van zijn leven hadden deze
Elbeoevers hem het laatste vaarwel toegeroepen en ze
waren de eersten die hem groetten. En dit welkom had
alle herinneringen wakker geroepen.
Gedurende den overtocht was hij aan boord de vroolijk-
heid in eigen persoon men lachte, danste en speelde een
heel regiment mooie AmerikaanBche dames was op de
stoomboot en barones Jane de mooiste van allen.
Wat Dnitschland 1 Amerika, dat was zjjn nieuw vader
land. Vier weken in Dnitschland en dan verder naar
Florence, Parijs en nooit meer terug, NooitOnder geen
enkele omstandigheid 1
Eerst had het aan Jane gekgen dat de reis naar Eu
ropa telkens werd uitgesteld, later aan Joseph. Hg ver
langde niet meer naar huis, integendeel. Het verleden lag
zoover achter hem dat bet zin en doel miste, om het
nog eenmaal te voorschjjn te roepen. Wat zocht hij in
Dnitschland Niets 1 Er was niets meer dat hem terug
riep. Albrecht soms? Waarachtig niet! Of Marie? Hun
wegen, die van Marie en hem, liepen elk een anderen
kant uitze hadden 6lkaar niets moer te zeggen, niets
hatelijks, niets goeds.
Maar Jane had de reis doorgedreven. «Ik wil Europa
leeren kennen," zeide ze, «en je vrienden." en «Ik
wil die Marie leeren kennen," dacht ze «en haar man."
Deze reis zon voor haar de jonge mooie vrouw een on
geëvenaarde triomftocht zijn, een triomf vooral op haar