Zoodra de Vereeniging vruchten draagt, dan daaraan
twijfelt hij niet, zal men gaarne die vrnchten willen
plukken, geen band, die beter bindt dan de zilveren.
Daarom is van belang de vraag wat kan de organisatie
doen, doch dient in de eerste plaats beantwoord deze:
Wie kunnen lid zjjn, wie behooren tot den middenstand
omdat daarin ligt de grondslag, waarop de organisatie
is gebaseerd.
In Nederland bestaat over de middenstandskwestie
geen uitvoerig werk, dat getuigt van grondige bestu
deering, slechts enkele vlugschriften en courantenarti
kelen. In Belgie en Duitschland is de zaak grondiger
bestudeerd en bestaan verschillende werken daaromtrent.
In die werken vindt men min of meer gelukkig en juist
de definitie van wat men onder »middenstand dient te
verstaan.
Dr. Btitger (Duitschland) zegt: tot den middenstand
behooren zij, die boven het minimumloon nog zooveel
inkomen hebben, dat zjj noodige luxe-uitgaven kunnen
doen en zich een klein kapitaal voor de toekomst kunnen
verwerven.
De vraag is echter, wat is het minimumloon, daarover
is men het volstrekt nog niet eens.
Verder zal men vragen, wat zijn noodige luxe-uitgaven,
man en vrouw verschillen daarover zelfs. En ten slotte
wat is een klein kapitaal voor de toekomst. Later tracht
mon te leven, zooals men het vroeger gewend was, en
daarvoor zal het noodige kapitaal nog al wat varieeren.
t Blijkt dus, dat de definitie van dr. Bütger geheel
onvoldoende is.
Wie behooren dan tot den middenstand 1
De Vereeniging heet hier Winkeliersvereeniging, een
minder juiste naam, waar mon bedoelt een vereeniging
voor den handeldrijvenden middenstand, en zulks als uit
vloeisel van de gehouden congressen te Amsterdam en
Rotterdam. Ook deze benaming is onjuist en een ver
keerde vertaling van wat men in Belgie bedoelde met
«La petite bourgeoisie", daartoe behoort toch ook de
patroon-ambachtsman. De later in Belgie gekozen naam
«Ciasse moyenne industriêaile et commerciale" geeft de
bedoeling het beste weer. Hij omvat toch allen, die door
eigen arbeid en met eigen kapitaal werken, die dat kapi-
taal door eigen arbeid vruchtbaar maken, en sluit niet
uit de kleine industrie, die naar sprekers overtuiging zal
blijven bestaan.
Het zelfstandig bestaan, de eigen arbeid, gepaard aan
het bezit van kapitaal, ziedaar de essentieele zaken, die
't kenmerk zijn van den middenstand. Beneden u, zei
spr., staat de groote schare arbeiders, die een afhan
kelijk bestaan hebben en boven u de groot kapitalisten,
die aan het bezit van kapitaal niet den arbeid parent
waarin jnist de bracht ligt van uwen stand, den ai beidj
dien gjj met liefde verrichtdie u niet te zwaar valt
daar hij bevordert den bloei van uw eigen zaak.
Op het congres beeft dr. Knyper nog een zeer waar
woord gezegd, nl. dit: Indien de middenstand tot bloei
wil komen, moet hij trachten zich onmisbaar te maken.
Zeker de middenstand heeft zijn verplichtingen, gij
allen hebt ze ten opzichte van uw klanten, als gij'dat
gevoelt en zich daarbij toelegt op de beoefening van nw
vak, dan wordt daardoor de middenstand een onmisbare
factor in onze maatschappij en heeft die maatschappg be
lang bij nw voortbestaan. Waarom spr. veel voor den
middenstand gevoelt, omdat die stand vormt de zedelijke
kern der samenleving. Zagen wij niet den middenstand
zich scharen aan de zjjde van het gezag bij de zooge
naamde misdadige" woelingen in het begin van dit jaar
Zoo zal die stand immer voor dat gezag pal bljjven staan,
en zoo ooit H. M. de Koningin steun mocht zoeken, dan
zal zij bij den middenstand vinden, wat baar bij de evo
lutie der tijden mogeljjk noodig zai zijn. (Applaus).
Na aldns te hebben geschetstwat de middenstand
is en er op te hebben gewezen, dat zijn voortbe
staan noodzakelijk is, neemt spr. zich voor aan te
toonen de gevaren, die dien stand bedreigen, want
het kan niet ontkend j al is het nog niet zoodat de
middenstandzooals men rondschettertdood gedrukt
wordt tnsschen grootkapitaal en arbeid dat menig burger
zijn bestaan bedreigd ziet door het grootkapitaal of door
de coöperatie.
Het is de toeleg der sociaal-democratie den midden
stand zooveel mogelijk af break te doen; welnu, spr.
betreurt het als een borger tengevolge van dat pogen
moet vallen en om te voorkomen dat het socialisme
zal overwinnendat het kapitaal uw krachten zal ver
minderen zoo sprak hij, dient gij die gevaren onder de
oogen te zien en de middelen te beramen, om er aan te
ontkomen. Daarover het een en ander iu het midden
te brengen was het wat spr. zich tot taak gesteld bad
na de pauze.
Het gevaardat den middenstand bedreigtis niet
denkbeeldig is geen spook of nachtmerrie. De winke-
liersbewegicg is niet een uiting van groote zenuwach
tigheid doch een gevolg daarvan dat het bestaan van
den middenstand werkelpk wordt ondermijnd. Er dreigt
gevaar van vele zijden, maar toch wanhopen wij niet,
overtuigd dat de middenstand zal blijven en steeds zal
toenemen in bloei.
Gjj hebtzei spreker vrienden, die met u spelen, als
de kat met de muis, wier liefde ware apenliefde is, die
n wijzen op gevaar voor nw bestaan, maar u tevens zelf
zoo spoedig mogelijk willen doen verdwijnen.
Herinnerd werd hierbjj aan de wijze, waarop mr. Troel
stra te Amsterdam voor den «Middenstand" was opge
treden met het oog op ziju verkiezing hoe hij volgens
het verslag van zjjn rede uit het Volk, er op'gewezen
had dat iDdien de arbeider een beter loon badde
meerdere koopkracht den winkelierin den vorm van
contante betaling voordeel zou opleveren en daarnaast
had gewezen op de gevaren van bet groot-kapitaalde
concurrentie der groote magazjjnen, hoe diezelfde mr. Troel
stra in hetzeltde blad betoogt, dat de middenstand moet
verdwjjnen en in den socialistischen heilstaat de winkeliers
o. a. staatsbeambten zullen worden. Een dergelijke liefde
is onoprecht. Had mr. Troelstra den toeleg der sociaal
democraten op zijn vergadering uiteen gezet, zeker zou
hjj geen kiezers uit den middenstand hebben verlokt op
hem te stemmen.
Ai.s een anderen vijand noemt spr. de concurrentie der
coöperaties, waaraan ook de sociaal-democraten doen, en
ook daarom meent hij, moet, hjj, die den middenstand wil
behouden, zjjn een beslist tegenstander van het socialisme.
Het socialisme wil bevorderen de (arbeiders-coöperaties.
In België bedraagt de geheels omzet der socialistische
coöperaties 40 millioen per jaar, hoeveel winkeliers wor
den daardoor tiet benadeeld.
Nu kan coöperatie nuttig, zelfs noodig zijn, b.v. als
winkeliers tegen hooge prijzen slechte waar leveren, dat
is dan de ware uitbuiting van de arbeiders, en dan heb
ben dezen groot gelijk, als ze door eigen aankoop betere
waren zien te verkrijgen, doch waar de concurrentie der
winkeliers onderling zoo scherp is, dat zij daardoor reeds
verplicht zjjn goede waren te geven, dan is die coöperatie
nadeelig. Die coöperaties maken betrekkelijk groote win
sten en als de winkelier nagaat, met welk een kleine
winst hjj zijn waren moet omzetten, dan zal het hom
big kendat die groote winst der coöperaties, soms wel
13 bedrog is. (Applaus).
Het eenige wapen tegen die coöperaties is een zoo scherp
mogeljjke concnrrentie met goede waar, dan zal het
blijken dat de vrouw van den arbeider ten slotte nog
gezond verstand genoeg heeft, om te gaan waar zjj het
best terecht kan. Iadien er zoo groote behoefte was aan
coöperatie, dan zonden de sociaal-democraten niet zooveel
moeite behoeven te doen om de arbeiders naar de winkels
te trekken, dan zouden die coöperaties niet herhaaldelijk
te niet gaan en eerst na zwaren strijd tot bloei geraken.
De politieke doeleinden, waarvoor de schijnwinst ten deele
wordt besteed zjjn de lokmiddelen.
Naast de arbeiderscoöperaties staan de coöperaties van
ambtenaren «Eigen Hulp" en dergelijke door Passtoors
eens zoo terecht gegeeseld omdat de besturen vaak be
staan uit mannen van stand en positie gepensioneerde
militairen vooraldie heel wat invloed hebben op de
minderen voornameljjk.
Nu kan men de soc. en deze coöperaties misschien be
strjjden door wetgeving.
Spr. ziet er echter niet zooveel heil in. Men kan ook
als in Beieren geschiedt, aan de lieden van het leger ver
bieden, een eigen coöperatie te hebben; en als het Cen
trum in Daitschland heel veel verwachten van een wet
tot wering der coöperatie als die van Eigen Hulp, do^h
spr. blijft bjj zjjn leuze wilt gij strgden tegen dit kwaad,
concurreer zoodanig, dat zo overbodig worden. Men leere
daartoe bjj den vijand en stelle coöperatie tegenover coöpe
ratie. Men moet Komen tot gszamcnljjken aankoop. Mocht
men beweren, dat dat onmogelijk is, de bewijzen heeft
spr., dat het zeer wel kaD. Daarvoor zet hjj uiteen, hoe
de Vereeniging «de Hanze" in Noord-Brabant werkt. Ook
d44r was men eerst tegen dien gezamenljjken aankoop,
doch te Tilburg bijv. hebben de bakkers bij oprichting
der coöp. bakkerjj de noodzakeljjkheid gevoeld en geschiedt
het door enkelen reeds. Te Eindhoven doen 23 bakkers
gezamenljjk hnn inkoop, eD behaalden alleen op gist, in
een jaar een winst van f 1000.
Dien weg moet het been. Dat verder uit te werken
is de taak van uw Bestnur vervolgde de spreker.
Bespreek gij met elkander dit pnnt eens terdege en ga
daarbjj eens na wat in andere plaatsen geschiedt. Als
ander voorbeeld noemde hij nog, dat 100 slagers door
gezameljjken verkoop van huiden een winst maakten van
f 7500 per jaar.
Niet in alle vakken is gezamelijke inkoop mogeljjk, maar
in die, waarin anderen coöpereeren kunt gjj het ook.
Behalve dien gezameljjken aankoop blijft er echter nog
veel te doen, zooals spr. aan de hand van het programma
der straks genoemde «Hanze' aantoont. Hjj bespreekt nu
nog enkele punten o.a. verbetering van handelsonderwps
en acht het oprichten van cursussen daarin voor elke
Vereeniging een zeer belangrjjk iets, Bjj de regeering
kan men dan tevens aandringen op subsidieering daarvan.
Een ander pnnt is het streven naar invoering van
contante betaling. «Het pofsysteem" is hier misschien
niet bekend, aagt sprdoch bij ons poft men nog steeds
en op aardige wjjze deelde spr. mede hoe historisch
noemde hij het een mevrouw ongeveer twee jaar op
geld had laten wachten, en toen, gedwongen tot betaling,
nog korting durfde vragen voor contante betaling en
den winkelier beloofde bekend te maken bjj al haar
kennissen dat hij met zulk onvoldoend kapitaal zaken
deed, dat hjj niet eens op het voldoen van een rekening
kon wachten.
Door vereenigingen alleen is daaraan iets te doen, door
de vereeniging kan men sprekenwaar men, alleen
staande zwjjgen moet. De vereeniging kan namens allen
opkomen voor het recht in dezen van den winkelier.
Haar zal men het niet ten kwade duiden. Verspreid
circulaires waarin gjj op contante betaling aandringt
op het op tjjd voldoen van rekeningen. Bij den een of
ander zal het allicht pakken.
Nog een ander punt brengt spr. onder de aandacht.
De kracht van den burgerstand ligtzooals hjj vroeger
aantoondein het vruchtbaar maken van het kapitaal.
Noodig is het tot vorming van dat kapitaaldat het
bespaarde veilig worde belegd. Daarom moet de midden
stander worden zjjn eigen bankier. Ons bankierswezen
deugt niet, dat hebben de laatste «krachs" nog weer
bewezen. Een eigen credietbank en spaarkas is voor den
middenstand daarom noodig. In het buitenland bestaan
die allang en werken daar met succes, zooals spr. met
cgfers van de credietbank te Leuven aantoont, daar steeg
het kapitaal van 1889 tot '93 van ruim l1/, tot 3 miljoen
en van 1893 tot 1902 met gemiddeid 2 miljoen per jaar
tot bijna 22 miljoen francs.
Verdere beschrijving acht spr. overbodig genoeg om
aan te toonendat ook de Alkmaarsche vereeniging
eene dergeljjke bank wel zou kunnen hebben.
Over andere punten zal spreker thans niet verder uit
weiden. Hjj wijst nog alleen op het groote belang van
den informatiedienst, die ook hier reeds toepassing heeft
gevonden, waardoor men zjjn klanten kan leeren kennen.
Hjj hoopt, dat dit middel niet lang meer noodig zal zjjn
en alle menschen contante betalers zullen worden om
daarna te eindigen met een beroep op den middenstand,
om ook de eigen fouten onder de oogen te durven zien
alles te doen om den stand hoog te houdendaartoe
krachtig samen te werken opdat de middenstand bljjve
de machtige factor in da maatschappjjde hoop van het
vaderland.
Van de gelegenheid tot debat werd alleen gebruikge
maakt door den heer Qroebe, lid der vereeniging, die
niet verwacht had, dat dezen avond al weer die «mis
dadige" woelingen er zouden worden bijgehaald. Eigen-
aardig dat ook hier weder het socialisme werd voorgesteld
als bet groote gevaar. Dit heelt spr. aangespoord het
woord te vragen. Wat de uitlatingen van Troelstra be
treft, spr. die niet staat op diens standpunt, zal hem
met verdedigen, doch daar deze wees op het gevaar der
groote bazars en magazjjnen, daar was dat geen bedrog.
Het socialisme wordt overal als schrikbeeld bg gehaald
en afgegeven wordt erop dat niet to verwezenlijken ideaal
der soc. dem., maar is wat de spr. zich voorstelt ook
geen droombeeld De middelen die hjj aangeeft, schijnen
aardig, als ze toegepast konden worden.
De middenstand, dat weet de spreker ook weldrjjft
op de kurk van het crediet en kan op dea duur de
concurrentie met de groote magazjjnen niet volhouden,
gladde alen zullen hier ten slotte door de dikke palingen
worden verdrongen. Is het can niet betervraagt hij
om later, mo^elyk als employe van den staat een ruimer
bestaan te hebben, dan nu nu men nog eigen zaken heeft.
Minister Knyper's woorden zjjn nog al eens aangehaald
I deze heeft gezegd «de middenstand moet zich zelf helpen",
och waarom maakt die zelfde voorstander van wetten
geen wetten die den middenstand kunnen beschermen.
Veeleer^ dan tegen de coöperatie de spreker ziet in
elke coöperatie bjjna eene socialistische is het zaak te
strjjden tegen de oneerljjke concurrentie der winkels met
cadeanx de «wagensmeerwinkels".
Wat de contante betaling betreftspr. begrjjpt niet
best hoe men daarbij toch nog van rekeningen kan spreken,
dat is immers betalen wanneer men koopt.
Ten slotte geeft hij in 't kort een gesprek weer, dat
hjj had met een mevrouw op de Metiusgracht, die zoo
veel mogelijk contant betaalt. Deze gaf den winkeliers
zelf er de schuld van, dat ze lang moeten wachten, daar
ze ook op verzoek geen rekeningen geven, en naar zij
meende liever tot 't eind van 'tjaar wachtten, om dan
in plaats van f 1.— f 1.25 te kannen rekenen. Zoo
denkt dus het publiek.
De heer Nouwens beantwoordt den heer Groebe
slechts kort. Hjj acht den debater een beslist tegenstan
der, die niet kan sympathiseèren met de vereeniging en
dus in de vereeniging niet thnis hoort (applaus).
Wat hij gezegd heeft omtrent Troelstra, wordt door
hem nog eens verduidelijkt. Dat de middenstand ver
dwijnen moet is hij niet eens en hjj beroept zich daarbij
o. a. op den Duitschen sociaal-democraat Bernstein.
Dat Dr. Koyper den middenstand onbeschermd zou
laten, betwist hij. Verschillende wetten zjjn beloofd, of
reeds in bewerking. Dat contante betaling ook is betalen
na een overeengekomen termijn, is zoo algemeen bekend,
dat spr. daar verder niets over behoeft te zeggen con
tante betaling en rekening zjjn dus niet tegenstrijdig.
Dat spr. niet tegen het socialisme had mogen spreken in
deze vergadering, daartegen protesteert hij; het socialisme
bedreigt den middenstand, daarom moest hjj er tegen
spreken.
Hjj besluit dan ook met den wensch, dat de Winke
liersvereeniging in den strijd zal toonen, wat ze vermag
en de middenstand daarbjj moge welvaren.
Na een woord van dank van den Voorzitter en eene
opwekking om zich als lid aan te melden, waarvoor de
gelegenheid werd gegeven, werd de vergadering gesloten
Door de bestuurderen van Patrimonium en der
tabaks, en losse arbeidersgilde St. Laurentius, onderafd.
R. C. Volksbond afd. Alkmaar, wordt onderstaande circu
laire gezonden aan alle fabrikanten en patroons te Alkmaar.
Aan Heeren werkgevers in Alkmaar.
M. H.
Namens de ondervermelde Besturen van Christelijke
Arbeidersverenigingennemen wjj de vrijheid uwe
welwillende opmerkzaamheid voor het volgende te vragen.
In het begin van dit jaar, toen de partijen der reTolntie,
onder leiding van een z. g. Comité van Verweer, het
geheele vaderland in rep en roer trachtten te brengen
hebben de Christen werklieden, in verschillende vereeni
gingen samenwerkende, met beslistheid partg gekozen
voor orde en gezag.
Dat was krachtens de eerste beginselen der door hun
beleden godsdienst.
Zij zier. óók misstanden in het maatschappeljjk leven.
Onbillijkheden in te langen arbeidsduur, te lageloonen;
er wordt nog al te veel verzuimd den moreelen welstand
van den werkman en zjjn gezin in de hand te werken.
De Christen werklieden willen evenwel alléén langs den
ordelijken weg hunne bezwaren brengen waar het behoort.
Zjj willen in de eerste plaats eene rechte verhouding
tusschen patroon en arbeider.
Die hooren niet tegenover elkander. Die hooren bjjeen.
Dan leeft de één voor den ander. D4n mag worden
vertrouwddat het den patroon eene eere zal zjjn de
belangen van zjjn arbeider te behartigen. Dat zal hem
niet tot schade zjjn. Onwillekeurig zal dat het plichtbesef
van den werkman opscherpen.
Daar onze Vereenigingen het zich eene eerste plicht
rekenen den arbeiders tot goeden wil aan te sporen en
hunne zedeljjke belangen te bevorderen, achten wjj htt tot
bereiking van dat doel noodig ook uwe medewerking in
te roepen.
Er zal weinig betoog zjjn dat hier te Alkmaar óók nog
misstanden zijn die weg moeten.
Er is reeds een begin van verbetering. Wjj erkennen
het dankbaar. Voor sommige vakken is eene billjjke
loonregeling tot stand gekomen, Dan nog eenige goede
regelingen van het Gemeentebestuur. Ook ontbreekt het
niet aan goedgezinde patroons
Juist ook door een en ander komt de ongunstige tos-
stand van den werkman in andere vakken waarvoor
genoemde verbeteringen nog niet zjjn ingevoerd, zoomede
voor de fabrieks- en losse arbeiders te meer uit.
Aller levensbehoeften zjjn gelijk. Woninghunr, voeding,
kleeding lasten en fondsen opvoeding van kinderen
vooral als ze schoolgaan, alles vereischt eene vaststaande
uitgave. De meest spaarzame vronw kan soms niet het
allernoodigste bekomen.
Bij den vakman moge 't, nevens vlijt en trouw, meer
op kunstvaardigheid aankomen, handel en nijverheid kunnen
het zonder de arbeidskrachten van den werkman niet stellen
Daarom mag hjj geen gebrek hebben moet hem tjjd resten
om ook nog te leven met zjjn gezin evengoed als voor
zjjn gezin.
Wjj zouden dan wenscheiijk achten het volgende dat
wij meenen dat zonder bezwaar voor heeren patroons te
bereiken is:
lo. Dat door iederen patroon aan den werkman een
behoorlijk loon worde uitbetaaldnaar den maatstaf
bjj goedgezinde patroons alreeds in toepassing.