Honderd en zesde jaargang.
1904.
V R IJ D A G
29 JANUARI.
Gemeenteraad van Alkmaar.
NO. 13. Eerste blad.
KSOHE C
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag-
sn laterdagaroad uitgegeven. Abonnementsprjjs
per 3 maanden voor Alkmaar f O,SOfranco door het
geheelo rjjk 1 1,
3 Nummers f 0,00. Afzonderljjke nummers 8 ets.
Telefoonnummer 8.
Prys der gewone advertentlën t
Per regel f 0,15. Groote "letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N/V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOONVoordam C 9.
Vervolg van het Tweede Blad.
7. Het verleenen van pensioen aan gemeente
ambtenaren, bedienden en werklieden en
hunne weduwen en weezen.
Door den heer J. de Lange 0. Jz. werd het volgende
voorstel den Raad toegezonden.
Ondergeteekende heeft de eer aan den Raad voor te
stellen omtrent de te heften bijdragen voor pensioen en
de financieele gevolgen van de ontworpen pensioenregeling
een advies in te winnen van een deskundige en aan
Burgemeester en Wethouders daarvoor een blanco crediet
toe te staan.
Hoewel dit voorstel in de Raadsvergadering van 1
Sept. j.l. reeds door het Dagelijkseh Brstuur is gedaan
en na eenige discussie wedor werd ingetrokken komt
het hem na kennismaking met de ontworpen regeling
raadzaam voor, de financieele gevolgen ernstig onder de
oogen te zien ten einde nè, 5 jaren bij het opmaken
der eerste wetenschappelijke balansniet voor het feit
te moeten staan, dat wellicht een onverwacht groot
kapitaal ter aanvulling van het pensioenfonds door de
gemeentekas moet worden bjjgestort.
Met den heer H. J. Vonk is hij van oordeel
dat voor een fonds, dat in staat is zijn risico's te
dragen, de geldelijke opofferingen, die ten laste der
gemeente zullen komen, niet gering zullen zijn, eu
nu mag men die uitgaven in het belaDg der gemeente
achten, z. i. dient toch vooraf te gaan eene berekening
van het vermoedelijk benoodigd kapitaal of eventueel
van de vereischte jaarïjjksche stortingen, die door de
gemeentekas moeten worden bijbetaald.
Waar het financieele gedeelte der verordening een der
voornaamste punten is, die bij üe behandeling in de sec
tiën ter sprake zullen komen, acht hij het gewenscht het
voorgestelde advies vóór die behandelmg in te winnen.
De heer de Lange licht zijn voorstel toe. Nu de
laden van den raad kannis hebbe kunnen nemen van
de desbetreffende verordeningen was er voor hem reden
dit voorsteldat in de vergadering van 1 Sept. door
B. eu W. weid ingetrokken, waer in te dienen. Bij de
lezing der voorstellen toch doet zich de vraag op kan
de gemeente de financieele gevolgen dragen hoeveel zal
de gemeente hebben bij te betalen. Was het eon gewone
verzekeringdan kon de berekening als bij een maat
schappij van levensverzekering van dienst zijn maar
hier wordt een percentage van het inkomen genomen en
dat is heel wat andere. Waar de pensioenregeling op
een zeker oogenbiik in werking treedt, moet men reke
ning honden met de goede en kwade kansener zijn
oude ambtenaren met hooge tractementen daarvoor is
in de eerste plaats al een aanvulling noodig en dan voor
de jaren dat niet is bijgedragen, wat een zeer voornaam
pnnt is. Dat moet voor ieder ambtenaar afzonderlijk be
rekend worden. De berekening van den heer Vonk met
wien hij 't anders wel eens issteunende op die eene
maatschappij van levensverzekering, acht hy minder juist.
Om deze redenen acht hij een nauwkeurig deskundig
onderzoek bepaald noodzakeljjk ook in het belaug van
het fonds zelf. Hij hoopt dan ook dat het Dagelijksch
Bestuur nog op hetzelfde standpunt staat van 1 Sept.
De Voorzitter zegt dat B. en W. nog van de
zelfde meening zijn en er prijs op stellen dat het voor
stel zal worden aangenomen.
De beer Kraakman is het in beginsel met den
heer de Lanve ee's maar dan is het toch noodig dien
deskundige de Doodige inlichtingen te geven, bijv. door
middel van een naamijjst der ambtenaren, hunnen dienst
tjjd en salaris. Als B. en W. zoo'u staat maken, acht
hjj het gewenschtdat de leden van den raad er ook
een ontvangen opdat zij het onderzoek kunneu nagaan,
mogelijk ook tot een resultaat kannen komen en in ieder
geval het resultaat van het desknndig onderzoek Kunnen
bestudeeren. Verder vraagt hij of het noodig is B en W
een onbeperkt crediet te geven, zullen zij dan maar zeggen
tot de deskundige maak uw rekening maar op, dat ware
een crediet aan hem. Hjj meent dat B. en W. aan den
deskundige de noodige beperking moeten stellen, wat de
Voorzitter met hem eens is.
De heer Vonk, vereenigt zieh ook met het voorstel
de Lange en vraagt, of de deskundige met rekening moet
honden met de amendementen en dus de behandeling in
de secties niet moet voorafgaan.
De Voorzitter antwoordt daarop, dat er tijd genoeg
geweest is amendementen in te dienen. Er zal rekening
kannen worden gehouden met de amendementen, die er
n u zijn.
De heer Cohen Stuart meent toch, dat vooral de
behandeling in de secties (zjjn sectie heeft nog met ver
gaderd) aanleiding kan geven tot amendementen.
De heer Kraakman is echter van oordeel, dat met
voor alle amendementen een zoo serieus onderzoek noodig
is. Een gespee fieeerde berekening is alleen noodig voor
het voorstel van B. eu W.
Hiermede blijkt men het eens te zijnwaarna het
voorstel de Lange wordt aangenomen.
8. Oprichting van het dymnaslum.
In de vergadering van 1 September 1.1. werdea B. en W.
nitgenoodigd de oprichting eu inwerkingtreding van een
volledig gymnasium voor te bereiden met het begin van
den cursus 1904/1905.
In verband met dit besluit hebben zij, in overleg met
de Regenten van het Burgerweeshuis, een plan doen op
maken tot gedeeltelijke verbouwing van de bovenlokalen
van het Burgerweeshuis en het inrichten dier lokalen
voor een gymnasium.
Gelijk uit een schrijven d.d. 8 Jannari 1.1. van de
Regenten van het Burgerweeshuis kan blijken, zijn
deze bereid de kosten der verbouwing voor rekening van
hnnne administratie te nemen. Daarvoor behoeven dus
geene gelden door den Raad beschikbaar te worden ge
steld. Da Gezondheids-commissie, omtrent dit plan ge
hoord, heeft verklaard zich daarmede geheel te kannen
vereenigen.
De Regenten van het Burgerweeshuis wensehen den
jaarljjkseben huurprijs, ia overeenstemming met de vroe
ger genoemde som, op f 600 bepaald te zien en de huur-
ovenenkomst aan te gaan voor den tijd van minstens
tien jaren, hetgeen de instemming van B. en W. geheel
kan wegdragen.
Zij wenscüen verder den raad nog aan te bevolen
thans reeds te bepalen, nit hoeveel leden het college van
curatoren zal best tan. Alsdan zullen zij in de gelegen
heid zijn de noodige dubbeltallen aan te bieden om tot
de benoeming van zulk een college over te gaan en in
overleg met curatoren zullen zij alsdan de verschillende
verordeningen kunnen ontwerpen.
Daarom stellen zij voor
1°. te bepalen dat het gymnasium zal worden ge
vestigd in de bovenlokalen van het Burgerweeshuis, welke
daartoe zullen worden ingericht overeenkomstig het
overgelegd plan voor da uitvoering van 't welk de Re
genten van het Burgerweeshuis zullen zorgdragen
2°. Burgemeester en Wethouders te machtigen met de
Regenten van het Burgerweeshuis eene overeenkomst aan
te sraan krachtens welke de snb 1° bedoelde lokalen tegen
1 Juli 1904 door de gemeente worden gehuurd, ten einde
daarin het Gymnasium te vestigen onder voorwaarde
dat de jaarïjjksche huurprys 600 z?l bedragen dat de
huur wordt aangegaan voor den tijd van minstens 10
jaren en verder onder de nader door B. en W. vast te
stellen voorwaarden
3°. te bepalen, dat het college van curatoren zal be
staan uit vyf leden met uitnoodiging aan Burgemeester
en Wethouders de noodige dubbeltallen aan te bieden
opdat tot de benoeming van curatoren kan worden over
gegaan.
Da heer Vonk heeft verbaasd gestaan, toen hij dit
voorstel ontving. Hij vindt er niets anders in daBle
een voorstel om een huurovereenkomst aan te gaan met
regenten van het weeshuis en 2e dat aangaande de be
noeming van curatoren. Van de financieele zijde der zaak
vindt hij niets. Ia de vergadering vau Sept. 1903 is de
financieele kwestie ter sprake gekomen en hebben B. en
W. gezegd, dat zij in hoofdzaak kunnen meegaan met
de cijfers van de personen, die destyds de aanvrage om
een gymnasium hebban gedaan. Hij meende, dat men nu
wel degelijk die cijfers weer moest hebben. Op deze wijze
toch is het voor de raadsleden onmogelijk de zaak te
baoordealen. De raad zou zich zoodoende een strop om
den hals halen. Daarom zou hij willen voorstellen de
zaak aan te houden en B. en W. willen uitnoodigen na
der uitgewerkte voorstellen te doen, in verband met het
aantal leerlingen, de benoeming van leeraren enz., waar
van men nu absoluut niets weet.
De heer Cohen Stuart sluit zich bij den vorigen
spreker aan. Ook hem heeft deze voordracht verbaasd.
Steeds heeft hij zich een tegenstander verklaard van het
oprienten van een gymnasium en daarvoor argumenten
aangevoerd waarom wel eens gelachen is, doch die niet
weerlegd zijn. In September besloot de raad in principe,
om door te gaan met het oprichten van een gymnasium.
Da bedeeling van dat besluit was, meent hij, tweeledig
ten le weru B. en W. die zeer veel voor de zaak voe
len, er door gegarandeerd, dat hunne moeite niet nutte
loos zou zjjn en aan de andere zjjde zou de raad later
in overweging kannen uemen, of de oprichting praethch
mogelijk zou ziin. Vandaar dan ook vroeger de vraag
van den heer Bosman: zullen wij dan ook gemoeid
worden zal de raad dan over de cjjfers kunnen
oordeelen. Zoo ja dan was hij niet tegen de toen
gevraagde machtiging, zonder cijfers zou hij er niet in
meegaan. De Voorzitter verwees den heer Bosman toen
naar de cijfers, destyds door adressanten gegeven, doch
dat is nog niet zelf de cijfers geven. En nu wjj»t spr.
er op, dat blijkens de toelichting bij het voorstel van
September de inspecteur der gymnasia in hoofdzaak daarin
mee kon gaan. Hij kan niet zeggen, dat zoodanige cijfers
dos iets op een begrooting lijken. Dat klemt te meer als
men bedenkt, dat iemand als de heer Blnm indertijd zeide,
dat adressanten hun cjjfers in wel wat al te gunstig dag
licht hadden gesteld, dat hun voorstelling wel wat te ge
flatteerd was. Adressanten plaatsen in hun verzoek zelve
verschillende vraagpunten, waarop B. en W. het antwoord
schuldig bljjven.
By de genoemde becyfering komen o.a. niet voor do
kosten vau installatie, aanschaffing der menbelen enz.
Hjj meent, dat die kosten nog al iets zullen bedragen,
Oük omtrent de mogelijkheid van het gebruik der lokalen
der H. B. S. voor de natuurkundige vakken heeft men
geen zekerheid. Do H. B. S. wordt steeds meer bevolkt.
De heer Boelmans ter Spill. Die zekerheid
heeft men.
De heer Cohen Stuart. Waarom dat dan niet ge
zegd 1
De heer Boelmans ter Spill. Dat is vroeger
gezegd.
De Voorzitter. Wij hebben de toezegging voor
het gebruik der lokalen, alleen is nog noodig een overleg
met den directeur.
De heer Cohen Stuart vervolgende, wjjst op een
ander punt, de aanstelling der leeraren. Heeft men
zich er van vergewist dat leeraren van de H. B, S. of
de Cadettenschool enkele vakken voor hunne rekening
kannen en willen nemen? f 1200 voor een leeraar in
vreemde talen is niet veel, men mocht dus wel de zeker
heid hebben dat de leeraren gevonden konnen worden.
Ten slotte nog een argument. De huurprys der lokalen
zal bedragen f 600 per jaar de verbouwing kost aan
het weeshuis f 3500 dat kost de gemeente niets, tenzjj
die som overschreden woidt. De begrooting is niet over
gelegd zoodat daarover niet valt te oordeelen. Het komt
hem dus voor dat het plan niet is voorbereid, Zjjn
B. en W. van een ander gevoelen dan zou hjj graag
van hen eens een onvoorbereid plan zien want dan
weet hjj 't verschil tutschen een onvoorbereid en een
voorbereid plan niet.
De heer Boelmans ter Spill verklaartdat
indien de beide vor.ge sprekers verbaasd hebben gestaan
over het voorstelhij het nog meer is geweest over de
bestrjjding, door de beeren gevoerd. Deze bestrijding
meent hjj, is voor oen zeer groot deel tardiet en niet meer
ter zake dienende. Reeds tweemaal is door den raad de
wen schel jjïheid om een gymnasium op te richten, uitge
sproken en de tweede maal tevens om de oprichting voor
te bereiden tegen 1904. Waar dus de heer Oehen Stuart
terugtreedt in de beschouwingen van den heer Blum, is
dat niet ter zake dienende. De vraag is thanshoe moet
er uitvoering worden gegeven aan het besluit van Sept.
1.1. Bestrijding had men kannen verwachten indien
B. en W. waren gekomen met de plannen voor een weel
derige inrichting, voor een gebouw b.v. van f 40000,
maar wat is 't geval Door de bereidwilligheid der
regenten, die hjj daarvoor hulde brengt, kan men voor
f 600 per jaar een goede inrichting Urjjgen fpr. zou
wel eeüs willen weten, waar ter wereld men een zoo
goedkoop gymnasium had.
Do cjjfers staan in de bjjlage van 1900, die hebben
B. en W. tot de hunne gemaakt, en evenmin als zjj dit
cjjfer van f 600 te boven gaan, zullen zij dat de andere
doen. Als men in B. en W. vertrouwen stelt, dan mag
men aannemen dat die cjjfers niet zullen worden over
schreden.
Waarom kon de inspecteur er »in hoofdzaak" mee
medegaan, omdat mogGjjk de jaarwedden voor de leeraren
in de nieuwe talen wat hooger zonden moeten worden,
doch dat is niet met zekerheid te zeggen, omdat er geen
curatoren nog zjjn ea geen oproepingen zijn gedaan. Is
't niet mogelijk twee talen te combineeren of voor de
lagere klassen met een leeraar met acte A. te volstaan.
Die vragen zijn thans niet op te lossen.
Tegenover de meening van den heer Blnm stelt spr.
die van den inspecteur, die hjj hooger stelt.
Den heer Vonk antwoordt hjj, dat deze vroeger
bljjkbaar wel meer w st, en wel aannam dat de begroo-
tir.g op ongeveer f 6000 zou komen. Aan dat cijfer ach
ten B. en W. zich gebondon. De vrees, dat het meer zal
kosten acht hjj denkbeeldig en mochten B. en W. verder
gaan dan staat het altjjd nog aan den raad om te
zeggen wjj doen het niet.
Daarom hoopt hjj dan ook, dat de voorstanders zieh
door die vrees niet zullen laten weerhouden met B. en W.
mee te gaan.
De Voorzitter meent, dat de heer Boelmans ter
Spill no verzuimd heeft te weerleggenwat de heer
Stuart heeft opgemerkt, omtrent het gebruik van de lokalen
der H. B. S. Die vergunning heefï men reeds in het
vorig jaar van den minister verkregen, by schrijven van
Augusias 19u3.
Da hear Cohen Stuart wil toegeven, dat dat punt
hem dan is ontgaan, doch het is niet het eenige punt
van gewicht. De Wethouder heeft naar hij meent op
tweeerlei toon gesproken als belesdigde majeste't en
naar bef hem voorkomt eenigermate schalks. Op den
eersten toon, naar hjj zei, dat men vertrouwen moest stellen
in B. enW.; toch meent spr. dat B. en W. hier niet voldoende
op de kosten hebben gelet. Ten slotte wil hij den raad
in een hinderlaag lokken, door te zrggen, dat men later
altijd kan tegen stemmen.
Maar dat gaat moaieljjk als men met een gebouw zit
voor 10 jaar.
Verbaasd heeft de heer Boelmans ter Spill zich
over de bestrjjding maar hoe is de beslissing van Sep
tember op te vatten. Is het niet zoodat de voorbe
reiding eerst zou bestaan in het opmaken van een
begrooting En zal men daarvoor ook niet eerst zich
moeten vergewissen van de mogelijkheid om leerkrachten
te krjjgen Een opio«ping is daarvoor niet noodig, men
kau leeraren van de H. B. S. of de Cadettenschool <iaar-
naar vragen. Laat echter de meerderheid van den Riad
zich uitsprekenwat de bedoeling wastoen men B. en