Oorlog.
No 20. Tweede blad.
Honderd en zesde jaargang» Zondag 14 Febr. 1904.
De wettelijke regeling van het
Arbeidscontract.
ALKMAARSCHE COURANT.
Ten slotte is dan de oorlog tusschen Japan en Rus
land no" eerder uitgebroken dan verwacht kon worden
Japan was gereed, vond het onnoodig Rusland een uiter
sten termijn te stellen van zijn antwoord op de laatst
ontvangen Japansche nota, brak eensklaps de onder
handelingen af, en viel zonder verwijl met zijn torpedo's
de Russische oorlogsschepen aan, zonder oorlogsver
klaring en zonder ultimatum. De Russische vloot te
Port Arthur werd blijkbaar verrast. "Wel meende zij
de Japansche vloot te moeten verwachten, maar binnen
enkele dagen, niet zoo spoedig. Nadat de torpedobooten,
die drie groote Russische oorlogschepen „beschadigd"
en dus tijdelijk buiten gevecht gesteld hadden, verdwe
nen waren, kwam al spoedig een sterke Japansche vloot
voor Port Arthur opdagen en werd een zeeslag geleverd,
die wel geen beslissenden uitslag heeft gehad, maar
waarin toch alweer vier Russische schepen „beschadigd"
werden. De eerste klap is dus raak geweest en zeer
in het nadeel der Russen. Daarenboven zijn nog een
kruiser en een kanonneerboot, die rustig voor de Kore-
aansche haven Tsjemoelpo naast een overmacht van
Japansche oorlogschepen lagen, voor Rusland verloren
gegaan.
Deze verliezen zal Rusland niet kunnen herstellen.
De afstanden zijn te grooten of de geteisterde schepen
te Port Arthur, de eenige haven waar daartoe gelegen
heid bestaat, weer zeewaardig en slagvaardig gemaakt
zullen kunnen worden, blijft een vraag, waarover eerst
later zekere berichten kunnen inkomen. Zullen de
Japanners aan de Russen ter zee en te Port Arthur
eenigen tijd laten om weer op hun verhaal to komen?
't Is niet waarschijnlijk. Waarom zouden zij niet zoo
spoedig mogelijk toeslaan en raak slaan, voordat ver
sterking van de Russische vloot door andere schepen,
die in aantocht zijn, of herstel van de buiten gevecht
gestelde mogelijk is
Zij hebben hun schepen bijeen, in bekende wateren
bij hun eigen land en bij de havens, waar ontredderde
vaartuigen binnen kunnen loopen en hersteld worden,
waar kolen en alle oorlogsbehoeften gereed liggen Do
eerste aanvallen zijn met goed geluk bekroond. Waar
om zouden zij talmen Belangrijke gebeurtenissen zijn
daarom vermoedelijk al spoedig te wachten Aan voor
spellingen zullen we ons niet wagen. Van allerlei om
standigheden, van toevallige ontmoetingen en verrassin
gen, van niet te voorziene voorvallen, van een geluk
kigen overval kan veel afhangenmaar schier alle
omstandigheden schijnen wel in het voordeel van de
Japannersaanvankelijk hebben zij geluk gehad, en
de kansen staan althans ter zee voor hen het gunstigst.
Later kan dat alles veranderen, als de oorlog te land
wordt voortgezet. Wellicht zullen ook hier aanvanke
lijk de Japanners hun tegenpartij voor zijn. De Russen
hebben overvloed van troepen, waartegen de Japanners
misschien niet bestand zullen blijken maar de weg
naar Korea is lang, en een enkele spoorweg voorziet
niet spoedig in het aanvoeren van groote massa's sol
daten met al hun benoodigdheden, proviand, ammunitie,
paarden en kanonnen. Daarentegen heeft reeds een
geheele vloot van transportschepen in de Koreaansche
haven Tsjemoelpo, waar de beide Russische oorlogsche
pen verrast werden, een groot aantal Japansche troepen
aan wal gezet, die onmiddellijk naar de hoofdstad Seoel
zijn getrokken. Een bericht van Russische zijde, dat
er een gevecht aan de noordelijke grens van Korea, bij
de Jaloerivier, geleverd zou zijn, waarbij de Japanners
verslagen werden, en dat Tsjemoelpo door de Russen
bezet zou zijn, klinkt zeer onbegrijpelijk. Maar tegen
strijdige berichten zullen wel niet uitblijven Als zeker
kan wel aangenomen worden, dat de Japanners op ver
schillende punten van de zuidkust van Korea landen
en zich versterken, dat zij vooreerst meester zijn van
de zee, en dat de Russen zoo spoedig mogelijk uit het
noorden Korea zullen binnen rukken. In Korea zal
dan de strijd te land gestreden worden. Die oorlog
zal lang kunnen duren, als Rusland dien tot h t uiterste
wil doorzetten, de Japanners uit Korea wil terugdrijven
zijn aanzien tegenover Japan en China wil herstellen
en toonen, dat het in Oost-Azië de machtigste is
Andere mogendheden zullen zich vermoedelijk niet
in den strijd mengen. Geen der Europeesche mogend
heden is daartoe volgens tractaat verplicht, zoo geen
der oorlogvoerende partijen door een andere mogendheid
gesteund wordt. Evenmin is partij kiezen door de Noord-
Amerikaansche Unie te wachten Van goede diensten
tot bemiddeling door andere mogendheden blijken voor
loopig beide partijen even afkeerig Vooreerst zal nog
wel geen van beide den schijn van eenige zwakheid
op zich willen laden, door zich tot welwillende vreemde
tusschenkomst in 't belang van het herstel van den
vrede geneigd te toonen. Daartoe zijn beide nog te
zeer overtuigd van haar macht. Dat Japan zich sterk
gevoelt en Rusland niet vreest, is door zijn forsch op
treden wel geblekenhet zal door geen bemiddeling
gestuit willen worden. En Rusland twijfelt er niet aan
dat het groote, machtige Russische Rijk, al duurt het
wat lang, ten slotte dit vermetel optreden van het zoo
veel kleinere Japan met zijn miniatuur-mannetjes, dat
eerst sinds gisteren meetelt onder de mogendheden,
duur zal betaald zetten. Rusland voelt zich door den
on verwachten aanval en de aanvankelijke nederlaag ter
zee gekrenkt, en zal alle krachten inspannen voor een
verpletterende weerwraak.
Zal ook China zich onzijdig houden Van de Chi-
neesche regeering is dat te verwachten, maar over het
Chineesche volk is zij geen meester. De vraag is, of
dit rustig zal blijven, vooral als het de Japanners
mocht gelukken Port Arthur te nemen of om Port
Arthur heen in Mantsjoerije door te dringen en daar
de Russen te ontmoeten. Dan zou de oorlog gevoerd
worden op een terrein, dat, ofschoon door de Russen
bezet, in naam althans nog tot China behoort. De
poging der Noord-Amerikaansche Unie om door de mo
gendheden de onzijdigheid van China te verzekeren,
kan daarom van groot belang zijn.
Maar terwijl wij dit schrijven, wordt wellicht de toe
stand op het oorlogsterrein weer door nieuwe feiten
gewijzigd, die door alle onderstellingen en waarschijn
lijkheden een streep halen. De gebeurtenissen afwachten
en op vertrouwbare berichten hopen, is dus alles wat
ons overblijft.
In een openbare vergadering, belegd door de anti
revolutionaire propagandaclnb «Groen van Prinsterer"
behandelde de heer Mr. Sybraudy het ingediende wets
ontwerp tot regeling van het arbeidscontract.
De vergadering werd met een kort woord geopend
door den voorzitter, den heer Wolzak, waarna
Mr. SÏBBANUÏ
optrad.
Waar men vroeger slechts kon spreken over de wenschen
ten opzichte van de regeling van dit contract, zoo ving
spreker aan, kan meu thans dat contract zelf behandelen en
aan die wenschen toetsen. Eigenaardig is het dat het than"
ingediende ontwerp in zoo groote mate met da door ons
uitgesproken wenschen overeenkomt.
De tegenwoordige regeling van het arbeidscontract is
nog zeer gebrekkig, daarom reeds is d't ontwerp van zoo
groot belang; niet dat het loon daardoor beter zal worden,
doch de rechtspositie van den arbeider op vaster basis
worden gegrond.
Niet alle arbeid kan door een dergelijk contract worden
beheerscht, niet bijvoorbeeld de arbeid op wetenschap
pelijk gebied of op 't gebied van kunst kan daaronder
vallen, die arbeid wordt verricht krachtens eigen wil.
Evenzoo is het met den arbeid van verpleegsters.
Maar overigens omvat zoodanig contract alle moge
lijken arbeid.
Daardoor bezit dit contract twee eigenaardigheden. De
eerste is, dat geen contract zoo veelvuldig is. Dit volgt
reeds aanstonds uit het feit, dat rnim van ons volk
leeft onder het arbeidscontract.
De tweede eigenaardigheid is de diepte van beteekenis.
De overeenkomst van koop of huur wordt meestal slechts
voor een keer gesloten, het arbeidscontract slnit men
iederen dag. Dat is de groote beteekenishet grijpt diep
in het leven der menschen, het omvat den geheelen
mensch, die zich door den arbeid stelt onder de risico
van ziekte ongevallen, dood.
Boven het arbeidscontract staat in talrykheid het koop
contract, dat wij sluiten bij alles wat wij koopen, doch
boven dit slaat in beteekenis het contract van den arbeid,
daar dit dea toestand van lichaam en geest beide aan
tast immers waar de arbeidsvoorwaarden slacht zijn,
heeft dat grooten invloed op lichaam en ziel.
Niet als bij het koopcontract geeft men een deel van
zyn vermogen, doch men geeft zichzelf, heel zjjn persoon
lij üheid. Dit is het eigenaardige van den loonarbeid, dat
die niet kan worden ternggegeven dat die niet kan
worden gescheiden van het lichaam. Daardoor wordt men
echter nog geen slaaf. Al kan men in sommige gevallen
misschien spreken van een soort van slavernij, de eigen
lijke slaverny kennen wij niet meer.
Vragen wij thans, of onze wet, onze rechtsorde in over
eenstemming is met de toestanden, met de uitingen van
het leven, dan moeten we daarop ontkennend antwoorden.
Unze wet heeft in dat opzicht groote leemten. Met betrek
king tot den arbeid te lande heeft men slechts drie arti
kelen, waaraan de arbeider eigenlijk niets beeft. Andere
contracten en overeenkomsten zjjn nitst kend geregeld, dat
van den arbeid niet. De oorzaak daarvan ligt hierin, dat
de regeling der andere contracten haar oorsprong vindt
in het Romeinscbe en Grieksche recht, terwijl het arbeids
contract voortvloeit uit de sociale kwestie, die een pro
duct is der laatste honderd jaar.
Een andere oorzaak is het liberalisme dat de vrjje con
currentie heeft gepredikt, dat meende, dat de Staat zien
met arbeidsovereenkomsten niet moest bemoeien. Dat
heeft gemaakt, dat Nederland bij andere landen ook in
dit opzicht ten achter staat.
Daardoor is de arbeider in zekere mate slaaf geworden
en in zijn loon athankeljjk van den prijs der dingen, juist
omgekeerd, zooals bet zyn moest. Daarbij komt nog het
misbruik maken van den patroon, van het overvoerd zijn
der arbeidsmarkt.
Thans is door dit. ministerie Knyper-Loeff een ontwerp
tot regeling van het arbeidscontract aan de Staten-Gene-
raal ingediend als een uitbreiding van het Bnrgerljjk
Wetboek, dat op 't oogenblik gewenseht. is; een publiek
rechterlijke regeling is eerst later mogelijk.
Ten opzichte van het arbeidscontract bestaan twee
stroomingen. De conservatieven meenen, dat de staat niet
moet tnBschen beide komen. Daartegenover staat echter
de in onzen tijd meer algemeen verbreide meening der
vooruitstrevende partgen, dat het de roeping van den
staat is, in te grijpen Dat ook is de meening van dit
ministerie, dat door dit arbeidscontract en de wetten,
die zijn ingediend en aangekondigd, getoond heelt, dat
het geen reac'ie wil.
Bij het bespreken der pogingen, die reeds vroeger wer
den gedaan om te komen tot een regeling van het
arbeidscontract, herinnert spr. behalve aan den drang,
die daartoe nu en dan spreekt uit de handelwijze van de
Eerste en Tweede Kamer, aan de uitspraak der Ned.
jnristenvereeniging in 1894, dat de regeling van het
arbeidscontract is een onafwijsbare eicch des tijds. Verder
wijst hij er op, dat vroegere ministeries, bijv. het minis
terie-Tak waarin mr. Smidt zitting had, aan mr. Drne-
ker opdroeg een ontwerpregeling van het arbeidscontract
op te stellen. De val van het ministerie was oorzaak dat
het ontwerp niet in behandeling kwam. Evenzoo ging
het met het later omgewerkte ontwerp Drucker, inge
diend door mr. Cort van der Linden het bleef in de
portefeuille. Nn heeft mr. Loeff, de tegenwoordige mi
nister van justitie, dat ontwerp weer ingetrokken en een
ander ingediend, waarbij hij veel van dat van Drncker
heeft overgenomen.
Vooral ook met het oog op hetgeen verleden jaar is
gebeurd, de groote staking, is dit ontwerp van veel be
teekenis, ofschoon men niet moet denken, dat dit ont
werp de staking onmogelijk zal maken of strafbaar zal
stellen. Gelukkig niet, de staking is voor den werkman
een gerechtvaardigd middel in den strijd.
Met een enkel woord gaat spr. na, alvorens tot de
eigenlijke behandeling van het ontwerp over te gaan,
wat wij in zake overeenkomst van arbeid thans hebben.
Dan wijst hij er op, dat ten opzichte van den arbeid te
land slechts drie artikelen in ons Burgerlijk Wetboek
voorkomen.
In een artikel wordt gezegd, dat de patroon op zijn
woord wordt geloofd, dit artikel door spreker afgekeurd,
maakt de positie van den arbeider zwakker in plaats
van sterker. De overige artikelen omtrent ontslag binnens
tijds en behoud van recht op loon zija niet van toepas
sing op alle arbeiders, doch slechts op dienstboden en
huisknechts.
Wat er van de regeling der arbeidsovereenkomsten in
ons land betrekkeljjk goed is, is het zeecontract, waarom
trent wettelijke bepalingen zijn opgemaakt in ons Wet
boek van Koophandel. Dat contract, dat tot voorbeeld
heeft gediend ook voor het buitenland, bepaalt, dat elk
cont act schriftelijk moet worden aangegaan, dat in de
monsterrol alle bepalingen moeten worden omschreven.
Wel wordt in dat contract de gehoorzaamheid verplich
tend gesteld, doch er is beroep mogelijk bij den raad van
beroep of den consul. Wanneer men nu een contract wil
voor alle arbeiders dan is dat niet het brengen van een
nieuw element in onze wetgeving, doch eenvoudig een
voortbouwen op het bestainde zeecóntract, evenwel met
dien verstande, dat de arbeid te land geregeld moet
worden overeenkomstig den aard van dien arbied, die
geheel anders is dan de arbeid ter zee.
Het arbeidscontract kan tweeërlei zijn individueel of
collectief, 't eerste wanneer het een overeenkomst is
tusschen een werkgever en een werkman, het laatste,
wannier het is een contract tusschen een vereeniging van
werkgevers en een vereeniging van arbeiders, zooals bijv.
tusBchen de jnweliersvereemging en de vereeniging van
diamantbewerkers, in de diamantindustrie.
Het ontwerp van minister Loeff omvat alleen het indi
vidueel contract. Spr. zon aan het collectief contract de
voorkeur geven, maar waar de arbeidersorganisaties hier
te lande nog vrij zwak zjjn, en wy hier slechts enkele
voorbeelden van collectieve contracten kennen, acht spr.
de tijd daarvoor nog niet gekomen. Engeland en
Dnitschland waren in dit opzicht veel verder,
Dat minister Loeff wel een voorstander van het col
lectief contract is, blijkt voldoende nit de memorie van
toelichting bjj het ontwerp, een latere amvnlling van het
contract in dien geest acht bij geenszins onmogelijk.
Welke bepaling geeft men na van arbeidsovereenkomst
Mr. Drneker spreekt van een beschiaba trstellnn van arbeids
kracht voor een zekeren tijd en tegm een zeker loon,
doch in afwijking daarvan zegt mr. Loeff, dat het niet
is een beschikbaarstellen van arbeidskracht, doch de eene
partij stelt zich bij de andere in dienst tegen een zeker
loon en voor een zekeren tijd. Zonder die indienststelling is
er geen contract van arbeid. Mr. Loeff onderscheidt wel
degelijk het aannemen van een zeker werk, het maken
van een tafel, het geven van rechtskundig advies of wat
ook. Daarom is het arbeidscontract niet van toepassing
op aannemers, evenmin op notarissen, advocaten enz. Men
moet en daarin gaat spreker geheel mee, altijd hiervan
uitgaan, dat iemand tot een ander staat in dienstver-
houding. Het is het gezagselement, dat het kenmerk is
van de verhouding tnBschen werkgever en werknemer.
In dit opzicht is de minister en ook spr. het niet eens
met ds. Talma, die daarover een andere meening heeft.
De tijd gednrende welken de dienstverhonding bestaat
is naar spr. meent, onverschillig, al is het maar één dag
of één uur, een pakjesdrager bijv. staat tot ons in een
zekere dienstverhonding. Ook de redacteuren van cou
ranten, te bezoldigde secretarissen van vereenigin^en, de
bezoldigde propagandisten van partgen, dm allen staan
in dienstverhouding en vallen das onder dat arbeids
contract.
Ook boekhouders en klerken zijn er in opgenomen. Op
dat pant is spr. het niet met den minister eens, de ver-