~1süX TE3ST LAND. BINNENLAND. No. 57. Eerste blad. Honderd en zesde jaargang. 1904 WOENSDAG 11 MEI. Wegens den Hemelvaarts dag zal de Courant Donder dagavond niet verschijnen. Algemeen Overzicht. Nieuwst ij dingen. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt 01nsdag-, Hoiterilag- en Xaterdagavond uitgegeven. Abonnercentsprjjs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheeie rijk 1 1, 3 Nummers f 0,O0. Afzonderlijke nummers S ets. TcScfoonniisnmcr 3. Prjjs der gewone advertentlën t Per regel f ©,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N/V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERHs. COSTER k ZOONVoor dam 0 9. Wij willen heden ons Overzicht aanvangen met een ver zoek wij vragen aan onze lezers zich met hunne gedachten te verplaatsen naar een belangrijke gebeurtenis, die in ons land plaats had op den 18en Mei 1899. Op dien dag waren in onze rssidentie-stad saamgekomen een groot aantal afgevaardigden van bjjna alle landen ter wereld. Het waren mannen met klinkende namen, mannen die in hun vaderland hooge posten van vertrouwen ver vulden. Ia den middag begaven zij zich allen naar het Huis ten Bosch, welwillend door H. M. de Koningin der Ne derlanden afgestaan om twee nar zou daar de eerste zitting van de InternationaleVrede s-0 onferentie worden gehouden, want deze was 't, die al de afgevaar digden naar den Haag had doen reizen. De eerste vergadering van het iilnstre gezelschap werd geopend met een keurige toespraak van Jhr. Mr. W. H. de Beaufort, destijds Minister van Buitenlandsche Zaken. Onder meer zeide hij»Z. M. de Keizer aller Russen heeft, door het nobele initiatief te nemen dat door de geheeie beschaafde wereld is toegejuicht, den wensch willen ver wezenlijken, uitgedrukt door een zijner doorluchtige voor gangers, Keizer Alexander I, om te trachten alle soeve reinen en alle volken zich met elkaar te doen verstaan en in broederschap te doen leven. Daartoe heeft Zijne Majesteit deze Conferentie saamgeroepen, die ten doel zal hebben om middelen te zoeken, welke een einde zullen kunnen maken aan de toenemende bewapening." Een telegram van hulde werd daarna, onder levendige instem ming van alle aanwezigen, aaa den Czar gezonden. Verscheidene weken bleef de Conferentie bijeen, steeds zoekende naar alles wat dan vrede zou kunnen bevorderen. De laatste zitting werd den 29en Juli gehouden. Daarin gal' Baron de Staal, de afgevaardigde van Rusland, zijn onverholen vreugde te kennen over hetgeen tot stand was gebracht. »Ce qui est certain," dus sprak hij woordelijk, »c'est que l'oeuvre entreprise sur l'initiative de l'Empereur, mon Auguste Maltre, et sous les auspices de Sa Majesté la Reine des Pays-Bas se développera dans l'avenir" Lang durige toejuichingen). Zeer verschillend werd door de wereldpers over de Vredes-Conferentie geoordeeld. Maar er was één pnnt, waarin allen overeenstemden de goede bedoelingen van Czar Alexander II van Rusland waren boven elke ver denking verheven en groot was de lof, die hem werd toe gezwaaid voor zjjn menschlievend streven. Het was duide lijk: voor den nazaat zou deze Czar blijven de Vredesvorst bij uitnemendheid. Reeds bij zjjn leven kon de Gebieder aller Russen weten, dat zijn naam zou blijven voortleven in de Geschiedenis, als dien van een vorst van edele in spiration En nu is hst volk van dezen Keizer gewikkeld in een bloedigen oorlog, waarvan het einde nog niet is te zien Nu is Rusland aangevallen door den Japanner en bij hou derden en duizenden moet 't zijne zonen op het slagveld laten. O, er is niet veel verbeeldingskracht noodig om zich voor te stellen, hoe 't den machtigen Vorst van Rusland in deze dagen te moede moet zjjn. Hij, die den vrede zoo liefhad en den oorlog zoo verfoeide, moet nu dag aan dag zjjne gedachten wjjden aan de vreeselijke worsteling in Azië en daarbij, hij moet ervaren, hoe de Japan ner tot hiertoe aan de winnende hand is en aan het prestige van Rusland een geweldigen schok toebrengt. Geen wonder, dat er telkens berichten komen omtrent neerslachtigheid, die zich van den Czar heeft meester gemaakt, over kwalijk gelukte pogingen om zijn aandoe' ning te verbergen. Wat men Alexander II van Rusland ook moge verwijten, hij heeft het goede gewild en 't is niet zijn schuld, dat het kwade is gekomen. Machtig is deze vorst, over millioenen en nog eens millioenen gebiedt hij, maar met-dat-al zal hij zijn en blijven de groote tragische figuur van den Russisch- Japanschen oorlog. Onze voorspelling, dat na den uitslag van de gevechten aan de Yaloe-rivier, vóór alles de bezetting van Port Arthur 't zwaar te verantwoorden zou krijgen is geheel uitgekomen. Er valt nauwelijks aan te twjjfelen of de stad is van de land- en de zeezjjde door de Japanners ingesloten. Van de houding der troepen, waarover Generaal Stössel te Port Arthur beschikt, zal naar onze bescheiden meening zeer veel afhangen, hoe het verloop van den oorlog in de eerstvolgende weken zal zijn. Onwillekeurig is men geneigd tot vergelijkingen met den Anglo-Boeren-oorlog en dan brengt hetgeen er nu te Port Arthur geschiedt in herinnering het beleg van Ladysmith. Dat beleg is een groote font geweest van de Boeren, omdat daardoor een groot deel van hunne manschappen tot betrekkelijke werkeloosheid werd geloemd, terwijl zij op andere gedeel ten van het ooriogsterrein zooveel betere diensten hadden kunnen bewijzen. De Japanners zullen zeker alles doen wat in hun vermogen is om aan deze fout te ontkomen. Hunne aanvallen op de belegerde vesting zullen stellig veel onstuimiger zijn en zij zullen minder »zninig" zijn met hunne manschappen ten einde de stad tot capitulatie te nopen. Doch daartegenover staat, dat Generaal Stössel te Port Arthur, wanneer ten minste de Russische berichten niet al te optimistisch zijn, zich in vrijwat gunstiger omstandigheden bevindt dan indertijd zjjn ambt genoot Generaal White te Ladysmithde vesting is in een goeden staat om verdedigd te worden en er is voor minsteDS zes maanden mondvoorraad. Weten de Russen 't hier uit te houden, dan zal dat een zeer groot nadeel blijken te zijn voor de Japanners; valt daarentegen de stad, dan zal daardoor een zeer groote voorsprong aan de Aziaten worden gegeven. Hier zal een groot pleit worden beslist. Dat de ingang der haven zoo goed als versperd is schijnt wel vast te staan. En wat daaraan nog ontbreekt zuilen de Japanners wel voor hunne rekening nemen, die nog genoeg branders in voorraad hebben, 't Zal hier een strijd worden op leven en dood, die weer stroomeu bloeds zal doen vloeien. Een geluk voor de Russen is, dat Alexejew en grootvorst Boris len minste nog juist bijtijds de stad hebben kunnen verlaten en uit dat oogpunt is 't wellicht ook niet te bejammeren, dat Admiraal Skryd- lofl er niet in geslaagd is den hem aangewezen post te Port Arthur te bereiken. Inmiddels gaan de Japanners maar voort met hunne niet weinig gewaagde onderneming om een deel van hun legermacht dieper rn het binnenland te laten doordringen. Het telegrafische berichtZaterdagavond in dit blad opgenomen als zou Fengwangsjeng door de Japanners zijn genomen, heeft zich sedert be vestigd den 6en Mei is de stad bezet door de Japansche cavalerienadat de Russen haar kort te voren hadden ontruimd. Tot hoe ver de laatsten zullen terugtrekken, zal de tijd moeten leeren maar zeker is 'tdat dieper land-inwaarts de Russen over prachtige stellingen be schikken en zij wel al huu best znllen doen den vijand daarheen te lokken. Volgens de laatste berichten is het hoofdkwartier der Rassen reeds overgebracht naar Khar- bin en heeft generaal Koeropatkine zijn kwartier geves tigd te Liao-jang, dat hij voorshands niet denkt te verlaten. Een nieuw bericht over de gevechten aan de Yaloe-rivier vestigt nog meer de overtuiging dat 't daar verschrikkelijk is toegegaan. Nu reeds is de verliezerr-ljjst der Rassen gestegen tot 70 stat- en opper- officieren benevens 2324 man. Enkele compagniën heb ben meer dan de helft van haar manschappen op het slagveld achtergelaten. Gaat 't den Engelschen in Znid-Afrika niet voor den wind, ook de Duitschers hebben niet veel reden om zich te verhengen over hunne bezittingen in het Zuidwesten van het Donkere Werelddeel. Nog altjjd is de opstand onder de inboorlingen niet gedempt, ja hot zenden van nieuwe versterkingen ten getale van 1500 man is noodig geoordeeld. Van nu ai zullen de operaties geleid worden door Luitenant Generaal von Trotha, hetgeen tijd werd: de tegenwoordige opperbevelhebber von Leut- wein heeft bij herhaling bewezen, dat hij niet het minste verstand ervan heelt met de naturellen om te gaan. Ook dat is een kunstWas von Leutwein maar eens in de leer geweest bij de Boeren, waarschijnlijk zon 't er ia zjjn gebied dan heel anders uitzien. De benoeming van Generaal von Trotha moet het ge volg zijn van het persoonlijk ingrjjpen van Keizer Wil helm en aan den Keizer moet 't ook te danken zjjn, dat de nieuwe bevelhebber is bekleed met dictatoriale macht, zoodat ook het Departement van Koloniën niets over hem zal te zeggen hebben. Blijkbaar verdriet 't den Keizer, dat zjjne manschappen 't met dat handjevol inboorlingen maar niet klaar kannen spelen. Naar het heet znllen, als eerst de Herero's zjjn onderworpen, de Ovambo's, die noordelijker wonen en aan de Herero's wijkplaatsen verleenden, aan de beurt van afstraffing komen. Dat zal weer stof geven tot Rijksdag-debatten, immers, al znlke dingen zijn koren op den molen van Bebel en zijne vrienden. De ongesteldheid van H. M. de Koningin bljjkt geluk kig niet van ernstigen aard te zjjn. De laatste berichten lniden zelfs zeer gunstig. De terugkeer van H. M. en den Prins der Nederlanden naar het Loo blijft dan ook op Woensdag bepaald. De Lohengrin-voorstelling in den Stads-Sehouwbnrg te Amsterdam, te geven door da Wagner-Vereeniging zal aanstaanden Vrijdag worden bijgewoond door H. M da Koningin-Moeder. Een telegram aan De Telegraaf uit Menado maakt melding van een vulkanische uitbarsting nabij het eilandje Tagulandang, behoorende tot de Sangi-groep ten noorden van Celebes. Er zjjn geen menschenlevens bjj verloren gegaan, doch veel klapperboomen werden vernield. Het gouvernement heeft hulp gezonden. Morgen zal te Utrecht da eerste (constitueerende) ver gadering worden gehouden van de centrale commissie voor de te houden internationale tentoonstelling van landbouw c.a. benoemd door het Dagelijksch Bestuur van het Nederlandseh Landbouw-Comité. Uit Noord Holland hebben in deze commissie zitting, de heeren K. Breebaart Jz. te Winkel, G. Kruseman te Houtrijk en Polanen, Chr. Oortman Gerlings te Hoorn, Prof. Dr. J. Ritzema Bos, D. van der Sluijs en P. Tennissen te Amsterdam, en J. Zijp Hzn. te Twisk. Voor een goed doel bljjkt in ons land nog altijd geld te vinden te zijn. Onlangs deed de Nederlandaehe Znid- Afrikaansche Vare6niging een beroep op het Nederlandsche volk ten behoeve van het Hollandscbe onderwjjs in Zuid- Afrika en nu is daarvoor reeds eeu aardig bedrag inge komen. Er werden o.a. ontvangen twee giften van f 5000 elk, vier van f 1000, twintig van f 100, enz. De Tariefwet. Het bestuur van den Nederlandschen Boerenbond (voor zitter jhr. L. ridder van der Schuereusecretaris de heer G. v. d. Eisen) heeft een adres gericht aan de Tweede Kamer over de aanhangige tariefwet. In dit adres wordt ten eerste gevraagd wijziging van art. 4, waarin de mogelijkheid geopend wordt, voor goe deren, afkomstig uit landen, die onze goederen ongunsti ger behandelen dan die uit eenig ander land, d9 invoer rechten met de helft te verhoogen, van welke verhoogde heffing echter uitgesloten zijn artikelen die als levensbe hoeften of als grondstoffen of hulpmiddelen voor d0u landbouw of voor de ngverheid zijn aan te merken. Adressant wenscht, dat de verhooging der rechten niet aan een maximum zal gebonden zjjn en dat levensbe hoeften en grondstoffen of hulpmiddelen voor den land bouw of voor de njjverheid niet van de verbooging zullen uitgesloten worden. Hij hoopt, dat de regeering van de beVQbgdheid, welke haar dan zal worden verleend, een zoodanig gebruik zal maken, dat onze uitvoer van vee, vleeseh en andere landboowprodneten zal blijven ver zekerd. Ten tweede hoopt adressant, dat, indien de vleeseh- accijns behouden moet bljjven, tenminste evenredige rechten geheven worden van gesmolten vet, huiden, haar, horens enz., opdat de buitenlander niet langer boven ons bevoordeeld worde. Ten derde, dat men geen middel ongebruikt zal laten, om aan onze boter de verloren reputatie terug te geven, vooral door krachtdadig vervalsching tegen te gaan, en door den invoer van veelal minderwaardige vreemde boter en margarine, die voornameljjk tot vermenging worden gebruikt, door het heffen van invoerrechten te weren. Ten vierde, dat, waar den landbouw geen hulp wordt gebracht, deze toch zeker niet zal worden bezwaard door het heffen van rechten op landbouwwerktuigen, vooral dezulke welke dienen voor de boterbereiding, en die door het buitenland worden geleverd. Ten slotte zegt adressant >Mocht naderhand blijken, dat de voorgestelde midde len niet voldoende zjjn om den vrjjen uitvoer te verze keren en den vaderlandschen landbouw te redden, dan hopen wij dat de regeering bereid zal bevonden worden, om den landbouw door krachtige bescherming onafhan kelijk te maken van het protectionistisch buitenland." ©oudsche en Edammer kaas In Engeland. In het jaarverslag van de Nederlandèche Kamer van Koophandel te Londen wordt uitvoerig besproken de quaestie van het vetgehalte der Goudsche en Edammer kaas. Sedert de oprichting van zuivelfabrieken en de invoering van centrifugale afscheiding van room, is de groote hoe veelheid residu uit de melk, die wel caneïne, doch weifiig of geen vet bevat, aangewend tot bereiding van kaas. Na wordt deze kaas van afgeroomde melk in dezelfde vormen vervaardigd als die aangenomen zijn voor volmelkscbe- of halfvette Edammer- en Goudsche kazen en als zoodanig met toevoeging van het woord »factory cheese'' in Engeland ter markt gebracht. Bedrog is derhalve niet uitgesloten. In Engeland bestaat er op het oogenblik een groote vraag naar goedkoope, magere kaas en is de afzet van vette Goudsche en Edammer afgenomen. In Engeland werden vervolgingen op touw gezet tegen het verkoopen van halfvette en magere kaas, hoewei deze kaas zeker niet bestempeld mag worden met den naam van vervalschte kaas. De Nederl. Kamer van Koophandel, meenende dat een ernstig gevaar dreigt voor den Nederlandschen uit voerhandel in kaaB, heeft in December 1903 aan de be langhebbenden in Nederland bij den kaashandel op Engeland een circnlaire gezonden, waarin zjj bespreekt de vragen »Welke maatregelen zjjn wenscheljjk ter onderscheiding van het prodnkt en »Op welke wijze kan die verbetering het best tot stand komen Ter beantwoording van de eerste vraag, sluit de Kamer zich aan bij het advies van dr. J. J. L. van Rijn, consulent voor landbouwzaken voor

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1904 | | pagina 1