No. 29. fierste blad.
Honderd en zesde jaargang.
1904
ZONDAG
6 MAART
een ©WXlültV^/29
Hinderwet.
De Oorlog in het Oosten.
Laatste Berichten.
Stadsberichten.
Ingezonden Stukken.
De gymnasium-questie van het
standpunt van een bestrijder-
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Oourant wordt Dinsdag-, Donderdag-
sn Zaterdagarond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f ©,80franco door het
rgk 1 1,—.
3 Nummers f 9,©0. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Telefoonnunaaaer 3.
ï?r!Js der gewone advertentiën
Per regel f 0,1S. Groote letters naar plaatsraimte.
Brieven franco aan de N/V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER k ZOONVoordam 0 9.
Aan de BUHtifiRiCHOOL te ALKMAAR (Hoofd:
de beer F. J. AÜKES) wordt gevraagd
bevoegd tot het geven van onderwijs in vak j terwijl
het bezit der akte voor de Pransche taal ge-
wensebt is.
De jaarwedde bedraagt f !?0© die na 5, 10, 15 en
20 dienstjaren bij het opeebaar onderwjjs ln de gemeente
telkens met f 5© ban worden verhoogd. Het bezit der
hoofdakte geeft bovendien aanspraak op eene verhooging
met f ÏOO.
Wordt aan den benoemde eventueel het geven van
onderwjjs in het Pransch opgedragen, dan verhoogt
de jaarwedde met 1' 60.
Stukken, (adres op zegel) in te zenden aan het ge
meentebestuur vóór 20 Maart a.s.
Aanslagen in Japan.
TOKIO, 4 Maart. Dan 3, des morgens werden
bommen geworpen in da woningen van den minister van
Bnitenlandsche zaken en van zijn secretaris, als gevolg
van de intriges der oppositie tegen het tractaat tusschen
Japan en Korea, welk land men hierdoor in zijn bestaan
geknakt acht.
Aardbeving ln Peru.
NEW YORK, 4 Maart. Een telegram uit Lima meldt
dat hedenochtend een geweldige aardbeving plaats had,
zoo hevig, als in dertig jaren daar niet is waargenomen.
De aangerichte schade is aanzienlijk
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar
brenger, ingevolge art. 8 der Hinderwet, ter openbare
kennis, dat zij bjj a. hnn besluit d.d. 4 Maart 1904, no. 116,
onder voorwaarden vergunning hebbea verleend aan
Jb. KOOIMAN, koekbakker aldaar, tot het uitbreiden
van zijn bestaande bakkerij, door het oprichten van een
heetelncbtoven, in het perceel Zijdam, wijk 0. no. 7.
b. bij hnn beslnit van heden No. 117 vergunning heb
ben verleend aan de Firma JOH. F. MORRA, aldaar,
tot het oprichten van een inrichting tot het bewareu
van kunstmeststoffen in een te bon wen perceel aan de
Noorderkade, kadaster bekend in seetie C No. 1675.
Burgemeester en Wethonders voornoemd,
Alkmaar, JAN DE WIT Dz., 1°. Voorzitter.
5 Maart 1904. O. D- DONATH, Secretaris.
KU8LAND en JAPAN.
De vaak zeer tegenstrijdige oorlogs berichten, zijn
toch in zooverre eensluidend, dat zij geen ernstige ge
vechten vermelden, noch ter zee, noch te land. DeJapan-
sche vloot beeft zich teruggetrokken, waarschijnlijk om
een wijkplaats te zoeken tegen den storm, die de laatste
dagen hevig gewoed heeft.
De Rossen hebben de wrakken der gezonken Japansche
branders onderzochtdaarbij bleek, dat de schepen als
brandmateriaal steenkool, petroleum en calcium aan boord
hadden; de bedoeling was blijkbaar, dat bij den brand
en na het niteenspringèn der vaartuigen, de petroleum
zich brandend in de haven van Port-Arthur zou versprei
den en de daar liggende schppen zon vernielen.
Ten zuiden van Moekden zijn de Rassen bezig eenige
plaatsen aan den spoorweg te versterken, klaarblijkelijk
met het doel om Port Ar,thur, zoo het van de landzijde
door de Japanners wordt aangevallen, ter hulp te komen
en tevens den spoorweg te kannen verdedigen, tot de
Japanners Port Arthur mochten nemen en naar 't noorden
oprukken.
Op den Noord Oostknst van Korea zjjn op 19 Febr
2400 Japanners ontscheept, aangevoerd op drie schepen
door drie oorlogsschepen geëscorteerd. De ontscheping
had in den nacht plaats. Denzeifden dag trokken de
Japanners zonder artillerie naar Mooshane. Berichten
uit Nagasaki melden, dat volgens mededeelingen van
vluchtelingen uit Port Arthur midden Februari 30,000
man in die vesting garnizoen hielden.
Aan de »Times" werd den 4 uit Tokio geseind, dat de
Siberische spoorweg over een afstand van twee kilometers
vernield i3, tusschen Charbin en Nikolsk.
Het eskader, dat Rusland op het oogenblik in de Mid
dellandsche Zee laat kruisen om het oog te honden op
schepen met contrabande, ziet zich grooteljjks belemmerd
door het besluit der Britscb-Egyptische Regeering, dat
het geen oorlogvoerende vergund zal zijn prijsuemaakte
schepen door het Suez-kanaal te voeren of in Egyptische
wateren en havens te brengen. Hat zal das den Rassen
onmogelijk zijn in de Roode Zee in beslag genomen schepen
naar Rusland te brengen, tenzij langs de Kaap.
Men vermoedt dat dit besluit er toe zal bijdragen, dat
de in beslag genomen Brit scha koleDschepm Mathilda
Frankly, Eltrickdale, znllen worden vrijgelaten.
De Russische oorlogsschepen te Port-Said en Suez heb
ben herhaaldelijk de door de Egyptische nentraliteitsbe
palingen gestelde termijnen overseüreden en de regeering
heeft daarom hieromtrent een protest ingediend.
Mijnheer de Redacteur.
Tot onze verwondering lazen we in nw blad van
2 Mrt. dat U de Phonola een verbeterde pianola noemt.
Dit is een abuis. De Phonola is een oorspronkelijke van
geheel nieuwe consttnctie, heeft o. a. geheel dubbele
weiking, waardoor ze bij bet spelen het minst gernisch
makende apparaat is wat tot heden wordt gefabriceerd.
Met beleefden dank voor de plaatsing,
Gsbr. SPANJAARD.
Ken aanvaring.
PORT SAID, 3 Maart. Vijf Russische torpedobooten
zjjn hier van Snez aangekomen. Drie andere keerden
uit de Middellandsche Zee terug, ten gevolge van een
storm, waardoor zij werden geteisterd. Zij kregen order
de haven weer te verlaten, aanvulling der kolenvoorraden
zal worden geweigerd. Een Rassische torpedoboot kwam
in het kanaal in aanvaring met een Egyptische douane
kotter. De kotter is gezonken. Er gingen geen menschen-
levens verloren, daar de torpedoboot de bemanning van
het Egyptische vaartuig wist te redden. De vaart in
het knnaal zal zeker 24 uur gestremd zijn.
V. v. V. v. V.
Gaarne vestigen wij de aandacht op de in dit num
mer aangekondigde tentoonstelling der Vereeniging voor
Verbetering van Vronwenkleeding, waar zoowel reform-
onderkleedmgals reform costumes eu modellen van
japonnen ter bezichtiging znllen zijn. Het succes, dat die
vereeniging vroeger reeds met hare exposities had, waar
borgt haar zeker ook thans een bezoek van alle dames en
vrouwen, die op verbeterde kleeding prijs stellen.
Adres.
Bij den heer J. van den Berg, Langestraat, ligt
een adres aan de Kamer van Koophandel ter teekening,
erzoekende een aaD den Minister van Waterstaat, Handel
en Nij verheid te zenden verzoekschrift te steunen, om de
Ewijksluis te Anna Panlowna-polder te verbeteren, ten
einde eene meer doelmatige verbinding met Wieringen te
verkrjjgen.
't Sut.
De laatste vergadering met dames van ons Depar
tement der Maatschappij tot Nat van 't Algemeen, op
Donderdag 3 Maart gebonden, was eene openbare los in
't voordragen gelijk. Mej. Eva Westenberg uit Amsterdam
sprak over de kunst van lezen, spreken en voordragen,
terwijl haar leerling, Mej. C. Nagtegaal, door het reei-
teeren of zeggen van reien, gedichten enz., de lessen van
de leerares illustreerde. Ook wees mej. Westenberg na de
voordracht harer kwetkelinge, op de gepastheid, juistheid
en doelmatigheid van deze en gene wijze van zeggen,
van rusten, 't maken van gebaren enz.
Mej. Westenberg heeft aan de hand van Legouvé ons
met aardige anecdoten krachtig herinnerd aan menige
bekende lesdat de kunst van hardop lezen, van voor
lezen slechts door veel oefening verkregen wordtdat men
bij het voorlezen moet trachten te lezen zoo als men
spreekt, d.w.z. behoort te spreken dat men moet lezen
in een tempo, zooals dat natnurljjk zon zijn bij 't spreken
dat men met hoofd en hart het te lezene dient te be
grijpen enz. enz.
Ook over de ademhaling werd een woord gezegd en
tevens over de stemhoogte, die aangewend moest worden,
't Kwam ons voor, dat de wijze van stemvorming, die
de spreekster de beste noemde, niet aan de eischen der
welluidendheid voldeed. Misschien was dit te wijten aan
de verkoudheid, waarvoor mej. W. reeds de toegevendheid
van de aanwezigen had ingeroepen.
De psychologie der spraakklanken, waarmee in den
jongsten tijd zooveel slechte en dialectische uitspraak
bestreden wordt, werd ter zijde gelaten alleen werd ge
wezen op het vruchtdragende van het voorbeeld in het
besehaafd uitspreken en het noodzakelijke van goed luis
teren van den leerling.
Wat geldt voor goed voorlezen en spreken, geldt nog
meer voor goed voordragen. Want voordragen eischt meer
kunst, omdat het nog meer van hoofd en hart en oefe
ning verlangt.
Mej. C. Nagtegaal bewees, dat zij, met haar aanleg,
geleid door een degelijke onderwijzeres, het ver in de
knnst gebracht had. Op een uitstekende wijze droeg zij
een paar reien van Vondel, eenige gedichtjes van Marie
Boddaert, één van Pol de Mont en één van Beets voor.
Haar stem klonk welluidend, haar gebaar was so
ber en treffend, haar gelaat sprekendze was meester
over den inhoud en dns volgde een uitmuntende accentu
atie, een aantrekkeljjke rustigheid, en een gepast afwisselend
tempo. We zouden de jonge kunstenares en hare leidster
in overweging willen geven, datgene wat de laatste zeide
van het lythme in elk woord, niet te consequent toe
te pa-sen. In de rei van klarissen is er sprake van
«geloken en niet-lachende oogjes"; daar werd door mej
Nagtegaal het woord «lachend" gedragen door een sterk
lachend gelaat. Ze dacht niet aan het »niet", dat er
vooraf ging en niet aan den klaagtoon der gel
strophe.
Na de pauze droeg mej. Westenberg nog voor,»Anna
Boleijn", fragment van Schimmel. Het is een moeielijk
stok, dat veel studie en inspanning eischt. Het kon dan
ook niet in alle onderdeelen behagen intusschen het Blot
pakte en de toejuiching verzekerde mej. Westenberg, dat
het publiek tevreden was.
De Voorzitter bevestigde dit in zjjn woord van dank
en afscheid, dat een »tot weerziens" bevatte.
I.i
De strjjd over het gymnasium is allengs een vrij zon
derlinge geworden men redeneert niet tegen, doch langs
elkaar. Terwijl toch de tegenstanders trachten aan te
toonen, dat de gemeente-finantieën (om thans over de
andere argumenten te zwijgen) deze uilgaaf niet gedoogen,
antwoorden de voorstanders met de beweringdat in
September tot de oprichting besloten is en het niet aan
gaat daarop lerng te komen, zoodat de oppositie te laat
komt (tardief is) en de thans geopperde bezwaren geene
wederlegging behoeven.
Op dit laatste standpunt stelt zich de schrijver (kort
heidshalve zal ik hem X. noemen) van het artikel, voor
komende in bet nummer van dit blad van 2 Maart, en
daar ik niet toegeef, dat zijne lezing van het Saptember-
besluit de juiste is grijp ik met beide handen de mij
geboden gelegenheid aan om mijn standpunt in deze
uiteen te zetten, en de burgerij, voor wie deze zaak niet
onbelangrijk is, in staat te stellen haar boter te beoor-
deelen, dan nit verspreide en nitteraard beknopte raads-
verslagen mogeljjk is.
Allereerst de vraag heeft de Raad in September be
sloten tot oprichting van een gymnasium
Gelijk X. zegt, luidt, het voorstel, dat aangenomen werd:
B. en 11 uit te noodigen de oprichting en in werking treding
van een volledig gymnasium voor te bereiden met het begin
van den cursus 19u4/19d5.
Deze reaactie, zij is van B. en W., ïb zeker niet
gelukkig.
Wilde men een beslissing uitlokken over de vraag
gymnasium of niet?, waarom dan niet den gebruikelijken
vorm gekozen »de Raad beslnit tot oprichting van een
gymnasium en noodigt B. en W. uit enz.?
Hoewel voor dergelijke voorstellen natuurlijk geen
voorge-cbreven vorm b»staat, is het steeds gevaarlijk
het thans heersehende meeningsverschil bewijst dit,
van den gewonen weg af te wjjken.
Wat evenwel de reden zij, dat deze minder gewone en
meer dubbelzinnige redactie gekozen werd, een feit is
hetdat men (al naarmate de nadruk gelegd wordt op
de wooiden: oprichting en in werking treding of op het
woord voorbereiden) in het aldus geformuleerde voorstel
kan lezen, dat B. en W. den Raad uitnoodigen tot op
richting te besfqiten, maar men kan daarin evengoed zien,
dat zij, alvorens zich de moeite te geven plannen nit te
w-rken en inlichtingen in te winnen, zich wilden verge
wissen, dat er eventueel een meerderheid voor een gym
nasium zonde zijn te vinden.
En voor deze laatste lezing valt te méér te zeggen,
wijl B. en W. in die September-vergadericg niet met
een eigen begrootitg kwamen, doch verwezen naar de
cjjfers in het adres van 1900 (Bijlage 31), met welae de
inspecteur Dr. Eg^ink zich in hoofdzaak vereenigec kon
(Bijlage 88, 1903), terwjjl die adressanten zeiven (gelijk
ik in de Januari-vergadering opmerkte) in hnn verzoek
schrift eenige vraagteekens stelden en er met nadruk op
wezen, dat hunne becijfering niet volledig is.
Hoe dat zij, toen in de vergadering van 27 Januari j.l.
voor het eerst bleek dat deze twee lezingen bestonden
en tusschen den heer ter Spill en mij zich daarover een
debat ontspon, dat, daar ieder bjj zijne meeniug bleef,
tot geen resultaat kon leiden zeide ik (verslag pag.
10) »Maar laat de meerderheid zich uitspreken. Heeft
«zij bedoeld dat B. en W. hnn gang konden gaan, dan
»trek ik alles terng wat ik heden gezegd heb, maar be-
doelde de meerderheid, dat zij principieel vóór een gym-
»uasium is, maar nader wilde zien of de uitvoering der
»plannen practisch mogelijk zon,zijn, dan heb ik gelijk
»en is mijne bestrjjding niet tardiel(hetgeen de heer
ter Spill mij verweten had).
Nóch de Voorzitter (die wel geen lid van den Raad
is, maar die mede het voorstel had ingediend en das
de strekking daarvan kon toelichten, nóch de weihouder
de Wit, nósh de heeren de Lange, Moens, Kool, Bosman
en Wanna (de voorstemmers van September; de heer
de Sonnaville was afwezig) antwoordden daaiop, entoen
ik ten slotte nitriep »als de meei derheid zich dan niet
»wil uitspreken, laten B. en W. dan hnn gang maar
»gaan," antwoordde ten laatste de heer Wicherink.
En wat zeide hij
Verslag pag 12»De heer Wicherink acht zich, naar
«aanleiding van de woorden van den heer Coh8n Stuart
«verplicht met het oog op het belang van de zaak (en
hjj voegde daaraan nog toeal staat dit niet in het
verslag «en om der waarheid wille I'ook zijn gevoelen