DELIGIA Anoniem. No. 37. Tweede wad. Honderd en zesde jaargang. Vrijdag 25 Maart 1904. Kiezerslijst. T O E LAT ING van leerlingen op de vier Gemeentescholen. Nederland. FBUIJLLBTON. HÏLBER.TA. U hlIAUISJ III COURANT. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaab brengen naar aanleiding van art. 28 der kieswet, ter algemeene kannis, dat de kiezerslijst en de alpha- bethlsche lijsten van de namen en voornamen van ben die van de kiezerslijst zijn afgevoerd, en van hen d»e daarop zijn gebracht, op heden door hen zijn vastgesteld en variaf dezen datum tot en met den 21 April e.k. voor een ieder ter inzage zijn nedergelegd, en tegen betaling der kosten in afschrift of afdruk ver krijgbaar gesteld. Verbetering der kiezerslijst kan tot en met den 15 April door een ieder worden gevraagd, die meent, dat hij zelf of een ander, in strijd met de wet, daarop voor komt, niet voorkomt, of niet behoorlijk voorkomt. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter. 22 Maart 1904. C. D. DONATH, Secretaris. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaab noodigen belanghebbenden, die met 1 Mei a.s. kinderen op eene der vier Gemeentescholen toegelaten wen- schen te zien uitdaarvan vóór lft April 19041 aangifte te doen bij de hoofden dier scholen onder overlegging van het geboortebriefje en het Inën- tlngsbrlcfje der kinderen waai van toelating ge vraagd wordt. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter. 22 Maart 1904. O. D. DONATH, Secretaris. Anonymus treedt telkens op als weldoener, zijn stoffe lijke, zoowel als geestelijke gaven uitstrooiend. Zjjn stoffelijke geeft hij niet alleen, maar toch vooral in den winter. Denk b.v. aan dien avond, die het geschen kenfeest bij uitnemendheid is; het is »de triomfdag van het anonyminaat." Dan plaagt hij graag en ook aller aardigst. Dan laat hij er gaarne iemand «inloopen." Hij doet wél aan bevoorrechten, aan armen, aan kinderen hij beurt zieken op en wekt hoop. Hij helpt achter iemands rng om. Hij wil niet, dat de eene hand zal weten, wat d' andere doet. Ja er is een heilige, een gezegende anonymus. Eere aan de ontelbare gevers van goed en geld, aan hen, die altijd bereid zijn tot offeren, bereid tot lenigen en medewerken, tot steunen in eigen omgeving en verre daarbuiten, tot 't verrichten van liefdedaden aan bekenden en onbekenden, zonder te willen bekend zijn Niet vergeefs wordt voortdurend een beroep gedaan op de anonieme weldadigheid. De onbekende wil geen dank. Hij is onuitputtelijk, onbaatzuchtig. Hem onze hulde Maar anonymus treedt ook op als uitdeeler van geeste lijke schatten. Wat is er, dat wij niet ontvangen hebben? Waarom zonden wij in onze geestelijke ontvangst niet boeken wat daarin behoort, al de rijke gaven en vermogens die we van onze vooronders hebben geërfd Dat vormt het geestelijk kapitaal, waarop wij teren. Wij doen ons voordeel met hetgeen, blijkens de soort van kunst, van letterkunde, van 't maatschappelijk gevoel, waarin wij ons mogen verbljjden, de voorgeslachten hebben over gewon nen. Hoeveel danken wij voor onze vorming en ontwik keling aan ons volkomen onbekenden uit vroeger eeuwen Hun namen werden niet opgeteekend. Hun beeltenissen gingen verloren. Van hun geest, hun persoonlijkheid, hun streven en arbeiden gingen van geslacht op geslacht kracht van MARIE OOEELLI DOOK 5) »Delicia", fluisterde hij, »Delicia, ik bemin af' Er volgde geen antwoord. Sarasates viool zong een hymne d'amour, en de maan glimlachte alsof z ij had willen spreken maar Delicia zweeg. Zij behoefde ook niets te zeggen hare oogen spraken genoeg. Hij nam haar hartstochtelijk in zijne armen en drukte baar on stuimig aan zijne horst; en zij, als een duif, die na lang dwalen eindeljjk haar nestje vindt zoo meende zij het hare gevonden te hebben, zij plooide hare vleugeltjes, vleide haar kopje tegen zijnen schouder en was gelukkig Met hart en ziel hechtte ze zich aan dien edelmoedigen beschermer, die zoo op zich nam haar levenslang te be waken j ze kon zich soms onschuldig over haar onuit sprekelijk groot geluk verwonderen en zichzelve afvragen, wat ze toch gedaan had, om zulk een onuitwischbaren zegen te verdienen. En bij Bij hem vond men in dit bijzonder gevaledeler beweegredenen dan die welke hem gewoonlijk dreven. Hij had haar werkelijk innig lief, en zoolang de Liefde zijn hart bestuurde was hij een minder zelfzuchtig man dau gewoonlijk. Toen hij Delicia in zijne armen hield en hare roode lippen en zijden haar voor de eerste maal kustewas hij met dien vreemden geestdrift bezielddie ook de ziel van Adam moet bewogen hebben toen hjjuit zjjn diepen siaap ontwaaktzijn schoons gezellin zag die hem levenslang eene hulp zou zijn. Hjj wist heel goed, dat hij in Delicia niet alleen eene vriendelijke vrouw, maar ook een zeldzaam vernuft ge en invloed uit, onaanwijsbaar, maar zeker en gewis. Ons denken, ous willen, ons gevoelen zijn voor een niet gering deal geërfde goederen. Al onze inzichten, onze denkbeel den, onze levensopvattingen zijn mede deels een vrucht van het vóór ons door anderen gedachte en gewilde, en gehoopte. Door wie Kent ge hun namen Immers neen Er is nagelaten, er is overgestort en door velen, langs allerlei kanalen kwamen denkbeelden, beginselen tot ons, waarop wij weer voortbouwden. Wat we zijn, danken we voor een niet gering deel aan wie vóór ons waren en die alleen schonken, zonder hun namen er aan toe te voegen. Onbekenden uit het verleden, hoeveel zijn wij u verplicht 1 Door geschrift, door lied, door kunst in al hare uitin gen, wordt altjjd door aan ons gearbeid, zonder de werkers te kennen. Als uw boek het beste in ons wakker roept, als uw lied ons hart doet trillen, als uw »taal zonder woorden" ons in ontroering brengt, als, wat ge wrocbttet door penseel of in marmer, onze ziel treft, dan voelen wij dikwerf, dat anonyme weldoeners ons zegenen. U zij gewjjd onze hulde en dank, onbekende zaaiers van goed zaad Maar anonymus treedt ook op in duivelengestalte. Hij zendt boeken in de wereld, die de ziel vergiftigen, wel heel langzaamdruppel na drnppel, maar toch zeker. Hij legt liederen op de lippen, die het edelste in een men8ch aanranden en kunnen dooden. Hij doet hef oog aanschouwen, wat de onreinste hartstochten prikkelt. Men kan hem niet te lijf, want hjj werkt in het donker en zorgt wel, zich niet bekend te maken, 't Tooneel ontwijdt bij en onze dagelijksche lectuur bederft hij. Anonymus schrijft gemeene brieven, lasterbrioven, dieig brieven en andere soort van epistels en die zendt hij u thuis en ge verscheurt ze, omdat zij niets anders waard zijn. Hjj plaatst brieven in de conraut vol be schuldigingen en aantjjgingen van personen. Hij schrijft vinnige critieken en zendt «ingezonden stukken" in. Na is hij een held. Hij durft alles zeggen, want ge kunt «geen vat op hem krijgen." Hij zorgt wel «buiten schot te blijven en intusschen verkneukelt hij er zich in, dat velen zjjn geschrijf gelooven en er «munt" uit zullen «slaan." Anonymus kan een engel wezen en op goedhartige wijze u een font, een dwaling onder het oog brengen, 't Is hem om uw wezenlijk heil te doen. Dan zijt ge die» onbekende dankbaar. Hij voelt, hoe pijnlijk het u moet wezen een «harde waarheid" te vernemen, een ern stige waarschuwing te ontvangen. Hij wil u niet dubbel zeer doen door zjjn sehrjjven te onderteekenen. In deze handelwijze kan zich een goed hart uitspreken. Doch welk een duivel kan hjj evenzeer zijn 1 Hij is de groote, onbekende tmen.'' Een monster is hjj gelijk. Hjj strooit kwaad zaad in den akker. Hjj brengt «in opspraak," hij verdenkt en wekt wantrouwen in menschen, die het niet verdienen hjj bekladt iemands goeden naam en zoekt achter alles iets met z'n tja, maar met z'n tzoo, weet u dat wel zeker?'' Hg verbreekt den vrede tusschen menschen, hij stookt op hij gaat af op een enkelen indruk, een gerucht, een praatje uit de zoo- veelste hand hjj verdraait woorden of geeft woorden wel juist weer, maar zóó, dat zjj een gansch anderen indrnk te weeg brengen, als bedoeld was. Slim hoort hjj u nit, om er straks op zjjn manier gebruik van te maken. Hjj ziet u nooit aan en hjj babbelt «acuter den rug" om. O, die anonieme tmen", die lastert en achterdocht wekt! Hoeveier zedeljjke moord heeft hjj op zjjn geweten! Wat is de grond onzer verachting van hem Hjj is een laf aard op het oogenblik, waarop hjj sehjjnbaar alles durft. Hjj vertoont zich niet aan u. Hij weet onaantastbaar te bljjven en zich beter te vermommen door zich achter an deren te verschaffen, als hjj vreest ontmaskerd te znllen vonden had een verstand dat verre boven het alle- daagsche steeg een karakter, dat uitstekend gevormd was. Van dag tot dag bestudeerde hjj hare bevallige bewegingenhare fijne gelaatskleurden glans harer oogen met zooveel belangstelling, dat hjj een hartstoch telijk aanbidder werdzij aanvaardde zijne liefde half schroomvallig, maar overgelukkig en afhankelijk. Zij gevoelde die afhankelijkheid die eene groote koningin beweegt de kroon van haar hoofd te nemen en die aan de voeten van een schitterend krygsheld nederteleggen opdat hij met haar troon en koninkrijk mag deelen. In dit geval was hij de schitterende krijgsheld die maar al te bereid was de hem aangeboden aouvereimteit te aan vaarden. Ongetwijfeld had hjj Delicia liefhjj beminde haar met een edelen hartstochteen hartstocht, die tot eene hooge schitterende vlam opstijgt en tot grauwe asch verbrandtmaar hjj kon moeiijjk geheel ongevoelig blijven voor het voordeel dat hare liefde hem aanbracht. Hjj kon niet anders dan juichen bij de gedachte, dat hjj, die niets kon aanbieden dan zijne flinke gestalte en goede afkomst deze vrouw gewonnen had, wier naam eene schitterende ster was aan den letterkundigen hemel boven het beschaafde halfrond en te midden van zijne vurige liefkoozingen kou hjj het fortuin, dat zjj gemaakt had en nog iederen dag vergrootteonmogeljjk vergeten. Bovendien was zjj bevallig en beminnelijk, al was ze niet, wat sommigen verkiezen een forsche gestalte zij had meer van de schoonheid, zooals de dichter van «Hil- meny in Faiiyland" zich die droomtdan vau de be koorlijke figuur op een iantaisie-portret. Maar ze was, zooals Carlyon het zelf zegt, zoo natuurlijk als een roos; geen blankeiselgeen verf, geen gekocht haar dat van de hoofden der vrouwelijke veroordeelden gesneden wordtgeen ziekeljjke parfumsniets kunst matigs was er aan of in haar. Toen zjjne club dat in de officieren-societeit hoorde zeiden ze «Geluksvogel! Zulk een trekje heb jij ook niet uit de huwelijksloterjj verdiend En Carlyon lachte eens met een voornamen glimlach keek tersluiks eens even in den spiegel en hernam worden. Hjj verheugt zich, als anderen worden aangezien voor de bewerkers van zijn wandaden, gelijk hjj zich ver blijdt in het aandachtig gehoor, dat hij bij velen vindt, die op hun beurt zjjn werk zullen verbreiden, want hjj weet zijn adressen wel te vinden. tMen" kan een satan wezen, zelfs ia engelen gewaad met zachte stem en fluwoelen handen. Wacht u voor hem 1 Vermijdt tden schijn des kwaads," voor zooverre dat mogelijk is. Wie over zaken schrijft, zoodat personen er geheel buiten blijven, mag zulks misschien geschiedt het uit beschei denheid anoniem doen. Wie personen in het geding brengt, noeme zjjn naam. Dit is men aan zich zelf en aan anderen verplicht. Verre zjj van ods alle kwaadsprekerjj en kwaaddenkerjj, opdat men zich zelf niet onteere Verre zjj van ons alle laster, want niet de belasterde, maar de lasteraar maakt zich veracbteljjk. Laster is een scherp wapen, dat zich keert tegen hen, die het hanteeren. 1 Spreek, handel, wandel naar door n als goed en waar beleden beginselen, naar den eisch van rede en geweten. Als mensch van karakter kunt ge tmen" laten begaan. Uw persoon zjj diens vonnis. J. F. T. A. Hengstenhouders In Noord-Holland. Te Amsterdam werd Maandag in Krasnapolsky eene vergadering gehouden van hengstenhouders in de provincie Noord-Holland. In een vorige bijeenkomst werd reeds in beginsel tot oprichting van eenen Bond besloten. Da vergadering was belegd tot vaststelling van de statuten van dezen nieuwen Bond van hengstenhouders in de provincie Noord-Holland. In hoofdzaak werden de statuten geljjk aan die van den Noord-Brabantschea Boud vastgesteld. Het doel van den Bond zal o.a. omvattenhet ver spreiden onder de leden van de kennis der paardenfok kerij het vaststellen van een minimum dekgeld, door de leden van den Bond te heffen het bevorderen van den afzet van paarden in binnen- en buitenlandhet bevor deren in het algemeen van de zedeljjke en stoffeljjke be langen van hengstenhouders in Noord-Holland. Het bestuur zal bestaan uit zeven personen nit de ver schillende keuringsdistricten van de provincie Noord- Holland, n.l. 2 uit het Noordeljjk district, 2 uit het Midden district en 3 uit het Zuider district. De Bond wordt aangegaan voor den tijd van vijf jaren. Over het bedrag van het vast te stellen minimum- dekgeld werd eenige discussie gevoerd. Besloten werd, aanvankeljjk het bedrag te bepalen op zes galden. Telkenjare, in de maand Febrnari wordt het minimum- dekgeld voor het loopend jaar vastgesteld. Leden, die de bepaling omtrent het minimam-dekgeld overtreden, worden met 50 gulden beboet. De contributie is bepaald op f 2.50 per jaar. Ook vereenigingen vau hengstenhouders knnnen tot het lidmaatschap van den Bond toetreden. Voor iederen hengst kan niet meer dan ééne stem worden uitgebracht. Nadat de ontwerp-statuten waren vastgesteld, werd besloten daarop de Koninkljjke goedkeuring te vragen. Medegedeeld werd nog, dat de heer Breebaart, die vroeger tegen de oprichting van dezen Bond was, sedert van meening is veranderd. Verder nog, dat ook in andere provinciën, o.a. Utrecht en Drente, plannen bestaan om houden als deze op te richten. In de toekomst zal men dan wellicht kunnen «Misschien niet 1 Maar Een blik met zjjne mooie oogen en een beetje gemaakte onverschilligheid voltooiden den zin. Het was klaarbljj- keljjk, dat de ridderljjke officier volstrekt niet aan zjjne eigenwaarde twijfeldeal mochten zjjne vrienden ook geneigd zjjn de geldelijke en andere voordeelen die zijn huwelijk hem aanbrachten verre boven zjjne verdiensten te schatten. Toch, en dit kenmerkte de domme onnoozele onbe stendigheid van den algemeenen maatschappeljjken stroom, toch beklaagde men hem inderdaad, toen men hoorde wat er gebeuren zon. Zjj zetten groote, verbaasde oogen op en schudden het hoofd, terwijl zjj zeiden; «Die arme Carlyon 1" Waarom ze zulke groote oogen opzetten en het hoofd schudden konden ze zelve niet verklaren, maar zij deden het intusschen. Arm was Carlyon zeker zjjn kleermakersrekening was verschrikkeljjk hoog. Maar zjj, de praatjes onder de «five o'clock teas* wisten niets van die rekening, dat was eene zaak die hemzel ven gold een van die onbetameljjke eischen van het leven die altjjd min of meer beleedigend zjjn voor menschen van hooge onderscheiding, zjj vinden er altijd iets be spottelijk vernederends in hunne werklieden te betalen zjj zagen Carlyon zooals hjj bij hen verscheen, uitnemend van gestalte eene trotsche houding, met een gelaat als een Grieksch Godonbeeld en dat hjj altjjd onberispelijk gekleed ging was voldoende voor hen maar niet voor den ongelnkkigen kleermaker, die hem alles zoo uitste kend maakte. Als ze aan hem dachten in al zjjns glorie, dan sid derden ze bij de gedachte dat hij, zoo'n schitterende fignnr inderdaad zou trouwen met eene wat «Eene novelliste, mijn lieve! Verbeeld je eens 1" riep mevrouw Tooksey nit, over haar zilveren teepot style Queen Anne. «Arme Wilfred Carlyon 1" Zoo'n knap man I Hoe vreesljjk voor hem" En mevrouw Snooksey, die boosaardig grabbelde in het theegebak stemde mee in. «Vei schrikkelijk niet waar! Eene schrijfster 1 Ongetwjjfeld een echte blauwkous 1 Arme Carlyon I M jj n moeder heeft z jj n vader nog zoo goed gekend 1" f

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1904 | | pagina 5