No. 147.
Honderd en vijfde jaargang.
1903.
VRIJDAG
11 DECEMBER.
Benoeming raadscommissiën.
FEUILLETON.
Boeren en Zeelui.
Vereeniging Trein 8.28 H. IJ. S. M.
l. s.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag-
en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaab f O,SOfranco door het
geheele rjjk t 1,
3 Nummers f O,O0. Afzonderljjke nummers 3 ets.
Telefoonnummer 9,
Prjjs der gewone advertentlën t
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N/V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam 0 9.
Burgemeester eD Wethouders der gemeente Alkmaar,
brengen ter algemeene kennis, dat in de Raadsvergadering
gehonden op 2 December 1.1. zijn benoemd:
a. tot leden der Commissie voor het ontwerpen van ver
ordeningen tegen welker overtreding straf is bedreigd,
waarvan de Burgemeester krachtens art. 166 der Ge
meentewet, Voorzitter is, de heeren
C. BOSMAN.
Mr. H. BOELMANS TER SPILL
Mr. J. P. KRAAKMAN.
Mr. K. A. COHEN STUART.
b. tot leden der Commissie voor de belastingzaken en
eenige andere onderwerpen van financiëslen aard, de
heeren
J. DE LANGE CJz.
Mr. H. BOELMANS TER SPILL
J. F. MOENS.
J. M. DE SONNAVILLE.
H. J. VONK.
De heer de Lange is tot Voorzitter dezer Commissie
benoemd.
c. tot leden der Commissie van bijstand in betrekking
tot het beheer en onderhoud der plaatselijke werken
en eigendommen, de heeren:
G. DE GROOT Jz.
H. J. VONK.
M. ÜITENBOSOH.
Tot Voorzitter is door Burgemeester en Wethouders
aangewezen, de Burgemeester.
d. tot leden der Commissie van bijstand in betrekking
tot het beheer en onderhoud van de wandelwegen,
de beplantingen van straten, wegen en pleinen der
gemeente, de heeren
G. T. M. VAN DEN BOSOH.
J. F. MOENS.
Mr. K. A. COHEN STUART.
Tot Voorzitter is door Burgemeester en Wethondora
aangewezen, de heer Mr. H. Boelmans ter Spill,
Wethouder.
tot leden der Commissie van bijstand voor de gemeen
telijke gasfabriek, de heeren
C. BOSMAN.
J. DE LANGE CJz.
Tot Voorzitter is door Borgemeester en Wethouders
aangewezei), de Burgemeester.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Alkmaar, G. RIPPING Voorzitter.
5 Deo. 1903. O. D. DONATH, Secretaris.
In de dagbladen hebt gij reeds zoo dikwijls iets gelezen
over de nieuwe vereeniging met den eigenaardigen naam
Trein 8.28 li. IJ. S. M., dat misschien wel eens de vraag
bij u opkomt: »Wat wil zjj toch?" Mag ik u dat eens
kort vertellen
Een der schetsen nit „Noord-Hollandscbe Vertellin
gen," door GEERTRUIDA OARELSEN.
(Het complete werk is verkrjjgbaar bij de N.V. Boek
en Handelsdrukkerij v/h. Herm. Coster Zoon.)
Toen vader Zegveld door moeder van dit geval hoorde,
verklaarde hij met eenige vloeken,dat het »'n moord" was.
Daarna zat hjj voor zich nit te staren, zonder dat zijn
gemoedsaandoening nit iets anders bleek dan nit het
ongewoon dikwjjls verschuiven rjjner pijp van den éénen
mondhoek naar den anderen. Na verloop van een nnrtje
verkondigde hij, op beslisten toon
»'t Was te wense 'weest, dat Aaltje nooit verkeering
met dien borst 'krege had."
Toen echter zijn wederhelft er een paar maal op aan
drong, dat zij zamen naar den Helder moesten gaan, zei
hjj kalm
»Deer laik 'k non wel niet veul zinnighaid an te hebbe 1"
Dus begreep Gnurtje dat zij er alleen op af moest.
Geërgerd en bedroefd, hield zjj zich nochtans groot, vooral
om niet met haar mans moeder over de zaak aan het
praten te raken en te moeten toegeven, dat de Helder
Aaltjes ongelak geworden was.
De komst van de flinke boerin, gewapend met wat
geld en provisie, was een ware ontspanning voor het
Heldersche huishouden. Het overleg met haar wekte
in Aaltje nienwe plannen voor arbeid en verdienste.
En na enkele weken werd zjj verheugd met het bericht,
dat Barend leefde en op reis naar het vaderland was.
Er wordt in Nederland voor het arme kind véél ge
daau gezondheidskolonies voor de zwakke en herstel
lende kinderen vau onzen armon medeburger zijn er ook 1
In de bladen hebben wij kunnen lezen van den blos op
de wangen, den lach in de oogen der terngkeerende
kinderen en wij zijn zelfs vergast op een statistiek, mel
dende het gewicht der kinderen vóór en dat van hen na
de uitzendingeen statistiek van sprekende cjjfers 1
Heerljjk, nietwaar, dat de humaniteit zich zóóver heeft
uitgostiekt 1
Maar, daar waren ouders die de berichten volgden in
de bladen en zagen naar hun kinderen en vroegen
waarom die wèl en deze niet P Het waren nijvere hand-
werksl.eden, nette winkeliers, jjverige ambtenaren en be
ambten, het waren mingegoeden
Wij hebben die vraag gehoord en wjj zijn toen besloten
onder vrienden, kennissen en bekenden er eenigen te
zoeken, die geregeld tien cent per week willen offeren om
zoo een sommetje bjjeen te brengen, waaruit de kosten
voor nitzeuding van enkele kinderen zouden kannen
worden bestreden. Wjj wilden een steentje aandragen,
geen tempel bouwen.
Maar toen wij dat deden, toen bleek ons, dat ons pogen
niet door enkelen, maar door vélen op prjjs werd gesteld.
Al spoedig begrepen we, dat, nu wij begonnen waren,
er ook méér van ons werd gehoopt, werd verwacht. Wij
zagen ontzettend groote bezwaren, reusachtig veel arbeid,
maartoen wij als het ware een roepstem hoor
den, toen hebben wij de zaak met mannenmoed aangepakt,
elkander steun belovende en tot leuze nemend: het goede
willen wij goed doen
Wij nadden den moed te zeggen, wat wèl werd gevoeld,
maar steeds werd verzwegen n.l., dat voor de kinderen
der armsten veel wordt gedaan, maar voor die der min
gegoeden evenveel wordt nagelaten.
Voor de zwakke en herstellende kinderen van de arm
sten zijn er gezocdheidskolonies, zijn er allerlei vereeni
gingen, vond men steeds behulpzame handen, warme
harten geopende beurzen, zeker, maar voor de
groote groep kinderen van »aü,l gefoituneerdon" en toch
ook juist geen armen", voor die groote middengroep
werd niets gedaan 1
Wij hadden den moed er de aandacht op te vestigen
en er tevens de handen voor uit do mouwen te steken.
En goddank, dat we het gedaan hebben 1
Nu stemde echter iedereen toe, dat een optreden als
het onze, noodig was. Een maand bestaat de vereeni
ging pas en reeds 300 leden traden toe. Welk een snccee 1
Zullen wij daarmede tevreden zijn Neen 1 want hoe
meer leden er komeD, in hoe grooter letter het ons voor
oogen wordt gehouden: Voort 1 Voort 1 Men hoopt en
vertrouwt op u I"
De honderdtallen leden, kunnenja zullen duizendtallen
worden
Wij znllen geven den tijd dien we over hebben, de
avonduren, de nren van onze rustdagen en zoo noodig
de uren van den nacht I
Kijk nu staat het me weer voor oogen
»Voort 1 Voort! Men hoopt en vertrouwt op u1" en
ik haast mij de hoop te bevredigen, het vertrouwen niet
te beschamen 1
Toen dien keer Barend eindelijk terng kwam, was aller
vreugde zoo groot, dat zelfs de moederljjke jaloezie er
heelemaal in opging.
Trouwens, het ondje was er gaandeweg aan gewoon
geraakt, zich in de orde der dingen te schikken. Zij
werd zwakker en waardeerde het geduld, waarmös Aaitje
nu bjjna al het werk op zich nam en toch hèèr al de
eer liet, die zjj verlangde.
Barend slaagde er in, aan den vasten wal een betrek
king te krijgen. Aaltje hield de verdiensten binnenshuis
aan. En grootmoeder nam altjjd het kleinste kind voor
hare rekening.
VII.
Op een mooien zondag is ons echtpaar met zijn twee
oudste jongens te gast op de boeiderjj.
Knutselaar en dnizend-knnstenaar als hij is steelt
Barend bij zulke gelegenheden Gnnrtje's 'hart door te
vragen »of er temet onderdehand wat voor hem te kale
fateren is."
In afwachting van deze vraag, staat de lijmpot al vast
klaaren terwjjl Gnurtje met allerlei gebroken goed
komt aandragen zegt zij in bescheiden houding
»'t Zain wel gammele prnllemaar 't is toch begroo-
telijk ze vort te gooie
Ook de huisvader consulteert hem gaarne over min of
meer gewichtig timmerwerk.
De beide mannen hebben den halven voormiddag in
»de berg" doorgebrachtzegge in de hooibergplaats onder
bet piramidale dak.
Thans staan allen naar den achtjarigen Dirk te kijken,
die, in houding en bewegingen reeds op-end'-op een boer
in miniatuur, met een paar nieuwe klompen molshoopen
loopt omver te trappen en gelijk te maken.
»Deer zit 'n boer in", zegt zijn grootvader, met zeker
welbehagen.
»Net hoor 1 stemt Aaltje toe. »Hain is nou tien jae'
Men hoopt op u 1 O, wat znllen er velen vragen,
ais de tijd daar is, waarop wij tot uitzending kunnen over
gaan 1 Wat zal het aantal groot zjjn 1
Zal er dan geld genoeg wezen Genoeg 1
Wjj znllen trachten, zóóveel te vergaren, dat er niet te
veel kleuters behoeven te worden afgewezen! Zóó het
kan, zóó veel, dat van afwijzen geen sprake is 1
Maar hoe
We znllen niet ophouden te vragen lid van onze ver
eeniging te worden. We znllen, ja willen zelfs bedelen
om donaties 1 We znllen zullen een blij gezicht hebben
bjj onzen arbeid an zeker blijven gelooven in ons succes!
Lezers 1 Grijpt even uw pen en meldt u aan voor het
lidmaatschap het bevredigende gevoel, goed te doen door
möe te bouwen, mêa te bouwen nu aan een tempel, een
tempel der naastenliefde gewijd, zal uw loon zjjn.
We znllen meer doen 1 Wjj zullen de knnst vragen ons
te helpen. En de kunst zal helpen waar werd geschreid
en droogde zij geen tranen
Waar weerklonk hulpgeroep en weigerde zjj de hand
tot redding
De dichter van Meurs mocht schrijven
»Het oud-christelijke zevental,
Van werken der Barmhartigheid
Is tot een achttal uitgebreid
»Liefdadigheidaconcert en bal 1"
Wel lijkt het veel, dat nommer acht,
Op Jantje built en lacht 1"
Ik ben alleen in zóóverre met den dichter eens, dat
het lijlct op Jantje hnilt en lacht: in den grond der'zaak
ligt geen lachtoon.
Als de Kunst regeert stemt Zij het hart tot goede daden,
geeft Zjj er de hoogere wijding aan. Dus vragen wij
Haar hnlpe.
Wjj znllen nog méér doen 1 Wij hebben reeds méér
gedaan: wij hebben ons gewend tot de vrouwen, tot de
moeders Wij hebben een comité gevormd tot hulp in
onzen arbeid, tot steun in ons pogen
Wij doen hierbjj een beroep op de gefortnueerdenwjj
zullen ook hen bij onzen tempelbouw vragen, hen vooral I
En wie, die heeft, zal ons zonder zijn stenn laten gaan?
Wij moeten een buitentje hebben aan zee 1 Wij vragen
het kosteloos in gebruik 1
Wij moeten een woning hebben in 't bosch Wjj zullen
haar vragen
Op ied're woning, waarin zóóveel liefde gaat wonen
zal zegen rusten.
Men hoopt op ons helpt ons dan, allen dien
helpen knmien
Men vertrouwt op ons. Ja, binnen zeer korten tjjd znllen
er onders zijn, die ons hun herstellend, hun zwak kind
toevertrouwen.
Die moeders, die vaders, zien we al in gedaehten vóór
ons en we lezen in hun oog een vraag van hnn hart:
Weest er goed voor
En wjj reiken hun eerlijk en trouw de hand en zeggen
in dien handdruk: reken gerost op ons!"
En dan willen we niet liegen Men zal op ons kunnen
rekenen wij staan niet één kind aan vreemden af
wij hebben een beroep gedaan op het vrouwen, op het
moederhart.
en praat al van vare maer Dirk is altaid et tirigst as ie
hier is 1"
»Met een jaer of wat, as ie van skool of is, ken ik
'm wel gebrnike om te hellepe."
Enna een poosje»ons boerenbedraif is nog zoo
kwaed niet. 't Is maer dat je op hede moeite hebbe om
der mee vooruit te komme."
»Hai ken der altaid 'n ambacht bai leere", oppert
Aaltje voor wie het landleven per slot veel aantrekke
lijkheid behouden beeft, maar die toch haar mans capa-
citeiteiten niet versmaadt. »As ie eerst timmere 'leerd
het, dèn ken ie boere en timmere al na venant."
»Eén ding is beslist waer," verklaart Zegveld, >as ie
boer wil worde, den mot ie 'n boeremaidje trouwe. Want
op de vrouw komt in de boerderai te veul an."
»Op de vronw komt overal venl an", zegt Barend, al
passend en metend om een oud droogrek te repareoren.
»Nou, dèt zei waer zain!" waagt Gaurtje. »En wat
boeremaidjes anbetrelt, ik geloof wel dat er zeelui zaine,
die der ook niet rouwig om hoeve te zain as dat ze der
ientje trouwd hebbe
Schijnbaar overschillig, maar met een gespannen zjjde-
linpschen blik wacht zij Barends antwoord hierop af.
Eerst voegt hjj rustig het droogrek in elkaar en be-
tnigt dan
»Nou moeder, dèt skeelt zoo venl niet 1"
Een vreemde zou misschien gedacht hebben, dat hij
het rek bedoelde. Maar de bijna onmerkbare beweging,
waarmee hij eerst Gnnrtje en daarna Aaltje toeknikt,
toont dat hij wel degelijk den hem toegeworpen bal
opving en dat bijondanks den ternghondend Noord-
hollandschen vorm zijner toestemming, deze zeer posi
tief meende.
EINDE.