STADSNIEUWS. Gemengd Nieuws. fZi«T van artikel 6 (verlaging van het maximnm-vergunningen). Op dit artikel is een amendement voorgesteld door de eeren Ter Laan, Melchers, Schaper, Troelstra en Van Kol, strekkende om de verlaging van het maximum niet slechts mogelyk te maken op voorstel van den Gemeen teraad, maar ook op verzoek van de meerderheid der meerderjarige ingezetenen. Voorts is een amendement voorgesteld door den heer Goeman Borgesins strekkende om het initiatief tot ver- mindering van het aantal vergunningen niet te doen uitgaan van de gemeenteraden maar van Gedep. Staten. De begrafenis van Richard Mol. Onder grooten toevloed van belangstellenden is gisteren te Utrecht het stoffelijk overschot van Richard Hol ter aarde besteld. Tal van corporaties waren vertegenwoor- digd, waaronder de Utrechtsche Mannenzangvereeniging en de Zangvereniging »Euterpe", met omfloersde vaandels Ongeveer 25 kransen en bloemstukken dekten de lijk baar. Een 14-tal sprekers voerden aan de groeve het woord. Allereerst sprak mr. W. H. J. Rooyaards namens het collegium Musicnm Ultrajectinum en de afdeeling Utrecht van de Maatschappij tot bev. der Toonkunst. Daarna werd gesproken door den heer S. van Milligen namens de Ne- deriandsche Toonkunstenaars-vereeniging door den heer Wagenaar, namens de muziekschool van Toonkunst; door den heerG. Veerman, concertmeester, namens het Utrechtsch stedelijk Orkestdoor den heer Wouter Hutsehenroijter, directeur van dat orkest, namens de jongere generatie van Musicidoor den heer Fiorimond van Duijse, namens het Gentsche comité ter bevordering van den Ned. zang, en door den beer Petri directeur der Utrechtsche' muziekschool. Voorts voerden het woord afgevaardigden van de Rot- terdamsche Zangvereeniging «Kunstmin"van de Kon. Liedertatel «Zang en Vriendschap" uit Haarlem van de Utrechtsche Mannenzangvereenigingvan «Apollo" uit Amsterdam en van een aantal andere corporaties. De weduwe en dochter van Hol waren mede op het kerkhof aanwezig. De oudste zoon dankte voor de bewezen eer. gaan en kwam ten slotte tot de conclusie eensdeels dat het wenschelyk was dat de Bond aan zjjn leden aanbe- veelt den coöperatieven aankoop, waar mogelijk, te bevor deren op vastgestelde voorwaarden anderdeels dat de Bond zich tot de Regeering zon wenden met het verzoek maatregelen te treffen, waardoor in den besproken zin verschillende bestrijdingsmiddelen worden mogelijk ge maakt. sas Uitslag aanbesteding. Bg de aanbesteding van verschillende benoodigdheden, ten behoeve van den polder Geestmerambacht (Ooster- dyk en Molengeersen) werd de levering van olie en renzel opgedragen aan den heer Jb. Jong te Noordschar- wonde voor f 332.50. De grintleverantie zal geschieden door de firma Stoel te Alkmaar voor f 119.50, terwijl de benoodigde houtwaren door de firma J. Eecen Gz. te ooorf8pel' znllen worden geleverd voor de som van Oude Bouwkunst in Hollands Noorderkwartier. In de algsmeene vergadering van de Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst, Dinsdag te Amsterdam ge- honden, heeft de heer A. W. Weissman een voordracht gehouden over «Oude Bouwkunst in Hollands Noorder kwartier". Na een uitvoerige inleiding ging spr. over tot de be handeling der bouwkunst te Alkmaar, Hoorn, Enkhuizen, Medemblik, Edam, Monnikendam en Purmerend. Bouwwerken uit den Romaanschen tijd zoekt men te vergeefs in het Noorderkwartier. De middeleeuwsche architectuur bepaalt zich tot voortbrengselen der 14e, 15e en 16e eeuw (een der zeldzame uitzonderingen is het kasteel te Medemblik). Wat de kerken betreft, alleen de St. Lanrenskerk te Alkmaar is een basiliek. De andere Noordhollandscbe kerken vertoonen beuken van gelijke hoogte. De Oude Kerk te Amsterdam was, tot de 16e eeuw toe, evenzop geconstrueerdtoen werd de middenbouk hooger opgetrokken, om den basilieken aan leg te verkrijgen, wat omdat de zuilen daar niet op berekend waren, slechts door het aanbrengen van hout constrnctuur kon geschieden. Die houtconstructie, waar van spr. het bestaan verdedigde vindt men ook in alle andere Noordhollandsche kerken. Ze is ongetwijfeld aan den scheepsbouw ontleendwelks invloed op de Nederlandsche architectuur in het Noorden en het Westen tot dusverre niet genoeg is erkend. Bij zjjne bespreking der klokkenspelen merkte spr. op, dat de 16e eeuwsche klokkengieters hoe groot hunne bekwaamheid ook was niet de kunst verstonden, om een zuiver «accoord" van klokken te gieten. Het carrillon te Edam, dat te Monnikendam en dat, nu in een der torens van het Rijks-Museum geplaatst, kunnen dit bewijzen. Later kregen de gebroeders Hemonv opdracht vele der oude «voorslagen" te vergieten. Oofc van de geschiedenis der torens, van koorafsluitingen koorbanken, predikstoelen, orgels enz., vertelde spr. veler lei wetenswaardigs. Toen de Hervorming gezegevierd had, werden vele kunstwerken uit de kerken verwijderd. Toch dient te worden erkend, dat, wat in de 17e eenw is aangebracht althans eenige vergoeding geeft voor wat verloren ging! Vooral de gebrandschilderde glazen in menige Noord hollandsche kerk, toen geplaatst, leggen van den kunst zin der Hervormden getuigenis af. Ten slotte deelde spr. het een en ander mede van de openbare gebouwen en particuliere woningen in de Noord hollandsche steden en hy uitte zijn blijdschap over het tegenwoordige streven om al wat op bouwkundig gebied ook maar eenigszins belangrijk kan worden geacht, te behouden. Verschillende lichamen, ook de Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst, trekken zich het lot der bedreigde kunstwerken aan. Door dit optreden is reeds veel, wat anders verloren zon zijn gegaan, behouden Hevaarlijke sloffen begraven. Gisterenmiddag is te Egmond aan Zee het gevonden kruit vernietigd. Een kapitein van de artillerie heeft het onaer zijn toezicht onschadelijk doen maken. De geheele hoeveelheid, plm. 100 K.G., werd in een kuip gestort en met water tot een pap gemaakt, die daarna in het duin diep onder den grond is begraven. Het gevaarlyke pro jectiel, dat er zich bij bevond, kon niet tot ontploffing gebracht worden en is mede begraven bij het kruit. Uit den Gemeenteraad van Anna-Faalowna. Bij de rondvraag informeert de heer Van Mtülem, of de Raad sympathie gevoelt voor een pont aan de Kooi. bpr. is van bevoegde zyde medegedeeld, dat deze zaak warm gehouden moet worden, omdat men anders geen kans van slagen zou hebben, en daarom meende spr. dat het misschien op den weg der gemeente kon liggen, een request te richten aan de Regeering, om zoodoende een pont aan de Kooi te krijgen. Voorz. Z6gt, dat indertijd een opzichter van den Water staat met hem o»er die pont heeft gesproken. Spr. heeft er ook brieven over gekregen en die natuurlijk beant woord. Spr. noemt het voor Breezand een groot belang, dat die pont komt, maar meent, dat er in deze zaak té veel wordt geroerd spr. is bang dat het den heeren gaat vervelen. Laat die zaak aan verschillende gemeente besturen over en daaiom zou spr. het niet ongeschikt achten, als Anna Paulowna dienaangaande iets deed. De heer Van Mullem is het niet met den Voorzitter eens, waar deze spreekt van te veel roeren in deze zaak. In Den Haag wordt dit zaakje gezonden van het eene Departement naar het andere en de menschen hier wor- den ongeduldig. Winder wil daar wel een overhaal hebben, maar men mag zelfs geen steigertje maken of men moet het eerst vragen. Spr. heeft een onderhond gehad met den ingenieur Schotel en dion heeft hij alles eens toegelicht en gedaan wat spr. in het belang der gemeente noodig oordeelde. En mijnheer Schotel achtte het zeer geschikt, dat de gemeente eens een blijk gaf veel voor dat pont te gevoelen. Men moet ze, zeide de beer Schotel, in den Haag eens aandrijven. Men rommelt daar wat in onde akten en onderzoekt deze, dan gaat de zaak maar weer een poosje van de baan. Ja, zeide de heer Schotel, 't is jammer dat ik het zeggen moet, maar in den Haag werken ze allerongelukkigst. Spr. zon het toejuichen, als er een pont kwam, want dat zon in een behoefte voorzien. De Burgemeester belooft, van de opmerking van den heer Van Mullem gaarne nota te znllen nemen en in een volgende vergadering met een voorstel te zullen komen. Algemeen vindt men een veer aan de Kooi noodzakelijk. (Schager Ct.) Wel, Mynheer de Voorzitter, bij mij staat het vast, dat Alkmaar en omgeving aan die honderden en nog eens honderden alles knnnen aanbieden, wat zij zoeken. En daarom betreur ik 't zoo, dat slechts zoo'n klein gedeelte daarvan herwaarts komt. Vooral vind ik dat te bejam meren, wyl ik mag zeggen, dat by meerdere bekendheid van onze streek dit niet het geval zou wezen. genoegen, Mijnheer de Voorzitter, zie ik n goe eurend knikken, dat geeft mij den moed om nog een enkel woord aan het gesprokene toe te voegen. ik zal mij niet vermeten n lastig te vallen met een reeks van denkbeelden, die m. i. zonden kunnen strekken tot het verhelpen van het aangeduide euvel. Alleen zou ik n willen vragen, of 't niet met nwe inzichten strookt, wanneer een speciale commissie werd benoemd om pro paganda te maken voor het doel, dat «Alcmaria» beoogt. Deze commissie zou zich dan wellicht in verbinding 7 uf l0f redacties onzer groote bladen om te trachten haar voor het goede doel te winnen. Dit is alleszins bereikbaar. Zij zou voorts door zaakkundig adverteeren de onmisbare reclame kunnen maken Ook zou t op haar weg liggen een handig gidsje voor den meest bescheiden prijs beschikbaar te stellen Vergun my ten slotteMijnheer de Voorzitter, u ook nog te vragen of de zoo nuttige Vereeniging «Alcmaria" met meer zou knnnen doen om de buitenlanders, die ons land bezoeken hierheen te lokken. Wanneer een vreem deling in een hotel te Amsterdam logeert, dan vindt by s morgens aan zijn ontbjjt een in vier talen gedrukte kaart, waarin hem gezegd wordt, dat hij vooral niet mag verzuimen een bezoek aan het eiland Marken te brengen. U weet in hoe ruime mate daaraan voldaan wordt. In dien nu eene propaganda-commissie werd benoemd als door my is bedoeld zon 't dan niet op haar weg lig. §e" dat voorbeeld te volgen en den vreemdeling duidelyk te maken, dat op zyn tournée Alkmaar stellig niet mag worden overgeslagen. Een tocht met de boot langs onze weilanden naar Alkmaar, daar een rondwan deling langs onze mooie, onde geveltjes of onze typische markten met tot slot een groet aan de duinen van Hchoorl en Bergen en aan het strand te Egmond aan Zee wer- kelykwy hebben alles wat de buitenlandsche toerist verlangt, alleen moeten wy meer doen om hem hierheen te halen. Dank zij het feit, dat Baedeker onze kaasmarkt ver meldt, zien wij daar soms dames en heeren, wier onge woon toilet hun herkomst uit den vreemde verraadt maar er moeten er meer komen en ik geloof, dat zoo' iets binnen ons bereik ligt. Mynheer de Voorzitter, ik durf niet langer beslag te leggen op het gedold van n en van deze vergadering. Daarom zal ik mij heden bepalen tot de denkbeelden, die ik u thans aan de hand heb gedaan. Slechts wil ik my voorbehouden een volgenden keer nog weer een andere richting aan te geven, waarin naar mijn bescheiden mee ning Alcmaria ook zeer nuttig zou bunnen zijn. Geloof nsydat mijn woorden slechts een uitvloeisel zijn van myne warme belangstelling voor de stad onzer inwoning, waarvan het welzijn ook u zoo na aan 't harte ligt. ik heb gezegd Omdat de rede niet werd uitgesproken kon daarop ook geen applaus volgen. Trouwens, daarom was 't niet begonnen. Als bet gesprokene inderdaad van harte toe- g ejuicht wordt welnu, dan kan dit niet beter blijken d an door het in praktijk brengen van hetgeen er uit- v oerbaar is in de te berde gebrachte ideeën. Bond van landbouwvereenigingen. De Ned. Bond van Landbouwvereenigingen hield te Utrecht eene vergadering. 14 afdeelingen waren ver tegenwoordigd. Door den heer J. Schortinghuis van Zaandam werd ingeleidwat kan gedaan worden om de eenheid der verschillende landbouwvereenigingen te bevorderen. Spr. stelde de volgende motie voor «De Ned. Bond van Land bouwvereenigingen saamgekomen in openbare vergade ring te Utrecht, spreekt de wenschelykheid uit te komen tot meerdere eenheid in de landbouworganisatie dat een congres gehouden wordt, waarop al de bestaande organi saties worden uitgenoodigd om deze zaak te bespreken en benoeme eene commissie om deze zaak voor te be reiden Deze motie werd aangenomen. Vervolgens werd door den heer H. M. Hartog van Barneveld ingeleid: de Ongevailenverzekering voor den landbouw. Op verschillende gronden achtte de inleider ongevallenverzekering voor den landbouw niet wenschelijk. De heer dr. K. H. van de Zande, directeur van het Rijkslandbouwproefstation te Hoornbehandelde alsnu de vraag wat kan gedaan worden tegen de knoeierjj in de veevoederartikelen. Inleider noemde verschillende manieren waarop men de knoeierij tegen zou kunnen Het vreemdelingenverkeer te Alkmaar. Door een gelukkig toeval wat zou een journalist beginnen als er geen gelukkige toevalligheden waren zijn wij in het bezit gekomen van een redevoering, die had kunnen uitgesproken zijn op de jongste verga dering der Vereeniging «Alcmaria", ten doel hebbende bevordering van het vreemdelingenverkeer en verfraaiing van Alkmaar en omstreken. Wij laten haar hier onver kort volgen Mijnheer de Voorzitter, Van gauscher harte sluit ik mij aan bij vorige sprekers, die er de aandacht op gevestigd hebben, dat onder uwe leiding door de Vereeniging «Alcmaria" reeds veel goeds tot stand is gebracht. Wat ik dan ook in het midden zou willen brengen heeft niet in 't minst de oedoehng van betweterijslechts zon ik enkele denkbeelden u ter overweging willen aanbieden, die geheel liggen in de lyn van het streven, dat ook bij n voorzit. Naar ik meen te weten bestaat onze Vereeniging uit 285 leden. Dat getal sehjjnt mij voor uitbreiding alles zins vatbaar te zjjn, doch ik wil gaarne aannemen, dat in die richting reeds de noodige pogingen zijn gedaan, zoodat ik hierop niet verder zal ingaan. Neen, Mijnheer de Voorzitter, er is iets anders, waarop ik meen, dat wel eens de aandacht mag worden geves tigd. Telken male moet ik weer ervaren, dat in ons land de groote attracties, die Alkmaar aanbiedt, niet of weinig bekend zijn. 't Is natuurlijk overbodig in deze vergade ring die attracties te schetsen en ik zal er daarom slechts met een enkel woord op wijzen, dat Alkmaar voor den vreemdeling de bijzondere bekoring biedt van een onde stad met rijke historische herinneringen en bovendien door de natuur uitermate is begunstigd. De nijvere winkelstand van Alkmaar en omgeving ge niet, naar het my wil voorkomen, niet voldoende de voordeelen van deze gelukkige combinatie van factoren. Laten wij ons eerst met onze eigen landgeaooten bezig honden. Als de warme dagen zyn gekomen en de vacaaties op de scholen zijn aangebroken rijst bij honderden en nog eens honderden families de wensch om eenige weken te gaan doorbrengen op een rustig plekje, waar men zich vrij gevoelt te midden van de bosschen en de struiken. Ook zij, die daaraan niet zulk een levendige behoefte hebben, gaan toch mee met den stroom van naar-buiten- trekkenden, wijl dit eenmaal behoort tot den bon ton een factor die niet weinig meetelt. Cadettenschool. De minister van oorlog heeft benoemd in de commissiei door welke, in de maanden Juli en Augustus e.k. het examen voor toelating van jongelieden als cadet bij de Cadettenschool te Alkmaar zal worden afgenomen 1°. tot lid en voorzitter den luitenant-kolonel A. W. Pitlo, van het 2de regiment infanterie 2°. tot leden den heer R. Luyten, onderwijzer aan de Rjjks-kweekschool voor onderwijzers te Haarlem; den eerste-lnitenant J. P. A. Bischoff, van het 8ste regiment infanterie den eerste-luitenant J. A. Hnisken, van den staf der infanterie en leeraar aan de Cadettenschool; den heer dr. L Voorzanger, leeraar aan de Ryks boogere burgerschool met vijfjarigen cursus te Roermond den eerste-lnitenant W. J. J. Hasselbach, van den staf der infanterie en leeraar aan de Cadettenschool den eerste-luitenant J. Smelt, van het 7de regiment infanterie den heer J. A. Verkuy], leeraar aan de Cadettenschool den heer F. H. Delacbanx, leeraar aau de Rijks-hoogere burgerschool met vijfjarigen cursus te Alkmaar den heer H. van Cleeff, leeraar aan de gemeentelijke hoogere bntgerschool met vijfjarigen cursus te Apeldoorn den heer J. H. A. van Ravenhorst, leeraar aan de Rjjks- hoogere burgerschool met vijfjarigen cursus te 's-Herto- genbosch 3°. tot secretaris den eerste luitenant J. 0. Doburg, van den staf der infanterie, werkzaam aan de Cadettenschool. I De onder 1°. en 2°. genoemde leden der commissie zullen in de volgorde, waarin zij aldaar zyn genoemd, respec tievelijk examineeren in: handteekenen; rekenkunde; stel kunst meetkunde; natuurkunde; geschiedenis aardrijks kunde Nederlandsche taal; Fransche taalHoogduitsche taalEngelsche taal. Voorts zyn in de bedoelde commissie benoemd a. tot plaatsvervangend lid en voorzitter de majoor J. H. van der Burg, van het 5de regiment infanterie, voor handteekenen b. tot plaatsvervangende leden de eerste-luitenant H. H. Timmermans, van het 7de regiment infanterie, voor reken-, stel- en meetkunde; co eerste-luitenant M. L. de Boer, van den staf der infanterie, leeraar aan de Cadettenschool, voor natuurkunde de eerste-luitenant H. Zeeman, van het 4de regiment infanterie, voor geschiedenis de eerste-lnitenant P. H. J. van der Heem, van het 2de regiment infanterie, voor aardrijkskunde; de heer H. Jacobs, onderwijzer aan de Rykskweekschool voor onderwijzers te M-astricht, voor Nederlandsche taal - de heer M. J. Verkozen, leeraar aan de gemeentelijke'

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1904 | | pagina 2