y> o iVrrondis30ments-Reclitbaiik te Alkmaar. 2. Verbouwing van de 3e Gemeenteschool. Door B. en W. is aan den Raad overgelegd een plan tot verbouwing van de 3de Gemeenteschool. Gelijk uit de berekening der kosten blijkt, is met deze verbouwing een aanzienljjk bedrag gemoeid, waarvan echter 25 wordt terug ontvangen. De commissie van bijstand voor de Publieke Werken heeft verklaard zich daarmede, behoudens enkele geringe onderdeelen, te kannen vereenigen en tot aanneming ge adviseerd. Ook de di8trict8-schoolopzieneraan wiens goedkeuring het op te maken bestek onderworpen is, heeft voorloopig zjjne ingenomenheid daarmede betuigd. In verband met een en ander stellen B. en W. voor te besluiten a. Burgemeester en wethouders te machtigen om over te gaan tot verbouwing van da 3de Gemeenteschool, op de wgze als op het overgelegde plan is aangegeven b. Genoemd college uit te noodigen te zijner tijd de noodige financieels voorstellen te doen tot vinding der kosten aan deze verbouwing verbonden. Dit punt werd in een vorige vergadering aangehouden, met het doel daaromtrent het oordeel der gezondheids- oommissie in te winnen. De Voorzitter deelt mede, dat de gezondheids commissie zich geheel met de plannen kan vereenigen. De heer Kraakman, die na de vorige zitting in de gelegenheid is geweest nog eens een blik te slaan in de school, toont zich nog niet met het plan ingenomen. Wat het licht betreft, hjj meent, dat het niet alleen op den rug der leerlingen invalt, doch van verschillende zijden en merkt op, dat volgens het voorstel de borden tegen het licht zullen worden gebracht, wat hem niet gewenscht voorkomt. Wat verder ervan zij, een uitgaaf van f 16000 waarvan f 4000 door het Rgk wordt vergoed, 't gaat hem aan 't hart daartoe over te gaan, alleen om een school ter wille van het licht te verbeteren. Meeat even wel de Raad dat de verandering noodig is, dan zal hij zich er bij neerleggen, maar hij zou toch willen vragen of 't niet gewenscht is de schoolcommissie, die herhaal- delp verbeteringen in deze school heeft gevraagd eD verkregen, nog te hooren, daar, die later mogelijk weer andere veranderingen zou wenschen. De Voorzitter wijst er op, dat op de teekening de plannen duidelp zp aangegeven, dat het de bedoe ling is de houten schotten tusschen de lokalen te ver vangen door muren, die dan werkmuren zullen worden, waardoor het licht in overeenstemming met de voor schriften op den scholenbouw van links zal invallen. Tevens is het de bedoeling de grootte van een lobaal bij te bouwen waardoor ze alle zes iets grooter zullen worden. De noodzakelpheid om de schoolcommissie te hooren, wat weer aanleiding zou geyen tot noodelooze vertraging ziet hij niet in. De heer Kraakman wil aannemen, dat na de ver bouwing het licht goed zal vallen, maar persisteert bij 't geen hij gezegd heeft, dat de uitgaaf hem aan 't hart gaat. Hij acht het niet wenschelp een bestaand gebouw voor zoo groote kosten te verbouwen. De heer Uitenbosch is de vorige vergadering met het denkbeeld van den heer Kraakman om de gezond heidscommissie te hooren meegegaan, in de veronderstel ling, dat de leden in dien tijd zich ook beter van de zaak op de hoogte zonden hebben gesteld en nu met het plan zouden kunnen meegaan. Het doet hem leed, dat de heer Kraakman het plan niet genegen is, doch acht diens argumenten tiet steekhoudend. De teekening waarop de plaatsing der borden is aangegeven, heeft de heer Kraak man blpbaar niet goed nagegaan, zooals de voorzitter opmerkte zal de nieuwe muur in de lokalen de werk muur worden. Wat de heer Kraakman vroeger heeft gezegd omtrent de achteruitgang van het aantal leerlingen, ook dat is onjuist, de laatste jaren is de bevolking der school, blpens het rapport der schoolcommissie, vooruitgegaan. Dat een bestaand gebouw niet verbouwd moet worden is geen argument. De Burgerschool heeft men toch ook moeten verbouwen. De heer Kraakman herhaalt, dat hij zal berusten, indien de raad de verandering noodig acht, doch de uit gaaf eigenlp te groot vindt. Niemand verlangt verder het woord waarna het voor stel zonder hoofdelijke stemming wordt goedgekeurd. 3. Het leveren van gemeente-drukwerk. Bij adres d.d. 1 Juli 1.1. heeft de afdeeling Alkmaar van den Algemeenen Nederlandschen Typografenbond zich tot den raad gewend met het verzoek om bij het aanbesteden van gemeente-drukwerk te doen bepalen, dat de drukkerpn, weifee voor de levering van dit werk in aanmerking komen, voldoen aan de voorwaarden, in de overgelegde memorie van toelichting uiteengezet, n.l. dat voor een bekwaam vakman 20 cent per uur wordt gesteld en dat de verdeeling van het personeel zij als volgt f12.— of 20 cent per uur s/10 van het personeel, 16—19 10 15 W W m Yj0 9 V 10 ot. of ben. 10 '/l0 den arbeidsdag gerekend tegen 10 uur. Daarop dienende van bericht en raad, hebbeD B. en W. den raad uitgenoodigd te willen herlezen de voorstel len hunnerzijds, opgenomen in bijlagen nr. 124 van 1897 en 95 van 1900, welke voorstellen in den raad van 10 November 1897 (no. 4) en 7 November 1900 (no. 4) zp aangenomen. Evenals toen, meenen B. en W. dat ook thans bezwaar moet worden gemaakt tegen de in williging van den wensch van de typografen, te eerder wijl in een door hun college met den voorzitter en den secretaris van de adresseerende afdeeling gehouden conferentie is gebleken, dat deze vak lieden zeiven onmachtig bleken, de middelen, aan te geven, om de geopperde bezwaren op te heffen, be zwaren voornamelp ontleend aan do moeiljjkheid van eene doeltreffende contróle op de naleving van eventueel te geven voorschriften, daar waar de gemeente zich uit den aard der zaak moet bedienen van de hulp van een drukker, die tevens en in onevenredig meerdere mate zpe drukkerjj ten dienste van andere werkgevers openstelt. Vooral deze laatste omstandigheid maakt het bezwaarlp om over te gaan tot wat adressante in hare memorie van toelichting noemt »eene regeling der drukkerpn." H. i. is er voor dat regelen" van overheidswege geen voldoenden grond, waardoor do drukker wellicht te veel aan banden zou worden gelegd om aan de gemeente tegen normalen prjjs het benoodigde drukwerk te leveren. Ook in verband met hetgeen vroeger ter zake is voor gevallen, stellen B. en W. voor te besluiten aan de afdeeling Alkmaar van den Algemeenen Neder landschen Typogafenboadals beschikking op haar adres d.d. 1 Juli 1.1., opnieuw te berichten, dat de raad het vooralsnog niet raadzaam acht voor de typografen een minimum-loon en een maximum-arbeidsduur, alsmede een voorschrift nopens de werkkrachten, die in een drukkerij aanwezig moeten zp, vast te stellen, in verband met eene opdracht tot het leveren van gemeente-drukwerk. De heer (Jitenbosch gevoelt het groote bezwaar tegen een regeling als door de typografen gevraagd is en acht een dergelpe maatregel meer op den weg te liggen van den rijkswetgever. Het spp hem echter dat van de zpe van B. en W. niet in iets is tegemoet ge komen. Hij had gehooptiets te verkiggen waardoor een meer eerlpe concurrentie der drukkerijen mogelp zou zp en vraagt of het niet evenals bij de bouw vakken mogelp was te bepalen, dat de aannemers niet laten werken onder een bepaald loon. Bij den tegen- woordigen aannemer zp de loonen niet zooals die aan andere drukkergen. Stelt men een minimumloon dan zullen door den aannemer goede werkkrachten aan het werk wordeu gezet, wat ook in het belang der gemeente zal zp. Hij betwgfeltof het gemeentewerk wel tpig wordt afgeleverd en grondt die bewering op het feit dat het verslag van de vergadering van 1 Sept. eerst 14 Nov. verscheen en schrjjft dit toe hieraan dat door niet voldoende werkkrachten niet vlug genoeg kan wor den gewerkt. Verder wijst hjj er opdat wat B. en W. in de bijlage aanhalen over vroegere besluiten van den Raad in deze zaak dat daarbij geen woord is gewisseld en die besluiten niet slaan op hetgeen thans gevraagd wordt. De zinsnede »in verband met hetgeen vroeger daarover is voorgevallen" zp hem dus duister. De Voorzitter meent toch dat destps hetzelfde doel werd beoogd door de typografen. B. en W. waren van oordeel, dat ze den Raad geen ondienst deden, door te berinneren wat vroeger in dezen is besloten. Hjj had er meer prgs op gesteld, indien de heer Uitenbosch een andere zin had ter sprake gebrachtnldat »de vak lieden zelf onmachtig bleken de middelen aan te gaven om de geopperde bezwaren op te heffen." De heer Glinderman gelooft ook, dat de contröle zeer moeilp zal zp waarop de Voorzitter nog aanvoert, dat men de typografen zeer gaarne had willen helpen en moeite daarvoor heeft gedaan, doch na lang durige conferentie Btond men nog voor bezwaren die de verzoekers zeiven niet konden oplossen. De heer Cohen Stuart, die het gevoelen gevraagd heeft van iemand die van de zaak goed op de hoogte is en ook bekend is als iemand die veel voor de arbei ders gevoelt, heeft tot antwoord gekregen, dat zoodanige regeling niet te treffen was. In Haarlem bestaat een regelingdoch die voldoet noch de arbeiders noch de patroons. Verder wgst hg op het feit dat indertgd door het congres der typografen den loon maatstaf voor Alkmaar is gesteld op f 10 en dat bij den heer Kusters geheel aan dien eisch wordt voldaan. Dat men er ook vlug en goed kan werken moge blpen hieruitdat spreker versteld heeft gestaan over de nauwkeurigheid waarmede en de vlugge wgze waarop het rapport der commissie voor de wik- en weeglooneu werd afgedrukt. De heer Uitenbosch wil gaarne aannemen dat de heer Cohen Stuart bjjzonder tevreden was over dat rapport, maar hij gelooft toch, dat er wel eens wat lang op gemeentewerk moet worden gewacht. Wat de loonen betreftde maatstaf van het congres dagteekent van 1897 dus reeds van enkele jaren geleden. De heer Kosters voldoet daaraanmaar er is toch maar een enkele die f 11 verdient en aan die drukkerjj wordt toch jaarlijks f 1100 minder aan loon uitbetaald dan aan een andere waar ook 16 man werkt. Als B. en W. de voor waarde van het minimumloon stellen dan heeft hij ge noeg vertrouwen in den heer Kusters dat deze daaraan zal voldoen. Overigens de controle kan best aan de vak lieden zelf worden overgelaten. De Voorzitter zegtdat van B. en W. toch geen ander voorstel is te verwachten. De heer Uitenbosch zou willen voorstellen bjj wgze van proef bij de aanbesteding de voorwaarde te stellen dat een minimumloon moet worden uitbetaald. De heer Glinderman vraagthoe hoog dat moet zgn waarop de heer U iten bosch antwoordtdat men zalks kan vaststellen in overleg met de typografen. De heer Cohen Stuart is van meening, dat indien na 1897 niet meer de toen aangenomen maatstaf niet is gewgzigd deze nog geldende is. De heer Glinderman zou het voorstel-Uitenbosch wel willen steunenmaar ziet de uitvoerbaarheid van het voorgestelde niet in men werkt niet alleen voor de gemeente. De heer de Wit gelooft ook dat er dan evenmin eeD goede regeling is te treffen. De Voorzitter herhaaltdat B. en W. zeker ge zind waren de typografen te helpen, maar men kon niet. De heer van den Bosch vraagt naar aanleiding van hetgeen de heer Uitenbosch heeft gezegd, of er reden tot klagen over het werk van den hter Kusters en acht het gewenscht dat B. en W. zulks in het openbaar verklaren. Hg weet niet wat de loonen zp door den teer Kusters betaald maar 't is hem bekenddat deze nog onlangs ieder heeft uitgenoodigd een eu ander bij hem te komen onderzoeken. Hij gelooft dat men zeer voorzichtig moet zp in 't openbaar dergelgke aanmer kingen te maken. De Voorzitter deelt mededat men wel eens op drukwerk moet wachtendoch dat geschiedt dan met volkomen goedvinden van B. en W., na verzoek van den heer Kusters over wien niet te klagen valt. Het voorstel van den heer Uitenbosch wordt niet gesteund zoodat het buiten behandeling blijftwaarna overeenkomstig het voorstel van B. en W. wordt besloten. 4. Verordeningen op het heffen en Invorde ren van schoolgelden. De Verordening op het heffen van schoolgelden voor onderwijs op de openbare lagere scholen zooals die is vastgesteld bii raadsbesluit van 9 April 1902 werd goed gekeurd bij Koninklgk besluit van 6 Juni 1902 tot 1 Januari 19041 en moet mitsdien evenals de ver ordening op de invordering opnieuw worden vastgesteld. Aangezien daarin voorshands door B. en W. geene wijziging wenschehjk of noodzakelijk wordt geacht, stel len B. en W, voorde bedoelde verordeningen opnieuw en onveranderd vast te stellen. Goedgekeurd. 5. Begrooting Burgerweeshuls voor het jaar 1904. Bjj het onderzoek der door regenten van het burger weeshuis ingediende begrooting voor het jaar 1904, welke begrooting in ontvang en uitgaaf sluit op f 12100, bleek der commissie tot de belastingzaken enz., dat deze was ingericht op eene wgze, afwgkende van die van vorige jaren. Wat do ontvangsten betreft, bestaat tegen de thans gevolgde wijze geen overwegend bezwaar, doch voor eenige posten van uitgaaf wordt die wgze door de commissie betreurd, omdat daardoor eene goede beoordeeling van de posten van uitgaaf, welke thans onder één volgnummer Huishouding" zp samengevoegd, wordt belemmerd, te meer daar in de toelichtende memorie de gegevens ont breken om de onderdeelen van dezen post te kunnen na gaan. Het thans voor »Huishouding" uitgetrokken cgfer ad f 5900 komt echter nagenoeg overeen met het voor 1903 geraamde bedrag. De commissie kan zich dan ook met het voorgedragen begrotingscijfer wel vereenigen. Toch aebt zij het wenschehjk dat voortaan weder de tot heden gevolgde regeling worde gevolgd. Ook tegen de overige voorgedragen cgfers zp geen bezwaren gerezen. Het bleek der commissie dat deze be grooting, evenals die voor 1903 en 1902, niet sluitende is te maken zonder een bedrag te ramen, te vinden door eene openbare inzameling van gelden. Hiervoor wordt f 1466.19V2 uitgetrokken. Als schadeloosstelling voor verplegingskosten in 1904 voor niet tot het huis behoorende weezen wordt door regenten f 153 geraamd, evenals voor 1903, waarmode de commissie zich wel ban vereenigen. In verband met het bovenstaande heeft de commissie de eer voor te stellen te besluiten le. de begrooting van het burgerweeshuis voor het jaar 1904 vast te stellen in ontvang en uitgaaf op f 12100; 2°. het bedrag der schadeloosstelling voor verpleging van niet tot het huis behoorende weezen voor het jaar 1904 te bepalen op f 153 per wees; 3°. het bedrag der verhaalbare verplegingskosten over het jaar 1902 te bepalen op f 138.35 per wees. Den beer Uitenbosch trof het bjj het inzien dezer begrooting, dat een wpiging was gebracht in de inrich ting daarvoor, 't Doet hem genoegen, dat ook de com missie voor de belastingzaken enz. daaromtrent een opmer king heeft gemaakt. Hij kan echter niet meegaan die begrooting goed te keuren en zou alsnog graag zien, dat de begrooting opnieuw werd ingediend als vroeger. Den heer Cohen Stuart komt het voor dat dat wat te ver gaatdooh zou het wenschehjk vinden dat voorkomen wordtdat dergelgke commissie als dié der regenten zonder goede redenen overgaat tot dergelijke wpigingen in hare begrooting. De Voorzitter vertrouwt, dat na mededeeling van een en ander aan de regenten verwacht mag worden dat men het volgend jaar weer zal doen als vroeger! Verder daartegen te ageeren acht hij niet noodig. De heer de Wit (regent) wil zieh niet in de discussie mengen juist om do zachte termen die de commissie heeft gebruikt. De heer Uitenbosch trekt zp voorstel in, waarna de begrooting wordt goedgekeurd. Zitting van 17 November. G. S., Helder, valsehheid in geschrifte, verschillende raaien gepleegd, 12 maanden gev. C. S., Noord-Scharwoude, diefstal 3 maal, 2 m. gev. J. N. Ez., Oastricum, vernieling, 3 weken gev. N. J. M., Helder, eenv. beleediging 4 maal, f8 boete subs. 8 dagen hecht. A. H., Helder (Koegras), mishandeling, f20 boete of 10 dagen hecht. O. L., Noordseharwoude, straatschenderij, f 12 boete subs. 3 dagen hecht. P. J., Noordseharwoude, straatschenderij 2 maal, twee geldboeten van f 8 of 2 maal 2 dagen hecht. J. H., Oudkarspel, mish. van een dier en straatschen derij, 5 dagen gev. en f8 boete of 2 dagen hecht. J. G., Alkmaar, diefstal, 10 dagen gev. Westgraftdyk. Op de voordracht ter benoeming van een onderwper aan de openbare lagere school alhier zp geplaatst de heeren M. iuaan te MiddelieG. Kat te AmsterdamS. Stolp te Oastricum en J. D. van Aken te Doesburg. HUP. Het tuinbouwbedrgf neemt hier steeds toe. Telkens worden meerdere stukken weiland voor dit doel verhnurd. De Maatschappjj tot bevordering van Nijver heid heeft weer ongeveer 1 H.A. land voor tuingrond verhuurd. Hoofdingelanden van den poldor Heerhugowaard hebben, in plaats van den heer K. van Dam, gekozen den heer Jc. Buren. Met den heer S, Akkerman, aftredend dpgraaf, wer den voor den polder Heer-Hugowaard op de voordracht ter benoeming van een dgkgraaf, geplaatst de heeren Je'. Gootjes en K. Kieft. De heer O. Rood is gekozen tot hoofdingeland van den polder M ij z e n en tot heemraad de heer J. Klerk te Sehermerhorn. Hen adres. Eenige burgemeesters in den omtrek van Hedein- bllk hebben aan den Minister van Justitie een adres gericht betreffende het nomen van doeltreffende maat regelen tegen het ontvluchten van krankzinnigen nit het Rpsgesticht te Medemblik. Amsterdam. Een ernstig ongeluk is alhier ge beurd. Een man, die op de bovenverdieping van het door hem bewoonde huis met iets bezig was, viel uit het zolderluik op straat en brak den nek. Levenloos werd hij opgenomen en in huis gedragen. Smokkelen. Te Baarle-Hassaii (N.-Br.) hebben de commie- zen eene partij van 5000 K.G. suiker aangehouden, welke in een aardappelenwaggon van België uit werd binnen gesmokkeld. Drukkerjj v. Herms. Coster Zoon, Alkmaar.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1903 | | pagina 6