Indische Penkrassen.
FEUILLETON.
DELICIA
Honderd en zesde jaargang.
1904
ZONDAG
8 MEI.
E5 B R. T A,
t
NO» 56> Berde blad.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Dosderdag-
en Zaterdagavond uitgegeven, Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar ff 0,80franeo door het
geheele rjjk 1 1,
3 Nummers ff 0,0tt. Afzonderlijke nummers S ets.
Telefoonnummer 3.
IPrys der gewone advertentiën
Per regel ff 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N/V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERHs. COSTER ZOON, Voordam 0 9.
(Auteursrecht uitdrukkelijk voorbehouden.)
MX.
Reeds veertig jaren lang bestuurt Raden Adipati Aria
Prawira dï Redja het Regentschap Tjiandjoer en dat hij
nog steeds niet als voldoende rjjp beschouwd wordt voor
ontslag met pensioen, bewijst zeker wel, dat deze Boepati
zich al biizonder in de gunst van de Regeering mag ver
heugen. Hij kost het Gouvernement toch liefst drie maal
zoo veel als een nieuwe Regent1) Onder zijn bestuur
heersehten dan ook steeds orde en rust, geen rijst-
schaarschte plaagde de bevolking en de kleine man was
tevreden, was seneng, zooals men 't hier noemt.
Ook de Europeesche landbouw nam een groote vlucht
en met kracht ijverde hij, zoowel voor de rijst- als voor
de gouvernementskoffiecultunr.
Den 28sten Maart 1897 werd hem door de Regeering
de titel van Adipati toegekend en wel als belooning voor
zijn langdurige en trouwe diensten aan den lande bewezen.
Ook werd zijn borst versierd met het Officierskruis van
de Orde van Oranje Nassauhet Commandeurskruis der
Orde van de Kroon van Siam en het Officierskruis der
Orde van den Witten Olifant, beide laatste onderscheidin
gen hem geschonken door Zijne Majesteit Phrabath Som-
detch Phra Paramindr Maha Chulalongkorn Phra Chula
Chom Klaoden sympathieken kleinen Koning van Siam.
Over 't algemeen is men, naar mijn bescheiden meening,
bij ons te karig met het ridderen van Inlanders en vreemde
Oosterlingen, terwijl juist do Aziaten er zoo gevoelig, zoo
echt dankbaar voor zijn.
Van de drie en zeventig Regenten op Java en Madoera
zp er net zeven, die het gebracht hebben tot Officier in
de Orde van Oranje Nassau! Een Nederlandsche Leeuw kon
er voor geen enkele op overschieten Bekende figuren in
de Inlandsehe maatschappij, als de zoo ontwikkelde voor
uitstrevende Regenten van Demak, Japara en Ngawi, wer
den niet eens 'n Oranje Nassau waardig gekeurd 1
Die meer verlichte mannen zullen verstandig genoeg zjjn,
er zich niet veel van aan te trekken, maar anderen hin
dert het werkelijk dat verzeker ik u. Zoo heeft b. v.
de Rijksbestierder van Djokjokarta een nog maagdelijke
borst
Hare Majesteit, onze geëerbiedigde Koningin, de Keizerin
van Insolinde, voert het oppergezag over twee honderd
acht en zestig SulthansVorstenRadja's en Vorstinnen
Van die allen, Hare vazallen, zjjn er net tien, die 'n
kruis dragen
Men k^n dit geen verstandige koloniale politiek noemen.
Er worden jaarlijks zooveel Nederlanders met 'n lintje
bedacht, dat er toch zeker wel eens wat voor hier kan
overschieten.
Indië wordt echter bij alles vergeten, zelfs bij de be
kende Augostus-uitdeelingOok de Europeanen klagen over
1) Zie Penkras 56.
VAN
MARIE OOR ELL I
DOOR
21)
»Hoe gemakkeljjb zou het zjjn, om als andere vrouwen
te handelen 1" dacht ze, *om tegen .mijn heer" uitte-
varen, en hartstochtelgk te schreien en hem allerlei
verwijten te doen als hij van avond thuiskomt: of
morgenochtend beginnen te razen en te scheldenOf
naar eene .vertrouwbare" vriendin gaan en haar mjjn
leed blagen, die dan haar nieuwtjes aan de eerste de
beste intieme als groot geheim kon meedeelen Of in
den diepsten poel van eerloosheid zinken en anonieme
brieven zenden aan La Marina, de dochter van den groente
boer in EastcheapOf een politieagent aannemen om
zjjne en hare gangen nategaan O, hoe laag kan
een mensch toch vallenMaar ook hoe hoog kan hjj
staan, met het vaste besluit stand te houden op
.Some snow-crowned peak,
Lofty and glittering in the golden glow
Of summer's ripening splendour."
Men vraagt soms wel eens, waarvoor het goed is,
»zich zoo hoog te houden In het dagelijksch leven is
het zeker veel beter, zich maar heel laag bjj den grond
te houden en desnoods te kruipen voor de eerste demi-
mondaine, mits ze tot de aristocratie behoort. Als
men weet, hoe men de vulgaire handelingen van een
vorst moet vergoeljjken, en zjjne ondeugden, deugden
noemen, als men een hertog zijn slecht levensgedrag
kan vergeven, en ondanks net feit dat hjj niet meer
geschikt is, in het gezelschap van fatsoenlijke lieden te
dit gemis aan belangstelling. Ik beweer niet, dat da vele
gelukkigen in patria bedachtzonder verdienste waren,
dat zij verredoch wel dat hier even verdienstelijke
AmbtenarenOfficieren en Particulieren onopgemerkt
bleven en dat is onbillijk.
Enfin, voor de Europeanen behoef ik niet op te komen,
die hebben zelf de Pers tot hnn beschikking, doch dat
de Inlanders zoo vergeten worden, vind ik meer dan treurig.
De Engelsehen behangen hun Inlandsehe Vorsten en
Grooten van boven tot onder en toonen zich ook in dit
opzicht alweer heel wat praetischer dan wjj.
Het Nederlandsche Gouvernement scheept den Inlan
der af met 'n simpele gouden, zilveren of bronzen Ster voor
Trouw en Verdiensten.
Nog niet zoo heel lang geleden kon een niet Europeesch
militair zelfs niet eens de Willemsorde verdienen; al was
hij ook dapper geweest voor tien, toch moest hjj't in dien
tijd maar doen met een Medaille voor Moed en Trouw
Gelukkig heeft het Legerbestuur de schandeljjke onrecht
vaardigheid ingezien en kan thans een Javaansche mare-
chaussée net zoo goed .het Ridder" krijgen als z'n Overste.
.Kleinigheden zal menigeen smalend uitroepen, doch
ik ben 't daar volstrekt niet mede eens.
Ook wat de .lintjes" betreft, ben ik voor gelijk recht
voor allen en vergeet verder niet, dat hier te lande soms
één Nederlandsche Leeuw, met den noodigen geur uitge
reikt, tegen een heel Bataljon soldaten opweegt.
Laat daarom de 31ste Augustus voortaan ook voor
onze Iulandsehe aristocratie en Vorsten wezen een dag
van blijde verwachting
Het Opperbestuur beginne met jaarlijks een opgave
van honderd Inlandsehe namen te vragen. Heuseh ik
scherts niet, ik meen wat ik hier schrjjf.
Wjj Nederlanders weten nu wel, dat zoo'n onderschei
ding meestal niet van Hare Majesteit uitgaat.
Wjj weten, dat het dikwjjls protectie is van directe
chefs of van het Ministerie, toevallig aan het bewind en
daarom hechten wjj er vanzelf minder aan doch een
Oosterling gelooft nog altjjd, dat zoo'n Ridderorde hem
door zijn Hooge Gebiedster zelve is toegedacht, hjj heeft
nog zoo geen begrip van onze ingewikkelde constitutioaeeie
vormen. Een Vorst is voor hem de almachtige Heerschar,
niet gebonden aan wetten en lastige gebruiken. Wanneer
dus de verschillende elkaar opvolgende Ministers van
Koloniën jaar in, jaar uit, steeds de Inlanders voorbijgaan,
dan gaan die mannen denkan, dat hun KoniDgin hen te
min acht. Zjj buigen dan wel deemoedig het hoofd, doch
zijn toch zeer teleurgesteld, 't Is daarom, dat ik er de
aandacht op vestig. Ik deed dit reeds vroeger, kort na
mjjn terugkeer in t Vaderland, do^h herhaling in dezen
is niet kwaad, als de Regeering tenminste raad wil aan
nemen van iemand, die de Inlanders door en door kent
en zoo menig vertrouwelp gesprek met hen heeft gevoerd.
Ik acht hel een politiek van verstand en gevoel, als men
ook an Allerhöchster Stelle wat meer rekening gaat houden
met 't karakter van den nog zoo kindefljjken Oosterling
Ons koloniaal bezit loopt leeljjk gevaar
Wat zal er nit den strijd tusschen Rusland en Japan
geboren worden We weten het niet, doch laten wy
worden toegelaten, hem toch »een heer" bljjft noemen,
dan .kent men zijn wereld!'' Als men in onzen tjjd'
zedelijk rein bljjft, dan geelt men reden tot ergernis
ik geloof echter den ingeslagen weg voort te zetten
Peinzend streek zjj met de hand over het voorhoofd.
.Nog kan ik niet tot de waarheid doordringen het
is als had ik een afgodsbeeldje op een gouden voetstuk
nu is het plotseling vanzelf gevallen Ze glimlachte
flauw »het is nog niet gebrokeD, maar het is tooh
zeker gevallen
Toen Carlyon dien nacht tegen één uur thuiskwam,
vond hjj het geheele hnis donker en stil. Niemand was
voor hem opgebleven, behalve zjjn kamerdienaar, een
somber zwijgend man, die zjjns meesters geheimen
kende en ze wist te bewaren, niet omdat hij zooveel
eerbied voor zjjn heer had maar omdat hjj de vrouw
van dien heer liefhad. De duisternis en de doodsche
stilte van zjjn hnis vertoornden .den mooien Carlyon''
in de hoogste mate, al had hjj zelf aan Delicia getele
grafeerd, dat zjj niet op hem behoefde te wachten.
.Waar is mevrouw?" vroeg hjj bits. .Is zjj vanavond
uitgeweest
Zjjn dienaar hielp hem bedaard zjjn opera-jas uittrekken
en antwoordde beleefd
.Neen, mijnheer, baron wil ik zeggen. Mevrouw dineerde
alleea, en ging vroeg naar bed. Ik geloof, dat de meid
zei, dat mevrouw al om tien uur in bed was.'1
Carlyon bromde iets tusschen zjjn tanden en ging naar
boven. Bij de kamer zjjner vrouw stond hjj even stil, trachtte
de kruk om te dr aien, maasr de deur was gesloten.
Verrast en woedend als hjj was, klopte hij luid, maar
er kwam geen antwoord, behalve het zware, knorrige
grommen van Spartan, die eensklaps van zijn post
opstond voor de deur van de slaapkamer van zjjne mees
teres, en ongewone teekenen van woede aan den dag legde.
.Stil, beestbromde Carlyon. »Ga liggen, of ik zal je.
Maar Spartan bleef reentop staan en liet zjjne witte
tanden zien, en nadat Carlyon nog eens tevergeefs aan
de gesloten deur gerammeld had, gaf hjj het met een
vloek op en ging naar zijn eigen kamer.
toch alle middelen aangrijpen, om ons de sympathie der
millioenen Inlanders te verzekeren.
Misschien hebben wjj nog een kwarteeuw den tjjd
Laten wjj dan van stonde af aan beginnen Een recht
vaardig bestuur, zorg voor den geestelpen en oeconomi-
schen vooruitgang en de vriendschap van Vorsten en adel,
daar moet 't op worden aangelegd I Geen macht ter wereld
zal onze driekleur hier durven neerhalen, wanneer het
bekend is, dat hoofden en volk in dezen Archipel gereed
staan de Regeering bij te springen. Met ons leger, onze
vloot en onze forten alleen komen we er niet. Onze kracht
schuilt in die bruine massa. Is die vóór ons, dan blgven
wjj ongemoeid, is die tegen ons of op z'n voordeeligst,
onverschillig, dsn kunnen we wel inpakken, dan is 't ge
daan, nog vóór we dertig jaar verder zjjn
Aan waarschuwingen van verschillende zijden heeft
het Nederland in den laatsten tjjd waarachtig niet ont
broken. We zullen na 31 Augustus eens zien Holland
heeft voorloopig ridders genoeg binnen zp grenzen, laat
nu in 1904 het verzuim van vorige jaren eens flink worden
goedgemaaktEen driehonderd kruisen voor Inlanders,
vreemde oosterlingen, Indo's en Europeanen zou niet te
veel zijn Ook het kranige legertje worde eens flink be
dacht Een militair hier doet toch in alle geval heel
wat meer dan zp kameraden in Europa
Ik hoop, dat deze Penkras op het Plein in den Haag
terecht komt.
In Buitenzorg worden mijn brieven gelezen, doch Buiten
zorg kan ook al niet heel veel doen zonder den Raag
Op één na de machtigste man van Nederlandsch-Indië
is slechts Ridder in de Orde van den Nederlandschen Leeuw
Zoo iets teekent den toestand, zou ik denken. Voor Hol
land alles, voor Indië weinig of niets Zoo is 't altjjd
geweest, zoo kan, zoo mag 't niet blpen.
Nu we 't hierboven toch zoo drnk hadden over eere-
teekens en onderscheidingen, moet ik u toch ook nog
vertellen, dat onze Regent van Tjiandjoer de z.g. gele Song-
song of gouden pajoeng mag voeren. Hjj deelt dit voor
recht met zeven anderen.
Een gouden pajoeng vraagt ge
Ja, een pajoeng of zonnescherm doet op Java en in de
Soendalanden bjj de Inlandsehe Ambtenaren zoowel als
bjj de Assistent-Residenten en Residenten denzelfden dienst
als de chevrons en de sterren bjj ons in het Leger.
Het gebruik van den pajoeng, als onderseheidingsteeken
voor de hoofden, is zeer oud en naar men beweert nit
China overgewaaid.
Aan de gouden en zilveren borduursels (.passemén"
van passement) op de groot-tenue kleeding en aan de
gouden en zilveren galons om de .pètji's (van pet) kan
men trouwens ook reeds een ieders rang en betrekking
onderkennen. De pajoeng echter is voor ons Westerlingen
het meest typisch origineel, ook al door de suggestieve
kracht, die er van uitgaat.
Het zonnescherm wordt gedragen door een politie-op-
passer, panakawan (bediende) of een voor korten tjjd ge
baarden volgeling.
Alleen Residenten en Regenten toeh hebben steeds hun
»Ik heb nooit gehoord, dat ze zoo vast slapen kon.
Gewoonlp bljjft ze op, totdat ik thuiskom."
Hjj wierp zich nijdig op zp bed, alles was hem dien
avond tegeng«loopen. Aan de speelbank had hjj verloren,
(Delicia's geld), en La Marina was in een slecht hnmenr.
Dat. kwam, omdat ze te veel champagne gedronken had,
en later had ze de aardigheid gehad, de glazen naar het
hoofd van hare bewonderaars te werpen. Ze had Cailyon
om de ooren geslagen, en hem een lepel frambozenp
op den rng geworpen, terwijl ze hem voor .een lomperd
van een aristocraat" uitschold.
.Waarom denk je dat wij, artist en, ons met znlke
lui ophouden als gij zgt had ze geschreeuwd, terwijl
ze als eene dronken vronw zat te lachen. .Wel, om je
later nog meer voor den gek te honden Dit zeggend,
schoot ze hem een amandel bpa in het oog. Hjj
had dit alles met een stoïcpsch gelaat verdragen, en
dat om de onnoozele voldoening te hebben, dat de andere
heeren" om het tafeltje van La Marina zonden weten,
dat ze nn geheel zp eigendom was het kwam er niet
op aan, wien ze later zou toebehooren. Maar ze had
zieh zoo slecht gedragen, en hem met zoovee! ondank
baarheid behandeld, dat hij onbewust naar de reine,
kalme tegenwoordigheid van Delicia verlangde, die hem
altp ontving met den eerbied, die hem als man, als
baron en als gardeofficier toekwam. En toen hij nu thuis
kwam en dacht door haar bekoord, gevleid en gestreeld
te wordsn, had zjj de onverantwoordelyke onbezonnenheid
gehad, naar bed te gaan en vast in slaap te vallen
Het was waarlp te gek - in ieder geval genoeg om
een Carlyon in woede te doen ontsteken. Zoo groot is
de domme eigenliefde en het egoïsme van sommige
mannen de baron voelde zich dan ook diep beleedigd,
toen hjj eenzaam zp pelnw opzocht, en in een onrns-
tigen slaap viel, gedurig verstoord door benanwde droomen
over zp verlies aan do bank, en de dronken nitvalien
van Marina.
Wordt vervolgd.