No. 7. Honderd en zesde jaargang. 1904. VRIJDAG 15 JANUARI. De Eeuw van het kind. feüijlleton. De nevelen geweken. voor de mannelijke geborenen van 1885 op DINSDAG en VRIJDAG van iedere week van 12—2 ure tot 20 JANUARI a.s. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt Dlnsd*g-, Vonderdng- en Ztteriigirotd uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar ff O,SO j franco door het geheele rijk f 1, 3 Nummers f 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets. Telefoonnummer 3. Prys der gewone adrertentlën i Per regel f O,IA. Groote letters naar plaatsruimte.] Brieven franco aan ,'de N/V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs.COSTER ZOON Voordam C '9. Over bovengenoemd onderwerp sprak de Heer P. H. Hngenholtz Jr. van Amsterdam op een vergadering van de Afdeeling Alkmaar, van den Nederlandschen Protes tantenbond op Maandagavond j.l. in hoofdzaak het volgende. Spreker begon met te herinneren aan de beide tafreelen uit de Evangeliën, waar Jezus in aanraking komt met kinderen. De eerbied voor het kind daar in woord en daad betoond, is waard een karaktertrek te worden van de 20e eeuw. Mocht de 19e eeuw heeten, die van den arbeider of die der vrouw profetisch was de 20e, die van het kind genoemd door Ellen Key, de beroemde schrijfster van het boek onder bovengenoemden titel, nu onlangs in het Hollandsch vertaald. Na een kort overzicht van Ellen Key's leven en hare groote krachtsinspanning om tot een zelfstandig bestaan te komen, wilde spreker in groote trekken nagaan de houding tegenover het kind in de historie. Lang is het kind miskend en achteruit gezet, eerst iu de vorige eeuw heeft het de algemeeue aandacht getrokken, en in onzen tijd staan wij midden in tal van vragen. Tot die opgewekte belangstelling hebben verschillende factoren bjjgedragen. 1°. Het feit, dat meer en meer de ethische zijde van het Christendom op den voorgrond gekomen is: christe lijke wereldbeschouwing en dogmatiek hebben voor breede kringen afgedaan de gedachte ieder mensch Gods kind, elke ziel van waarde komt meer en meer op. 2". Het meer en meer doordringen van wat A. Pierson noemde: de verteedering des harten: d.w.z. de zorg voor de sociaal zwakken ook, omdat 't gevoel van rechtvaardigheid daartoe dringt. Zoo stelt men meer en meer belang in het lot van het kind, minder nog uit deernis, dan wel, omdat het recht heeft op die belangstelling. 3°. Het op den voorgrond treden van de zielkunde van bet kind. Herinnerd werd aan de, in 1900 te Berljjn, opgerichten »Verein fiir Kinderpsychologie" en aan het, in April a.s. te houden, «Congres voor Kinderbescherming." Kortom, de tijd staat in het teeken van het kind. Dat was in de oude wereld niet zoo, omdat daar niet het individu, maar de staat of de gemeenschap nummer één was. Gewezen werd op het kindermoorden in Sparta en de kinderoffers bij de Phoeniciërs, de onde Israëlieten en in Carthago ook op de zeer omvangrijke vaderljjke macht in het onde Rome. Maar het Christendom bracht de waar deering van het individuterwijl eertt in den jongsten DOOR DEBORA VAN DE VELDE. 13) «Althans genoeg om te verlangen haar zelf te leeren kennen", zei Leo. «En wij zonden je ook niet veel meer van haar kunnen vertellen", viel ds. Reinolds in. »Zij is eene bjjzonder ge- slotene vrouw, die zich over eigen verleden weinig uit laat. Ofschoon zij, bjj de zieken, waar zij komt, altijd zonneschijn medebrengt, schjjnt het mij toe, dat het in haar leven, niet aan donkerheid en strjjd heeft ontbro ken, doch zij spreekt er nooit over en er rechtstreeks naar vorschen willen wij niet. Wie nog het meest haar vertrouwen schijnt te bezitten, is de koster. Daar komt zjj, als hare zieken haar niet noodig hebben, nog wel eens praten, maar ook hij is juist den man niet om zich daarop te laten voorstaan, of op een of andere wijze er misbruik van te maken, al verbergt hij niet, dat hij met haar .dweept, vooral sinds ze zjjne vrouw ook vernleeed heeft." »Maar kom, collega, steek nu eens een sigaar op en als je mij dan even je arm wilt leenen om mij te steu nen, gaan wij vast naar de voorkamer, anders zou het nog wel kunnen gebeuren, dat, als er bezoek kwam, men ons nog aan de koffietafel vond." Leo nam werktuigelijk de sigaar aan en stond op om ds. Reinolds te geleiden, doch zijn gelaat had een pein zende uitdrukking aangenomen en het kostte hem moeite, toen er later werkeljjk een paar bekenden voor de Rei nolds kwamen om den predikant te bezoeken, zijne ver strooidheid te verbergen. Zjjne gedachten dwaalden tel kens af naar de verpleegster en eene stem binnen in hem vroeg»Zou het mogelijk zijn Zoodra het middagmaal gebruikt was, maakte hij zich tijd die waavdeering algemeen begint te worden te voren door kerk en dogma bedekt gehouden. In de 18e eeuw ontwaakt, bij het ontstaan der Paeda gogiek, het besef van de waarde van het kind. Voorop werd gesteld Montaigne met zijn verzet tegen elke dril- methodeen besproken werd ook Roasseau met zijn, uit de toenmalige tijdsomstandigheden, verklaarbare, eenzijdig aandringen tot terugkeer naar de natuur. Herinnerd werd aan diens Emile, waarin ook met aandrang wordt gewezen op de noodzakelijkheid, hot kind ook in zijn gods dienstige ontwikkeling zooveel mogelijk zelfstandig te doen zijn. Als voorboden van het streven om het kind door handen arbeid en spel tot zelfstandige ontwikkeling te brengen, noemde spreker Bosedow en Pestslozzi en bovenal natuur lijk Fröbel, wiens oorspronkelijk, zeer goede gedachte mis schien tegenwoordig wel wat al te veel gesystematiseerd in toepassing wordt gebracht. Dezelfde denkbeelden treft men aan bjj sommige groote dichters uit die dagen, o.a. Goethe in zijn .Hermann und Dorothea' en bij Wordsworth. Ieder kind heeft zijn eigen individualiteitteder kind is de vader van den man en ver dient dus de, aan zijne eigenaardigheden passende, opvoeding.' Zeer hard in tegenstelling met deze schoone idealen, was de harde werkelijkheid der 19a Eenw, die gruwelen aan het licht gebracht heeft op het gebied der kinder exploi tatiebijv. reeds in 1842 door een Enquête te Londen gehouden. Deze feiten gaven de dichteres Elisabeth Barret Browning aanleiding tot het schrijven van haar »Acry for the Children", een kreet, die in duizenden harten weerklank vond, en waarvan de gevolgen ook in de wetgeving niet uitbleven. Voor ons land wees spreker op de eerste arbeidswet van mr. Van Houten. Ook van filanthropiscben kant werd in ons land aan dacht geschonken aan het kind zoo door den aantrekke- lijken piëtistischorthodoxen O. Gerhard Heldring met zjjn gestichten Steenbeek en Talitka Koemi: door W. H. Snringar, die den stoot gaf aan de oprichting van het Nederlandsch Mettray waar zooveel mogelijk het beginsel van het familieleven wordt gevolgd. Met eere mag wor den genoemd do vrijzinnig godsdienstige »Vereeniging tot steun voor verwaarloosden en gevallenen" met hare 3 gestichten en de vereeniging »Pro Juventnte", het eerst in Amsterdam opgericht, tot steun van de misdadige jeugdalles voorteekenen van een nieuwen dag. Welke eischen stelt nu het vrijzinnig godsdienstig beginsel ook voor het kind Dit beginsel stelt voorop de waarde van het individu, en is daarmee in de lijn van onzen tjjd, die kan wijzen op mannen als Tolstoï Hoen en Nietsche die bij alle groote verschillen, overeen komen in hunne waardeering van het individu. Uitgaande van deze waardeering moeten wij dus op den voorgrond stellen de zedelijke ontwikkeling van het kind en vooral ons teweerstellen tegen het volstoppen van het kind met alle u-ogolij e nuttige en onnutte kennis. De humane ontwikkeling van gemoed en geweten is een eisch van onzen eerbied voor het kind, waarop reeds de ond-Romeinsehe dicater Invenalis heeft aangedrongen. Zooveel hangt er af van de eerste indrukken op het teere kinderzieltje, dat, naar eigen aard en aanleg, ook vraagt dan ook gereed om zich naar het kostershuis te begeven en gaarne nam hjj het voorstel van Steven aan, om hem eerst naar de woning der zieke, die dicht in de bunrt was, te brengen, hij kon dan daarna nog even bij hem terngbeeren en nog eens rnstig een half uurtje praten over den onden tjjd. Het moge misschien vreemd schijnen, maar toch was het waar, dat onze vriend, op weg naar de woning der kranke, geene poging deed, om Steven over de verpleeg ster uit te hooren. Vreesde hij er mogelijk voor plotseling zjjne illnsie, dat hij in haar de lang gezochte beschermt ter zjjner eerste levensjaren zon vinden, in rook te zien ver vliegen. Hij gaf er zich zelt geen rekenschap van. Hij verkeerde in eene buitengewone stemming, het was hem als voelde hij zich door een goddelijke stem geroepen, naar de hem geheel onbekende zieke, die behoefte had aan een woord van troost en bemoediging en er lag voor hem iets plechtigs in de gedachte, dat het voor het eerst was, dat hjj dit herderlijk werk zou verrichten. Toen hij de klink van de deur van het nette, doch eenvoudige huisje, had opgelicht en eenige beweging ge maakt had, om zijne komst aan te kondigen, trad hem een jong meisje tegemoet, dat hem, nadat hij het doel van zijn bezoek bekend had gemaakt, vriendelijk ant woordde »0 ja, dominee, komt u maar binnen, n zult moeder veel genoegen doen de zuster heeft al over n gesproken. Zij zelf is op het oogenblik niet hier, maar wij verwach ten haar toch spoedig, zij heeft beloofd van avond nog te komen en wat zjj beloofd, doet zij altijd." Weldra zat onze proponent naast jde legerstede der zwakke vroaw en hoorde geduldig naar hetgeen zjj hem over hare ziekte en omstandigheden vertelde, terwijl hij niet in gebreke bleef, woorden van deelneming en be moediging te spreken. Nu en dan richtte hij zich ook tot het jonge meisje, dat door de moeder als eene liefhebbende en zorgvolle dochter werd geprezen en wekte ook haar op, om zoo lang mogeljjk hoop en opgewektheid te bewaren. «Zij is eene lieve ziekenoppaster", zei de kranke, «niets om de voor hem eigenaardige indrnkben. Vandaar dat ieder kind met liefde bespied moet worden in zijn eigen aardig karakter. Ja, zelfs moet men verder gaan en kan men met Ellen Key spreken over een »recht van het kind bij de keuze der ouders" en zal men in de toekomst veel meer rekening moeten houden met den gezondheidstoestand der toekomstige ouders. Ook hier niets nieuws onder de zon want Plato en More wezen reeds op het wenschelijke van een geneeskundig onderzoek der onders vóór het huwelijk. Tegen verkeerde indrukken moet ook gewaakt worden bij kiesche en teere vragen, als die der voortplanting. Niet langer het kind bedrogen met sprookjes van kool en ooievaardoch aan de hand der natnur, van bloem en vrucht, de'geheimen ontsluierd aan het kind, opdat niet van andere zijde op hoogst verkeerde wijze, slechte indrukken worden gegeven. Ver trouwt het kind, weest er vertrouwelijk mee. Zooveel gebeurt door suggestie onze suggestieve invloed op het kind zij gezond, zedelijk rein en mogelijk door ons ver trouwen. Hoe gemis aan vertrouwen bij het kind ver keerdheden kan opwekken, wees spreker aan met een voorbeeld, ontLend aan het fijne, schoone boekje van mej. T. Kooistra Zedelijke Opvoeding". Zoo zij ook de straf immer zooveel mogeljjk, het natuurlijk gevolg van wat het kind verkeerds deed. Iets, dat natuurlijk de zedelijke tucht, verkregen door zedeljjk overwicht niet behoeft uit te sluiten. Een zedelijke opvoeding dus, die immers in den diepsten grond een religieuze is omdat de eerbied voor het zede lijke moet rusten op religie want in den diepsten aanleg zijn zedelijkheid en religie één. Het is maar de vraag hoe bjj het kind het religieus gevoel gewekt moet worden, hoe de gevoelens van eerbied en vertrouwen wakker te maken. Spreker meont, dat men hierbij al te veel is uitgegaan van het zinnelijke, en bijv. de kindergebedjes, heel ver keerd, begon vast te knoopen aan het eten en drinken. Het groote gevaar van een geheel werktuigeljjk bidden is daarmee natuurlijk verbonden. Spreker wil uitgaan van het, misschien weinig ontwikkelde, maar zonder twgfel, aanwezige, zedelijk leven van het kind aanknoopen aan zijn natuurljjk gevoel voor goed en kwaad. Het is aan de Ethiscüe Richting onder de modernen te danken, dat we geleerd hebben ons uitgangspunt, ook voor onze eigen religie te zoeken in het geweten en in het warm hart. In onszelf moeten we God gevonden hebbeneerst daarna zullen wij Hem ook elders kunnen ontmoeten. Dezen weg ook bewandeld met onze kinderen I Ten slotte werd nog even aangeroerd de vraagHoe zullen wij de schoone en zinrijke verhalen van onzen Bijbel brengen aan onze kinderen Hier moeten wij onze geestelijke armoe bekennen want dankbaar mogen we zijn aan Oort en Agatha, hunne kinderbjjbels hebben verdienste ze voldoen uiet. Een algemeene kinderbijbel is misschien ook niet te geven ook hier dient men reke ning te houden met den individueelen aanleg van het kind en de gezondste methode, om het kind deze verhalen te doen genieten, zal wel zjjn, dat ze hem verteld worden op natuurlijke en eenvoudige wijze, door iemand die met dat kind ten volle vertrouwd is, bijv. door zijne moeder of vader. is haar ooit te veel voor mij, maar ik zou toch niet weten, hoe wij het gered hadden zonder de hulp van zuster Elze zjj komt hier wel driemaal daags en geheel belangeloos, zij is altijd zoo hartelijk en zoo flink en mijne dochter heeft ook al veel van haar geleerd,maar, wat deert u, dominee, u wordt zoo bleek en uw hand beeft is er iets?" «O, neen, ik ben volkomen wel, het was slechts eene kloine herinnering, die door don naam, welke u noemde, bÜ gewekt werd", zei Leo zich herstellende, en dus, n wordt in alle opzichten goed verpleegd, dat is toch een lichtpunt, nietwaar, bij al uw leed Juist werd eene lichte voetstap in den gang vernomen het jonge meisje opende de deur. «O, daar is zuster", en Leo hoorde haar op gedempten toon zeggen»De predikant is er al, een vriendelijke man." En daar kwam zij nu binnen, de vrouw, met wie zijn geheele ziel vervuld was langzaam trad zjj nader, sloeg hare sluier op en stak Leo, die opgestaan was, met een innemende glimlach de hand toe, zeggende«Mijnheer van Hoogenbeek, geloof ik, het is zeer vriendeijjk van u, zoo spoedig aan mijn verzoek te voldoen." «Mevrouw, zuster", stamelde Leo, eenigszins verward. Het was mij oen waar genoegen uw roepstem te volgen ik heb mij reeds eenigen tijd met uwe zieke onderhouden en daarbij ook reeds veel goeds van u gehoord. Ik ge loof, dat het 't best zal zijn, dat ik nu heenga, anders mocht ik de patient te veel vermoeien. Ik kom nog wel eens terug, als ge het goed vindt, ik wensch u van harte het beste", zeide hij, de zieke de hand reikende. «Ik dank u zeer, dominee en ik zal u nog wel eens terugzien" antwoordde de vrouw, »u hebt mij werkelijk goed gedaan." Nu wendde hij zich nog even tot het jonge meisje, met de woorden «Ik wensch u ook sterkte voor nw taak, houdt maar goeden moed" en fluisterend voegde bjj er bij: «Ik zou zoo graag nog even enkele woorden met de zuster willen wisselen, is daar gelegenheid voor >0 zeker", zei het meisje, «als ik u daarmede van

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1904 | | pagina 1