HER IJK.
No. 9. Fierste blad.
Honderd en zesde jaargang,
1904.
WOENSDAG
20 JANUARI.
Zeemilitie.
De nevelen geweken.
Stemmen uit Chicago.
FEUILLETON.
0
UMUAIISCHI COURANT.
Deze Oonrant wordt Oinsdag-, Bonderdag-
en Katerdagavond uitgegeven, Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,8®franco door het
geheele rjjk f 1>
3 Nummers ff ©,06. Afzonderlijke nummers S ets.
Telefoonnummer 3.
Pr(js der gewone advertentlën t
Per regel ff 6,13. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N/V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/b. HERMs. COSTER ZOONVoordam 0 9.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar,
Gezien de eerste zinsnede van art. 138 der Militiewet
1901, brengen ter openbare kennis
dat de lotelingen voor de Nationale Militie der lich
tingen 1908 en 1904, die in dit jaar voor volledige
oefening bij de militie te land zouden moeten worden
ingelijfd, en vetlaDgen bjj de Zeemilitie te dienen, worden
nitgenoodigd zich vóór t Februari a.s. ter gemeente
secretarie aan te melden, of te doen opgeven
De lijst van beroepen welke daarvoor het meest ge
schikt zijn, ligt ter gemeente-secretarie ter inzage, waar
tevens, desgevorderd nadere inlichtingen omtrent dezen
dienst kunnen worden verkregen.
Alkmaar, 9 Jan. 1904.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING Voorzitter.
C. D. DONATH, Secretaris.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar,
Gezien het Kon. besluit van 28 November 1903, Nr.
33, en het besluit van Gedeputeerde Staten van Noord
holland van 23 December 1903, Nr. 1, (Provinciaal
blad No. 131)
Brengen ter kennis van belanghebbenden
dat het goedkeuringsmerk gedurende het jaar 1904 te
bezigen, zal zijnbij den ijk en den herijk der maten
en gewichten de letter P in den gewonen schrjjfvorm
bij den ijk en herjjk van gasmeters, de koninklijke
kroon
dat die herijk, welke kosteloos jgeschiedt, zal plaats
hebben in het ijklokaal in het Viotoriepark te Alkmaar,
van des voormiddags 9 tot 12 uur en van des namiddags
l'/j tot 41/2 uur:
voor ten verkoop bestemde maten en ge
wichten op 33, 36 en 3 7 Januari e.k.;
voor fljne gewichten op 1, 3 en 3 Februari e.k.
voor den berijk In het algemeen, voor de be
woners van wjjk F, 38 en 39 Januari; wijk El, 4,
A, 8 en 9 Febrnarlwijk A, ÏO, tl en 13 Fe
bruariwijk B, 13-19 en 38 Februari; wiik C,
33—36 en 39 Februari en 1 Haartwijk 3,
3 en 4 Haart e.k.
Aan belanghebbenden wordt herinnerd, dat
1°. ieder verplicht is zijn maten en gewichten te doen
herijken
2°. de maten en gewichten behoorlijk schoon, droog
iJS^en roestvrij ten herijk moeten worden aangeboden,
om onderzocht en duidelijk gestempeld te kunnen wor
den, bij gebreke waarvan ze onherjjkt worden terug
gegeven;
3°. onjuiste gewichten, zoo mogelijk, door den ijker worden
gejusteerd volgens bij Koninklijk Besluit vastgesteld
tarief
4°. ingevolge aangehaald Koninkljjk^besluit van 28 Novem-
DOOR
DEBORA VAN DE VELDE.
15)
Was nu echter Leo's taak in de gemeente te D. weer
afgeloopen, gaarne had hij nog eenige dagen aldaar ver
toefd, om rnstig van zjjn pasgevonden geluk te genieten
maar een telegram berichtte hem, dat zijn grootmoeder
een aanval van beroerte gehad had, en hij dus naar hnis
werd geroepen. Hij ging onverwijld, doch vond haar bij zijne
komst geheel versuft, en ofschoon zij hem nog wel scheen
te herkennen, moest hij zijn voornemen om baar omzich'
tig, doch naar waarheid bekend te maken met het feit.
dat hij nu eindelijk zijne moeder gevonden had en vol
strekt geen plan had haar te verloochenen, opgeven, daar
zij niet meer in staat was hem te begrjjpen.
Gelukkig trad de dood spoedig in en Leo kwam daar.
door in het bezit van het aanzienlijk vermogen zijner
grootouders, waarnaar zijn vader tevergeefs had uitgezien
en dat hjj, wetende welk eene demonische rol het geld
in zjjne familie had gespeeld, zich terstond voornam, het ten
nntte zijner medemenschen te besteden, hetgeen geheel
in overeenstemming was met zijn karakter.
VI.
Twee jaren zijn, sinds het hiervóór beschrevene, ver
loopen en veel is in dien tijd veranderd en gebeurd.
Ds. Reinolds had niet lang daarna, nadat wij hem
leerden kennen, een beroep naar eene grootere gemeente
ontvangen en aangenomen en, zooals te verwachten wa5,
werd de proponent van Hoogenbeek, die zich in de
weinige dagen, dat hij den dieost had waargenomen
reeds de algemeene sympathie had verworven, in zijne
plaats tot predikant te D. gekozen. Volgaarne had hij
ber 1903 de termjjn voor dezen herijk eindigt op 1
September 1905
5°. de maten en gewichten, op gevaar van straf, voor
zien moeten blijven van de vereischte stempelwerken
en dat alzoo het laatst geplaatste goedkeuringsmerk
gedurende twee jaren ongeschonden moet worden
bewaard
6°. zij hobben toe te zien dat de voorwerpen van het ver
eischte ijkmerk voorzien zijn en afgekeurde maten of
gewichten niet voorhanden blijven op de plaatsen,
aangeduid in art. 11 der ijkwet.
Belanghebbenden worden dringend ver
zocht, hunne maten en gewichten op boven
vastgestelde dagen ten herijk aan te bieden,
daar latere aanbiedingen tot voor hen onaan-.
genante gevolgen kunnen lelden.
Het ijkkantoor alhier zal voorts dit jaar geopend zijn
op 8, 9, 29 en 30 April; 20 en 21 Mei 10 en 11 Jnni
en 1, 2, 8 en 9 Jali, des voormiddags van 9 tot 12, des
namiddags van 1V2 tot 41/, nar en na 27 Juli eiken
Donderdag en Vrjjdag, van 's voormiddag3 9 tot 's namid
dags 1 uur.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter.
16 Jan 1904. C. D. DONATH, Secretaris.
Met ontroering lazen wij allen van de ramp, welke
op het eind des vorigen jaars te Chicago plaats had.
Hartverscheurende berichten kwamen tot ons. Een paar
kantteekeningen mogen welkom wezen
Wij denken allereerst aan het bekende woord, nu
wederom op zoo aangrijpende wijze bewaarheid de
put dempenals het kalt' verdronken is." Immers 19
schouwburgen moesten gesloten worden aldaar, wijl niet
hun inrichting voldeed aan de voorgeschreven veilig
heidsmaatregelen, terwijl van uit New-York werd be
richt, dat ook te dier plaatse elk oogenblik zulk 'n
onheil is te vreezen als niet terstond worden nageko
men de veiligheidsvereischten der wet. Telkens lezen
wij nu, dat op allerlei plaatsen onder oekingen worden
ingesteld omtrent de inrichting van openbare gebouwen.
Van uit Chicago komt een stemonderzoektstelt niet
uittreft maatregelen om zooveel mogelijk rampen te voor
komen.
Wij zagen helaas ook weer dat booswichten misbruik
maakten van de verwarring en ontzetting om te rooven
en te plunderen Menschen knnnen hyena's worden.
Hoevelen profiteeren van anderer tegenspoed, van an-
derer mislukking bij arbeid en streven hoevelen weten
winst te behalen uit anderer val en hun »slag te slaan."
In het „des eenen zijn dood, is des anderen zijn brood"
schuilt ook vaak een droeve waarheid. Dat te aan
schouwen kan met ve ontwaardiging vervullen, doch
leide niet tot vertwijfeling, noch doe oogen sluiten voor
heerlijke dingen
Wij kunnen immers ook van lichtpunten gewagen.
Denk aan dien bisschop die] hoorende van den
brand het gebouw binnendrong en klom naar het
meest bedreigde punt, waar hij de leiding van het red
dingswerk ondernam. Den stervenden bovendien ver
lichtte hij de laatste oogenblikken en boven alle ge
raas uit klonk zijn luide opwekking tot allen om moed
te houden, klonk zijn woord van vertroosting. Toen de
brandweermannen hem wilden uitbrengen, weigerde hij
en eerst toen zich geen levend wezen meer op de ga
lerij bevond, verliet hij zijn post Hoe schitterend was
eens anderen houding, die den rook trotseerde, om ge
wonden en verbijsterden ter hulp te snellen
Vergeet ook n:et de algemeene deelneming welke
zulk een ramp wekt Muren tusschen menschen opge
richt vallen. Afstanden kent men dan niet. Allen
zijn éen in smartgevoel. Leed vlecht ren band, sterker
dan ooit vreugde het vermag te doen.
Maar zoo ooit weer gebleken is het gemis aan zelf-
beheersching te midden van een onheil, zoo zich ooit
hebben doen zien de gevolgen van gebrek aan kalmte
de vruchten evenzeer van het ieder voor zich", van
het „ben ik mijns broeders hoeder dan wederom
thans Alle pogingen toch in het werk gesteld hij het
ontsta <n van den brand om een paniek af te wenden,
zijn jammerlijk mislukt. Geruststellende, kalmeerende
woorden mochten niet baten ditmaal „Ditmaal", want
we lazen toch ook menigmaal hoe b.v. op een schip bij
brandgevaar of bij schipbreuk, het bezadigd voorbeeld
van een enkel persoon een gansche bemanning van een
anders wissen dood redde Is het niet onlangs gebeurd
dat bij een brand in een school, de kalmte en de te
genwoordigheid van geest van het onderwijzend perso
neel de ontruiming der lokalen en de redding van hon
derden kinderen mogelijk maakten De geschiedenis
bewaart tal van voorbeelden van reddingen uit en ver
hoeding van groot gevaar, uit ongegronde vrees of ze
nuwachtigheid eener menigte ontstaan door de zelfbe-
heersching v n enkelen, wier woord en optreden won
deren als 't ware verrichtten.
O, als het wair is wat men telkens las dat de ramp
zulk een omvang nooit zou hebben verkregen als er
kalmte en zelfbedwang onder het publiek waren geweest
als men geluisterd had naar verstandige raadgeving
nis het waar is, ja dan is het bitter droevig dat eigen
lijk allen terstond er „het hoofd bij verloren."
Welk een paniek ontstond nuEen gevaarlijk en
woest opdringen van het publiek, zoodat velen dood
gedrukt en anderen onder den voet geraakten en ver
trapt werden. In de gangen een worstelende en deze
verstoppende massa, welke het velen onmogelijk maakte
zich te redden, zoodat zij als iu een val geraakten.
Een menigta die doet als- het uit een boerderij-brand
geredde vee, dat weder in de vlammen terugloopt, een
menigte zoozeer verdwaasd dat zij zelve voor een deel
de oorzaak is van jammer en vreeselijke dood
Veelhoojdig breinloos dier." Zoo werd het publiek ge
noemd in zijn grootste verdwaasdheid. Rustbewaarders
zich die kenze laten welgevallen. Waar toch zou hij
liever werkzaam zijn, dan in de stad, waar hij zijn pleeg
moeder gevonden had en in de gemeente, waar hij zich
reeds thnis gevoelde
Hier toch wist hij, dat hij een arbeidsveld vinden zon,
geheel in zijn geest en dan was er nog iets, wat hem
zeer toelachte, hij kon hier ook nog op andere wjjze oen
zegen zijn. Er was n.l. een plan bij hem opgekomen om
het fortnin, hem nagelaten, op nattige wijze, ten bate
van het algemeen welzijn aan te wenden, en hoe zon hij
dat beter doen, dan door eene stichting in het leven te
roepen, waaraan te D. groote behoefte bestond en die
daarenboven eene illosie van zjjne pleegmoeder, die toch
eigenlijk als weduwe zjjns vaders, volgens zjjne opvatting,
aanspraak op een deel der nalatenschap had, in vervui
ling bracht.
En zoo verrjjst dan nn op eene rustige plek even bniten
het stadje, een klein paviljoen, door een vriendelijke tain
omgeven en ingericht ter verpleging van zieken, die om
verschillende redenen niet in het stadsziekenhuis knnnen
worden opgenomen.
Zuster Elze, of, zooals men haar nn algemeen noemt,
mevrouw de wed. van Hoogenbeek, staal als directrice
aan het hoofd der inrichting. Zij toch, had haar taak
nog te lief, om die geheel neer te leggen, en ze wilde
ook gaarne onafhankeljjk blijven. Een drietal gediplo
meerde verpleegsters en een paar leerling-verpleegsters,
zijn onder hare leiding bezig met de verzorging der
kranken, die in dit paviljoen worden opgenomen, en nog
twee, ervaren pleegzusters, die ook haar thnis in de stich
ting hebben, maar wijden zich van daArnit, aan gezins
verpleging, wat ten hoogste wordt gewaardeerd.
En nn is het weer kerstmis en onze jonge predikant
heeft gewild, dat er ook van dit feest licht en vreugde
zou afstralen, op de zieken, die er van verstoken waren,
om het in eigen huiselijken kring te vieren. Daarom staat
heden in de zaal, waar de kleine patiëntjes liggen, eene
Kerstboom opgericht, met allerlei doelmatige geschenken
die de kinderen afleiding en bezigheid kannen bezorgen
Het is een aardig gezicht, die kleinen, allen overeind
gezeten in hunne kribjes, met schitterende oogjes op
ziende naar de lichtjes, en genietende van heerlijke ver
snaperingen, hun aangeboden, en als de dominee, die
»lieve man", zooals zij hem noemen, vertelt van Jezns,
die ook eens als een klein kindje in de kribbe lag, en
later znlk een edel mensch en een kindervriend was ge
worden, dan luisteren de jeugdigen, maar ook enkele
onderen, die mede aanwezig zijn, met stillen aandacht.
Maar ééne is er, die heimelijk een traan wegwischt, ais
zij terugdenkt aan den kleinen jongen, die ze eens in
slaap zong, en om wiens wille zij zooveel heeft geleden,
maar die hier nn ook staat als een edel man, een men-
schenvriend en van haar als een eigen zoon, zoo hartelijk
en vol liefde.
Maar ook Leo zelf gevoelt zich innig dankbaar, omdat
da nevelen voor hem zijn weggevaagd, die zijn jeogd
hebben verduisterd en als hij, nadat de lichtjes zijn ge-
bluscht en de kinderen rnstig in hunne kribjes liggen,
om te drooraen van den heerlijken avond, ook nog de
oudere patiënten heeft toegesproken en met bloemen of
andere kleine gaven heeft verblijd, nog even in de kamer
zijuer moeder vertoeft, dan legt hij den arm om haar heen
en zegt met een gelaat dat straalt van geluk »Ons heil
is gekomen, nietwaar, moeder -God sprak: daa- zjj licht
en het werd licht; uit de nevelen is ds dag gerezen
En als hij, na een hartelijk afscheid met zijne jonge
vrouw, die niemand anders is dan de dochter der kranke,
waar hjj zijn eerste bezoek bracht en die hij als een
hoogst beschaafd en beminnelijk meisje, had leeren kennen
naar zijne eenvondige woning is ternggekeerd, dan zegt hij
tot haar»Suze, laat ons ernstig voornemen, alles te
doen wat in ons vermogen is om te arbeiden aan de komst
van het Koninkrijk Gods, dat door Jezus is aangekon
digd en waar geen plaats is voor hoogmoed of liefde
loosheid, omdat allen het gevoelen, dat zij broeders en
zusters zijn.
EINDE.