Buitenland. Laatste Berichten. Telegrafische Berichten. W. machtigde tot de voorbereiding. Heeft de meerder heid bedoeld te zeggen aan B. en W.gij kant nn op den weg voortgaan wij geven volmachtdan heeft de heer Boelmans ter Spill geljjk en dan is verdere discussie niet noodig maar heeft de Raad bedoeld dat hij altjjd de beoordeeling over het practisch mogelijke aan zich zou houden dan is het geheel anders. De heer Vonk komt er tegen op, dat hij, volgens den heer Boel mans ter Spill, zou gesproken hebben als tegenstander van het gymnasium. Hij heeft alleen willen zeggen dat het voorstel niet genoeg voorbereid is. Hij heeft niets vergeten van die vroegere cijfers maar als B. en W., die alles weten en alles kunnen, waarom dat alles dan niet in het voorstel gezegd Het is de ge woonte niet een blanco wissel te trekken op de gemeente en daartoe zal hij niet medewerken. Hij blijft er by dat de zaak niet genoeg is voorbereid. De heer Boelmanster Spill vindt, dat thans de bestrijding van den heer Cohen Stnart wat vaag wordt. Hij werpt het nn alleen op de leerkrachten voor de nieuwe talen. Thans al te onderzoeken of men ze krijgen kan en zich daarvoor in zake de leeraren aan de Cadet tenschool te wenden tot den minister van oorlog, vindt spr. wat prematuur. Toen men destjjds een tweeden leer aar opriep voor f 1200,waren er vrij wat sollicitanten, hij meent een twaalftal en bovendien de vraag rjjst ook, of men ze niet krjjgen kan van Haarlem, Hoorn en den Helder. Als 't moest zon men andere tractementen wel iets kunnen verlagen om het cijfer van f 1200,wat hooger te kunnen stellen. De heer Vonk heeft gezegd, dat hij de cijfers goed heeft onthouden, waarom zegt hij dan dat hij niets weet. De heer Vonk: >Niets officieels, mijnheer de wet houder." De heer Boelmans ter Spill, maar B. en W. hebben toch vroeger gezegd, dat zij de cijfers nit het adres der ingezetenen tot de hunne maken, is dat niet officieel genoeg, wat verlangt men dan toch nog meer. De f 6000,znllen niet worden overschreden. De heer Cohen Stnart vindt, dat het met den heer Boolmans ter Spill moeielijk is te debatteeren. Eerst noemt bij de bestrijding tardief, daarna weer vaag, ter- wjjl hij sommige argumenten weer onaangeroerd laat, als bijv. dat men moot hebben een post voor aan schaffing van meubelen. Men stelt het voor, alsof de bestryding een unfaire ware, doch wij vragen eenvoudig, geef ons de cijfers voor een begrooting; en verwjjst men naar de cijfers van de adressanten, dan, hij herhaalt het, bedenke men dat die adressanten zelf allerlei vraagpun ten stelden. Hij hondt vol, dat men de mogelijkheid om leerkrachten te kunnen vinden voor het genoemde salaris, had moeten onderzoeken. Dat men vroeger een leeraar kon krijgen, bewijst nog niets, dat was een leeraar in de oude talen, waarvan de markt is overvoerd. Ten slotte roept hij nogmaals de meerderheid op, om zich nit te spreken om trent de bedoeling van het besluit van September. Is het niet de bedoeling geweest, dat B. en W. na dat be sluit zonden komen met een nadere begrooting of niet een nadere bespreking op meer bepaalde g- gevens in den raad zon plaals vinden, dan biedt hij gaarne zijn excuus aan, dat hij den raad zoolang heeft beziggehouden met zijn argumenten De Voorzitter zegt, dat de begrooting van kosten voor de verbouwing van de lokalen in het weeshuis niet ter visie heeft gelegen, omdat men dat niet noodig vond. De mededeeling, dat dat f 3500 zou kosten, achtte men voldoende. Overigens is hij bereid tot alle nadere inlich tingen. De heer Cohen Stuart meent, dat, waar de meer derheid van den raad blijft zwijgen, het eenvoudigste is, B. en W. dan maar te machtigen tot die cjjfers te gaan, dan kan de raad zich er verder wel buiten houden. De heer de Groot, die met het voorstel van B. en W. wel kan meegaan, vraagt of het dadelijk noodig is een volledig gymnasium in te richten, of dat men eerst met een of twee klassen kan volstaan De Voorzitter antwoordt, dat zulks afhankelijk is van het aantal leerlingen, melden zich voor een of meer klassen geen leerlingen aan, dan zal men daarmede bij de benoeming van leeraren rekening houden. De heer de Groot vraagt dit, daar men niet zeker is, dat de ouders, wier kinderen reeds naar andere plaat sen gaan, die leerlingen dan hier op 't gymnasium znllen dou gaauy uiu iuui l c doen. Wenschelijk is het, dat tnen geen leeraren aanstelt voor een of twee jongelieden. De Voorzitter zal daar niet verder op ingaan Men zal dat alles moeten afwachten, maar toch wenscht hij er op te wijzen, dat het aantal leerlingen van den heer Moltzer op het oogenblik 27 is. In hot belang dier jongelni is een volledig gymnasium wenschelijk, terwijl men bovendien nagenoeg de zekerheid heeft, dat de ge meente Zaandam, die ontheffing heeft gevraagd van de verplichting tot het oprichten van een gymnasium haar contract met Amsterdam zal opzeggen en er een sluiten met Alkmaar. De heer Cohen Stuart zou het ook betreureD, indien men thans een half gymnasium ging stichten, men moet het naar de eischen van den tijd inrichten. Hij merkt verder op, dat terwijl vroeger als argument voor het oprichten van een gymnasium werd aangevoerd de kinderen nit Alkmaar niet naar Haarlem kannen gaan, men thans als argument gebruikt, dat uit Zaan dam, dat zoo wijs is geweest ontheffing te vragen leerlingen naar hier zullen komen. »Dat heeft u dan niet uit mijn mond gehoord" zegt de Voorzitter waarop de heer Cohen Stuart repliceertdat bij het alleen heeft aangehaald als een merkwaardig staaltje uit dezen strijd, het argument is hier gebezigd. Hoe is thans het voorstel van den heer Vonk vraagt de Voorzitter. De heer Vonk: Mijn voorstel is de zaak nit te stel len tot de volgende vergadering, terwijl B. en W. worden nitgenoodigd dan te komen meteen behoorlijke begrooting De heer Boelmans ter Spill waarschuwt er nog tegen dat men niet zoo veel tijd meer kan laten verloopen, wil men vóór 1 Sept. klaar zijn. Bovendien, wat de heer Vonk verlangt, hebben B. en W. gegeven wat wil men toch meer. De heer Vonk: Laten B. en W. eenvoudig met die oyfers komen. Meent de meerderheid echter dat dat niet noodig is dan stemmen ze mijn voorstel eenvoudig de af. Als er zoo een haast bij is, waarom zijn B. en W. dan niet eer gekomen met hun voorstelvan 1 Sept. tot nn toe is 5 maanden. De heer Boelmans ter Spill verzekert dat B. en W. in die 5 maanden in deze zaak niet hebben stil gezeten de overeenkomst met de regenten van het wees huis heeft ook den noodigen tijd gevorderd. Nog eens wijst hij er opdat de meerderheid heeft gewild dat 1 Sept. het gymnasium woidt geopend. De heer Cohen Stnart meentdat wanneer de meerderheid niet spreken wilmen eenvoudig B. en W. maar hnn gang moet laten gaan. Dat is onjuistinterrompeert de Voorzitter. De heer Wicherink acht zich na den oproep van den heer Cohen Stnart tot spreken verplicht en geeft te kennen dat hij de vorige maal gestemd heeft voor het voorstel volgens, den maatstaf door den heer Stnart de meerderheid aangelegd. Hij ook had gedacht dat men zon krijgen een begrooiing van kosten. Nu de wethouder zegt, dat men geen andere cijfers kan geven nu kan de raad of met B. en W. meegaan of de meerderheid kan die cijfers niet voldoende achten en nadere inlichtingen wenschen. De V oorzitter gelooft dat men niet anders kan doen dan de bjjlage van 1900 weer afdrukken. De heer Bosis an, wiens woorden door den heer Cohen Staart zjjn aangehaaldzegtdat indien B. en W. zich refereeren aan de cijfers nit het adres der ingezete nen dan komt het hem voor dat er voor hen weinig meer overschiet om te geven aan den raad. Die cijfers kannen door den raad wel worden overzien en 't kan zoo erg niet tegenvallen meent hij. Hij is voor het voor stel, in de overtaigingdat Alkmaar een plaats is, waar een gymnasium beüoort te zijn. De heer Wanna deelt mede, dat in Leiden op dezelfde wijze eerst het gymnasium was ingerichthij vindt echter den termijn van 10 jaren wel wat lang is men dan verzekerd dat men genoeg rnimte heeft De Voorzitter deelt mede, dat er voor 120 leer lingen plaats is. De hoer Cohen Stuart meentdat men daarvoor niet bang behoeft te zijn de bevolking der gymnasia gaat steeds achteruit. De heer Vonk zegt het bezwaer van B. en W., om een begrooting in te dienen niet te begrijpen. Als de Voorzitter het voorstel in stemming wil bren gen vraagt de heer Kraakman nog het woord. Deze verklaart op hetzelfde standpunt te staan van vroeger. Hij kan met het oog op het bestaan van de inrichting van den heer Moltzer niet inziendat er zao'n haast gemaakt moet worden. Hij is geen tegen stander in principe, in 1911 zal men iot de oprichting verplicht worden en dan zal ontheffing vragen niet zijn denkbeeld zijn. Men vergete niet, dat bij het oprichten, men volgens de vroegere berekening komt ie staan voor een uitgaaf van f 6000,— en vooral met het oog daarop zou bij zeggen hoe beter voorbereiding des te beter Raad ook verantwoord is. Ook wijsL hij op de a.s. behandeling van de wet op het H. O. en vindt ten slotte ook, dat de inlichtingen door B. en W. gegeven wel wat sober zijn ook de teekeniug heeft spr. niet gezien. Indien die er geweest is, zooals de Voorzitter zegt, wil hij dat aannemen, maar een teekening geeft niet genoeg. Het is daarom dat hijhoewel geen tegenstander van een gymnasium, thans niet'met B. en W. kan meegaan. De Voorzitter merkt nog op dat men met een decimeter op de teekening alles kan nameten en corrigeert zich zeiven door er op te wijzen dat er ruimte is voor 80 leerlingen die ruimte is vatbaar voor uitbreiding tot 120 leerlingen. Deze font geeft den heer Kraakman aanleiding om op te merken, dat waar de Voorzitter zich in deze ver gist, het voor den raad toch zeker nog wel moeilijker is een inzicht te krijgen in de zaak De Voorzitter gelooft niet, dat de heer Kraak man op die wijze gebruik mag maken van een rectificatie. De heer d e W i t voegt er nog bij, dat ook uit een particulier gesprek met den heer Kraakman, deze wel wist, dat er ruimte was voor 80 leerlingen De heer Boelmans ter Spill vindt, dat de heer Kraakman gezegd heeft wat hy vroeger ook reeds te berde bracht. Als voorstander zal de beer K. tegenstemmen, dat zal misschien voor iedereen niet zeer duidelijk zijn. Het vorig besluit is aangenomen ondanks de bestrijding ook van den heer Kraakman. Een enkel woord omtrent het aantal leerlingen. De inrichting van dr. Moltzer telt 27 leerlingen, een getal dat nimmer werd bereikt. De oorzaak van die toename is het vooruitzicht, dat hier een gymnasium zal komen 13 leerlingen zijn er uitslui tend met het oog op dat gymnasiaal onderwijs. Afs men deed wat de heer Kraakman wil, zou men de ouders dier kinderen dupeereu, terecht zou men de houding van den raad ren opzichte van die ouders een vreemde noemen Na deze breedvoerige discussie wordt het voorstel- Vonk om B. en W. uit te noodigen in de volgende vergadering te komen met een meer gespecificeerde begrooting voor de inrichting en instandhouding van een gymnasium, aangeno men met 8 tegen 7 stemmen. Voor de heerenGiindermanVonk, Cohen Stuart Wicherink, Kool, Luiting, Uitenbosch en Kraakman. (De heer Boelmans ter Spill vertrekt) 9. Werkzaamheden aan de Plantsoenen. Aan den raad werd overgelegd het Rapport van den Opzichter over den Hout en de plantsoenen, opgemaakt in verband met een door B. en W. met de commissie van bijstand voor de plantsoenen en den Adviseur, den heer Springer ingesteld onderzoek in loco. Geljjk daaruit blijkt, zullen de noodig geachte werken een bedrag van f 673.50 vorderen. In verband met de omstandigheid, dat het houtgewas in het afgeloopen jaar de groote som van f 2248.71J heeft opgebracht, zal er, naar B, en W. vertrouwen, geen be zwaar bestaan tegen de uitvoering der voorgestelde wer ken en stellen zij voor, hen daartoe te machtigen. De heer Bosman betreurt het, dat er zooveel groot hout moet vallen, hij zou B. en W. willen aanbevelen toch wut piano aan te doen. De Voorzitter wijst er op dat op de Nieuwlander Singel de boomen weg moesten als gevaarlijk zjjnde; wat de heer Bosman aanneemt, doch ook in de Hout hakt men wat veel naar zijn zin. in overleg met de commissie voor de plantsoenen, beslui ten tot omverhakking van veel boomen, den raad daarover hoorden en alle leden opgave daarvan verstrekten. De heer Kraakman meent, dat, wat hetgeen de heer Bosman zegt, wel de meening is van vele ingezetenen. Ook bij beveelt B. en W. aan, dat men vooral niet meer rooit dan noodig is. Door den Voorzitter en den heer Cohen Stuart, e 't jammer vindt, dat de heer Boelmans ter Spill is vertrokken, daar deze voorzitter der commissie voor de plantsoenen is, wordt het omhakken verdedigd o.a. op grond, dat het gewas te dicht op elkaar staat, terwjjl het eind van deze besprekinhen is, dat het voorstel van B. en W. wordt aangenomen. Wegens plaatsgebrek het einde der Raads zitting ln een volgend nummer. d e De heer geheel eens en zou Groot is het met den vorigen spreker willen, dat B. en W. alvorens zjj BlJlTSCHIiANB. Ter eere van 's Keizer'g 45sten verjaardag op den 27 Jan., is Koning Leopold van Belgie overgenomen, die met groote hartelijkheid en veel eer bewijzen ontvangen werd. Een eigenaardige en voorzeker welverdiende hnlde werd Keizer Wilhelm door het dankbare Noorwegen gebracht, waar in de voornaamste steden besloten werd zoo alge meen mogelijk te vlaggen ter eere van den Keizer, die het geteisterde Aalesund zoo snel en krachtig te hulp kwam. Koning Oscar zal den Keizer benoemen tot eersten ridder in' de pas door hem gestichtte orde van den Noor- weegschen Leeuw. De president van den Noorschen Storthing heeft insgelijks uiting gegeven aan de groote bewondering en dankbaarheid voor de edelmoedige hulp zoo spoedig verstrekt door Duitechland en zijn Keizer. De berichten uit Duitsch Z.-W. Afrika luiden ernstig. Windhoek, de hoofdstad der kolonie, bewoond door de voornaamste ambtenaren en hunne gezinnen, wordt door 5000 8000 inboorlingen bedreigd. Wolffs bureau meldt, dat volgens telegrammen uit Swakopmond, uit Otjingbingwe bericht is ontvangen dat de Basterds niet in opstand zijn. Volgens vertrouwbare berichten uit Okahandja kan Zlllow het wekenlang uit houden. De poging om met Karibib in verbinding te komen is verijdeld, doordat de spoorweg vernield is. Tot nog toe is bekend dat zestien menschen door de opstan delingen vermoord zijn en dat er 70 personen vermist worden. FRAAKRIJK. Den 23 heeft de procureur-generaal Bandouin zijn requisitoir betreflende Dreyfus' herzienings- aanvrage aan de Kamer van Strafzaken van het Fransehe Hol van Cassatie medegedeeld, waarop het terstond naar de landsdrukkerij is gezonden. De »Temps" verneemt van goederhand daaromtrent het volgende. De procureur-generaal concludeertle tot de ontvanke lijkheid der aanvrage 2e tot instelling van een onderzoek door de Kamer van Strafzaken. Na dit laatste zou de zaak, krachtens de beruchte wet, waarbij de vorige maal de bevoegdheid dier Kamer beperkt werd, komen voor het Hof in zjjn geheel. Drie nieuwe feiten waarom een onderzoek noodzakeljjk neemt de procnrenr-generaal aanbehalve de twee vroeger vermelde namelijk nog dit, dat aan het bureau van informatie aan het Departement van Oorlog verheling van rekeningen en onregelmatigheden hebben plaats gehad. Wanneer het requisitoir gedrukt en aan de leden der Kamer van Strafzaken rondgedeeld isbenoemt baar president een rapporteur, worden de stukken aan Dreyfus' advocaat medegedeelddient deze eene memorie in en brengt de rapporteur rapport uit, waarop de Kamer voor of tegen het onderzoek hare beslissing neemt. JAPAK. Nog steeds wacht de regeering op het be loofde antwoord van Rusland. De toestand bljjft in afwachting daarvan al onveranderd, de wensch den vrede te bewaren wordt volgens hnnne verklaringen door beide Rijken gekoesterd, maar wederzijdsche wanironwen doet hen de oorlogstoebereidselen voortzetten. KÏJIB-AFRIKA. Lord Milner is den 23 te Bloem fontein aangekomen, en nadat hij de door overstrooming ge teisterde streken in oogenschouw had genomen, bracht j een bezoek aan de door de ramp getroffenen. In een toespraak zeide hij, dat hij diep getroffen is door het in hem gesteld vertrouwen en door den goeden wil door de bevolking getoond om hem te helpen tot het verwezenlijken van hot ideaaleen in voornitstrevsnden geest bestuurd gemeenebest vau Kaapstad tot den Zam- bezie. Hij was, zeide hp, er van overtuigd, dat niet meer te beleven, maar hij wilde er met alle kracht voor ijveren. Nog steeds gaat men voort, de ongelukkigen, die door den watersnood getroffen werden, te ondersteunen. Maat regelen zullen genomen worden om te voorkomen, dat een dergelijke ramp zich herhaalt. Be Bullsche Keizer over zijn ziekte. BERLIJN, 27 Jan. Ter gelegenheid van de viering van 's Keizers verjaardag in den Rijksdag deelde graaf Ballestrem over de audieutie van het bureau bij den Keizer het volgende mede: Toen graaf Ballestrem er den Keizer op wees, dat deze niettegenstaande zijn ziekte nog kort vóór de operatie een samenkomst met oen Tsaar gehad had, zeide de Keizer; »Als het iets ernstigs was geweest, bad ik toch mijn zoon aangename nabunrsehap- pelijke verhoudingen willen nalaten." Be toestand op het Balkan-schiereiland. SALONIKA, 26 Jan. Gisteren trok bij het aanbreken van den dag een uuizend man sterke bende Bulgaren bij Palanka over de grens. Met de Turksche voorposten werden enkele schoten gewisseld. Daarop trok de bende zich terug. Gisteren zijn in Erzeroem 50,000 uniformen voor het 4e legerkorps aangekomen, weik korps in allerjjl gemo biliseerd wordt. s GRAVENHAGE, 28 Januari 1904. Roeielijltheden met Tabanan. Officieel. Het gezantschap van den Vorst van Tabanan, is op doorreis in Boeleleng aangekomen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1904 | | pagina 2