BUÏTENÏaAN D.
BI MENLAND.
Honderd en zesde jaargang.
1904.
VRIJDAG
WAARSCHUWIN G.
20 MEI.
Algemeen Overzicht.
Nieuwst ij dingen.
NO 60. Eerste Blad.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Blasd»g-, Boiierdag-
en E*terdag»TOid uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor iLKMiuf O.SO franco door het
geheele rijk f 1,
3 Nummers f ©,0«. Afzonderlgke nummers 3 ets.
Prys der gewone adrertentlën i
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N/V. Boek- en Handelsdrukkerij
vih. HERMs. COSTER ZOON Voordam C 9.
De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR.
Gelet op eene vanwege Z. E. den Minister van Bin-
nenlandsche Zaken ontvangen aanschrijving, betrekkelijk
de bescherming van jonge vrouwen, in het bijzonder het
zooveel mogeljjk voorkomen dat jonge vrouwen die zich
naar elders, bepaaldelijk naar eene der groote steden in
ons land in dienstbetrekking wenschen te begeven,
worden misleid door met slechte bedoelingen in de dag
bladen geplaatste advertenties of door agenten van on
betrouwbare inrichtingen
Waarschuwt er voor, dat jonge meisjes niet ingaan
op onbekende dienstaanbiedingen, zonder vooraf inlichting
in te winnen de wijze hoe die inlichting te verkrijgen
is, kunnen zij bjj hem, Burgemeester, of van zijnentwege
ter secretarie der gemeente vernemen.
Alkmaar, De Burgemeester voornoemd,
18 Mei 1904. G. RIPPING.
Men heeft dezer dagen kunnen lezen hoe een bekend
Nederlandsch journalist naar Rusland is gegaan om zich
daar met eigen oogen wat op de hoogte te stellen van den
toestand in het groote rijk. Deze journalist ging op reis
met zeer vriendschappelijke gevoelens voor de Russen en
met dit zuurdeesem zijn geheel doortrokken zijn overigens
met groot talent geschreven causerieën. Lag Japan wat
dichter in de buurtzoodat 't gemakkelijker was te be
reiken dan zou diezelfde journalist, schrijvende uit Tokio,
in enthousiasme zijn geraakt over de groote vaderlands
liefde van de Japanners en twee of drie interviews met
hooggeplaatste ambtenaren te Tokio zonden al voldoende
zijn geweest om hem met even veel vuur het goed recht
der Japanners te doen bepleiten. Een journalist, die licht
vatbaar is voor indrukken, heeft juist daardoor de eigen
schap, welke den lezers van zijn blad bekoort rondom
hem schareu zij zich gaarne om te luisteren naar zijn
levendig verhaal.... Maar diezelfde journalist moet niet
de pretentie hebben, dat zijn werk ook maar haait bij den
serieuzen nauwgezetten arbeid van den historicus, die
vorscht eu zoefct en studeert om zoo dicht mogelijk nabij
de waarheid te komen.
Zoo kon de reis van den bedoelden jonrnalist slechts
tot uitkomsten leiden, die men hier al van te voren had
kannen vaststellen, 't Was niet de lust tot ernstig onder
zoek, die den toeht deed ondernemen, 't was een bezwijken
voor de verleiding dat hier stof te vinden was voor een
reeks van artikelen, die zeker wol de aandacht zouden
trokkou.
Voor een journalistieke enquête zou trouwens een ander
land dan Japan of Rusland veel meer in aanmerking komen.
Wie wenscht uit te gaan om inderdaad iets uit te vor-
schen, dat nog vrij onbekend is en toch belangrijk om te
weten, zou zich moeten wenden naar China.
Van 't grootste gewicht zou 't toch zgn om te weten, welke
gedachten er rondspoken in het brein der Chineezen in
verband met den oorlog tussehen Rusland en Japan.
Klopt men aan om inlichtingen bij de Chineesche
Regeering, zij toont steeds hetzelfde stalen gezicht en
spreekt met schier onbewogen lippen, dat zij de striktste
onzijdigheid wenscht te bewaren. Zoo begeeren t nu een
maal de mogendheden en 't iB niet goed met deze op een
gespannen voet te komen. Om haar maar te behagen is
nog weer dezer dagen een offieieele mededeeling in het
licht gegeven, waarin wordt verklaard, »dat de Chineesche
regeering aan de buitenlandsche regeeringen betuigt met
leedwezen de onwelwillende geruchten te hebben vernomen,
als zou zij voornemens zjjn de neutrale houding op te
geven, die zij sedert het uitbreken van den oorlog heeft
aangenomen. De Chineesche regeering heeft aan haar
vertegenwoordigers in het buitenland opgedragen, deze
geruchten beslist tegen te spreken en den mogendheden
te verzekeren, dat, wat er ook moge gebeuren, de regee
ring het voornemen heeft strikte onzgdigheid in acht te
nemen."
Dat ziet er zoo op het oog positief genoeg uit. hn
volgens den bekenden correspondent van de Times te
Peking is deze verklaring volkomen correct en behoeft
er geen vrees te bestaan, dat China van houding zal
veranderen. Immers, nog geen week geleden heeft Joean-
Sjih-Nai, de krachtigste onderkoning van het Rijk, aan
den Britschon consul-generaal te Tientsin verklaard, dat
China de meest volkomen neatraliteit in acht zal nemen
en in een onderhoud, dat een dag later werd gevoerd
tussehen Prins Tsing en den Japansehen gezant werden
verzekeringen gegeven van gelijksoortige strekking.
Tot twijfelen zou dan ook geen reden zijnals
een Chinees nu maar geen Chinees was.
Wij, Nederlanders, hebben in onze Oost-Indische bezit
tingen ruimschoots gelegenheid om kennis te maken met
de deugden en de gebreken van onzen gelen, tan gstaar-
tigen broeder. Zoo weten wg, dat zijn leven feitelgk tot
niet veel anders dient dan tot het bijeenzamelen van
zooveel mogelijk aardsche schatten. Kan hij dat doel be
reiken door noesten arbeid, zelfs onder de meest ongun
stige omstandigheden, hg zal geen moeite schuwen en
met lage loonen tevreden zgn men zal hem dan prijzen
als een welkomen gast op de arbeidsmarkt. Maar soms
Telefoonnummer I.
voert zjjn pad tot het einddoel, dat hij nooit uit het
oog verliest, langs leugen, bedrog, wreedaardigheid, zelfs
moord welnu, John Chinaman laat zich daardoor niet,
uit het veld slaan eu hij vindt 't niet meer dan natuurlijk
om, wanneer hij alleen op die manier er komen kan, daar
voor niet terug te deinzen.
Hoe moeten menscheu met zulke beginselen staan
tegenover den huidigeu oorlog? 't Kan niet anders, of
zij moeten neiging hebben om zich aan te sluiten bij de
partij, die aan de winnende hand is. De Japanners heb
ben de Chineezen wel-is-waar diep vernederd en de rot
heid van het samenstel hunner staatshuishouding voor de
wereld blootgelegd, maar niemand meene, dat zulks een
bezwaar zal zijn voor den Chinees om zijn ras-genoot bij
te springen, wanneer voor hem daaruit voordeel zal kun
nen voortspruiten. Wij weten dit allen te goed om niet
met zorg vervuld te worden bij de vraag, of de correcte
houding der Chineesche regeering zal gevolgd worden
door even correcte daden. Tot dusverre gaat 't den Japan
ner in Oost-Azië voorspoediger dan de Rus en daarom
gelooven wg, dat de speciale berichtgever van de Matin
't dezer dagen zoo volkomen bij het rechte eind had,
toen hij schreef, dat »China, vroeger geheel aan den Rus-
sischen invloed onderworpen, zich thans naar de lapan-
sche zijde heeft gewend.En wat dat te beteekenen heeft
wordt door dienzelfden berichtgever even aangestipt met
de volgende woorden»Ik weet uit goede bron, dat,
indien de Chineezen werkelijk geheel overtuigd waren
van Japan's overwinning, de Europeanen het verstandigst
zouden doen met zoo spoedig mogelijk hun matten op
te rollen."
Evengoed als men op een zwoelen zomer-namiddag tan
voelen, dat er in de natuur een onweer zal losbarsten,
evengoed beseft men dat er iets broeiende is in China en
dat 't, ondanks offieieele verzekeringen, zeer twijfelachtig
is, of 't Rijk van het Middea zich duurzaam zal houden
buiten den grooten strijd.
Van Russische zjjde wordt ten stelligste verzekerd.dat
de Chineezen slechts het geschikte oogenblik afwachten
om den Japanner bij te springen. Met Oostersche sluw
heid zou daarvoor het volgende plan zgn ontworpen
De Japanners zonden het leger van generaal Koeropatkine
over de grens van Mongolië zien te jagen. Dan zouden
het dus de Russen zijn die de Chineesche onzijdigheid
schonden, en zij zouden dan aangevallen worden door
generaal Ma, dia daartoe in dien omtrek bljjft. Deze tac
tiek zou ten gevolge hebben dat de Japanners allen schijn
vermijden van het schenden van China's onzijdigheid, en
dat de Chineezen hunnerzijds, daar zij geen grens be
hoeven over te trekken, niet beschuldigd kunnen worden,
hnn beloften verbroken te hebben dat zij de krijgsver
richtingen in Mantsjoerije niet zullen belemmeren.
Wat daarvan waar is kan natuurlijk van hieruit niet
beoordeeld worden. Een feit is 't, dat men te Petersburg
de houding van China met ongerustheid aanziet. En ook
kan niet ontkend worden, dat de Chineezen voortgaan
met zich groote hoeveelheden wapenen en ammunitie aan
te schaffen een voorzorgsmaatregelwaarbijecht-
Chineesch, elke methode of stelsel ontbreektDuitsch
buskruit wordt b.v. ingeslagen voor kanonnen van Arm
strong en geweren van allerlei maaksel. Op 't oogenblik
wordt ook onderhandeld met de Cbileenscbe RegeeriDg,
die een grooten voorraad M&nnliohers van de hand wil
doen.
Grappenmakers zgn eenmaal op het idee gekomen om
aan de Hollanders den naam te geven van »de Chineezen
van Europa", en, goedig als wij zgn, hebben wij die be-
leediging niet verre van ons geworpen, doch bij voorko
mende gelegenheden plegen wij haar telkens weer in her
innering te brengen. Gelukkig echter mogen wij zeggen,
dat wat er juist zjj in deze qualifieatie, de Nederlanders
althans niet met de zonen van het Rjjk van het Midden
de dubbelhartigheid gemeen hebbeneen spreekwijze als
»goed Zeeuwsch, goed rond" zou in een land als China
nooit hebben kunnen ontstaaD.
den trein van het 10e legerkorps. In een toespraak her
innerde de Keizer aan de vroegere verdiensten dezer regi
menten, en sprak hij de hoop uit, dat zij zich de vroeger
verworven lauweren waardig zullen toonen. Nog dien-
zelfdeu dag werd de reis voortgezet naar Krementschug.
Van daar werd een bezoek gebracht aan Poltawa, waar
de Keizer andermaal een redevoering hield en aan de
voor Oost-Azië bestemde troepen heiligenbeelden over
handigde, die door de officieren knielend in ontvangst
werden genomen.
Inmiddels heeft het hoofdleger der Japan
ners zich in beweging gesteld in noordweste
lijke en noordelijke richting. De hoofdmacht begeeft zich
naar Kaiping en Haitejeng, beide aan den spoorweg ge
legen en een kleinere afdeeling gaat naar Liaojang. Hier
bevindt zich admiraal Alexejew aan het hoofd van 20.000
Russen, doch of deze daar stand zullen houden is, volgens
de laatste berichten, zeer twijfelachtig. Generaal Koero
patkine heeft zich nameljjk naar Kharbin teruggetrokken,
waar hij tijd meent te zullen vinden voor het verzamelen
van een leger van 225.000 man. Is dit het geval, dan
zullen de eerstvolgende weken ons niets anders kannen
brengen dan mededeelingen omtrent achterhoede-gevechten
en zou er voorloopig van een grooten, beslissenden slag
nog geen sprake zgn.
Wanneer men bedenkt, dat de Japanners nn reeds
klagen over de regenB, die het land in een moeras hebben
veranderd, dan schijnt er voor de tactiek van Generaal
Koeropatkine wel veel te zeggen te zjjn.
Terwijl wij dit schrjjven, zgn wij in afwachting van
belangrijke berichten van het oorlogsterrein, die in de
laatste dagen niet overvloedig waten.
Wg maken daarvan gebruik om met een enkel woord
te wijzen op de reis, die Czar Alexander op
het oogenblik door Rusland onderneemt
met het kennelijke doel om de geestdrift voor den oorlog
aan te wakkeren. Te Bjelgorod in het gouvernement,
Kursk werd de Czar, die vergezeld wordt door den groot
vorst-troonopvolger, aan het station door grootvorst Sergius
begroet. Na ontvangst der deputatiën begaf de Keizer
zich naar het Troitsky-klooster, waar de aartsbisschop
en de verdere geestelijkheid hem wachtten. Daarna reed
de Czar naar het exercitie-terrein en hield revue over
de 11e artillerie-brigade, welke naar het oorlogsterrein
vertrekken zal. Tot de manschappen hield hjj eene rede
voering, waarin hij het vertrouwen uitsprak, dat z|j in
den strjjd met »den sterken, dapperen tegenstander" de
eer van Rusland zouden weten hoog te houden. De straten
waren gevuld door eene in opgewekte stemming verkeerende
menigte. Te elf ure vertrok de Keizer, onder levendige
toejuichingen der aanwezigen, naar Charkow.
In deze stad werd voor den Czar parade gehouden door
het 121e Pensasche en het 12e Torabowsche regiment
infanterie, het le Orenburgsche regiment kozakken, en
Naar men uit Rome meldt is de erfgroot-hertogin-
weduwe Paulina van Saksen-Weimar-Eisenach op reis
van Rome naar Venetië, bg 't station Orte in haar
spoorwegrijtnig plotseling overleden. Zjj was den 25sten
Juli 1852 geboren en in 1873 met den Erfprins Karei
August gehuwd, die in 1894 overleed.
Maandagavond heeft Koning Leopold van België de
Fransche en Nederlandsche officieren, ter gelegenheid van
't concoars hippiqne te Brussel gekomen, aan een feest
maal ten paleize ontvangen, waarbij Z. M., in groot
tenue van luitenant-generaal, aan zjjne rechterhand den
Franschen gezant Gérard, zijnen minister van Oorlog
generaal Van Cousebant van Alkemade en den Neder-
landschen overste K. D. Punt had. Ter linkerzgde van
den Koning was o.a. de Nederlandsche gezant jhr. mr.
R. A. A. E. von Postel gezeten.
Omtrent den gezondheidstoestand van H. M. de Ko
ningin en Z. K. H. den Prins verneemt de Tel. dat deze
niet bepaald ongunstig is, hoewel de oorpjjnen H. M.
nog kwellen.
De Prins, die behalve aan rheumatische, ook aan buik
aandoeningen ljjdende was, moet zieh lange wandelingen,
paardrijden en inspannenden arbeid ontzeggen uiterljjk
is Z. K. H. in de laatste weken zeer afgevallen.
Zonder twjjiel zal de gezonde dennenlucht van 'tLoo
wel een gunstigen invloed op den gezondheidstoestand
van Koningin en Prins uitoefenen.
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland hebben goed
gekeurd het besluit van den Raad der gemeente Ouder-
Amstel tot het instellen van veemarkten op den Bden
Donderdag in April en den 3den Donderdag in October.
Voor den Raad der gemeente Purmerend (vacature
C. W. Bakker) zjjn candidaat gesteld de heerenJb.
Groot Kz., B. H. Jtirgens, D Vas Visser en J. VetJbz.
De siemming wordt gehouden op Donderdag 26 Mei.
Naar men verneemt bestaat het voornemen om de
zittingen van de Staten van Noord-Holland voortaan te
honden in de nieuwe vergaderzaal vin de Maatschappij
van Wetenschappen te Haarlem.
De Drankwet.
Zooals in ons vorig nummer reeds telegrafisch werd
gemeld heeft de Tweede Kamer artikel 4 aangenomen.
Daarna kwam aan de orde art. 5 (nieuw art. 1 B.)
bepalendedat vergunning-aanvraag niet noodig is
voor wjjnkoopers met verlengbaar crediet bg verkoop
boven drie liter, 2e voor openbare vervoermiddelen in
internationaal verkeer, 3e. voor verkoop aan militairen
op marsch of in aan het militair gezag onderworpen
lokaliteiten.
Hierop waren onder meer voorgesteld een amendement-
Rink c.s., om den drankverkoop aan boord van stoom
schepen in nationaal verkeer te laten bestaan een
amendement Ter Laan c.s. om drankverkoop in cantines
enz. to verbieden.
Beide amendementen werden evenwel verworpen, üet
eerste met 70 tegen 16 stemmen, het tweede met 77
tegen 5 stemmen.
Artikel 5 is daarop zonder hoofdelgte stemming aan-
Hierna is een aanvang gemaakt met de behandeling