Uitloting. FEUILLETON, DELICIA "BUITENLAND. AT/K1WA ARSCHE COURANT. &evonden ¥oorwerpen. Gemeenteraad van Alkmaar. HILBEiRTA. Eerste kennismakingen van de Russen met Mantsjoerije. Gemengde Mededeelingen. No. 57. Honderd en Zesde Jaargang. 1904. Woensdag li Kiel 1904 Tweede blad. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar brengen ter kennis van belanghebbenden dat bij de heden gehouden altloting van- obligaties in de geldleenin- gen ten laste dier gemeente, aangegaan krachtens raads besluit van 1. 29 Juli 1892, No. 1, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten vac Foordholland bij besluit van 3 Augustus d.a.v. No. 14, zijn getrokken de Ns. 18, 25, 41, 49, 56, en 97. (3V2 pet. leening); 2.18 Januari 1893, No. 2, goedgekeurd door Gedepu teerde Staten van Noordholland bij besluit van 25 Januari d a.v. No. 14, zijn getrokken de Ms. 17,31, 45, 57, 91, 126, 15Ó, 169, 174, 178, 189, en 204. (3V2 pet. leening) 3. 9 Oc'ober 1895, No. 27, goedgekeurd door Gedepu- teerde Staten van Noordholland bij besluit van 16 October d.a.v., No. 45, zgn getrokken de Ms. 21, 24. 38, en 42. (3 pet. leening) 4. 1 Maart 1899, No. 3, goedgekeurd door Gedepu teerde Staten van Noordholland bjj besluit van 22 Maart d.a.v. No. 56, zjjn getrokken de Ms. 19, en 46. (3V2 pet. leening) 5. 30 Mei I960, No. 4, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Noordholland bjj besluit van 6 Juni 1900 No. 33, zijn getrokken de Ms. 45, en 48. (4 pet lee ning) 6. 16 April 1902, No. 4, goedgekeurd door Gedepu teerde Staten van Noordholland bij besluit van 7 Mei d.a.v. No. 15, zijn getrokken de Ms. ÏO, en 57. (31/, pet leening) Welke obligaties, waarvan die van de leeningen sub, 1, 2, 4, en 6 ieder groot duizend gulden, en die van de leeningen sub 3 en 5, ieder groot vijf honderd gulden, met de onverschenen coupons ten kantore van den Gemeen te-ontvanger te Alkmaar of de Kasvereeniging te Amsterdam ter betaling aangeboden kunnen worden, die van de leeningen sub. 1 en 2 genoemd, op of na 1 October 1904, die van de leeningen sub 36 genoemd, op of na 1 Novem ber 1904, van welke dagen zij geene rente meer afwerpen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter. 5 Mei 19Ö4. DONATH, Secretaris. Te bevragen aan het bureau van politie op werkdagen des morgens tusschen 9 en 12 uur Twee rozenkransen, een trap, een zwarte rok met grijze blouse, een honden halsband met penning, een droogzeil, een gouden damesringetje, twee knipmesjes, een ringetje, waaraan sleuteltje en schoenhaakjes, een duimstok, een lorgnet in etui, eenige vrouwenzakken, een zilveren speldje, een fransch geldstuk, drie portemonnaies met eeuig geld, een huissleutel, een haaroorbelletje met goud gemonteerd, een wandelstokeen parapluie, een paardendeken, een blauwe kropduif, een gouden heeren-remontoir-horloge, een zilveren dames-remontoir-horlog.e Alkmaar, De Commissaris van Politie 6 Mei 1904. S. M. S. MODDERMAN Jr. Vergadering op Woensdag, II Mei 7994, des namiddags te één uur. Punten van behandeling 1. Lezing en vaststelling der notulen van de vorige vergadering. Mededeelingen. Ingekomen stukken. 2. Vaststelling suppletoir kohier straatbelasting, dienst 1903. (Bjjlage No. 39). VAN MARIE CORELLI DOOR 22) HOOFDSTUK V. Den volgenden morgen stond Delicia om zes uur op en msakte een rijtoer in het Park, lang voordat de fatsoenlijke" menschen op waren. Vergezeld van haren staljongen en Spartan, die vrooljjk in het gras buitelde, reed ze onder de donkere schaduw van de boomen en dacht nog eens over hare verhouding tot haren ochtgenoot. Ondanks haar verdriet en hare bezorgdheid, had ze heel goed geslapen; want aan een zuiver geweten en een rein hart, vereenigd met eene goede gezondheid, wordt de Blaap nooit ontzegd. Moeder Natuur beschermt in het bijzonder hare oprechte en eerlijke kinderen zjj houdt hun gelaat jong, hun oog helder, hun geest elastisch, hun temperament gelijkmatig. Deze morgen werkte heil zaam op Delicia's kommer, de zon wierp haar gouden glans op het groene gebladerte, de twijgen ruischten dank zij een zacht windje, de bloemen verspreidden hare zoetste geuren, en het vogeltje zong zijn dankbaar morgenlied. Terwjjl ze daar zoo op hare mooie merrie Phillida reed, waaraan ze bijna even gehecht was als aan haar trouwen Spartan, en die ze gekocht had voor hel honorarium van een van haar eerste werken gevoelde ze zich meer dan ooit ontvankelijk voor de weldadige indrukken der liefe lijke natuur. Ze merkte alles opvan de kleine, witte wolkjes, die zich als sneeuwbergen verhieven aan den verren horizon, tot de madeliefjes met haar gouden hartjes, toe, die met al de vrijmoedigheid van een oude vriend schap naar de pas verrezen zon keken. Da frissche mor genlucht en de inspannende beweging gaven haar gelaat 3. Voorstel van B. en W. in zake financieelen steun stoomtram Schagen—Zijpe—Alkmaar. (Bijlage No. 40). 4. Herbenoeming van een stads-vroedvrouw. (Bijlage No. 41) 5. Voorstel van B. en W. met betrekking tot tolheffing op den weg van Alkmaar naar Egmond aan den Hosf (Bijlage No. 42). 6. Benoeming van een lid der commissie van toezicht op het lager onderwijs. (Bijlage No. 43). 7. Voorstel van B. en W. naar aanleiding van een adres van de Timmerlieden-vereeniging ♦Verbetering door eandracht'' en der gecombineerde bouwvakken, afd. Alkmaar van den R. K. Volksbond (Bijlage No. 44). 8. Behandeling van het primitief kohier van den hoof- deljjken omslag, dienst 1904. i. In afwachting van den ernstigen strijd tusschen de Russische en de Japansche legers in Mantsjoerije kan een herinnering aan de eerste kennismaking van de Russen met dit voor hen zoo begeerlijke land niet on gevallig zijn. Wij vinden die in de merkwaardige auto biographic Autour d' une vie van prins Peter Kropotkinegeboren in het adellijke „Ridderkwartier'' te Moskou page aan het Keizerlijk hof te Petersburg, officier en wetenschappelijk verkenner van oostelijk Siberië en Mantsjoerije in dienst van de Russische regeering, later met haar in oorlog, gevangen, ontvlucht, ter dood veroordeeld, zwervende in West-Europa. Het was in 1863, dat Kropotkine den voet zette in het land, dat thans het terrein wordt van een der ge wichtigste oorlogen, die de nieuwere geschiedenis kent, en dat vóór hem nooit eenig Europeaan had betreden. Reeds vroeger had de doortastende Nicolaas Moeravief, men zou bijna kunnen zeggen ondanks de regeering te Peters burg, althans zonder haar steun, het Amoergebied in bezit genomen, ten noorden van de schoone rivier, waarvan de vruchtbare oevers bij zachter klimaat de arme bewoners van het koude Siberië sedert twee eeuwen voortdurend hadden aangetrokken. Op het oogen- blik, dat Japan zich voor het wereldverkeer ging open stellen meende Moeravief voor Rusland een sterke stelling te moeten innemen aan de kusten van den Stillen Oceaan maar hij had te Petersburg bijna iedereen tegen zichden minister van oorlog, die geen manschappen, den minister van financiën, die geen geld beschikbaar had, en vooral den minister van buitenlandsche zaken, wiens hoogste streven bestond in het vermijden van diplomatieke moeilijkheden. Moeravief moest dus wel handelen op eigen verantwoordelijkheid, en snel han delen ook, om de diplomaten van West-Europa te plaatsen tegenover het „fait accompli". Zoo ging het en zoo gaat het nog in het onmetelijke rijk, dat gezegd wordt door den Tsaar te worden ge regeerd. Hoe Moeravief te werk ging, wordt ons als volgt verhaald, en werpt een eigenaardig licht over den oorsprong en den aard van de bevolking dezer streken: Hij wenschte langs de oevers van de Amoer tot aan den Stillen Oceaan en van haar groote zijrivier de Oesoeri Russische kolonies te vestigen. Het dunbevolkte Oost-Siberië kon daarvoor de noodige menschen niet leverendaarom nam hij zijn toevlucht tot veroordeel den en dwangarbeiders. Hij schonk hun de vrijheid, sprak hen zelf toe bij hun vertrek, en vermaande hen ginds in vrijheid een nieuw leven te beginnen, het land te bebouwen en er Russischen grond van te maken. De Russische vrouwen zijn gewoon haar tot dwangarbeid veroordeelde mannen in Siberië te volgenmaar onder de aldus bevrijde nieuwe kolonisten waren ook onge- trouwden. Ook hier wist Moeravief raad hij stelde alle tot dwangarbeid veroordeelde vrouwen in de gevange nissen van Oost-Siberië in vrijheid, en noodigde haa. uit onder haar mannelijke lotgenooten een echtgenoo te kiezen. Daar de tijd drong, was men wel verplicht eene gezonde kleur, en terwijl ze daar zoo sierlijk op hare vrooljjke Phillida reed, die ook wist, dat het een bijzonder schoone morgen was, kreeg ze een gevoel alsof het nieuws, dat ze gisteren zoo onverwacht en met te genzin had gehoord in den jnwelierswinkel in de Bond- straat, slechts een benauwde droom was geweest en niets meer. Nadat ze een nnr gereden had, keerde ze snel naar huis terng en toen ze binnenkwam, hoorde ze dat haar heer en meester" nog niet was opgestaan. Ze verwis selde haar rjjkleed met eene eenvoudige witte ochtend japon, en ging naar hare studeerkamer om hare vele brieven te lezen, en maakte de aanteekeningen voor haren secretaris, opdat hij ze beantwoorden kon. Ze was hier mee nog bezig, toen Carlyon langzaam, slaperig en in een slecht hnmeor naar beneden kwam. ♦O, ben je daar eindelijk, Willy?" zei ze, terwijl ze hem vroolijk aankeek. ♦Je bent gisteren laat thuisge komen, is het niet, en nu nog wat vermoeid Hij stond een oogenblik stil en verwonderde zich, waarom ze hem haren gewonen morgenkus niet gaf. ♦Het was niet zoo erg laat", zei hjj bits. >Het was even half één. Je hebt dikwijls langer op mij gewacht. Maar ik heb gisteravond nog op je deur geklopt, en je gaf geen antwoord, je moet dus wel erg vast geslapen hebben," zei bjj op verwijtenden toon. Delicia bleef kalm in den brief lezen, dien ze in de hand had, legde hem daarna terzijde, en zei ♦Ja, dat denk ik ook. Je ziet dat ik altijd nog al hard werk, en nu is de natuur zoo goed en geeft mjj rust, wanneer ik die noodig heb. Je werkt ook wel hard, Willy, maar op oene geheel andere manier je jaagt allerlei vermaken naHet is waar, dat zulk werk wel het zwaarste is, dat ik ken. Daarbij is de tredmolen nog niets Het is dus ook geen wonder, dat je vermoeid bent. Het ontbgt is klaar, zullen we naar beneden gaan Ik heb van morgen reeds een nnr gereden en ik heb een ontzettendan honger. Ga je mee Zij ging het eerst naar beneden, hij volgde haar lang zaam en was maar weinig op zijn gemak. Hij miste iets in de manieren van zijne vronw, iets onbepaalds, waarvan hij zich nc ook geen rokenschap kon geven, maar dat haar altijd gekarakteriseerd had. Het was, als ware er plot. de huwelijksformaliteiten en plechtigheden te bekorten. Hij liet de paren rangschikken langs den oever, zegende hen en sprakIk verbind u in den echt, kinderen. Zijt goed voor elkander, mishandelt uw vrouwen niet en weest gelukkig De bisschop van de Amoer Inno- centius heeft later deze huwelijken wettig verklaard en de kinderen in de Kerkelijke registers doen inschrijven. Toen deze bron van kolonisten nog niet rijk genoeg bleek te vloeien, plaatste Moeravief eenige duizenden soldaten uit de bataillons van discipline als «aangeno men zonen" in de Kozakken-gezinnen. Zij hebben minder voldaan dan de ontslagen gevangenenmaar geen dezer beide soorten van kolonisten kon er in slagen een voldoenden oogst te winnen om althans in eigen onderhoud te voorzien. Jaarlijks moest een ge- heele |vloot van ongeveer 150 riviervaartuigen enorme hoeveelheden meel, vleesch, zout enz. aanvoeren ten behoeve van de nederzettingen langs de oevers. Als men bedenkt, dat de bebouwbare grond moet veroverd worden op het dichte natuurwoud, dat de ontzettende plasregens van de Juli-moussons bijna geregeld jaar- lijksche overstroomingen veroorzakenen millioenen vogels hun deel van den oogst komen nemen, dan wordt de onmisbaarheid van deze rechtstreeksche hulp begrijpelijk. Wordt vervolgd Uit Servië. De Servische Koningsmoordenaars krjjgen het loon, dat hnn toekomt. Sinds hnn vreeseljjk bedrjjf is 't met de rust in hun land, en waarschijnlijk ook in hnn hart, treurig gesteld. Nn weer komt tot ons het bericht, dat een verandering van regeering aan staande zou zijn. De verhouding tusschen het radicale gouvernement en de samenzweerders zou gespannen zijn, terwijl de samenzweerders zelf in twee partgen zouden verdeeld zijn. Men zegt, dat de Koning de grondwet zal schorsen en den vroegeren minister Geutschitch terugroepen. Ook wordt meer en meer erover gesproken dat de Koning afstand zou doen van den troon. De correspondent van de ♦Zeit." bericht, dat ofschoon deze geruchten zeer vaag zjjn, er toch zekere grond niet aan ontbreekt. Het gedenkteeken te Paardekraal. Dit gedenkteeken, een zoo mooie herinnering in de geschie denis van de Transvaal, kon in den jongsten Anglo- Boeren oorlog geen genade vinden in de oogen der Engel- schen het werd verwoest. Thans wordt echter gemeld, dat het is hersteld, althans wat het gedenkteeken zelf betreft; de steenen die er indertjjd om heen gelegen werden elke Boer droeg er een aan zijn verdwenen, waarschijnlijk tijdens den oorlog naar Durban gebracht gebracht en daar in zee gegooid. ♦Waar", zegt de Volks stem, ♦de historische data waren uitgebeiteld heeft men (aan alle vier zijden) een marmeren plaat ingelaten, waarop dezelfde feiten vermeld staan, als voorheen, ter wijl ook het traliewerk geheel hersteld is. Niets doet vermoeden, dat het monument beschadigd was, behalve de afwezigheid van den steenhoop er onder. Misschien zou dit verlies hersteld kunnen worden, als de zee hare schatten wilde opgeven en hare geheimen openbaren 1" Uit het. Engelsche Lagerhuis. De familie Chamberlain heeft weer eens een veer moeten laten. In de zitting van het Lagerhuis werd den kanselier van de schatkist, den zoon van Joe, voor de voeten geworpen, dat hij zich had laten beïnvloeden door de protectionis tische partijwaarvan zijn vader de leider is. Deze beschuldiging werd herhaald door Mac Kema die er bijvoegde, dat de kanselier van de schatkist aan verschillende leden van die partij de plannen der regeering had bekend gemaakt. Door deze onbescheidenheid worden de enorme aankoopen verklaard van alle soorten tabak, die onder de nieuwe wet vallen. De heeren Chamberlain vader en zoon hebben beide deze beschn- digingen heftig tegengesproken. De wet werd na deze rumoerige zitting met eene meerderheid van 77 stemmen aangenomen. Frankrijk met Engeland verbonden. Sedert het sluiten van het Engelsch-Fransch verdrag is het seling een sterke stroom tnsschen hen ontstaan, die haar noodzaakte aan den eenen kant te bljjven en hem aan den anderen. Hjj ging haar nauwkeurig na, terwjjl ze thee zette, en vlug de ontbijttafel een vroolijk aanzien gaf, door hier eene vaas bloemen te plaatsen en daar een schaaltje fruit; daarna overhandigde ze hem zijne nieuwsbladen alles met dezelfde nauwgezetheid en vriendelijkheid. Spartan schijnt knorrig te worden," merkte hij op, terwjjl hg de krant ontvouwde. ♦Toen ik gisteravond aan je deur klopte, liet hg mij zjjne tanden zien en begon te grommen. Ik wist niet dat hg zoo kwaadaardig kon zjjn." Delicia keek haren hond vermanend aan. O, Spartan 1 Wat hoor ik van je?" zei ze, waarop Spartan zijn kop liet hangen, en zich niet durfde ver roeren. Ken je je meester niet, als hij 's avonds laat thuiskomt Hield je hem voor een dobbelaar, Spartan Dacht je dat hjj in slecht gezelschap geweest was Foei, schaam je wat, ik dacht, dat je wel beter wist, oude jongen Spartan keek beschaamd voor zich, maar niet zóó als Baron Carlyon. Hjj schoof op zjjn stoel heen en weer, kleurde tot achter zjjne ooren, en maakte heel veel be weging met het open- en dichtvouwen van zjjne krant eensklaps werden .zjjne gedachten hem te machtig; hjj werd boos, zonder dat hjj wist op wien, en zooals een egoïstisch man pleegt te doen, viel hjj de vrouw aan, die hjj dageljjks veronachtzaamde. ♦Gisterenavond hoorde ik iets, dat mjj erg ontstemde, Delicia", zei hjj, terwjjl hij zich zeer fijn beschaafd voor deed. Het gold jou, en ik wenschte je daarover eens te spreken." Zoo zei Delicia, terwjjl ze hem ternauwernood aan keek. ♦Ja." En al brommend en Btotterend begon hjj Je weet je bent eene vrouw en daarom moest je heel voorzichtig zjjn met hetgeen je schrjjft. Een heer vertelde mjj gisteravond, dat er eenige sterke uitdruk kingen je weet wel, wat ik bedoel in je laatste boek voorkomen en hjj zei mjj, dat het de vraag was of eene vrouw, die eenig begrip van welvoeglijkheid had, wel zulke dingen behoorde te schrijven." Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1904 | | pagina 5