Indische Penkrassen.
No. 11. Derde blad.
Honderd en zesde Jaargang»
1904.
ZONDAG
24 JANUARI.
Bijzondere Kennisgeving
Vrijwillige verbintenis als MATROOS
bij Hr. Ms. Zeemacht
Deze Courant wordt Dinsdag-, Stasierdag-
en Kater-dagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 8 maanden voor Alkmaab f ©,80franco door het
ryk f 1,
3 Nummers 1 Afzonderlijke nummers 8 cis.
Telefoonnummer 3.
Prys der gewone «dvertentlën s
Per regel f ©,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N/V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER k ZOON, Voordam 0 9.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente
Alkmaar, gevolg gevende aan eene uitnoodiging door
den heer Commissaris der Koningin in deze provincie
gedaan namens zijne Excellentie den Minister van Marine,
brengen ter algemeene kennis de navolgende
die zich opgeven voor de ZUHiQlMTlE
Lotelingen, die zich voor de zeemilitie opgeven en
een der beroepen uitoefenen, genoemd onder de letters A B
en D in de openbare kennisgeving tot oproeping van
lotelingen voor de zeemilitie, kannen, indien zij bij de
zeemilitie worden ingelijfd, na afloop van hun eerste-
oefeningstijd worden toegelaten tot eene vrijwillige
verbintenis als MATROOS bij Hr. Ms. Zeemacht, op de
navolgende voorwaarden
lo. Stand s De .verbintenis wordt aangegaan als matroos
3de klasse, of, indien men een daarvoor gestelde
proef van bekwaamhe d voldoende aflegt, als matroos
2de klasse.
2o. Aanvangssoldij als matroos 3de klasse 14 gulden,
als matroos 2de klasse 18 gulden 's maands.
3o. Duur van het dienstverband Vijf jaren.
4o. Premies Keshonderd vijftig gulden (f 650.
waarvan f 50 onmiddellijk uit te betalen bij het
aangaan der verbintenis, en f 600 na vijfjaren dien-t
of zooveel eerderindien de belanghebbende vóór dien
tijd den dienst moet verlaten wegens omstandigheden,
onafhankelijk van zijn wil Bij overlijden gedurende
den vijfjarigen dienst wordt de premie uitgekeerd aan
de erfgenamen, mits het overlijden niet het gevolg
is van zelfmoord als anderszins.
5o. Bevordering Men k n gedurende de 5 jaren op
klimmen tot hooger klasse of rang en ontvangt dan
de daaraan verbonden hoogere soldijen. Vermeerde
ring van inkomsten verkrijgt men eveneens bij toe
kenning van het onderscheidingsteeken van scherp
schutter, het brevet van kanonnier of torpedist of
het cerficaat van goed gedrag.
Onder gunstige omstandigheden kan de korporaals
rang werden behaald in 3 a 4 jaren en bij langer
in dienst blijven kan ook bevordering volgen tot
sergeant, sergeant-majoor en adjudant-onderofficier.
6o, ©vergang bij de Marine-Reserve s Wie na
5 jaar niet verder wenscht door te dienen, kan ver
plicht worden tot eene verbintenis bij de Marine-
Reserve als matroos 2de of 1ste klasse voor 3 jaren,
doch behoeft dan alleen op te komen ingeval van
oorlog of oorlogsgevaar en is overigens vrij van allen
werkelijken dienst. Vaste soldij gedurende die drieja
ren: f 40 50 's jaars, naar gelang van klasse of rang.
7o. Verlenging van het dienstverband s Dit kan
(Auteursrecht uitdrukkelijk voorbehouden.)
XLV.
We hebben kennis gemaakt met een zeer belangwek
kend Inlander, met Raden Ario Soeria Nata Legawaden
Patih van Soekaboemi. Deze hoogbegaafde Soedanees werd
in 1853 te Garoet geboren.
Zijn vader was de bekende Hoofdpanghoeloe aldaar,
Raden Hadji Mohamad Moesa, de boezemvriend van Karei
Holle.
Over dezen grooten Nederlander een volgende maal.
De Patih is een vriendelijk man, die gaarne met Eu
ropeanen omgaat en vloeiend Hollandsch spreekt, hoewel
hij pas op zijn zestiende levensjaar voor 't eerst eene
school bezocht.
Het was op raad van den beer Holle, dat de knaap
toen naar Soemedang ging, naar den Pangéran, den vader
van den tegenwoordigen Regent, en er de particnliere
school bezocht, gelijk met de kinderen van bedoelden
Pangéran.
't Waren de eerste Soendaneesjes, die Hollandsch leer
den. Voor West Java werd dit van groote beteekenis, daar
bier het voorbeeld gegeven werd door een algemeen ge
acht vroom Priester en een zeer aanzienlijk Inlander, een
Prins van den bloede.
't Werkte aanstekelijk en tegenwoordig wemelt het in
deze landen van Soendancezen, die goed Hollandsch spre
ken en zich solidair gevoelen met ons Grooter Nederland,
Dat de knaap goed leerde en een prachtig verstand had
bewijst wel 't haast onbegrijpelijke feit, dat hij na 2 jaar
schoolonderricht aangesteld werd tot élève-Soendaneeschen
Tolk.
Later werd hij Translateur voor de Soendaneesche taal
te Bandoeng, en in 1883 Patih van Soemedang om in 1892
naar Soekaboemi te worden verplaatst.
Deze Inlandsche Ambtenaar heeft zulk een goeden
naam onder de geieerden, dat hij o.a. benoemd werd tot
Buitengewoon Lid van het Bataviaansch Genootschap van
des gewensclit na afloop van de 5 jaren geschieden,
en wel op de voorwaarden, gesteld voor bet vaste
personeel der Zeemacht, doch kan worden geweigerd
aan hen. die het niet verder hebben kunnen brengen
dan matroos 3de klasse.
8o. Pensioen Wie blijft doordienen totdat hij vol
doenden diensttijd heeft, krijgt recht op pensioen
Vereischte diensttijd: 30 jaren (bij lichaamsgebreken
minder), bij een ouderdom van 40 jaren voor kor
poraals en minderen en van 45 jaren voor sergeants
en hoogeren. Bij de berekingen van dien diensttijd
wordt de tijd in de koloniën en tusschen de keer
kringen doorgebracht, dubbel geteld. Iemand b. v.,
die 10 jaren in dienst is, waarvan 5 tusschen de
keerkringen doorgebracht, heeft een diensttijd van
15 jaren.
Voor elk jaar, tusschen do keerkringen doorge
bracht, wordt boven het bedrag, waarop de belang
hebbende volgens zijn stand of rang recht heeft
nog eene verhooging toegekend.
Bij de berekening van den voor pensioen geldigen
diensttijd telt ook mede de tijd, in werkelijken dienst
doorgebracht als zeemilicien.
Wordt de belanghebbende ongeschikt voor den
dienst tengevolge van bevolen diensten, dan ontvangt
hij steeds pensioen, ongeacht het aantal dienstjaren.
Krijgt hij op eene andere wijze lichaamsgebreken,
mits niet ten gevolge van eigen moedwillige hande
lingen of ongeregeld gedrag, dan bekomt hij voort
durend pensioen, wanneer hij 10 jaren, en tijdelijk
pensioen, wanneer hij 5 jaren in werkelijken dienst
is geweest (de tijd, tusschen de keerkringen door
gebracht, in deze gevallen echter niet dubbel be
rekend Tijdelijk pensioen wordt voor niet korter
dan één jaar en niet langer dan vijf jaren toegekend.
Komt hij gehuwd zijnde, te overlijden ten gevolge
van bevolen diensten, dan ontvangt zijne weduwe,
of ontvangen zijne kinderen pensioen.
Zij, die aanvankelijk neiging mochten gevoelen om,
in geval van inlijving bij de zeemili ie, na afloop van
hun eerste-oefeningstijd zich op de hierboven genoemde
voorwaarden vrijwillig als matroos 3de of 2de klasse
naar gelang van bekwaamheden, bij de zeemacht te
verbinden, worden uitgenoodigd dit bij hunne aanmel
ding voor de zeemilitie ter Gemeente secretarie kenbaar
te maken. Deze opgave verbindt hen tot niets, maar geeft
ook geen rechten, noch nu, noch later. Eerst tegen het
einde van hun eerste-oefeningstijd zullen zij hebben te
te beslissen, of zij al dan niet tot de vrijwillige ver
bintenis zullen overgaan.
N B. Zij, die niet een van de beroepen uitoefenen,
genoemd onder de letters A? B en D in de openbare
kennisgeving betreffende de aanmelding voor de zee
militie, kunnen niet tot de vrijwillige verbintenis als
matroos worden toegelaten.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter..
20 Jan. 1904. O. D. DONATH, Secretaris.
Kunsten en Wetenschappen. Ook is hjj sedert jaren Re
dacteur van het Landboow-tijdschrift Metra NoeTani(Ae
vriend van den landman). Dit tijdschrift werd door Karei
Holle opgericht om den Inlandschen ambtenaren en ook den
eenigszins ontwikkelden landbouwers te loeren hoe 't land
bewerkt moet worden.
De Patih schrijft steeds onder den pseudoniem Karta
ivinata, en heeft als Soendaneesch auteur een grooten
naam onder zijn volk.
Daar de Bintang Hindia in 1904 ook Soendaneesche en
Javaansche opstellen znl opnemen, zal men begrijpeu, dat
ik als Hoofdredacteur mij van de medewerking van dezen
begaafden schrijver moest verzekeren en groot was dan
ook mijn vreugdetoen hij zich bereid verklaarde als
Soendaneesche taaladviseur roe te treden.
De vijf zoons van den Patih zjjn allen Europeesch op
gevoed en op een na, een aardig ventje van ongeveer
acht jaar, in 's Lands dienst.
De ondste is Adjunct-Hoofddjaksa te Bandoengde
tweede Uedana van Panjeredan, de derde schrijver bij
den Assistent-Resident van Soemedang en op een na de
jongste is Adjunct -Djaksa van Buitenzorg.
Ik sprak hierboven over Soendaneezen en de Soenda
neesche taai. De lezers moeten dan weten, dat de bevol
king van Java tot drie hoofdrassen behoort.
De Soendaneezen wonen in 't Westelijk deel en vormen
ongeveer J der bewoners van dit schoone eiland. Ze be
schouwen zich gaarne als de djelma boemi, d.w.z. de ei
genlijke oorspronkelijke inboorLngen. In alle geval is het
zeker, dat ze nog het meest getrouw bleven aan den een
voud der vaderen, hun godsdienst, hun adat (gewoonten).
Ze zjjn over 't algemeen veel kleiner gebouwd dan de
Javanen, doch ook gespierder, ze zjjn lang zoo nuffig niet
op hun kleeding en hebben iets flinks over zich, dat den
Westerling aanstaat. Ze zjjn o.a. niet beschroomd, en zeer
spoedig op vertrouwelykeu voet met eeu blanda.
De Soendaneezen zjjn bovendien eerlijke kerels. O wat
een vei schil met dat boeven tnig nit de residentie Bata
via I De hotelhouder verzekerde mjj, dat er nog nooit iets
op Soekaboemi gestolen was en dat, terwjjl de meeste Eu-
KOADAGSRUST.
Den 1 Juli 1673 werd in de alkmaarsebe vroed-
schaps-resolutiën het volgende aangeteekend
„Gelesen sijnde de requeste van de gemene gildebroeders
van het chirurgjjnsgilde binnen d 'se stadtdaer bij zij
verzogten, dat bet scbeeren op sondagen en andere feest
dagen verboden sonde werden, niet alleen nnter de pre-
dieatie noaer buy ten deselve de geheele zondag en an
dere feestdagen door op de boete van 3 gis. by ijder
te verbeuren is naer voorgaende deliberatie geresolveert,
dat men de ordonnatie tegens de ontheylijing van Godes
3m en het violeren van den Sabbath off andere feest
dagen, op den 28en Ap'il 1665 geSmaneert, sal laten
blijven, soo die leyten dat men deselve exactelijk sal
doen observeren en executeren."
Hel vierde artikel van genoemde verordening bepaalt
ten aanzien der barbiers„De chirurgijns èn haer knegts
snllen vau nu voortaen niemand nog jong nog oadf, op
de voorschreeven sondagen of feestdagen onder de predi
cate moogen scheeren binnen noch bnyten shuy^ op de
boeten van drie guldens bij den chirurgijn en die gene
die ge=chooren werd elk bisouder te verbeuren sullende
de chirurgijns voor haer knegts moeten instaen.'
De heeron van de vroedschap die vermoedelijk zelf
prijs stelden op de komst dor barbiers ten hunnent,
opdat bjj hun ter kerk gaan niets aan hunne achtbaar
heid zon ontbreken, waren dus niet genegen om den leden
van het gilde en dezer gezellen volstrekte zondagsrust te
verzekeren.
De keur verbood op de boete van f 3 ook het uit
oefenen van handwerken, het open-winkel honden en iets
te koop stellen aan of op vensterramen en banken, maar
liet na de middag-predicatie het voorstaan met koek
appelen, noten e.d.g. buiten de poorten toe.
Op gelijke boete waren de vleeschhouwers verplicht
hunne huizen gefloten te houden uitgezonderd een of
twee van eene horde voorziene bovenveustersen al mede
was op f 3 per persoon der aanleggers en deelnemers
verboden het bjj dag of nacht houden van eenige dans
scholen, speelders of tnysschers (dobbelaars).
Dat men het met de toepassing dezer bepalingen ern
stig voor hadblykt wel hieruitdat niet alleen de
schont en zijne dienaars maar ook de dekens en raden
der ambachten, de opzieners der koorn-, turf-, kaas- en
bierdragers, alle schoolmeesters en de bazen ten opzichte
hunner knechts, tot de bekeuring gemachtigd werden.
Zondagsrust is eene zaak, welke in de laatste jaren
__er aan de orde is gekomen en voor de aanbeveling
of bevordering waarvan in verschillend opzicht veel ge
zegd kan woiden Het is intnsschen wenscheljjk, dat men
zich in deze wacbte voor, slechts weerzinwekkende, puri-
teinsohe overdrijving en ons volk bewaard blijve voorde
verveling der britscho zondagen. Veler aandrang tot wet
telijk verbod van den zondagsarbeid beperke en stuite
men door van niemand des zondags werk te vorderen
hetwelk op andere dagen kan verricht worden, door wat
meer medegevoel voor de rnst, de stichting op het genot
van hen, die van anderer gezag, wil, luim ol geld af
hankelijk zjjn. Dit medegevoel schjjnt te ontbreken bjj
ropeanen 's nachts hun deuren en vensters open laten
Doe dat eens in Batavia ofin Holland 1
Hier krjjgt men weer sympathie voor de Inlanders,
want ik moet U eerljjk bekennen, dat 't volkje van Ba
tavia en Buitenzorg al een zeer slechten indruk heeft ge
maakt. Ik was nu eenmaal Maleiers van Sumatra gewend,
en vond mij daarom bitter teleurgesteld bij de eerste ken
nismaking met de bruine broeders van Java. Hier in de
Preanger vinden we echter den goedaardigen, zachten,
onbedorven inboorling terug, gastvrij, welwillend, goed-
geefscb, ja edel van inborst.
Ofschoon de Soendanees evenveel eerbied voor zijn hoof
den heeft als de Javanen, is hjj veel minder slaafsch, iets
wat vooral goed uitkomt by de taal, waarvan hjj zich
bedient.
Men treft onder ben zeer wijze mannen aan. Met wijs
bedoel ik heel iets anders dan geleerd, of westerschal ge
meen ontwikkeld.
Er zjjn hier gewone Inlanders, die lezen noeh schrjj-
zen veistaan, doch wier begrippen over den Kosmos, het
Opperwezen, de bestemming van den mensch, het leven
na den dood enz. zóó wjjsgrerig gedacht zjjn, dat menig
ontwikkeld Europeaan nog w?l eens een lesje bjj hen zou
kunnen nemen. Over 't algemeen is dit bjj de Europe
anen alhier niet bekend, omdat de Inlanders hen niet
voldoende vertrouwen. Veel wil ik over dit onderwerp
niet schrijven, want als ik b.v. begon over de z.g. oc
culte krachten der doekoen's en kijai's, dan zouden da
westersche lezers me toch niet gelooven. Dit kan ik U
echter ten stelligste verzekeren, hier gebeuren nog steeds
z.g. wonderen en mirakelen
De doekoen's doen bv. aan elmoe setan (arabisch istid-
jrat" zwarte kunst), terwjjl de kijai's de witte magie
(arabisch: vkaramat") beoefenende, hun kracht aan goede
geesten ontleenen en aanwenden om de lijdende mensch-
heid te helpen. Zoo bestaat hier al eeuwenlang de z,g.
gebedsgenezing, waarmede men ook thans in Europa be
gint. 't Is alles ide Stille kracht" van het Oosten, waar
voor alleen de moderne theosofen oog en oor hebben en
die door 't verlichte Westen gehoond od geminacht wordt.