Honderd en vijfde jaargang. 1903, ZONDAG Gemeenteraad van Alkmaar. 22 NOVEMBER. NO, 139. Berde l»lad. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Eaterdagav ond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkma.ah f 0,8© j franco door het geheele rjjk t 1, 3 Nummers f 0,0<i. Afzonderlijke nummers S ets. Prijs der gewone advertentlën r Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N/V. Boek- en Handelsdrukkerij v/b. HERMs. COSTER ZOONVoordam C 9.' Gemeentebegrootingdienst 19D4. (Vervolg.) Hoofdstuk IV. Kosten der openbare veiligheid en van de brandweer. Totaal bedrag van dit hoofdstuk f34919. Afd I, art. 2, jaarwedden van den inspecteur en de agenten van politie, geraamd op f 13800. Naar de meening van den Commissaris van politie, welke door den Burgemeester wordt gedeeld, is een ver meerdering met 3 agenten 3e klasse noodzakelijk. Waar de jaarwedden der agenten in 1901 pas zjjn herzien, meeuen B. en W. te moeten adviseeren om afwijzend te beschikken op hot adres om verhooging van jaarwedden, De le sectie wenscht echter de traotementen van den inspecteur en de agenten met f 50 per hoofd te ver- hoogen, wat een hoogere uitgaaf van f 1200 zon mee brengen. Aan B. en W. wenscht men over te laten om in overleg met den commissaris 6en nieuwe regeling voor te stellen. Volgens het thans door den Burgemeester in gediende voorstel zouden er voortaan zijn 6 agenten le kl., 7 2e klasse en 10 3e klasse. Ook de 2e sectie is van meening, dat een andere re geling voor de agenten geweuscht is zij stelt voor het aantal agenten le klasse te brengen op 6, dat der 2e op 8 en dat der 3e op 9. De 5e sectie stelt voor voortaau aan de agenten niet alleen laarzen, dosh ook het overige schoeisel te verstrek ken en dringt er op aan hen van een nummer te voorzien. B. en W. bevelen den Raad aan zich bij het voorstel zoo als dat bij de begrootiug is gedaan, te bepalen en dit aan te nemen. Gaarne zullen zij in den loop des jaars een voorstel doen tot wijziging der inrichting van dc ge meentepolitie. Met het verstrekken van schoeisel kunnen B. en W. zich vereenigenwaarom zij voorstellen bat bedrag voor kleeding en uitrusting der agenten van politie met 23 X f 15 f 345 te verhoogen. De heer de Groot verdedigt de verhooging der jaar- wedden met f 50. In vergelijking met andere plaatsen is het tractement der politieagenten hier te laag. Wil men, dat deze ambtenaren een behoorlijk bestaan hebben, dan acht hij die f 50 nuttig besteed. De heer Glinderman gevoelt veel voor die verhoo ging en vindt ook de bezoldiging te laag. De Voorzitter meent, dat de agenten wel wat te veel in beklag z(jn. Wat andere plaatsen aangaat, in den helder is het tractement hooger, doch daar is de betrek- king ook minder aangenaam. De heer Glinderman wijst echter op Middelburg, waar de betrekking niet veel moeielijker is dan hier. De heer Van den Bosch meent uit het antwoord van B. en W. op te maken, dat deze niet tegen de ver hooging zijn, en waarschijnlijk van hen een voorstel is te wachten tegen het volgend jaar. Hij is het echter met vele leden eens, dat er voor nitstel niet zooveel reden be staat. De uitgaaf is voor de gemeente betrekkelijk gering en voor de agenten is een verhooging van f 50 een groot voordeel. De heer Uitenbosch kan meegaan met het idee der le sectie, doch gedeeltelijk. Een gelijke verhooging voor allen komt hen niet gewenscht voor. Een groot deel der agenten verdient werkelijk te kort. Vergelijkt men met hun salaris met dat der agenten te Zaandam, dan is het daar veel beter. De laagste klasse heeft daar f 600 en f 75 voor kleeding. Hij is vóór verhooging en wil daarmede geen jaar meer wachten, doch acht het niet alle klassen evenveel veihoogen. Dat is onbillijk, daar de hoogste klassen veel meer emolumenten hebben, dan de laagste. Op een vraag naar de indeeling dier emolumenten ant woordt de Voorzitter, dat die voor de 3e klasse van 5 tot f 10 bedragenvoor de le en 2e kl. van f 30 tot f 35. De heer Boelmans ter Spill acht het gewenscht een voorstel van B. en W. af te wachten. Wilde men eenvoudig de salarissen met f 50 verhoogen, dan zou dat bij de begrooting kunnen, maar de heer Uitenbosch heeft er al op gewezen, die verhooging zon onbillijk zjjn. Het denkbeeld van periodieke verhoogingen mag ook zeker hier wel overwogen worden, daarom ontraadt hij thans aanneming van het voorstel. De heer van den Bosch meent, dat wat de vorige spreker heeft gezegd zeer zeker aanbeveling verdient, maar hij acht het van belang reeds nu een som nit te trek ken, dan kan een voorstel van B. en W. spoediger komen. Hij zou dan B. en W. willen uitnoodigen zoo spoedig mogelijk nadere voorstellen te doen. De Voorzitter zegt, dat B. en W. niet tegen de verhoogiug zijn. Zij hebben echter geen voorstel gedaan, uit vrees, dat in verband met de uitbreiding vanjiet getal agenten, het heele plan mogelijk echec zou lijden. Nn de raad ook voor de verhooging is kan men een wgzigmg der verordening verwachten, waaruit de verhoogiug van jaarwedde voortvloeit. De heer Uitenbosch kan met B. en W. meegaan, als de verordening terugwerkende kracht krijgt, waar tegen naar de meening van den -Voorzitter geen bezwaar bestaat. De heer Boelmans ter Spill gelooft, dat men Telefoonuummcr 3. wel eenigszins uit het oog verliest, dat de jaarwedden pas in 1901 zijn verhoogd en gelooft, dat wel gewacht kan worden tot de volgende begrooting. De heer Uitenbosch is dat niet eenser zijn agentendie met een vrij groot huisgezin van f 525 moeten leven. De ambitie lijdt daaronder en men werkt door een laag loon het aannemen van fooien in de hand. Tevens wordt door den heer Uitenbosch evenals ten vorigen jare aanbevolen het geven van een nummer aan de agenten, 't Is hem gebuurd, dat toen hij in de dagen der staking door agenten werd gemolesteerd aan het publiek moest vragen, hoe een van hen heette, de andere was bekend genoeg. Dat zou niet behoeven voor te komen, als zij voorzien waren van een nummer. De Voorzitter zegt, dat hij met den commissaris de zaair zal overwegen. Blijkt de noodzakelijkheid dan kan men er toe overgaan. De heer Bosman vraagt of Je raad nu niet alleen te beslissen heeft over het voorstel tot aanstelling van 3 nieuwe agenten en of men besluiten zal tot de toelage voor schoeisel. De Voorzitter zegtdat dat geen toelage is de agenten krijgen dat geld niet in handen, dat wordt voor bet doel besteed door den commissaris. Verder merkt bij op dat de raad moet uitmaken of de nieuwe regeling waartoe B. en W. worden nitgenoodigd in gaat 1 Jan. 1904 of 1905. De heer Bosman zou voor 1904 zijn. Den heer Cohen Stuart komt het voor dat bij de behandeling der nieuwe verordening, die vraag ter sprake moet komen. De heer de Groot blijft de verhooging van den post met f 1200 ondersteunen later kan men dan het voor stel afwachten maar 't geld is dan reeds beschikbaar. De Voorzitter is het meer eens met den heer Cohen Stuart. Administratief is er geen bezwaar den post thans zoo te laten. Rij besluit tot in werking tre ding der nieuwe regeling, byv op 1 Jan. 1904, kan het salaris even goed worden uitbetaa'd. 't Gebeurt meer dat een post in den loop van het jaar overschreden wordt. De heer Boelmans ter Spill is het geheel eens met den Voorzitter. De post wordt daarna goedgekeurd, ook die voor schoei sel en B. en W. worden nitgenoodigd spoedig een nieuwe verordening voor de politie in te dienen en daarin een nadere regeling der salarissen op te nemen. Art. 7. Gratificatiën aan de brandspuitlieden. De ie en 2e sectie stellen voor dezen post geraamd op f 1750 met f 50 te verhoogen en de gratificatiën voor alle vrijwillige brandweercorpsen gelijk te maken aan die van Bnrgarplicht d. i. elk f 125. B. en W. knnnen zieh daarmede vereenigen. De verhooging wordt goedgekeurd. De heer van den Bosch vestigt de aandacht op de wenschelijkheid dat in gemeente-gebouwen, met name het Stadhuis met het oog op het archief en het museum brandbluschmiddelen voorhanden zijn waarmede spoedig een nitslaande brand kan worden geblnscht bijv. een theofakkel. De Voorzitter deelt mededat juist dit denk beeld ook in de vergadering van B. en W. is besproken en er besloten tot een proefneming met die fakkels. Het hoofdstuk wordt goedgekeurd. Men is thans genaderd tot de kosten der gemeente-reiniging De Voorzitter stelt voor dit punt niet voor het diner te behandelen, doch het uit te stellen tot des avonds half achtwaarna de zitting tot dat uur wordt geschorst. Avoudzlttlug. Tegenwoord 15 leden afwezig de heeren de Sonna- ville en Wicherink. Hoofdstuk V. Kosten der plaatselijke gezondheids- politie. Totaal van dit hoofdstuk f 31602. Art. 3. Kosten wegens het ophalen van haardasch en vuil, geraamd op f 30757. De le sectie vraagt, of het toestaan van het hebben van beerputten geen overweging verdient. Het dagelijksch bestuur neemt zich voor hieromtrent het advies der Ge zondheidscommissie in te winnen. De heer M o e n s is van oordeeldat het hebben van beerputten zal leiden tot een vermindering van de groote lasten thans voor de gemeente verbonden aan het ophalen van vuil. Die beerputten zouden moeten worden gemaakt onder^ toezicht van 't dag. bestuur en de gezondheids commissie. Hij gelooftdat vele particulieren die beer putten wel zouden willen verwisselen tegen het tonnen stelsel en zich gaarne daarvoor eenige opoffering willen getroosten. De heer Kraakman zegt, dat men jaren geleden ongeveer van dezelfde meening was. Men heeft destijds de beerputten afgeschaft, omdat men bezorgd was, dat daar door de ondergrond zou worden besmet en daar men toen geen waterleiding had was dat gevaarlijk voor de gezondheid. Nu bestaat er geen overwegend bezwaar meer tegen die putten. Hoeveel personen echter willen van de vergunning gebruik maken Zooveel, dat bekos tigd worden, de hoogere uitgaven om ze leeg te maken V Dat dienen B. en W. te onderzoeken en dan kan 't toegestaan worden aan hen die zoo'n beerput op eigen grond znllen maken. De heer Moans gelooft, dat er in den beginne slecht8 weinigen willen zijn die een beerput wenschenj, doch is de gelegenheid er om ze te kunnen maken en kent men eenmaal de voordeelen er van dan zullen er wel meer komen. De heer de Groot vraagt of B. en W. ook iets naders bekend is omtrent het gebruik van zoogenaamde septi-tanks. De Voorzitter antwoordtdat men er niet veel van weetdoch zij schijnen niet zoo zeer te voldoen. De beer Vonk, die ze in Dresden heeft zien werken, is van eeu heel ander gevoelen. Ze kunnen alleen voor faecaliën dienen, niet voor afval van groenten enz. Voor iedere woning afzonderlijk zijn ze echter zeer kostbaar. De Voorzitter weet dat ze in Oranje-Nassan's Oord wel voldoen. De disenssio wordt gesloten, terwijl B. en W. toezeggen omtrent de beerputten enz. nadere mededeelingen te doen aan den raad. Het hoofdstuk wordt goedgekeurd. H oofdstuk VI. Kosten van het onderwijs Totaal bedrag van dit hoofdstuk f 91564.20. Afd. I. Lager onderwijs, geraamd op f 74307. Afd. II. Middelbaar en Hooqer onderwvis geraamd od f 17257.20. S F Naar aanleiding van een ingekomen ongezegeld adres om de schoolboeken niet meer aan te besteden, znllen B. en W. op uitnoodiging van den raad een onderzoek instellen, naar de gevolgen, die dit voor de gemeente kan hebben. Goedgekeurd. Hoofdstuk VII, Kosten van het armwezen enz. Het totaal bedrag is geraamd op f 39956.48. Als voren. Hoofdstuk VII. Renten en ajlossingen. Totaal van dit hoofdstuk f 45509. Als voren. Hoofdstu k IX. Pensioen en Wachtgelden. Voor dit hoofdstuk is uitgetrokken f 3145,39. Als voren. Hoofdstak X. Andere uitgaven niet onder de vorige hoofdstukken behoorende. Geraamd bedrag f 7875. Art. 15. TJitkeering aan het natuuren letterkundig ge nootschap Solus nemo satis sapit." Hiervoor is f 100 uitgetrokken. Dit genootschap had tot heden in gebruik een lokaal in het Stadsziekenhuis. Daar regenten echter verklaard hebben, behoefte to hebben aan die kamer zal het genootschap naar een ander lokaal moeten omzien. Daartoe is men bereid, indien door de gemeente een schadeloosstelling wordt verleend van f 100, voor de verleening waarvoor B. en W. meenen, dat wel gronden aanwezig zijn. Eenige leden der le sectie willen deze f 100 uit de begrooting lichten en een nader voorstel van B. en W. afwachten. De 2e sectie kan zich met de meening van B. en W. zeer goed vereenigen, mits door den raad met het ge- nootschap een nadere regeling wordt getroffen, voorziende in 't geval, dat het aantal leden aanmerkelijk mocht dalen. Den heer Kraakman komt het voor, dat het beter is, dat deze materie bjj afzonderljjk voorstel behandeld wordt. 't Hier uit te trekken als een verschuldigd iets, wil er bij hem niet in. Het moet een voorstel zijn, om bijv. met Physica een contract aan te gaan. Men moet de zaak goed onder de oogen zienheeft het genootschap rechten goed, dan willen we 't ook doen ter wille van het nut der instelling. De heer Cohen Stuart stelt voor de zaak in han den te stellen van een speciale commissiB van rechtsge leerden uit den raad. De heer Bosman beveelt aan, dat die commissie dan wat haast zal maken. De Heer M o e n s zegt, dat indien aan Physica is toe gestaan het onvoorwaardelijk gebruik van het lokaal, men daarop toch niet kan terugkomen. De heer Cohen Stuart meent, dat niet vast staat dat dat gebruik onvoorwaardelijk is toegezegd. De heer Moens gelooft, dat indien hier kwestie be staat, het niet alleen een kwestie van recht is. 't Genoot schap is een zeer belangrijk college, dat veel nnt sticht. Is het nu wenschelijk, dat de gemeente haar steun in trekt. De raad bevordere liever den bloei van dit college door den post op de begrooting te laten. De heer Cohen Stuart vindt, dat de heer Moens in de te benoemen commissie heel iets anders ziet dan hij. Op de moreele zijde van de zaak wil hij niet ingaan, ofschoon die heel wat zwakker is, dan de heer Moens meentmaar hjj zou wel willen weten, op welk stand punt de raad in dezen staat, van verplichting, van recht van humaniteit of iets anders. De heer de Wit vraagt of de heer Kraakman zich al een opinie heeft gevormd na inzage van destuk ken van 't gasthuis. De heer Kraakman antwoordt ontkennend, maar bij bljjft bij zijn eerstnitgesproken meening. Hij geeft in overweging de f 100 van de begrooting te voeren en te brengen onder de onvoorziene uitgaven, in afwachting van een zelfstandige beslissing in overleg met Physica.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1903 | | pagina 9