Verjaring van Schuldvorderingen.
Groote Paardenmarkt te Alkmaar,
Indische Penkrassen.
DELICIA
ALKMAA^
op WOENSDAG 20 April 1904.
Nederland.
»Z e zeggen, dat Professor drinkt!
FBCILLBTON.
HILBERTA.
No. 47. Honderd en Zesde Jaargang. 1904.
Kondag 17 April 19Ö4L. Derde blad.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar
herinneren belanghebbenden, dat de schuldvorderingen
over het jaar 1903, ten laste der gemeente, ingevolge
de wet van 8 November 1815 (Staatsblad no. 51) vóór
of op den laatsten Juni a.s. moeten zijn inge
diend, bij gebreke waarvan zij verjaard en nietig zijn.
Vroegtijdige inzending dier vorderingen wordt aan
bevolen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter.
9 April 1904. C. D. DONATH, Secretaris.
(Auteursrecht uitdrukkelijk voorbehouden.)
LV1.
Men heeft dikwijls Douwes Dekker'a privaat leven af
gebroken, z.g. onthulling en" gedaan en natuurlijk ook
braaf gelasterd.
Een dergelijke manier van bestrijden is niet ridderlijk,
is laag
De persoon van een schrijver, een schilder of ander
groot man moet buiten spel blijven. Het intieme leven
van een Vorst, een Staatsman, een Legerhoofd, een Vloot
voogd, een Kunstenaar, een Hervormer, gaat ons gewone
menschjes niets aan Het moet ons koud laten of een,
door positie, talenten en daden ver boven ons, de massa,
verheven persoonlijkheid ook enkele menscheljjke zwak
heden, enkele fouten met ons kleintjes gemeen heeft.
>Z e g, heb je dat van Prins Manrits ge
lezen?"
»Nou, dat had ik ook van Napoleon niet
gedacht!"
»W a t zeg je van die geschiedenis met
Koningin Victoria?"
W eetje wat ze van Ministerver
tellen?"
D i e Generaal moet in zijn luit e-
nantstjjd ook een rare geweest z jj n 1"
»M nltatuli!? Die vent, wel diesloegzijn
vrouw, scharrelde en maakte beeren!"
Zoo kletst en tuigt Jan Publiek af!
De massa verbeeldt zicb dan dadelijk nn ook geen
respect meer verschuldigd te zjjn«verbeeld je
voor zoo'n smeerlapze denkt, dat de bespro
ken persoon nu tot haar laag niveau is afgedaald want
zijde massadie niets kentdie niets weetdie niets
doetkan nn eenmaal geen grootheid boven zich ver
dragen wil nivelleeren zoodra ze enkele heele enkele
puntjes van overeenkomst ontdekt want och we weten
't allen heel goed, wij, de massa, vormen een reuzencol-
leetie van al zeer onvolmaakte wezentjes
Zijn we niet kinderachtig, lezers
Moesten we niet liever de oogen sluiten voor 't kleine,
dat ook de grooten aankleeft en dankbaar aanvaarden
wat zij naar buiten bewerken. Ze wonen in een glazen
paleis, die uitstekenden, terwijl niemand op bet potdicht
gesloten bokje van ons let, want anders
Ik achtte het bovenstaande noodiggeachte lezers en
lezeressen, als protest tegen die anti-Multatulianen, welke
nit gebrek aan geest in modder gingen graaien
VAN
MARIE CORELLI
DOOR
13)
»Maar gevoelt ge dan niet, hoe zij den waren stand
der zaken verdraaien riep Valdis driftig uit. »Gevoelt
ge niet, dat ze uwen echtgenoot alle eer geven van uwe
verheffing tot de aanzienlijkste kringen alsof ge daar niet
reeds lang welkom waart door uw genie alleenWat
zou Baron Carlyon zijn zonder n, al was hij twintig
maal Baron. Hij is alles aan u en uwen geestesarbeid
verschuldigdhij zelf is niets, en minder dan niets
Maar ik ga te ver 1''
Delicia keek hem onbeweeglijk aan haar gelaat was
zeer bleek, hare oogen schitterden, maar met een glans
als die der sterren in een kouden, helderen winternacht.
»Ja, ge zijt te ver gegaan, mjjnheer Valdis," zeide ze,
»en dat spijt mij, want wij waren vrienden."
Ze legde een zeer kleinen nadruk op het woord waren".
Valdis' warm hart, dat haar hartstochtelijk liefhad,
gevoelde dat hij hare vriendschap in dit oogenblik ver
loor. Maar da inwendige woede, die hem verteerde, als
hij bedacht dat zij, de geduldige, liefhebbende vronw,
die schatten won door haren onvorpoosden arbeid, terwijl
baar man zich op zijne wijze vermaakte en haar geld
verteerde in het openbaar zou belasterd worden als
een nul en haar »slechter ik" geëerd en gevleid als een
Yankee met millioenen, was sterker dan zjjn liefde, en
hij kon onmogelijk zjjn mannelijke wraakgierigheid onder
drukken.
»Het spjjt mij ook, Barones Carlyon," zeide hij heesch,
haren blik ontwijkend, »het spijt mij ook, want ik kan
niets terugnemen van hetgeen ik gezegd heb."
We hebben uitsluitend en alleen te/maken met 's mans
geschriften en ik, Uw Indische Penkrassermeer speciaal
met het boek, »dat eene rilling deed gaan
door den land e", het zoo heerlijk mooi geschreven
boekwaarvan ik den stijl met een 10een 100 eon
1000 desnoodsdoch den inhoud met een 0 zou willen
zien getaxeerd 1
Het is mij werkelijk onbegrijpelijk, dat er tot heden
nog steeds geen deskundige opstond, die eens helder aan
toonde, hoe onnatuurlijk, hoe weinig Soendaneesch gedacht
b. v. die tragische liefdesgeschiedenis van Saïdjah en
Adinda is.
Ook wist de Heer Douwes Dekker blijkbaar niet, dat
Saïdjah de naam is van een meisje en Adinda of liever
adinda »jongere broeder" of »jongere zustor" beteekent.
De jongeling zou Saïdjan hebben moeten heeten, want
Saïdjah's treft men alleen onder de dochteren des
lands aan. Tot overmaat van ramp is adinda geen Soen
daneesch, doch een zuiver Maleisch woord, dat nimmer
als naam wordt aangetroffen. Het doet er wel niet heel
veel toe, doch 't kan en passant als illustratie dienen,
met hoeveel kennis van de Soendaneesche maatschappij
Multatuü zijn Max Havelaar dorst schrjjvea.
De karakters van Saïdjah en Adinda zjjn al even on-
Inlandsch als de namen. Het liefdeleven bij den Ooster
ling, en vooral hier op West-Java, is uitsluitend zinnelijk
en een Soendaneesche knaap, die zes en dertig manen of
ongeveer drie jaar zijn bruidje trouw bljjft, trouw, op
Batavia nog we!, kijk, zoo'n Jozef moet hier nog geboren
worden I En de Soendaneesche meisjes nu lees daar
van Kol blz. 604 maar eens op na
Grappig is 't, dat de Heer Douwes Dekker zijn held
»in 't Maleisch, datltaliaansehvanhet
Oosten", zijn schoon aandoenlijk lied van de sbadjing"
liet ziDgen.
Een Soendanees nit Lebak spreekt en zingt in het Soen
daneesch, ook al een kleinigheid, maar het teekent
Ik heb dit trouwens noodig voor eene opmerking van
meer waarde, die later volgen zal.
Als ik den Max Havlaar verwerp, wil ik daarmede
nog niet beweren, dat er in het Lebaksche geen misbruik
van gezag werd gemaakt. IntegendeelIk ben ten volle
overtuigd, dat er zwaar gezondigd werd door de Hoofden,
dat het volk veel onrecht geschiedde en dat ds Resident
en ook de Gouverneur-generaal dit volkomen goed wisten.
Wat blief?!" hoor ik n nl roepen.
»Nu trek je toch één lijn met Douwes
D e k k e r 1"
Pardon, in 't geheel niet. Ge zult het hooren 1
Multatuli zegt in zijn boekdat het Gouvernement
liever tien Residenten ontslaat dan ééu Regent en dat
heeft dan betrekking op het ontslag hem eervol op ver
zoek verleend.
In een noot traoht hij dit nog wat te verduidelijken
door 't volgende
»De bespottelijke angst voor 'n Inlandseh Hoofd
wordt door de residenten bij de Regeering levendig
gehouden in hun eigen belang, en berust eigenlijk op...
'n woordspeling."
Wat hij met die woordspeling'" bedoelt, verklaar ik
niet te begrijpen.
De noot luidt verder
»De waarheid is, dat wij in 't organismus van ons
bestuur de Inlandsche Hoofden niet kunnen missen,
d. i. het stelsel waarin die Hoofden een zoo voorname
plaats bekleedeu. Maar hieruit volgt volstrekt niet,
dat men een Inlandseh Hoofd niet aan z'n plicht zon
kannen houden. Waar zou't heen, als men geen luite
nant straflen of ontslaan mocht, omdat men in 'n leger
de officieren niet missen kan
De laatste opmerking, van die officieren bedoel ik, is
zoo ontzettend stom, dat daar reeds het heele boek mee
valt 1
Meende de Assistent-Resident Douwes Dekker werkelijk'
Er volgde een oogenblik van stilte. Delicia was zeer
ontstemden het was als kwam er een vaag voorgevoel
van vrees en onrust over haar. Zjj vond het moeilijk
hare zelf beheersching te bewarener was iets in den
nitdagenden blik en honding van Valdis, dat haar bijna
bewoog tot eene plotseling, onwaardige uitbarsting van
woede. Ze werd bijna in verzoeking gebracht, tot hem
te roepen »Wat verbergt ge voor mij Er is iets zeg
mij alles wat ge weet 1"
Maar ze beet zich op de lippen en legde hare hand
op Spartans kop, om baar beven te verbergen. Terwijl
ze zoo stond, keek ze Valdis ernstig aan, maakte eene
diepe, hoffelijke buiging en zei
»Goeden dag, mijnbeer Valdis!"
Hij schrok en keek haar half smeekend aan. Met deze
eenvoudige woorden kon hij heengaan, bij gevoelde het,
en omdat hij zich in een onbewaakt oogenblik een woord
van blaam over haren verafgoden echtgenoot had Jaten
ontvallen, zou voortaan de deur van Delicia's woning
voor hem gesloten zijn, en zou hem het hesrljjk bijzijn
van Delicia zelve ontzegd worden. Het was een harde
slag, maar hjj was een man, en hij zon de straf manneljjk
dragen.
Goeden dag, mevrouw Carlyon," zeide hjj. »Ik ver
dien geen toegevendheid van u, maar mag ik n bidden
mij niet als een onhoffelijken lomperd of boer te ver-
oordeelen, voordat ge iets meer weet van hetgeen nu
gelukkig nog voor u verborgen is, was ik een zelf
zuchtig man, dan zou ik u spoedig omtrent al deze
dingen inlichten, maar daar ik, God zjj mijn getuige
een waar vriend van u ben," hier beefde zijne stem,
»bid ik dat ge nog langen tjjd in dit heerlijkste paradijs
op aarde, een paradijs dat de illusies van een liefheb
bende ziel u scheppen, moogt blijven. Mijne hand zal
niet één bloesem in uwe heerlijke gaarde verstrooien. In
den onden ridderlijken tijd hadden mooie en beminde
vrouwen kampioenen, die hare eer en haren naam ver
dedigden, en voor haar streden als het noodig was; en
ofschoon die oude tijd lang voorbij is, zijn de ridders
niet dooden mocht ge ooit een verdediger behoeven
dan - maar wat zeg ik Geen wonder dat ge mij
dnt de verhouding van een officier tot zijn soldaten,
dezelfde was als die van een Regent tot het volk 1
En dat wou nog wel Gouverneur Generaal geworden
zjjn! Nu de Javasche Courant (de Indische Staatscourant)
zou zeker veel lezers getrokken hebben, doch binnen het
jaar was de vaan van den opstand ontrold en we waren
er door de slachtoffers der Hoofden netjes nitgeworpen,
uit Java bedoel ik I
Welk soldaat zal naar zijn spuit grijpen als een officier
wegens wangedrag ontslagen wordt of in do kas gestopt 1
De vergeljjking gaat mank, heel erg mank 1
De instelling van de betrekking van Regent is reeds
van zeer ouden oorsprong. Zij dateert van de oorspron
kelijke Javaansche Vorsten die aan hot hoofd der pro
vinciën bloedverwanten plaatsten, om die rijksdeelen na
mens hen te besturen. Deze leenmannen, want dat waren
hel eigenlijk, moesten hun Vorst in tijd van oorlog bij
staan op bepaalde tijden hun hulde brengen en schatting
betalen. Zij verkregen daardoor alle rechten op den grond
en op de bewoners, hun lijfeigenen.
Later, toen de Oost-Indische Compagnie de Vorsten had
verslagen, wist zij de Regenten aan zich te binden, door
hen te handhaven, terwijl dit handelslichaam dan in de
plaats van de oude Vorsten trad.
Later we ér, onder Daendels, werden de Regenten ko
ninklijke ambtenaren en dit zijn ze nu nog, doch het
lagere volk ziet in hen steeds de oude Hoofden, de w e r-
kelijke Regeerders en begrijpt natuurlijk niet
veel van hun verhouding tot het Gouvernement
De Regenten zijn van hoogadellijke, dikwijls vorstelijke
afkomst en in de oogen van den dessaman staat de Kand-
jeng Boepali heel wat hooger dan de Assistent-Resident, de
Resident, ja zelfs de Gouverneur.Generaal
Zoo is het nn nog, hoeveel te meer in 1856, reeds
bijna een halve eeuw geleden, in de dagen van dan As
sistent-Resident van Lebak.
Wat gebeurde er nu in genoemd Gewest P
De heer Douwes Dekker had, één maand na de aan
vaarding van zijn ambt, de onvergefelijke dwaasheid be
gaan, om den zestigjarigen Regent van Lebak, Raden Adi-
pati Karta Nata Negara plompweg te beschuldigen van
misbruik van gezag.
Hjj stelde per spoedbrief vóór, aan zijn Chef den Resi
dent van Bantam, om den Regent naar Serang te mogen
opzenden en zjjn schoonzoon, den Demang van Parang
Koedjang met de overige familieleden van den Regent
in voorloopig arrest te mogen nemen.
Kijk, als ik Resident van Bantam was geweest, had ik
onmiddellijk een dokter van Serang gezonden om de tem
peratuur van den Assistent-Resident op te nemen.
Alleen een koortslijder ol een gek toch zou met zulke
ingrijpende spoed voorstellen kannen komen aandragen en
ik geloof wel, dat de naam Slijmering goed gekozen is
voor den toenmaligen titularis te Serang, want de deftige
kalmte, waarmee de zaak verder, volgens de beschrjjving,
behandeld schijnt te zijn, doet iemand met visschenbloed
veronderstellen.
Jammer, dat mijn plaatsruimte zoo beperkt is, dooh ik
denk, dat de duizenden en nog eens duizenden in den
lande, die den Max Havelaar gelezen hebben en de velen,
die dat boek wellicht nn nog willen lezen, de zaak be
langrijk genoeg zullen achten, om er nog één Penkras
aan te mogen wijden.
Sindanglaja. Lt. Clockeneb Brousson, b. d.
Hof berichten.
Het Hof zal lichten ronw aannemen voor 3 dagen,
ing. 16 April, wegers het overlijden van H. M. Isabella
II van Spanje.
Audiënties.
Door den opper-kamerheer van de Koningin en
chef van het Militair Huis van Hare Majesteit is bekend
gemaakt, dat, voor heu die hunne opwachting bij H. M.
wenschen te maken, daartoe gelegenheid zal zjjn in het
Paleis te Amsterdam en wel: op Woensdag 4 Mei, desvoorm.
10 uur voor militaire en des namiddags 1 uur voor de
veraohtend aanzietBarones Delicia Carlyon een ridder
dienst behoeven van een tooneelspeler 1 Het is te dwaas
om aan te denken. Gij in uwe positie kunt mjj helpen
door uwen invloed, maar ik kan niets voor u doen, al
mocht ge toevallig hulp noodig hebben. Ik sprak ondoor
dacht, en ik vergrootte mijne beleedigingen voor u
misschien komt er echter nog een tijd, dat ge beter over
mij denkt. En daarom nogmaals vaarwel, ik kan n geene
vergiffenis vragen. Mocht ge mij ooit weer wenschen te
zien, dan zal ik op uw bevel komen, maar niet, voordat
ge mij laat roepen."
Ze stond onbeweeglijk, zonder dat ze hem hare hand
tot afscheid bood. Maar hij greep die wanhopig en drukte
er, als een Hernani of Romeo, een gloeienden kus op, dan
keerde hij zich plotseling om en verliet de kamer. Delicia
luisterde naar zijne verwijderende voetstappen, ze hoorde
hem de trap afgaan, de gang door en eindelijk de huis
deur sluiten. Een zucht van verlichting ontsnapte haar
hij was weg die onbeschaamde acteur, die zich durfde
vermeten te zeggen, dat haar echtgenoot een nul was en
minder dan dat hjj was weg en zou waarschijnlijk
nooit terugkomen. Ze keek eens naar haren hond, het
was als zag het goede dier haar treurig en vragend aan.
Had hij kunnen spreken dan had hij gevraagd
»Wat is er met Valdis gebeurd 1 Hij is mijn vriend,
waarom hebt ge hem weggestuurd
»Spartan," zei ze, terwijl ze het dier naar zioh toe
trok. Hij is een zeer verwaand man, die leeljjke dingen
van onzen goeden baas zegt, en daarom willen we hem
nooit meer zien 1 Die groote acteurs wordenaltjjd bedorven
zjj meenen dat ze almachtige hoeren zijn en matigen zich
aan een oordeel te vellen over lieden die veel beter zjjn
dan zij. Men loopt dien Paul Valdis zoo n» en hjj wordt
zoo gevleid, dat hij weldra geheel onverdrageljjk zal zjjn.
Spartan zuchtte eens diep. Zjjn hondennatuur was niet
bevredigd. Hjj keek een paar malen verlangend naar de
deur, tot plotseling zjjno dwalende gedachten terugge
roepen werden door iets warms en vochtigs, dat op zijn
goedigen kop viel. Het was een traan een heldere
traan uit hel vriendelijke oog van zijne meesteres. Hjj
drukte angstig zijn harigen rug tegen haar aan, als