De Voorzitter dacht, dat, indien de post gevoteerd
worde, een conferentie kan plaats hebben, om tot een
contract te komen.
De heer Boelmans ter Spill, die de voorstol
ling, alsof er een eisch is van Physica, niet juist acht,
kan zich er wel mee vereenigendat de zaak nader
onderzocht wordt.
Den heer Stuart doet dat genoegen. Waar er meer
dere leden zjjn, die meenen, dat die f 100 Physica toe
komt wil hij er op wijzen, dat het genootschap een vrij
hooge contributie van zijn leden vordert, die men betaalt
voor zijn eigen lezingen. De groote massa is van die
vereeniging uitgesloten. Meer dan 100 jaar heeft het
thans de gastvrijheid der gomeente genoten het heeft
een zeer goed voorziene kas en daarom acht hij het on-
gepermitteerd aan dat genootschap, bij den tegenwoor-
digen stand der gemeentekas een subsidie te geven. Hij
weet wel, dat het verzoek eigen lijk uitgaat van regenten
van het gasthuis, maar aan hen heelt Physica toch dien
eisch gesteld.
De hoer Boelmans ter Spiil meent, dat Physica
ook had kunnen zeggea »We gaan er niet uit.''
Daarop merkt de heer Cohen Stuart op, dat de
vereeniging het lokaal gaarne voor een andere, zou ver
wisselen. Al wordt toegegeven, dat 't genootschap recht
heeft, dan nog vraagt spreker of 't kiesch is gedacht van
zoo'n colkge, of 't getuigt van een hoog standpunt, na,
jarenlange gastvrijheid een dergeljjken eisch te stellen.
De heer Kraakman wijst er op, dat f 100 per jaar,
de rente vertegenwoordigt van een kapitaal van minstens
f 2500. Hij heeft bezwaar, dat de rentelast der gemeento
weer met f 100 wordt bezwaard. Een nader voorstel
zal hij daarom gaarne inwachten.
De heer van den Bosch wil de zaak ook aanhou
den. Als de juristen willen verzekerendat de zaak
spoedig zal worden onderzocht, dan is het niet van belang
den post op de begrooting te behouden.
De Voorzitter zegt, dat B. en W. ook geen be
zwaar hebben om den post te schrappen en te brengen
onder sonvoorzien".
De zaak wordt daarna aangehouden en gesteld in han
den eener commissie, bestaande uit de heerenCoben
Stnart, Kraakman en Boelmars ter Spill, om te dienen
van advies.
Het hoofdstuk wordt goedgekeurd.
Te dezen aanzien refereeren B. en W. zich aan de
toelichting bij dit artikel gegeven.
Art. 19. Verzekering van werklieden, geraamd bedrag
f 1350.
De le en 2e sectio zullen te zjjner tijd gaarne vernemen, of
het geen aanbeveling verdient de verzekering der werk
lieden voor eigen rekening te nemen, zoowel van die,
welke volgens de wet verzekerd moeten worden, als van
de overigen.
De le sectie verzoekt tevens overlegging der polissen
van hen, die niet bij de Rijksbank zjjn verzeke*rd.
B. en W. zeggen bet onderzoek toe. De gevraagde
polis berust voor het oogenblik bij de Rijksverzekeringsbank.
De heer Kraakman zegt, dat niet bedoeld is de
polis der werklieden verzekerd bij de Rijksbank, maar
die der overigen, waarop de Voorzitter antwoordt, dat
alle werklieden op den polis stonden, en deze tijdelijk
hjj de bank berust. Wanneer men die opvraagt heeft
men die zoo gauw niet, zoodat B. en W. die nu niet
konden overleggen.
De heer Kraakman begrijpt dat, doch acht het
niettemin gewenscht, dat die terug komt, de menschen
die niet bij de bank zijn verzekerd, moeten evengoed ge
dekt zjjn.
De Voorzitter verzekert, dat alle werklieden ver
zekerd zijn en blijven of bij de rijksbank of waar dat
niet mogelijk is, bij een particuliere maatschappij.
De heer Kraakman is met dat antwoord tevreden.
Hoofdstuk XI. Buitengewone uitgaven van allerlei aard.
Totaal bedrag t 50750.
Art. 8. Subsidie Landbouwtentoonstelling, uitgetrokken
tot een bedrag van f 250.
Een der leden van do le sectie zon deze subsidie gaarne
verhoogd zien tot f 400, andere leden zjjn van oordeel,
dat een nader verzoek moet worden ingeleverd.
B. on W., ofschoon niet tegeu verhooging van dezen
post, achten het regelmatiger, het verslag der laatstge
honden tentoonstelling af te wachten,
De heer M o e n s verklaart zich te kunnen neerleggen
bij dezen post, bet doet hen genoegen dat B. en W. voor
verhooging zjjn.
Hoofdstuk XII. Onvoorziene uitgaven.
Totaal bedrag f 2289,84.
Deze post zal wat hooger worden en later worden
vastgesteld. De uitgaven zjjn hiermede afgehandeld.
Inkomsten.
Hoofdstuk I. Ontvangsten wegens vroegere diensten.
Totaal van dit hoofdstuk f 11339.651 als: batig saldo
der laatst gesloten rekening f 10976.71?, restanten f 362.94.
Goedgekeurd.
Hoofdstuk II. Inkomsten van gemeenteeigendommen
en bezittingen.
Het bedrag van dit hoofdstuk is geraamd op f 7754.80
Art. 3. Opbrengst van den houthak, geraamd op f 1000
De le sectie vraagt, of hierin ook is begrepen de hout
hak, voortspruitende uit het vellen van zware boomen,
die nog gaaf zijn, welke vraag B. en W. toestemmend
beantwoorden.
De heer de Groot spreekt de wenschelijkheid uit, dat,
indien in overleg met de commissie voor de plantsoenen
en den adviseur door B. en W. wordt overgegaan tot
het rooien van veel boomen, of dan de raad daarvan
geen kennis kan nemen.
De heer Boelmans ter Spill zegt, dat B. en W.
het altijd zoo hebben opgevat, dat de raad hun volmacht
geeit, om in overleg met de commissie en de deskundigen te
handelen. Een discussie in den raad over het boomen-
hakken acht hij niet gewenscht.
De heer Glinderman meent, dat als er geen een
stemmigheid kan zijn bij B. en W. en de commissie en de
deskundigen, wat dan Is dat ook de bedoeling van den
heer de Groot.
De Voorzitter weet niet of de heer de Groot
geheime bedoelingen heeftwaarop deze van meening
blijkt, dat er meer kan gehakt worden dan de raad wel
gevallig is.
De Voorzitter vindt, dat de raad dat moeilijk hier
kan uitmakenmen zon daarvoor in den Hout moeten
samenkomen.
De heer Cohen Stnart acht dat niet zoo moeilijk
en de raad beslist immers by groote veranderingen, zoo
als bij hot Victoriepark.
Dat stemt de Voorzitter toe, maar in andere ge
vallen kan bet niet. Dat er te veel gehakt zou worden,
men mag het meenen evenals in Haarlem toen de heer
Springer daar veianderingen aanbracht. Nu is men er
vol lof over hem. Ook hier was veel te veranderen en
men ziet reeds de verbeteringen. Nadat B. en W. ver
klaard hebben, na oen opmerking van den heer Kraak
man, datbij het hakken van heele series of groepen
men den raad, daarin zal mengen wordt de post goed
gekeurd.
De beer Uitenboseh vraagt nog naar aanleiding
van den post huur van huizen en andere gebouwen of op
de begrooting van den directeur der gemeente-reiniging
niet moest voorkomen de huur voor de woning van den
stalknecht, of het administratief jaist is die weg te laten,
vroeger huurde die man en zjjn loon is 'tzelfde gebleven.
De heer Kraakman ïb het in zeker opzicht eens
met den heer Uitenbosehhij voegt er bjj dat hij het
wenschelijk zou achten een huurcontract op te maken
voor zoo iemand om in sommige gevallen bij het niet
willen verlaten der woning een actie te kunnen instellen
bij den kantonrechter.
De Voorzitter vraagt of hij dat zou willen voor
alle ambtenaren die een vrije woniDg hebben.
De heer Kraakman zou dat willen voor degenen,
voor wie het verlaten der woning bij verlies der betrek
king niet bjj instructie kan worden voorgeschreven. Hij
hoopt dat B. en W. die zaak oens onder de oogen zul
len zien.
De heer Uitenboseh wil geen bepaald voorstel
doen doch vindt de zaak waarvoor hij het woord vroeg
niet geheel jnist.
Art. 4. Renten van kapitalen a. inschrjjving op het
Grootbroek f 1385.50, c. wegens aandeel in het kapitaal
der stoomtram EgmondBergenAlkmaar. Deze laatste
post is voor »memorie" uitgetrokken.
De 2e seetie ontving gaarne eenige inlichtingen om
trent den maatstaf, naar welken de afkoop van graf
rechten berekend wordt, en meent, dat het brengen dezer
posten onder een hoold bij de administratie van het
Grootboek indien mogeljjk tot besparing van kosten
zal leiden.
Bjj litt. c. wordt in dezelfde sectie gevraagd, hoever
de uitvoering der plannen voor de stoomtram gevorderd L.
Wat punt a betreft, antwoorden B. en W., dat in 1871
voor het eerst aan een belanghebbende werd toegestaan
f 100 op het Grootboek te mogen plaatsen ten name
dezer gemeente om daaruit te voldoen de onderhouds
kosten van een graf. Dien weg is steeds door B. en W.
behandeld. Omtrent het tweede gedeelte dezer vraag znllen
B. en W. een onderzoek instellen. In zake den aanleg van
de stoomtramlijn heeft het dagelijksch bestnur de Ven
nootschap uitgenoodigd een schriftelijk antwoord in te
zenden.
De heer de Groot vraagt voorlezing van het ant
woord der Tram maatschappij.
Uit dat antwoord blijkt dat de uitvoering der plannen
geregeld wordt doorgezetdat verschillende pereeelen in
AlkmaarBergen en Egmondbinnon zijn aangekocht. Da
bestekken zijn in Sept. van den minister terngontvangen,
enkele wijzigingen worden nog verlangd.. De overeen
komst met den Staat is ontworpen, daarover moeten nog
verschillende autoriteiten worden gehoord. Door dit alles
is het niet met eenige zekerheid te zeggen wanneer kan
worden overgegaan tot de uitvoering der werken.
De heer Kraakman vraagtof de heer Bosman
mogeljjk nog iets kan mededeelen.
Da heer Bosman zegt alleen, dat er nog wijzigingen
in het contract moeten worden aangebrachtdat de
Holi. Spoorwegmaatschappij nog moet worden gehoord en
het dus niet wenscheljjk ïb dat het bij dit antwoord gevoegde
stuk niet te lang hier bljjft.
De heer Kraakman ziet met genoegen, dat er spoed
gemaakt wordt. In verband met den aanleg van
Noorderstoomtram naar Schagen en het gemeenschappelijk
gebruik maken van de lijn AlkmaarKoedijk zal er,
vreest hij nog wel eenigen tijd mee heengaan. Hij hoopt
dat B. en W. hnu invloed zullen gebruiken om de zaak
te bespoedigen.
De heer Bosman meent, dat op de Noorderstoomtram
niet behoeft te worden gewacht. De minister kan het
gemeenschappelijk gebruik voorschrijven. Tevens merkt
hij op, dat er sprake is van onteigening van den weg langs
het Kanaal.
In zake den maatstaf die gevolgd wordt bij den afkoop
van grafrechten, zullen B. en W. op een vraag van den
heer Vonk een nader onderzoek instellen ook in ver
band hiermede dat het onderhoud van een graf, minder
kan zijn dan de rente van f 100.
Hoofdstuk III. Opbrengst van belastingen en hef firn
gen. Het totaal bedrag is geraamd op f 201880.
Afd. I. Opcenten op 's Rijks directe belastingen, geraamd
op f 49730.
Afd II, art 1. Hoofdelijke omslag, geraamd op f 62000,
De 2e en 3e sectie verwachten, dat tengevolge van
's Raads besluit d.d. 20 Oct. jl. in zake de heffing van
Wik- en weegloonen, deze post met plm. f 9000 zal
worden verhoogd f 6000 vermindering der Wik- en
weegloonen, en f3000 tegemoetkoming aan de kaasdragers.)
B. en W. zijn het daarmede geheel eens.
Hetgeen bij andere artikols over dit punt is ter sprake
gebrachtwordt thans ook besproken.
De heer Kraakman meentdat op verschillende
wijze in het tekort op de wik- en weegloonen en de uit'
gaven aan de kaasdragers kan worden voorzienbijv
door verhooging van de opbrengst der gasfabriek, van de
straatbelasting en meerdere. Alles te leggen op den
hoofdelijken omslag acht hij bedenkelijk. De wijziging
in de wik-en weegloonen is in 't belang der gemeente,
in 't belang der neringdoenden vooral. Laat die dan
ook in de vermindering bijdragen. Door de welvaart
der stad gaan de pereeelen omhoog daarom is het niet
onbillijk dat de eigendom wordt belast. Kan de raad
er in meegaan dat het tekort verdeeld wordt, dan kan
men over de onderdeelen sprekendan kan ook ter
sprake komen bijv. een belasting op het hebben van meer
dan een ton van de reiniging. Het heele financieele
stelsel moet worden overzien.
De heer de Groot is het met den heer Kraakman
eens, ook hjj is tegen een verhooging van den hoofdelijken
omslag, die maken zal dat vreemdelingen hier niet willen
komen wonen. Veel meer gevoelt hij voor verhooging
der opbrengst van de gasfabriek, al moet daardoor het
gas duurder worden.
De heer Vonk vindt het vreemd, dat de heer de Groot,
steeds een voorstander van een lagen gasprjjs, thans voor
verhooging is. Hjj acht een dergeljjken maatregel onbil
lijk, de een zal daardoor wel, de ander niet bjjdragen.
Bovendien men bedenke, dat de uitbreiding der gasfabriek
aanstaande is, en verhooging van den gasprjjs dan toch
al niet kan uitbljjven. Hjj had graag van den heer Kraak
man een bepaald voorstel gezien.
De heer Kraakman vraagt, wat er tegen is, eenige
cijfers vast te stellen. Daaraan heeft man dan een maat
staf, - waarop door de gascom missie een vorhooging kan
worden gebaseerd bijv. in te gaan 1 Juli. De straatbe
lasting acht hij hier niet hoog, op andere plaatsen is die
hooger, ook voor een verhooging daarvan kan een cijfer
worden genoemd.
B. en W. kunnen dan daarnaar handelen, een eenvou
dige motie is daartoe voldoende.
De heer Vonk, die meermalen heeft hooren spreken
van menschen, die hier voor hun genoegen komen wonen,
gelooft dat dit getal al heel beperkt is, dat kan geen
motief zjjn tegen een verhooging der inkomstenbelasting
die hjj het billjjkst acht, daar de drak dan zooveel moge
lijk gelijkmatig wordt verdeeld. Voor de verhooging der
straatbelasting voelt hjj wel iets, daartoe zou hij liever
medewerken dan tot verhooging van den gasprjjs.
De heer de Groot erkent, dat hij steeds voor een
lager gasprjjs heeft gestreden, maar we staan nu voor
een tekort en dat maakt de zaak wel wat anders. Weini-
i zjjn er die geen gas gebruiken, en het debiet der
gasfabriek zal er niet door verminderen.
De Voorzitter waarschuwt ook tegen een verhoo
ging van de retributie der gasfabriek de aanstaande uit
breiding zal eerder 2 dan 1 ton kosten. Voor een belasting
op de tonnen der reiniging is wel iets te zeggen, doch 't is
moeilijk een cijfer vast te stellen.
De heer Van den Bosch blijkt in beginsel niet
tegen verhooging van den gasprjjs, doch acht 't niet wen
scheljjk op dit oogenblik, eerder zou hjj kunnen meegaan
met een verhooging van den hoofdelijken omslag, ofschoon
het hem aangenaam zon zjjn als men op andere wjjzein
het te kort kon voorzien.
De heer Bosman acht de verhooging der retributie
voor de buisleidiDg voor de gasfabriek ook zeer gevaarljjk,
de fabriek zou dat beslist niet kunnen doen zonder ver
hooging van den gasprjjsf 9000 meer aan hoofdelijken
omslag is hem echter ook wel een te groote hap beter
vindt bjj dan ook een tonnenbelasting en verhooging der
straatbeiasting, dan schiet er voor den hoofdelijken omslag
niet zooveel over.
De Voorzitter is echter tegen een belasting van
eiken tondat i3 niet billijkdaar men de menschen
gedwongen heeft die ton te nemen.
De heeren Bosman en Glinderman zien de
onbillijkheid niet in de eerste zou den huiseigenaar de
belasting willen laten betalen.
De heer Uitenboseh is een tegenstander van dat
systeem het zou den minderen man te zeer drukken
wat de heer d e W i t geheel met hem eens is; hetzelfde
geldt meent deze voor de straatbelasting die de huurder
ten slotte betaalt. Verhooging der inkomstenbelasting
is bet eenig rationeele.
De heer Glinderman voert aan dat de huurder
voor de waterleiding ook betaalt. Daarvoor ontvangt men
zegt de heer Uitenboseh, hier geeft men (hilariteit).
De heeren Vonk en de Groot blijken ook voorde
tondenbelasting te zijn.
De heer Boelmans ter Spill vindt dat men al
te veel in andere belastingen verzeild geraakt en herin
nert er aan dat B. en W. den hoofdeljjken omslag alleen
willen verhoogen. De motieven daartegen zijn hem niet
voldoende. Onze inkomstenbelasting is niet hoog; bjj een
zielental van 20 duizend bijna niet meer dan f 62000
op dit oogenblik. Menschen die hier komen wonen
klagen er volstrekt niet over. Nu wil hij in de eerste
plaats de hoofd, omslag verhoogen er znllen in de toe
komst meerdere uitgaven komen en dan kan men verder
zien naar andere heffingen.
De heer de Groot blijft echier van meening dat
men door hooger inkomstenbelasting de menschen weer
houdt om naar hier te komen. Het voordeel van een
lagen of geen hoofdeljjken omslag ziet men in Kampen bijv.
De heer Kraakman wil een proef nemen met de
verhooging van de retributie voor de gasleiding met 10
ct. per meter(die verhooging behoeft niet blijvend te
zijn) en daarvoor uittrekken t 3000. Verder wil hjj
f 1000 stellen voor de belasting op de tonnen één ton
uitzonderend. Dan is daar de straatbelasting die niet
hoog is slechts f 9000 ook die kan zeer goed een paar
duizend gulden hooger gesteld worden. Dan blijft er
slechts ll3 van de f 9000 over voor den hoofd, omslag, die
en daarop vestigt hjj de aandacht f 20,000 hooger zou
worden dan twee jaar geleden
Na eenige discussie wordt het bedrag, uit te trekken
voor de tonnenbelasting door den heer Kraakman
gesteld op f 2000.
Eer men echter tot stemming overgaat., meent de heer
Cohen Stuart dat het beter is te stemmen over de
vraag of de hoofdelijke omslag geheel of met een deel
van de f 9000 zal worden verhoogd, hetgeen algemeen
instemming vindt.
Voor verhooging met de volle f 9000 zijn de heeren
Luitiug, Boelmans ter Spill, de Wit, Cohea Stnart, Vonk
en Uitenboseh.
Tegen de heeren Bosman, de Lange, Moons, Van den
Bosch, Kraakman, Kool, Glinderman, Wanna en de Groot,
zoodat het voorstel van B. en W. is verworpen.
Het voorstel van den heer Kraakman, om voor de
tonnenbelasting f 2000 uit te trekken, wordt daarna met
algemeene stemmen goedgekeurd. B. on W. zullen een
nader ontwerp daartoe indienen. Ot iedere ton beiast zal
worden, zal dan ook worden uitgemaakt.
Daarna komt weer in behandeling het tweede voorstel
van den heer Kraakman verhooging van de opbrengst
van de gasfabriek.
Vooraf vraagt de heei Vonk of er niet een verordening
bestaat, waarin is bepaald, dat de gasprijs eens in't jaar
wordt vastgesteld.