Indische Penkrassen. Nederland. ALKMAARSCHE COURANT. Amsterdamsche Brieven. te oordeelen omdat men niet de beschikking heeft over cijferB zroals die gepubliceerd worden in de groote handels ondernemingen welke op aandeelen werken. Onze gemeente zelve als organisch geheel ging in 1903 niet op rozen. Het best doet men die ervaring op, wanneer men let op de herhaalde noolkreten, die in de gemeentelijke vergaderzaal werden aangeheven. Als, gelijk thans is gebenrd, de raadsleden zich drie keer een voorst-T laten voordienen om geld beschikbaar te stellen voor schoolvoeding en kleeding, eer zij toehappen, dan is het in Amsterdamwaar het medegevoel op dit stak wel eens wat heel gemakkelijk aanspreekt, ver gekomen. In de tegenwoordige omstandigheden is het evenwel zeer begrijpelijk, hoezeer men overigens het beginsel moge toe juichen dat vele raadsleden hniverig zijn om voor niet volstrekt geboden zaken gel 1 te no'eeren waar zij de moeite zien, waarop tal van ingezetenen de steeds stijgende belastingen opbrengen. En men weet in de hoofdstad de duimschroeven erg vast aan te draaien, vaster dan in kleinere gemeenten waar allerlei tot consideratie leidt die wij hier niet kennen. Win bescheiden woont en naar juistheid is aangeslagen, betaalt hier ruim I0°/o van zijn inkomsten aan directe heffingeD van Rijk en gemeente; dat is te drukkend en wekt wrevel tegen elke nieuwe poging in democratische richting, die weer nieuwe finan cieele offers vergt. De wijziging iu de wet op de Per- soneele Belasting, welke de middenklasse in stede van ze te ontheffen sterker zal drukken, wordt hier reeds nn met zorg tegemoet gezien. Het lijdt voor mij dan ook geen twijfel of in de toekomst zal men slechts door ver hooging der indirecte heffingen in eene gemeente als Amsterdamwaar voor directe belastingeneen groot aautal nonvalenrs is, den vrede kannen bewaren. Geschiedt dit niet, dan zullen de gegoeden meer en meer hnn domi cilie verleggen terwijl diegenen welke gedwongen zijn te blijven, op zulke zware lasten zullen komen te zitten, dat eene reactie met alle uadeelige gevolgen niet uitblijtt. De eischen der pnuitijk doen in de laatste jaren een crisis in het belastingvraagstuk doormaken voorloopig nog in 't bijzonder bniten onze grenzen, die weldra ook bij ons haar invloed zal doen gevoelen en zeker zal men dien invloed het eerst in de hoofdstad des Rijks bemerken; de laatste verkiezingen voor Staten-Generaal en gemeente raad zijn te dezen opzichte leerzaam genoeg en hadden geen andere beteekenis dan dat eene meerderheid kalmer wegen wensohte te kiezen of althans zoodanige wegssn die niet aanleiding geven tot verhooging der directe belastingen. De actie van den middenstand bij de ver kiezingen in dezen zomer is zeer welsprekend. De liberale lijn, indien wij haar aldns eens mogen betitelen, is dezen zomer in de hoofdstad doorgeknipt en conservatieve draden zijn aan de eindjes vastgeknoopt. Of eigenlijk drukken deze woorden niet volkomen de zaak nit, want men wil nog wel in democratische richting sturen doch zóó, dat niet altijd dezelfde categoriBn het loodje leggen. Eerst wanneer men een nieuw pad heeft gevonden, waarlangs men veilig kan gaan zal de groote legertros der burgerij die als alle legertreinen slechts langzaam voortgaatbereid zijn in sneller tempo te marcbeeren. Hierdoor is het ook te verklaren dat tal van menschen, die »liberaal" denken, zich met. name iu de hoofdstad, zonder veel oppositie bij het beleid der tegenwoordige hooge regeering neerleggen, hoeveel nit politiek oogpunt dit hem geenszins bevredigt. De zacht tot zelfbehoud spreekt bij deze allen sterker dan het politieke ideaal en dat is niat onverklaarbaar. Een oeconomisch zwakke bevolking kan nimmer een politiek sterke zijn en conservatisme is politiek een zwak beginsel. Wat de hoofdstad betreft sloeg dr. Knyper onlangs den bal mistoen hij beweerdedat men zijn eonfe8sionalisme wenschte en dat hij deswege op de plaats was waar hij zat; wpl is niet te ontkennen dat bniten het 'confessionalisme om dr. Knyper ia kringen waar hij vroeger zonder invloed wasthans zijn geest laat doorwerken doch dit is slechts mogeljjk bij de gratie van het mindere welvaren dat men in onze stad thans heeft en waardoor men opziet tegen velerlei dat men in andere omstandigheden gaarne als nattig zon aanvaarden. Is 1904 een profijtelijk jaar dan komt in de politieke constellatie zeer zeker wijziging. Kustenburg. Dinsdagnamidda sloeg het bruintje van bakker O. B. alhier op hol. Eer de voerman er aan dachtwas hij op vrij onzachte wijze in de kamer van de dokterswoning alhier aangeland, niet door de gewone deur, doch door een der vensterkozijnen, dat geheel in gedrukt is. Hier stond onze hit stil, te midden van een aantal meubelen waaronder slechts enkele beschadigd werden. Gelukkig kwam de voerman met den schrik vrij en binnen enkele minuten kon ons beestje de kamer weer verlaten maar thans op een wjjze van iemand, die een bezoek aflegt. Stompetoren. Op de gewone jaarlijkache verpach ting van het gras- en rietgewasvan dijken en wegen om en in den polder de Schermeer, heeft het gras opgebracht f 11948 en het riet f 936. Verleden jaar waren deze cijfers f 11885 en f 729 55. Den Üen Kerstdag werd alhier in de kerk een Kerst feest gevierd waaraan vele kinderen en ouders deelna men. Het zangkoor van den heer v. Albada liet zich daarbij hooren. De kindertjes zongen heel lief onder lei ding van de onderwijzeres, mej. an Nes. Drie dames gaven een paar seboone cantates ten gehoore o. a. hat liedJezus is een kindervriend". Zij werden daarbij Degeleid door den heer Otto, organist te Alkmaar, wien een woord van lof dient te worden gebracht voor zjjn belangeloos optreden en 'oor zijn heerlijk spel. Broek op Ijangedijk. De gemeenteraad alhier heeft het verzoek van deLiuob.- en Handelsvoreeniging »Lingedijk en omstreken" ingewilligd en besloten ook in den winter gelegenheid te geven tot het veilen van groente. Da markt zal dan gehouden worden in het lokaal van den heer P. Vet. St. Pankras. Den 30 Dec. des morgens brak brand nit in het Znideinde dezer gemeente in de kool- schaar van den bouwer G. Een groot gedeelte der daarin geborgen kool is daardoor waardeloos geworden. Ongevallen. Volgens het »N. v. N. zijn sinds 1 Februari 1.1. 'bij de Rijksverzekeringsbank niet minder dan 38000 aan giften van ongevallen ingekomen. lllenst weigering. Op een aantal plaatsen in ons land zullen verga deringen worden gehouden in verband met de zaak van Terwejj, die wegens gemoedsbezwaren dienstweigenaar is, en nn door de Haarlemsche krijsraad veroordeeld is tot drie maanden militaire gevangenisstraf. Er heeft zich daarvoor een .Landelijk comité" gevormd. In een der bosschen nabij Steenwijk hebben stads- arbeiders ongeveer een voet onder den grond, een lijk, bijna een geraamte, gevonden. Men denkt aan misdaad, de politie doet een onderzoek. Ben luchtballon. Na eenigen tijd boven Charlois gezweeld te hebben, is onder de gemeente Rhoon nedergedaald en luchtballon, waarin drie Dnitschers gezeten waren. Het een rijtuig van een landbouwer nit dien p ilder zjjn zij met, de lacht- ballon naar Rotterdam vertrokken. De nederdaling ge schiedde zonder eenig ongeval. Volgens de .Middelb. Ct." doen zich te Middel burg eenige zeer ernstige gevallen van besmettelijke longontsteking voor. No. 2. Honderd en Zesde Jaargang. 1904. Zondag 3 Jan 1904L. Tweede blad. XXVI. Er zijn voor de hoofdstad wel eens gelukkiger jaren geweest dan 1903. De gebeurtenissen in de politiek- oeconomiscbe en financieele wereld hebben te zeer haar cachet gedrnkt op het leven van Amsterdam dan dat na enkele maanden de sporen daarvan reeds zonden zijn verdwenen. De woelingen van het voorjaar, maar meer nog de financieele crisiswaarvan met, name in dezen zomer bleek, hebben de lagere en hoogere kringen geweldig aangepakt; het vertrouwen is tijdelijk verdweneu wat er niet toe leidt om de brenke spoedig hersteld te krijgen in onzen tjjd van steun op bet crediot. Het sterkst ziet men dit daar, waar men zich bezig hondt met den aan bouw van hnizen en straten; er is in lange jaren er niet een geweest dat zoo weinig gunstig was op dit gebied als 1903; de bouwondernemers voelden zich aan handen en voeten gebonden want gebrek aan crediet wil voor hen zeggen stagnatie in het bedrijf en als gevolg daarvan weer gebrek aan inkomsten en dns faillissementen die wederom terugwerken op de loonen enz. Dit is een cirkelgang, omdat de haizenbonwers ten onzent, zonder kapitaal meestal slechts dan kunnen bestaan wanneer er geen ongunstige factoren in het spel komen. Is dit wel het geval, dan volgt de débaele cpoedig; in zooverre is het bloeien van het bedrijf van tauizenbouwer een bewijs voor een goeden gang van zaken en omgekeerd. Dat onze groothandel in 1903 een klap kreeg, waarvan hij nog niet herstelde is bniten kijf; de Amsterdamsche handel bestaat voor een deel, niet omdat hij het best te Amsterdam gevoerd kan worden maar om persoonlijke oorzakenom het aldns eens uit te drukken. Slechts daarom hebben wij hier van sommige artikelen de stapel plaats, wijl de groote belanghebbenden dat zoo wenschen maar evengoed zonden zij zich kannen vei plaatsen naar Londen bv. of New York of Hamburg. Zoo is het hier een dergelijk geval als te Londen met den diamanthandel, die zonder bezwaar naar elders zonde kunnen worden verlegdindien de magnaten dit verkozen. Rotterdam is in deze in geheel andere conditie dan Amsterdam eerstgenoemde stad ontleent hare praerogatieven aan hare ligging, de laatste aan historisch geworden persoonlijke relaties, meerendeels nog voortspruitend nit de tjjden der Oost- en West-Indische Compagnieën. De beroeringen der laatste maanden nn hebben er toe geleid, dat Amster dam voortaan niet meer de marktplaats van sommige artikelen zal zijn, doch dat deze naar elders zullen gebracht worden. Gelukkig heeft men hier nog slechts met een niet zeer belangrijk begin te maken waarop niet nood- zakeljjkerwjjze een vervolg behoeft te komen; anders zag het er onrnstwekkender nit. Gevoeliger nog dan de handel leed het geldwezen door de geweldige financieele crisisdie millioenen kapitaal in ons land vernietigde en waarvan de hoofdstad in de eerste plaats den terugslag ondervond degenen die in het geldwezen geïnteresseerd dit jaar »een goed jaar" hebben gehad behooren tot de witte raven. Wanneer ik niet bedacht was voor een bestrijding van den heer Fiedeldy Dop zonde ik willen zeggen dat de middenstand daaronder begrepen de winkeliersstand, er nog het best, zonder kleerscheuren (behalve de mensehen met vaste tractementen) is afgekomen al is het niet te ontkennen dat de mindere koopkracht en kooplust van de overige burgerij niet nagelaten heeft ook hier wonden te slaan. Het is echter moeielijk met eenige zekerheid (Auteursrecht uitdrukkelijk voorbehouden. XL1I. Wjj zijn reeds vroeg aan 't stal ion, waar ons de ge wone kleurige drnkte tegenlacht. We voelen ons bizonder frisch en opgewekt, zooals men dat alleen maar hebben kan in Java's binnenlanden. We zijn in de stemming van kostschooljongens, die met vacantie gaan, wait ons wacht een heerlyk rein genot daar ginds in de Preanger Een kaartje tderde" naar Soekaboemi is gaow genomen en even spoedig hebben we een lekker hoekplaatsje veroverd. De trein vertrekt precies op tjjd en we zijn weer ge reed om indrukken op te doen. Nu eens naar rechts, dan weer naar links, kronkelt onze weg door eene vallei, het dal van de Tjisedani. Links zien we twee bergevaarten, 't zijn de Goenoeng Pangrango (plm. 3000 M.) en de Goenoeng Gedé (plm. 290u M terwijl zich rechts de oude vulkaan van Buiten zorg, de Salak, verheft. 't Is een zonnige morgen, zooals trouwens altijd. De Indische hemel is op dit nnr maar zelden bewolkt. Lichte dampen, zoo straks nog over den grond zwe vende, zijn door de zon, de mata hari of »'t oog van den dag", opgezogen en vormen thans dunne nevelstrepen om der bergen top. 't Zijn dampen door de aardbodem uit gewasemd, die de koelen bergruggen aan 't gezicht ont trekken. Hoe zal ik U, bewoners van de vlakte, een denkbeeld geven van 't steeds wisselend programma? Hoe zal ik ze n beschrijven die donker beschaduwde bergwouden, schilderachtig afteekenend tegen de wolkmassa's daar boven en de zonnige lichtgroene rijstvelden beneden, riistvelden tot aan den horizon met kampongs bedekt Wat een genot voor bot oog die woeste bergstroomen mot rolsteenbeddingen, welke daar diep in de laagte zich een weg banen naar zee 1 Wat, zon ik me werkelijk toch gaan wagen aan eene beschrijving der tropische natuur, die overal in Java's binnenland zoo heerlijk schoon is? Neen, duizend maal neen 1 't Is onmogelijk om het n juist te doen voelen, wat ik hier thans geniet, en daar we op re'S telkens en telkens weer op nienw van die natnnrtafereelen zonden moeten schetsen, zoo meen ik te moeten volstaan met hier eens en voor altijd te verzekeren, dat Java een para dijs is, één groote Tuin, één Hof van Eden, doch dat men er 't ongezonde zeestrand mijden moet. Met wellust ademen we den koelen bergwind in, die vrjj van Moerasdamp en strandwalm, onze borst verrnimt en verkwikt. We reizen met den boemeltrein, doch vervelen ons geen oogenblik. Vreemd toch, dat onze brnine broeders zoo weinig voor natuurschoon gevoelen. Ze kjjken bijna niet naar bniten, rooken hun ^strootje", babbelen over koetjes en kalfjes en eten 1 Een inlander schijnt op reis altijd te moeten snoepen. Bij bet passeeren van een mooien waterval, roep ik opgo'ogen mijn bnarmaneen ouden hadji, een bagoes boekan?''' (Mooi, niet waar P) toe. Droomerig volgt 's mans blik mijn wijsvinger en ver baasd vraagt hij: *Bagoes apa adaperampoean Wat is er mooi zjjn er vrouwen Dit antwoord van den vrij wel afgeleefden grjjsiard wekt nalnnrlijk algemeene hilariteit en 't eerste kwai- tier wordt onze Mekkaganger dan ook niet weinig ge plaagd. De oude heer kan er echter best tegen en pareert soms vrij geestig de kwinkslagen zijner reisgenooten Op de verschillende halten Batoe toelis, Massing, Tjigom- bong, Tjitjoeroeg en Paroeng koeda woidt gestopt 't Zijn miniamurstationnetjes, waar meestal Inlanders als chef fnngeeren. Oveial worden we verwelkomd door kleine jongens en meisjes, die eterii, gebak, vrachten en dranken verkoopen en onder een heidensch geschreeuw hnn waar aanprijzen. Nn, er wo dt nog al gekocht en dat niettegen staande den moegenomen voorraad De Inlander is van nature gal en koopt nooit iets zonder zijn naaste buurlui ook te presenteeren. Als ik gewild bad, dan zou ik voor twee dagen mijn genoegen hebben kunnen eten en dan zijn er nog Euro peanen hier in IndiB, die beweren, dat de Inlander ons blanda's haat. Ik voor mij heb er nog nooit iets van gemerkt, integen deel ik dnrf verzekeren, dat de brnine broeder meestal wat graag met eon Europeaan in aanraking komt, ten minste als de laatste hem niet afsnauwt of rnw behandelt. Merkt hij, dat de blanda niet sombong (trotsch) of koerang adjar (onbeschoft) is, dan legt hij ganw zjjn schuwe schroomvalligheid al en ontpopt hij zich dikwjjls als een gezellige prater. Van Buitenzorg tot halfweg de halten Tjigombong en Tjitjoeroeg stijgt de weg voortdurend, dan bevindt men zien op eene hoogte van 550 Meter is men op de water scheiding tnsschen het water, dat naar Java s Noordkust en dat, 't welk naar Wijnkoopsbaai stroomt, tevens op de gren's van de residentie Batavia en de Preanger Regent schappen. Van af voornoemde waterscheiding vervolgt de trein zijn loop langs de oostelijke hellingen van den Goenoeng Salak op den rechteroever van den Tjitjattih- VoQrt.mrend verandert de weg van richting. Men ver telde my te Buitenzorgdat op t t.raj-ct tot. Ijibadak, ongeveer 40 K M. laog, liefst 10) bochten gemaakt worden, waardoor men telkens de bergen vóór op zij en achter zich ziet liggen. Tegen de hellmgen liggen ettelijke koffie- en thee tuinen, o.a. de wereldberoemde Parakan Salak onderneming. Dnideljjk onderscheiden we thans de netjes op pen aan gelegde theestrniken Bp de halte Tjitjoerang vertelt ons een der Inlandfche reizigers geheimzinnig, dat 't een echt rooversnest is, dat er vele benden schuilen en dat 't hem verbaast waarom 't machtige Gouvernement hier niet eens eene flinke opruiming hondt. De hadji merkt op, dat men alle dieven en roovers de rechterhand moest afkappen, zooals de Moslimsohe wet vau Mohammed het letterlpk voorschrijft. En nn worden er allerlei griezelige verhalen van moor denaars en rampokkers ten beste gegeven, terwgl d" hadji mij belangstellend vraagt of er in Holland ook znike dingen gebeuren. In 't belang van ons prestige loog ik maar van neen. Al pratende komen we op halte Tjibadak, waar de trein 4 minuten stopt om de locomotief van water te voorzien. Op 't station zit een kleine blinde fluitspeler, die de reizigerB onthaalt op eenige droefgeestige stukjes. Uit verschillende waggons wordt hem kopergeld toegesmeten, dat een medeigdende stationsbeambte voor den bedel- knaap opraapt. Weldra stelt de trein zich weder in beweging en nn stijgt men bijna aan één stuk door langs de halten Rarang teiigah en Tjisaat tot Soekaboemi, gelegen op bijna 6l)0 M. Van uit den trein beeft men links nog steeds het uit zicht op den Goenoeng Gedé, die aan zgn voet met eene lange rg van terrasgewijzo oploopende rgstvelden is bedekt, waar, tnsschen boschjes van klappers (kokospalmen), de dessa's (dorpen) verborgen liggen. Het is alsof men oenen langzaam oploopende reuzentrap vóór zich heeft, met groene bonquetten bezet, leidende Daar de majestueuse, breede kegelzuil, welker top gewoonlgk met eene sierlijke witte pluim is gekroond. Rechts zien we de kale heuveltoppen van de Djampangs, die zich tot aan Java s Zuidkust nit- strekken. Om 9 nnr stoomen we het station {soekaboemi binnen. Soekaboemi. Lt. Clockenek Broüsson, b. d.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1904 | | pagina 5