BUITENLAND. BINNENLAND. No. 59. Kerste Blad. Honderd en zesde jaargang. 1904. WOENSDAG 18 MEI. Algemeen Overzicht. De Nieuwst ij dingen. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt B 1 n s d g-, Doiltrl»! on aaterdagawoad uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaab f 0,80franco door het geheele rijk f 1, 3 Nummers f 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets. tal Telefoonnummer 3. Prys der gewone advertent! 6n t Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N/V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOONVoordam C 9. De ontzettende worsteling in het Oosten van Azië die in alle deelen der wereld met zoo groote spanning wordt gevolgdheeft ten gevolge dat er veel minder aandacht wordt geschonken aan andere buitenlandsche gebeurtenissenhoewel die allerminst van belang zijn ontbloot. Ook wij moeten erkennen daaraan schuldig te zijn; wel hebben wij vaak de pen ter hand genomen om te schrijven over voorvallendie in gewone omstandig heden kolommen stofs zouden bieden maar als wij dan zagen op hoeveel regels van onze beperkte ruimte »de Oorlog" reeds beslag had gelegddan kwamen wjj @r niet toe om even verder te gaan eu de pen op het papier te brengen. Maar heden willen wij toch toonen dat wij ons be wust zijn van de bedoeling van een rubriekdie tot opschrift voertAlgemeen Overzicht. Daartoe verzoeken wij onzen lezers eens en voor altijd zij hier opgemerkt, dat wij ter vermijding van eentonigheid niet steeds spre- den van »lezers en lezeressen", doch dat de laatsten ons minstens even dierbaar zijn en wij er zeer naar streven om met onze beschonwingen ook haar oor te bereiken daartoe verzoeken wij dns allen, die dit blad in banden krijgen zich met hunne gedachten te verplaatsen naar Thibet, naar het Centraal-Aziatische land dat zich tot hiertoe met zoo goed gevolg had weten afgezonderd te houden van hetgeen men »de Westerscbe beschaving" pleegt te noemen. De rust in dat land is sinds eenigo maanden deerlijk gestoord door eene expeditiedie de Engelscben daarheen hebben gezonden. Om wat te doen Om dat goed te begrijpen moet men verstand hebben van de hoogere politiek. Het land toch is arm, woest, onontginbaar en door het reusachtige Himalaya-gebergte van voor-Indië ge scheiden. In geen enkel opzicht zou het voor Engeland een begeerlijk bezit zijn. Trouwens, Thibet wordt ook niet door Engeland begeerd, als men ten minste de ver klaring mag gelooven, door Lord Ourzon, den onderko ning van Indië, bij den aanvang der expeditie afgelegd. Slechts hebben zijne bewoners een enkele maal getoond niet ontoegankelijk te zijn voor een vriendschappelijke toenadering tot de Russen en ziedaar een zonde, die niet straffeloos gepleegd kan worden ten aanzien van de Union Jack. Rusland heeft op het oogenblik meer dan de handen vol met Japan en die omstandigheid was voor het land, waar men de mooie uitdrukking »fair play" heeft bedacht, te verleidelijk om ongebruikt te laten. Zoo zijn de Rooi baaitjes" doorgedrongen in het land van den Mongool, zoo overrjjk aan overblijfselen eener eerbiedwaardige oudheid. Eeuwen en eeuwen heeft het gesluimerd en nu is 't niet een Prins, die de schoone slaapster wekken komt, maar een ruw soldaat, die niet weet wat wordt verstaan onder »een heiligschennende daad." En in het moederland maakt de jingo-pers haren lezers duidelijk, dat daarginds een werk van horna niteit wordt ondernomen, dat de macht eener priester kaste zal worden gefnuikt en het volk van stoffelijke en zedelijke slavernij zal worden verlost 1 Vreemd dan toch dat deze zoogenaamde slaven den brenger der vrijheid niet met vreugde hebben begroet Want dat hebben zij allerminst. Zij hebben zich uit al hnn macht tegen den indringer verzet en hem bjj den Karo-pas trachten te weerstaan waaruit een bloedig gevecht Is ontsproten. Nu hebben de Engelsehen hun zin Want nit deze gebeurtenis putten zy het recht om tot Lhassa de hoofdstad van Thibetdoor te dringen geljjk de heer Brodrickminister voor Iadiëin het Lagerhuis heeft aangekondigd. Zoo iets is koren op den moien van een blad als de »Times", dat dezer dagen in een entrefiletdat Pecksniff eere zou hebben aangedaan schreef»Wjj moeten naar Lhassa gaan daar moeten wij een overeenkomst treffen met den Dalai-lama of diens vertegenwoordigers. Nu hjj niet tot ons wil komen moeten wij naar hem gaan. Wij kunnen dezeu nood dwang betreuren. Maar wij hebben gedaan wat wij konden om dit uiterste te verhoeden." Nu nog zwijgt Rasland omdat 't op dit oogenblik de macht mist krachtig van zich af te spreken. Arme Thibetanen 't staat te vreezendat hun land eenmaal zal worden het terrein waar »het Centraal-Aziatische probleem" moet worden uitgevochten. Omtrent den oorlog in Oost-Azie heerscht vrij algemeen het gevoelendat Generaal Koeropatkine zjjne terugtrekkende beweging niet verder zal uitstrekken dan tot L i a o - j a n g zoodat binnen enkele dagen in de buurt daarvan een nieuwe slag zou zijn te wachten. De Japanners zouden 't er op toeleggen om in deze buurt spoedig tot een beslissend gevecht te komen wijl over zes weken het regenseizoen invalt waardoor de wegen vrjjwel onbruikbaar zouden worden. Bjj Liao-jang zou bovendien de positie der Rassen veel gunstiger zijn dan aan de Yaloe-rivier, want hnn zwaar geschut bevindt zich daar reeds sinds geruimen tijd zoodat zij 't op gunstig ge legen plaatsen hebben kunnen opstellenen ook is zeer de vraagof de Japanners bij machte zullen zijn zoo ver naar het bin- hunne zware belegeringsstnkken nenland mee te voeren. Ziedaar allerhand hypothesen waarvan de deugdelijk heid wel heel spoedig aan de werfcelijkheid getoetst zal worden. Aan den specialen oorlogscorrespondent van de Daily News" zijn wij eenige belangrijke mededeelingeu omtrent Port Arthur verschuldigd. Hij verliet de stad in het begin der vorige week. Vol gens hem hadden de verschillende bombardementen, waar aan de stad was blootgesteld geweest, weiuig uitwerking gehad en hadden alleen enkele woonhuizen daardoor schade beloopen. De doortocht uit de haven was vrijgemaakt en twee dagen vóór zijn vertrek had hij twee kruisers en twee torpedo jagers naar buiten zien stoomen. Door de Japanners waren van de landzijde wel aanvallen ge daan, maar telkens waren zij met groote verliezen terug geslagen bij een daarvan lieten zij 85 dooden op het slagveld achter. Volgens een telegram uit Tsji foe zou tusschen den 20en en den 23en een gemeenschappelijke aanval te land en ter zee te verwachten zijn, waarbij de Japanners alles zullen beproeven om de stad te doen valleneen Japansch officier zon verklaard hebben, dat is die de moeste ondervinding hebben van Chineesche werklieden houden vol, dat de eerst aangevoerden in de Johannesburger mjjnen als vliegen sterven zullen en dat wanneer het sterftecijfer in China bekend wordtmen ons verder naar koelies zal laten fluiten. Buiten de financiëel belanghebbenden is men feitelijk eenstemmig tegen het binnenhalen van den Chinees. Zelfs te Johan nesburg bestaat eene sterke minderheid tegen gele werk lieden en buiten Johannesburg is de overgroote meerder heid er tegen. Van de Boeren zijn allen behalve de minderheid met hare bijbedoelingen tegen de Chineezen. Men zegt van De Wet dat het hem niet schelen kan. Generaal Botha aan den anderen kant is onvoorwaar delijk tegen den invoer van Chineezen. Kortom ik heb goede hoop voor de toekomstmits naar recht en billijkheid handelen onze schulden betalen wat ons ten minste tusschen de tien en vijf tien millioen pond sterling kosten zal ons woord houden en den Boeren toonen, dat zij ouder de Britsche vlag hunne idealen even vrij en goed knnneD verwezen lijken als de Australiër en de Canadees. zij er een verlies van 2000 man voor over zonden hebben, als de stad hun maar in handen viel. In de Kerr baai, op dezelfde plaats waar de vorige week een torpedo-boot verloren ging, hebben de Japanners en nieuw verlies geleden. Het advies-vaartuig Mijako" stiet op een mijn en ging daardoor naar den kelder; acht man zijn hierbij omgekomen. Voor de Russan is daarentegen weer een groote tegen spoed, dat de Regeering een telegram uit Moekden heeft ontvangen, waarin haar dringend wordt verzocht, nog 100 genetsheeren te zenden tor bestrijding van besmet- telijke ziekten, welke onder de Russische troepen heerschen. Typhus, dysenterie en pokken zouden vele slachtoffers onder de manschappen maken. Tot slot nog twee kleine nieuwtjes. Vooreerst meldt de »Nowoje Wremija," dat de Russische troepen, die tot- dusver witte zomerjassen droegen k h a k i-uniformen krijgen. En ten andere hee+t de Russische regeering in den omtrek van Brussel duizend postduiven gekocht, om die op het oorlogsterrein te gebruiken. Zij betaalde ge middeld 25 frs. per dnit. Men weet, dat de heer Stead, na de mislukking van zijn jongste dagblad-onderneming in Engeland zich naar Zuid-Afrika heeft begeven om daar wat rust te vinden. Rnst en deze roerige journalist zijn er echter twee. De heer Stead heeft 't misschien in Afrika drukker gehad dan »at home"tal van redevoeringen heeft hij er gehouden en zoowel in de Kaapkolonie als in Transvaal hebben de Afrikaners hem met de grootste hartelijkheid begroet Zijne gevoelens ten opzichte van de Boeren zijn nog dezelfde als tijdens den oorlog hij draagt hun een warm hart toe. Nu is de heer Stead in Engeland teruggekeerd. Een redacteur van de Daily News" was er dadelijk bij om hem te interviewen en tegenover hem heeft de heer Stead zjjn meening niet onder stoelen en banken gestoken. De Boeren dus verklaarde de heer Stead onder meer, houden zich bewonderenswaardig. Er wordt niet gerept van opstand. Hot gedrag der aanvoerders is onberispelijk. Zij bewaren eene afwachtende houding. Zij wachten af, of Engeland zijne schalden zal betalen en zijn woord houden. Doen we beide en we zijn nog millioeuen aan de bevolking der nieuwe koloniën schuldig aan be loofde schadevergoeding die we nooit voldaan hebben dan zullen we van de Boeren geen last hebben. Maar gaan wij voort met hun geld hun te ontfutselen en de hun gedane belotten te schendendan znllen we Zuid Afrika verliezen en verdienen het te verliezen. Een be drieger oplichter en lengenaar heeft noch in Zuid- Afrika noch ergens elders eene rijkszending te vervallen Met beloften bedoel ik in de eerste plaats ontvangbe wjjzen van Britsche officieren mede OLderteekend door Britsche generaalsen openlijk door den heer Cham berlain geëndosseerd. Het ontvangbewijs van een Britsch officier, zeide deze, is zoo goed als een Engelsehe bank noot. Houders van niet-gehonoreerde ontvangbewijzen die bemerken dat alle middelen der spitsvondigheid wor den te baat genomen ten einde betaling te ontwijken kan men 't niet kwalijk nemen, zoo zij meenen eer met een klaplooper dan met John Buil te doen te hebben De belofte van zelfstandig bestunr komt pas in de tweede plaats. Laten we eerst onze schulden betalen en ver volgens ons woord gestand doeD. Wat lord Milner betreft, de vnrigste vooratanders van zijn aan big ven als Hooge Regeeringscommissaris zijn het overschot onverzoenlijke Boeien, die niet gelooven, dat zij ooit door het Rijk eerlijk behandeld zullen worden en daarom alles verwachten van de verdwijning der Britsche vlag uit Znid-Afrika. Na hen komen de voor standers van den Chiueezen-invoerdie hem steunen zoolang hij hen steunt. Die Chineezen-quaestie is eene voorbijgaande verdwaasd heid. De mijn-eigenaren zullen er de proef mede nemen gelijk ze beproefden het loon der Kaffers te verlagen, en 't zal hun berouwen. Reeds geven ze toe, dat do Chinees hnn meer kosten zal dan de Kaffer. En wat het ergste «Standaard" deelt mede, dat bij het uitbreken der spoorwegstaking ia Hongarije minister Tisza terstond ge ïnformeerd heeft, hoe de Nederlandsche regeering daarin gehandeld had, en dit voorbeeld heeft gevolgd. Blijkens het afdeelingsverslag van de Eerste Kamer over de Hooger Onderwijswet hadden zeer vele leden van nit- eenloopende richting onoverkomelijk bezwaar tegen het diplomeeringsrecht aan bijzondere universiteiten, waarin voor hen het zwaartepunt der geheele zaak lag. Hoewel een bepaalde meerderheid zich niet afteekent, laat het Verslag den indruk dat de meerderheid tegen gemeld hoofdbeginsel stemt. Men zie voorts het telegram over deze aangelegenheid in dit nummer. Uit Transvaal. Wjj werden in de gelegenheid gesteld inzage te nemen van een brief van een landgenoot in Transvaal, waarin veel voorkomt, dat in ruimeren kring bekendheid verdient. Daarom laten wjj eenige gedeelten daarvan hiervan volgen Het Afrika van vroeger bestaat niet meer. Van alle gebouwen waait de Union Jack. En nu heeft men zich maar te ergeren over het wanbestuur, waaraan de over- rompela^r zich zoo ernstig schuldig maakt. Alles wat men hoort en ziet is vijandschap tusschen Boer en Brit. En wat een geest van diepe verdorvenheid, ten gevolge van den oorlog, is er gekomen over het menschdom eerloosheid, zedeloosheid, karakterloosheid spelen nu de baas en schalden maken is aan de orde van den dag. Waarop dat alles op den duur moet uitloopen weet ik niet. Van kenze van werk is geen sprakemen moet aan pakken wat men krijgen kan. De verdiensten zjjn daarbjj niet hoog. Treurig is 't om te zien, hoe ze met het materiëel van de Z. A. S. M werken alles ziet er even vuil en schunnig uit. Ik zou niemand raden hierheen te komen, of 't moest dan zjjn om onze partjj te versterken. Maar je kunt niet van den wind leven en 't is zwaar om iets te krijgen. Allen verwachtenspeculeerende op den „boem die zeker door de Chineezen moet worden gebracht 1 Onder de Boeren merk ;e nu ook zoo 'n heel anderen geest dan vroeger; 't is net of zjj zich beklemd gevoelen bjj het aanschouwen van de Engelsehe vlag. Ik kan me hnn positie dan ook zoo goed begrjjpen. Veel Hollanders, uitgezonderd een paar timmerlieden, tref je hier niet meer aan in administratieven dienstbjj 't spoor is er nog een enkele, dien ze niet kunnen missen, maar anders is 't alles Jingo. Als je een „Volksstem" least is 't zoo zonderling, wanneer je velen van die oude hoofdambtenaren geadverteerd ziet als wets- of algemeene agentjes boedelbaredderaars of iets dergelijks. Velen dia het financieel en lichameljjk vermochten te doen trokken zieh wjjseljjk uit die kliek terug en werden boer daarbuiten. Werkelijkhet nu zoo verwaarloosde land heeft alle aantrekkelijkheid verloren. Kien standbeeld voor stadhouder Willen III. Het nationaal comité voor de oprichting van een stand beeld voor stadhouder Willem III heeft thans per circu laire een oproep tot bet Nederlandsche volk gericht om steun, ter verwezenlijking van het denkbeeld. Het comité wjjst er op, dat in den loop des tijds in verschillende oorden van ons vaderland gedenkteekenen verrezen zijn, gewijd aan de nagedachtenis van mannen, die zich op net gebied van wetenschap of kunst een historischen naam hebben verworven, maar dat nog altijd ontbreekt een standbeeld voor onzen bvroemcieu stadhouder Willem den Derde, die eenmaal op wonderbare wjjze het vaderland redde, toen het reddeloos scheen en d e daardoor hand haafde ons zelfstandig volksbestaan in den strijd tegen over den machtigsten koning van Europa. Diep doordrongen van hetgeen Nederland aan Willem III verschuldigd is,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1904 | | pagina 1