ADVERTENTIE^""
Zitting van den Gemeenteraad
Oproeping.
dan zal er wel gevochten worden in Korea of Japan,
dan znllen er noodwendig eenige tienduizenden Rus
sische boeren en gele Japansche dwergen worden ter
neer geveld wat voor die arme kerels zeer zeker is te
betreurendoch de Westersche beschaving, onze cultuur,
zal niet vernietigd worden, wetenschap en kunst zullen
niet ondergaan, de strijd zal blijven zooals 't behoort
gelocaliseerd.
En waarom ook niet Eene worsteling tusschen Russen
en Japanners moet het verlichte Westen al even koel
laten als 't vechten van twee Kafferstammen. Voor wie
zou men in 's hemelsnaam party kiezen Laat de volkeren
eens by referendum stemmen voor oorlog of vrede, voor
Rusland of Japan 1 Slechts enkele gekken zouden strijd
verlangen, misschien wel uit zucht naar avontuur en een
handjevol Fransche en Engelsche dwazen kozen allicht
partij voor het donkere Rijk van den knoet of voor de
zich heel wat inbeeldende Jappié's.
Vrede zou zeker 't algemeene verlangen blijken en de
honderdduizenden blanco-briefjes zouden getuigen van 't
moeiljjk plaatsen der sympathie.
De Russen kennen wij alleen uit boeken en couranten
artikels, uit hun dom fanatisme, uit hun vrees voor wat
licht en de Japanners die ik hier in Indië mocht ont
moeten bjj elkaar een kleine honderd, gaven mij den
indruk van een vrij verwaand onmogelijk ras van men-
schen, echte parvenu's op intellectueel gebied.
Nog onlangs moest ik me geweld aandoen om zoo'n
vlegelachtig dwergje niet een flinke oorvijg toe te dienen,
't Was in het Hotel op Soekaboemi, waar een Japanner
van Batavia op meer dan hondscheecht sinjoachtige
wijze, den gedienstigen, beleefden Soendaneeschen mandoor
(ober-kellner) behandelde. Och 1 Rus of Japannees, 't is
lood om oud ijzer 1
Sindanglaja. Lt. Clockenek Brousson, b. d.
1) blanda idjoev is blauwe Hollander, een scheld
naam, dien Inlanders en vreemde Oosterlingen (onder el
kaar) aan den Indo-Europeaan geven.
ALKMAAR,
op Woensdag 11 Hel 1904,
's namiddags te 1 uur.
Voorzitter de Burgemeester.
Secretaris: de heer 0. D. Donath.
Tegenwoordig 12 leden. Afwezig met kennisgeving de
heeren de Wit, de Sonnaville, Moens, Bosman en Wicherink.
De notulen der vorige vergadering worden gelezen en
goedgekeurd.
1. Mededeellngen en Ingekoaten stukken.
Ingekomen zijn
a. Brief van Ged. Staten ten geleide van het goed
gekeurde raadsbesluit in zake het doen van uitgaven uit
den post van onvoorziene uitgaven der gemeentebegroo-
ting, dienst 1903.
Voor kennisgeving aangenomen.
b. Beriehten van de heeren Mr. van der Hoeven, Mr.
Dorbeck, Mr. Mulder, G. Ripping en Ds. Glasz, houdende
mededeeling, dat zij hunne benoenjing tot curator van
het op te richten gymnasium aannemen.
Alsvoren.
c. Een ongezegeld adres, onderteekend Schoen en Co.
c.s., waarin nogmaals wordt gevraagd, om ten spoedigste
te doen overgaan tot het bestraten van de Nieuwpoorts-
laan en Nieuwpoortssteeg en waariD wordt medegedeeld,
dat de eigenaars der verschillende perceelen aldaar niet
genegen zijn in de kosten dier bestrating bij te dragen.
Als ongezegeld en niet op voldoende wijze ondertee
kend ter zijde gelegd, terwijl de Voorzitter mededeelt,
dat B. en W. alsnog gevolg zullen geven aan den door
den Raad uitgesproken wensch om met de eigenaars een
conferentie te houden.
d. Brief van Ged. Staten ten geleide van het goed
gekeurde raadsbesluit in zake de verhuring van water in
het afgesneden kanaalvak.
e. Idem in zake het sluiten van een geldleening groot
f 64000.
Idem in zake de ruiling van grond met Dr. Moltzer.
Deze missives worden voor kennisgeving aangenomen.
g. Een beschikking van Ged. Staten in zake een be
lastingreclame in hooger beroep. Alsvoren.
h. Verslag van den toestand der gemeente over het
jaar 1903, waarvan elk der leden een exemplaar ontvangt.
2. Swppl. kohier der Straatbelasting.
Het suppletoir kohier der Straatbelasting, dienst 1903
is opgemaakt tot een bedrag van f 126.44.
Onveranderd vastgesteld.
3. Stoomtram Schagen-Zijpe —Alkmaar.
Door de Noorderstoomtramvereeniging is tot den Raad
het verzoek gericht om voor de gemeente Alkmaar de
deelname in het aandeelenkapitaal te willen verhoogea
van f 10.009 op f 20.000.
In het adres wordt gewezen op eene voorwaarde, door
de Staten der provincie gesteld bij de toekenning van
het renteloos voorschot groot f 142000 en een deelname
in het maatschappelijk kapitaal tot een zelfde bedrag.
Die voorwaarde luidtdat aan Ged. Staten vóór 1 Juni
moet bljjken, dat door de onmiddellijk belanghebbenden
een gelijk bedrag van het aandeelenkapitaal is bijeenge
bracht. Waar nu aan dat bedrag nog f 34000 ontbreekt,
wordt door de vereeniging opnieuw de steun der ge
meente ingeroepen, opdat de totstandkoming der belang
rijke tramwegverbinding worde verzekerd.
B. en W. stellen met het oog op het grnote belang
der zaak voor, het verzoek in te willigen en met in
trekking van een vroeger besluit
le. Voor de gemeente deel te nemen in het aandeelen
kapitaal, benoodigd voor den aanleg van eon stoom
tram SchagenZypeAlkmaar, tot een bedrag van
f 20000, en
2e. om aan de vereeniging ter zake een renteloos voorschot
te verleenen van f 20000.
De heer Kraakman vraagt het woordniet om
tegen het voorstel te spreken, wijl hij daartegen volstrekt
geen bezwaar beeft, 't Geldt hier toch een algemeen
Nooidhollandsche zaak, of althans eBn zaak, die vooreen
groot deel van het gewest van groot belang is. Bij de
behandeling van het eerste voorstel omtrent deelname
in het kapitaal en het geven van een renteloos voorschot,
heeft hij daarop gewezen en o.a. gezegd, dat het belang
voor andere deelen van de provincie nog wel zoo hoog is
als voor Alkmaar, doch dat Alkmaar zich daarvoor wel
eenige opoffering kon getroosten.
Nu wordt in de toelichting op dit request de ver-
boogde bijdrage min of meer als een bagatel voorgesteld,
terwijl men het laat voorkomen, alsof die 3°/, gegaran
deerde rente eenvoudig in de gemeentekas zou vloeien,
wat niet juist is. De opoffering, die Alkmaar zich getroost,
is derhalve niet zoo gering. Spr. zegt dat niet om den
Raad af te schrikken, maar opdat men wete, niet alleen
hier, doch ook in de omgeving, dat de Alkmaarsche Raad
ter wille van de zaak werkelijk geen geringe offers brengt,
om te doen uitkomen, dat de opoffering niet zoo onbe-
teekenend is als door adressante wordt voorgesteld.
Het voorstel wordt daarna zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd.
4. Herbenoeming Stads vroed vrouw.
Met ingang van 1 Juni a.s. wordt met algemeene stemmen
voor den tijd van vijf jaren herbenoemd mej. A. W. J.
SchoonhovenVetter.
5. Benoeming van een lid der plaatsel.
cnmmlsale van toezicht op het JL. O.
De voordracht bestaat uit de heeren H. J. Vonk en
S. de Lange P.Bz.
Benoemd de heer H. J. Vonk, met 11 stemmen, I stem
was in blanco uitgebracht.
6. Tolheffing op den Hoeverweg.
B. en W. stellen den Raad voor opnieuw een adres te
richten tot H. M. de Koningin, waarin verzocht wordt
de gemeente weder concessie te verleenen tot heffing
van tolrechten op den weg van Alkmaar naar Egmond
aan den Hoef, en liefst voor een tijdperk langer dan
drie jaren. Conform besloten.
7. minimumloon en maximumarbeidstijd.
Voorstel van B. en W. om afwijzend te beschikken op
de adressen van de Timmerliedenveroeniging »Verbete-
ring door Eendracht" en van de gecombineerde bouw
vakken, afd. Alkmaar van den R. K. Volksbond in zake
een andere toepassing van de verordening, houdende be
palingen omtrent minimumloon en maximumarbeidstijd.
De beer Uit enbosch wenscht een vraag te doen
aan B. en W. naar aanleiding van het bij dit voorstel
gevoegde rapport van den gemeentearchitect, ofschoon hij,
indien deze bijlage niet was verschenen, toch die vraag
had willen stellen. Het betreft de jongste aanbesteding
van de schoolbanken voor de 3e gemeenteschool. Het
mag waar zijn, dat het adres der timmerlieden zonder
motief is ingediend, doch 't is of ze een vooruitzienden
blik hebben gehad, dat dit aanbestede werk zal worden
gemaakt buiten de bepalingen der verordening om. De
architect noemt het hier oen aanbesteding tot een klein
bedrag, maar toch is er zeker 50 aan arbeidsloon bij
en dat is niet gering. Zijn er nu, vraagt spreker, door
B. en W. voorzorgen genomen, dat de aannemer van de
schoolbanken, die elders woont, voor dat werk uitbetaalt
het loon, waarop de aannemers hier bij de inschrijving
gerekend hebben Zoo niet, dan heeft men hier te doen
met een wel niet oneerlijke, maar toch ongewenschte
concurrentie. Spreker toch weet met zekerheid, dat te de
Lemmer, waar de aannemer woont, het hoogste loon is
15 ct. per uur. Daarom zou hij gaarne van B. en W.
weten of de bepalingen van de verordening ook voor
dezen aannemer geldend zijn.
De Voorzitter, hetgeen door den heer Uitenbosch
is gezegd, beschouwende als een interpellatie, verklaart
zich bereid daarop in de volgende vergadering te ant
woorden.
De heer Uitenbosch meende deze vraag thans te
mogen doen, juist omdat de architect in zijn rapport deze
aanbesteding aanhaalt.
De Voorzitter zegt daaropdat hij 't den heer
Uitenbosch niet kwalijk neemt, dat deze de vraag doet,
maar aan B. en W. staat het toch ook vrij het antwoord
te geven in een volgende zitting.
De heer Uitenbosch dacht, dat het antwoord niet
zoo moeilijk was doch als B. en W. dat niet kunnen
geven, dan zal hij het zich zelf verschaffen.
De heer Kraakman gelooft, dat, als hij het wel be-
grjjpt, de zaak zoo is. Als hier werk wordt aanbesteed
in de gemeente, dan gelden voor dat werk de gemeen
telijke voorschriften en nu is do vraag gelden die voor
schriften ook voor werk, dat voor de gemeente in andere
plaatsen is verricht of zal vjprden verricht, 't Betreft
dus de interpretatie van de gemeentelijke verordening.
Als de voorschriften alleey voor de gemeente Alkmaar
gelden, dan zou mogoip tot een oplossing kunnen leiden,
en dat zou zeker zijn voordeelige zijde hebben, als voort
aan werd bepaald dat dergelijke werkzaamheden steeds
binnen de gemeente moeten worden verricht.
De heer van den Bosch stemt geheel in met de
woorden van den heer Kraakman en beveelt B. en W.
aan die zaak in zeer ernstige overweging te nemen.
Na toezegging van den Voorzitter wordt het voorstel
goedgekeurd.
Rondvraag.
De heer van den Bosch wijst er op, dat bij de
beoouwing van het terrein van de VVoningmaatschappij,
bij da Stationsstraat het eerste huis is gebouwd. Is hij
wel ingelicht, dan zal het volgende huis, om vierkant te
kunnen bouwen, een paar meters terugspringen. Nu acht
hij voor alles een behoorlijke rooilp daar zeer gewenscht,
waarom hij B. en W. verzoekt daarop wel het oog te
houden opdat men geen toestand krjjge als aan den Gees-
tersingel en ten deele aan den Stationsweg reeds bestaat
De Voorzitter belooft, dat B. en W., die echter
met deze zaak nog geheel onbekend zp, het gevraagde
toezicht zullen houden.
De heer Vonk zegt, dat hij met een gemengd gevoel
van leedwezen en vreugde heeft kennis genomen van de
ingezonden stukken in de Alkmaarsche Courant", betref
fende het onderwijs aan de Burgerschool. Met leedwezen
heeft hij daaruit vernomendat dit onderwijs niet kan
concurreeren met andere plaatsen en met vreugde heofc
hij daardoor nog iemand ontdekt die belang stelt in dat
onderwijs want waarip die belangstelling is over het
algemeen niet erg groot.
In Juni 1900 toch heeft spreker in verband met de
benoeming van een tweeden leeraar aan de inrichting
voor hooger onderwijs gewezen op het gebrekkige in dat
onderwp, doch nooit is door iemand daar verder over
gesproken, zelfs in de onderwyzerswereld niet, waar men
anders niet zoo op zijn mondje is gevallen. In 1901 heeft
spr. daarop ingediend een voorstel tot reorganisatie van
dat onderwijs, waarop thans, na 3 jaar, nog het prseadvies
niet is verschenen. Het hoofd der school beeft wel naar
aanleiding der Ingezonden Stukken B. en W. een bewp
van vlijt en goed gedrag meenen te moeten uitreiken, in
zp artikel in de »Alkmaarsche Courant", maar dien yver
vindt spr. zoo groot niet. Zp voorstel heeft nu reeds op
8 Mei den aanvalligen loef tijd van 3 jaren bereikt en is
nog niet van B. en W. teruggekomen. Daarom zou hij
aan B. en W. deze twee vragen willen doen: le in welk
stadium of de zaak thans verkeert en 2e of er mogelp-
heid bestaat dat spreker de behandeling nog zal kunnen
bijwonen.
De Voorzitter belooft in de volgende vergadering
te antwoorden en hoopt dan ook te weten, wat de voor
nemens zp van den heer Vonk, om het antwoord op de
tweede vraag te kunnen geven.
De heer de Groot herinnert er aan, dat hij in een
vorige vergadering heeft gevraagd, hoe het staat met den
aanleg van de tram EgmondAlkmaarBergen. Daarop
is verschenen en den Raad toegezonden het verslag der
vennootschap, doch dat gaat niet verder dan tot 31 Dec.
1903; gaarne zou hij weten, hoe men er thans mee staat.
De Voorzitter antwoordt, dat door B. en W. aan
het Bestuur is gevraagd om verdere mededeelingen en
dat daarop d.d. 9 Mei is geantwoord. Uit die mededee
lingen blpt, dat het wachten nog slechts is op de ko-
ninklpe beslissing in zake de onteigening van eenige
perceelen en de goedkeuring van de reeds ingezonden
bestekken.
De heer Kraakman maakt daaruit op, dat de te
onteigenen perceelen nog niet in de Staatscourant ver
meld zp, wat hem aanleiding geeft, om in herinnering
te brengen hoe destijds, bij den aanleg van de spoorlijn
AlkmaarHoorn, op zgn voorstel door B. en W. in een
schrpen aan den minister op spoed is aangedrongen en
hoe enkele dagen daarna de beslissing verscheen in de
Staatscourant. 'I Is mogelp, dat de stukken wat lang
blpen liggen en daarom zou hij het niet kwaad vinden,
indien B. en W. ook thans het verzoek deden aan den
minister om wat meer spoed te maksn.
De Voorzitter vraagt, of de heer Kraakman
daartoe een voorstel doet, waarop deze antwoordt, dat
hij dat doen wil als B. en W. het steunen, en een derge-
lpe aansporing tot den minister oorbaar achten.
De Voorzitter meent echter, dat in d i t stadium
weinig aan de zaak is te doen en acht het niet wenschelp,
waar het bestuur genoeg per betoont, doch hij laat het
geheel aan den Raad over.
De heer Kraakman is van oordeel, dat een aanspo
ring van den Raad meer invloed zou kunnen hebben dan
van het bestuur.
De heer de G r o ot ondersteunt het voorstel van den
vorigen spreker, evenals de heer van den Bosch, die
meent, dat een dergelpe steun van de zijde van den Raad
het Bestuur niet anders dan aangenaam kan zp.
De Voorzitter verwacht er niet veel resultaat van.
Toen in Februari de Ged. Staten hier zitting hielden voor
het aanhooren van bezwaren tegen den aanleg, heeft de
heer R o 11 hem op een vraag, of nu niet spoedig de
aanleg tot stand zou komen, geantwoord: »'t Kan nog
wel een jaar duren." De heer Bosman, die gedurig naar
den Haag gaat, meent ook, dat de zaken niet gauwer
kunnen gaan, doch acht de Raad het wenschelp, dat
B. en W. aan den minister schrpen, dan zullen zij zich
daartegen' niet verzetten.
Daarna wordt overeenkomstig het voorstel van den heer
Kraakman besloten.
De heer Kraakman zegt verder nog in de dagbladen
te hebben gelezen, dat by de Tweede Kamer is ingediend
een wetsontwerp, strekkende, om bij het Rp weder in
beheer en onderhond te nemen het boord en het jaagpad
aan de W. zijde van het N. Holl. Kanaal van de vaste
brug op 91 M. benoorden kilometerpaal 38 tot 104 M.
benoorden die brug, thans in behoor en onderhoud bij de
gemeente Alkmaar, krachtens overeenkomst van 21 Maart
1889. Zooals hem is medegedeeld, geldt het hier het
kanaalboord bij de stadsreiniging. Nu wil hij aannemen,
dat er overleg heeft plaats gehad met het gemeentebestuur
en hij kan zich voorstellen, dat, nu Alkmaar de aanleg
plaats daar niet meer noodig heeft, wyziging wordt ge
bracht in de overeenkomst, maar 't komt hem voor, dat
deze zaak bij den Raad moet worden gebracht. Als B,
en W. dat met hem eens zgn, is hem dat voldoende.
De Voorzitter deelt daarop mede, dat reeds vroeger,
en het laatst op 18 Nov. 1903 in geheime zitting, de
Raad heeft besloten B. en W. te machtigen tot de wyziging
dier overeenkomst.
De heer Kraakman herinnerde zich dat nietmo
gelp is hij toen niet aanwezig geweest, maar is het niet
noodig, vraagt hij, dat zulks in openbare zitting wordt
behandeld
De Voorzitter gelooft het niet.
De heer Boelmans ter Spill zegt, dat tweemaal
de zaak bij den Raad aanhangig is geweest, eerst bjj de
behandeling van de haven voor de reiniging en later in
besloten zitting. Hij acht' de zaak niet van zooveel ge
wicht, er wordt thans geen nieuwe overeenkomst gesloten,
doch de vroegere vervalt eenvoudig.
De heer Kraakman verbaast er zich over, dat dan
een wetsvoorstel is ingediend. Hij gelooft niet, dat de
zaak zoo eenvoudig is, als de vorige spreker zegt; 'tis
blpbaar hier geen overeenkomst die vanzelf te niet gaat.
Spr. beveelt B. en W. aan de zaak eens na te gaan.
De Voorzitter is bereid de stukken te laten halen,
wat de heer Kraakman echter niet verlangtals B. en W.
den Raad eens inlichten, is hem dat voldoende.
De Voorzitter belooft dit, waarna de operbare
zitting wordt gesloten en men in geheime zitting
overgaat tot behandeling van het kohier voor de belasting
op het inkomen, dienst 1904.
Allen, die iets te vorderen hebben van of verschuldigd zp
aan of borgtochten hebben, geteekend door wijlen den heer
F. RAVEN, in leven Veearts te Alkmaar, worden ver
zocht daarvan opgaaf of betaling te doen vóór of op
1 Juni 1904 aan
J. WONDER Pz., Bergerhout,
of A. STAM Jbz., Geestersingel,
Alkmaar.