Voorbereidend Militair Onderricht. Indische Penkrassen. FEUILLETON. DELICIA No. 70. Derde Blad. Honderd en zesde jaargang. Zondag 12 Juni 1904. Lijst van Kiesgerechtigden voor Leden van de Kamer van Koophandel en Fabrieken. HILBBRT n i" him ium 'ibihi ii iiimbw ALKMAARSCHE COURANT. "De BURGEMEESTER van ALKMAAR Gelet op het Koninklijk Beslnit van 4 Mei 1896 (Staatsblad No. 76) tot vaststelling van een Algemeen Reglement voor de Kamers van Koophandel en Fabrieken Noodigt hen, die niet op de in het jaar 1902 vast gestelde Kiezerslijst voorkomen, maar aanspraak knnnen maken om op do Kiezerslijst te worden geplaatst, uit, daarvan vóór 1 Juli a.s. ter gemeente-secretarie aangifte te doen volgens het daarvoor vastgestelde for mulier, waarvan aldaar exemplaren kosteloos verkrijg baar zijn. Art. 6 van het Reglement bepaalt, dat men om kiezer van leden eener Kamer te zijn, moet voldoen aan de beide volgende voorwaarden A. Kiezer zijn van leden van den Raad der gemeente waar de Kamer is gevestigd B. Aldaar bestnnrder of mede-bestnurder zijn en ge durende twaalf achtereenvolgende maanden zjjn geweest, van een bedrijf van handel of nijverheid. Alkmaar, De Burgemeester voornoemd, 11 Juni 1904. G. RIPPING. De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR, brengt ter kennis van belanghebbenden, dat de aangifte tot deelneming aan bovengenoemd onderricht ter gemeente secretarie moet geschieden vóór 1. Juli a.s., op wel ken datum de lgst onherroepelijk wordt gesloten. Inlichtingen omtrent de regeling van het bedoelde onderricht worden ter gemoente-secretarie verstrekt. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter. 11 Juni 1904. DONATH, Secretaris. Auteursrecht uitdrukkelijk voorbehouden.) IiXIV. In de laatste Penkras heb ik aangetoond dat onze Indische weermacht sinds 1896 zeer in brnikbaarheid toenam. Ik heb meegedeeld, hoe we dit vooral moeten danken aan de energie van onzen hnidigen Landvoogd. Thans moet ik echter zeggen, dat de legersterkte belacheljjk klein is, dat onze mannen zullen te kampen hebben tegen tiendubbele overmachtWanneer men de strijdkrachten welke ons bij een oorlog met het machtige Japan ter- beschikking staan vergelijkt met de troepenmacht die Engeland naar Zuid-Afrika expedieerde, dan wordt zelfs de grootste optimist moedeloos gestemdOns geheele Indische Leger toch is volgens formatie slechts 34000 militairen sterk en daarvan bevinden zich op Java, het eerste en voornaamste aanvalsdoelslechts 17000 man. Ik tel hierbij niet de Enropeesche Schutterijen, de Barisan van Madoera en het Solosche Legioen van Mangkoe Negoro. Voor de verdediging van Java mag volstrekt niet ge rekend worden op de troepen der Buitenbezittingen, Af gescheiden nog van de vraag of de vijandelijke Marine het transport niet zon onmogelijk maken moeten de overige eilanden toch zeker ook zoo lang mogelijk ver dedigd worden en zou het op de Inlandsche bewonerB al een zeer vreemden indrnk maken, als de militaire macht hen in den steek liet. Er zijn gewesten, waar eerder dan op Java, de bevolking naast het Leger staan zal, er zijn VAN MARIE COREL LI DOOH 34) Haar lip beefde, terwijl ze sprak, en ze keerde het hoofd af, opdat hij hare aandoeningen niet op haar gelaat zon lezen. »Ik ben altjjd nw vriend geweest," zei Valdis heesch. »Maar ge meendet, dat ik n beleedigen wilde." Ze zuchtte »0 ja, dat heb ik geloofd Maar nn denk ik er anders over. De zaken knnnen verkeeren, weet ge. Ik wilde mijn ongeluk niet onder da oogen zien, totdat ik ge dwongen was het te doen, daarom sloeg ik uwe poging af om mjj den blinddoek van de oogen te rakken. Maar nn is alles in orde en ik ben niet langer blind. God gave dat ik het nog zijn kon." »Nu is het mjjne beurt om te zeggen, dat ik u niet begrijp,'' zei Valdis verbaasd. «Ik dacht dat u natuurlijk even beleedigd zondt zijn door dat hoonend artikel als ik was en daarom nam ik oogenblikkelijk mijne maatregelen om dien schurk den mond te stoppen.' »0, spreekt ge nog over die krantzei Delicia on geduldig." Wat kan mij dat schelen Al zeiden die bladen dat gij Delicia of dat ik Valdis was, of dat we gehuwd waren geweest en weer gescheiden, of dat we Eamen de horlepijp dansten zoo gauw we onze kans schoon zagen, wat be kommeren we ons daarover 1 Welk menseh, met een beetje gezond verstand, zal geloof hechten aan al de praatjes van een Stuiversblad 1 Of liever, wie leest tegenwoordig nog zulke lasterlijke artikelen Verstand of geen verstand," zeide Valdis warm, «het doet iemand toch goed nu en dan zoo'n leugenaar eens er echter ook, waar 't vertrek der soldaten 't sein zon worden voor 'n opstand, van moord en doodslag Niet alleen Java, ook de Buitenbezittingen zijn Neder- landsoh grondgebied, ook de Buitenbezittingen moeten das worden verdedigd. Of 't mogelijk zal wezen, zeker, als Holland maar wil 1 Voor het oogenblik echter moet helaas I worden ge constateerd, dat er in Indie een weliswaar dapper, goed geoefend, maar beslist veel te zwak Leger met onze de fensie is belast. Alvorens ik echter verder ga een enkel woord aan mijne niet-militaire lezers, die 't wellicht vervelend zullen vinden, dit door mij, nog al uitgebreid, een onderwerp behandeld wordt, waarvan zij weinig of geen verstand habben. Maar als ik trachten wil u door mijne penkrassen zoo goed mogelijk op de hoogte te brengen van all8 Indische toestanden, dan mag toch zeker niet vergeten worden de vraag, of we dat Indië zullen knnnen behouden Bij die vraag heeft ieder Nederlander belang en juist in dezen critieken tijd is het zeer urgent daarbij wat langer stil te staan, dan anders wel 't geval zon zijn geweest. Het jonge Nederland is trouwens wakker geworden, het Allen weerbaar vindt meer en meer weerklank in veler harten, ik mug dns hopen en vertrouwen, dat ook zij belang zullen stellen in alles, wat de weerbaarheid in Indië be treft, immers èn in Nederland èn in onze Koloniën blij ve steeds de fiere lenze „Je jTIalollendral We znllen onze beschouwingen beginnen met Java. Aan Infanterie tellen we er slechts 15J Veldbataljon Het 1ste (één Compagnie Europeanen en drie Compag nieën Amboineezen) te Magelang. Het 2de (één Compagnie Europeanen en drie Compagnieën Amboineezen) te Magelang (thans afwezig en op Djambi). Het 4de (één Compagnie Europeanen en drie Compag nieën Amboineezen) te Tjimahi. Het 5de (twee Compagnieën Europeanen en twee Com pagnieën Madoereezen) te Semarang. Het 6de (één Compagnie Europeanen en drie Compag nieën Amboineezen) te Willem I en Kedong Kebo. Het 7de (twee Compagnieën Europeanen en twee Com pagnieën Soendaneezen) te Djokjakarta en Soerakarta. Het 8ste (één Compagnie Europeanen en drie Compag nieën Soendaneezen) te Willem I. Het 9de (één Compagnie Europeanen en drie Compag nieën Javanen) te Tjimahi. Het 10de (twee Compagnieën Europeanen en twee Com pagnieën Javanen) te Weltevreden. Het 11de (twee Compagnieën Europeanen en twee Com pagnieën Javanen) te Meester Cornelis. Het 13de (één Compagnie Europeanen en drie Compag nieën Javanen) te Soerabaja. Het 15de (twee Compagnieën Europeanen en twee Com pagnieën Javanen) te Tjimahi en te Banjoe Biroe, Het 18de (twee Compagnieën Europeanen en twee Com pagnieën Javanen) te Buitenzorg. Het 19de (één Compagnie Europeanen en drie Compag nieën Javanen) te Malang. Het 20ste (twee Compagnieën Europeanen en twee Com pagnieën Javanen) te Weltevreden. Het Reservebataljon (twee Compagnieën Amboineezen) te Magelang. In het geheel dus 15| Veldbataljon Infanterie (waarvan 1 nog naar Djambi op expeditie Daar blijkens de oorlogsorganisatie, elk Veldbataljon nu nitrnkt met eens sterkte van 626 onderofficieren en minderenwaaronder 584 geweerdragendenbehoef ik op zijn plaats te zetten of hij nu journalist is of niet, dat doet er niet toe. En ik heb mijnheer Brown, alias Aubrey Grovelyn eene les gegeven, die hem nog lang hengen zal. Ik' hoop alleen dat hij nog kracht genoeg heeft mij voor het gerecht te dagen; dan kan men ook in de rechtzaal eens hooren, welk een schurk hij is «Aubrey Grovelyn,'' herhaalde Delicia met een glim lach »dat ia immers de man, die onlangs door de pers zoo hemelhoog verheven is Hij werd een tweede Shakespeare en Milton tegelijk genoemd. Lieve Hemel, en hebt gij werkeljjk met dit wonder onzer eeuw gevochten?" Zij begon te lachen en de natuurlijke levendigheid van haar karakter kwam weer voor een oogenblik boven haar gelaat kreeg weer de geestige uitdrukking, waarin hare grootste bekoorlijkheid lag. Valdis keek haar aan, en ondanks zijne opgewondenheid en toorn, glimlachte hij. »Ja, ik heb hem afgerost als een hond", antwoordde hij, »ofschoon ik geloof, dat het beleedigend is voor de eaele diersoort, waartoe ook Spartan behoort, hem in eenen adem te noemen met een schepsel als Grovelyn. Daarom vergeving Spartan, goede jongen Die hemei- hooge verheffing, waarvan u spreekt, mevrouw Oarlyon, was in ieder geval door Grovelyn zelf geschreven. Hij en hjj alleen heelt zichzelven den herleefden Shakespeare en Milton genoemd, maar hij wist zich zoo slim te maa- keeren, dat het heel moeilijk was, hem in zijne ware gedaante te leeren kennen. Maar ik ben gedurende eenigen tijd op mijne hoede geweest, en zoo is het mij ten laatste gelakt. Gedurende twee jaar heeft hij aan de Daily Newspaper gewerkt als Alfred Brown, en toen heeft hrj zieh weten optewerken als een nieuwe dichter in Aubry Grovelyn. Wij weten echter heel goed, dat ook dit geen oorspronkelijk idee van hem is, want tal van andeie prullen üandeien nog zoo en hebben zoo vóór hem ge handeld. Maar u luistert niet meer, mevrouw Garlyon ik vrees dat ik u verveel." »Volstrekt niet," zei Dolicia, terwijl ze hem vriendeljjk aanzag, »u vergist n, ïk luisterde heel oplettend, ik dacht er over, tot welke gemeene eu oneerlijke handelingen sommige menschen zich verlagen, om tot een zekére be niet nader uit te leggen, hoe zwakjes de Injanterie hier op Java is. Een Regiment in Nederland toeh is vier Veld-Bataljons sterk, die elk met eene sterkte van 800 onderofficieren en minderen uitrukken en dns voor een land als Java, viermaal zoo groot als Nederland, moet bij de verdediging worden volstaan met eene Infanterie ter sterkte van 3, zegge drie Nederlandsche Regimenten 1 (de Vesting bataljons, die niet tot het Nederlandsche Veldleger behooren, er buiten gerekend.) Er zijn op Java bovendien nog drie Depót-bataljons te MeesterCornelis (één Compagnie Europeanen en vier Compagnieën Inlanders) te Magelang(één Compagnie Eu ropeanen, één Compagnie Amboineezen en één Compagnie Inlanders) en te Malang (één Compagnie Europeanen en twee Compagnieën Inlanders.) Deze Depótbataljons zijn bestemd voor het africhten van recruten en dns znllen bij mobilisatie slechts de officieren, 't kader en een deel der manschappen dadelijk bruikbaar zijn. Ook de officieren en minderen der Kaderscholen te Tjimahi en te Magelang knnnen intreden, terwjjl dit even eens het geval is met de Subsistentenkaders te Batavia, Semarang en Soerabaja. Onder een Subsistentenkader verstaat men hier een troe- pendeel, bestaande uit een vasten staf van officieren, kader en manschappen, een staf, die echter zeer klein is, en waarbij doortrekkende militairen in z.g. subsisten tie d.^.z. in administratieve verantwoording worden genomen, in afwachting b.v. van scheepsgelegenheid. Ook de bewakingscompagnie {Europeanen en Inlanders) van het Straf detachement te Ngawi levert nog een kleine tweehonderd bajonetten. Meer Injanterie is er op Java echter niet in garnizoen. Te Batavia, Semarang, Soerabaja, Djokjakarta en Soera karta heeft men verder nog Schutterijen van zeer geringe gevechtswaarde. De recrnten en vreemdelingen meegere kend, tellen zij totaal 1600 man. Tot de Schutterijen op Java behooren uitsluitend Euro peanen van 18 tot 45 jaar. Zg, die om wettelgke redenen vrggesteld zgn en in het gewest wonen, waar de Schutterij dienst doet, moeten een jaarlijksehe schutterijcontributie betalen, varieerende van f 1.50 tot f 112 Kader en manschappen zgn met het onde Beawnontgeweer bewapend. De dienst by deze weermacht is vrg gebaat, vooral ook omdat de leden dier burgermacht zelf maar al te goed overtuigd zgn van hnn onwaarde als krjjgsmaD. Hoe eerder dit antieke schntterlegertje wordt opge heven, hoe beter het zgn zal. Het zou in oorlogstgd maar in den weg loopen Van meer beteekenis zijn de z.g. Barisan op Madoera en het Legioen van Mangkoe Negoro te Soerakarta, In landsche hulptroepen onder Inlr.ndsche officieren, doob op dezelfde wijze als de Legerinfanterie geoefend en georga niseerd. Daar ik bjj mgn plan van Legeruitbreiding iets der- gelgks als deze hulptroepen op het oog heb, zoo zal ik in de volgende Penkras u een denkbeeld geven van deze merkwaardige Korpsen. Voor het oogenblik zg het n voldoende, dat hunne gezamenlijke sterkte op ongeveer 1800 man moet worden gesteld en dat ze nog steedB, net als de Schutterijen, met het zeer verouderde Beaumontgeweer zgn bewapend. Met de Cavalerie ziet 't er zoo mogelgk, nog treu riger uit. Op heel Java (viermaal zoo groot als Nederlandl) hebben we slechts drie Veld Eskadrons en een Depót dito Ze liggen in garnizoen te Salatiga, Soerabaja en Batavia. Drie Eskadrons voor den verkenningsdienst, voor het begeleiden van transporten en voor den ordonnansendienst En dat in een tgd nu er allerwege stemmen opgaan voor z.g. bereden Infanterie. kendheid te geraken. Ik spreek niet van roem roem is heel iets anders, veel moeilgksr te verkrggen, veel zwaarder te dragen." Er lag een weemoedige klank in hare stem, en Valdis keek haar met hartatochtelgke teederheid van ter zgde aan. Ma-ar hij sprak niet, en na een oogenblik ging ze weer mgmerend voort, meer tot zichzelve dan tot hem «Bekendheid is meer iets warms, iets levendigs. Men stelt ze zich voor als eene welgedane vrouw, die lachend en pratend in uwe salons komt, die alle nieuwtjes uit de stad weet, die u in hare armen sluit of ge het goed vindt of niet, en die n herhaaldelgk vertelt dat ge toch zoo'n «lief, goed schatje" zgt; die wil weten, waar ge uwe japonnen laat maken en wat ge toch alle middagen eet een geperson fiaerd alledaagech, goed humeur Den Roem dénk ik mg als een groote witte engel, dia naar een konden, schitterenden, eenzamen bergtop wgst bniten het gewoel van de wereld en die u gebiedt daar alleen te wonen, met niets dan de koude, bleeke sterren boven u. En de menschen kgken naar n op, als zg voorbggaan, maar ge zijt te ver voor een vriendelgken handdruk ge zgt te afgezonde d voor de liefkoozingen der liefde en uwe vijanden, niet in staat n aanteraken, kgken hoonend naar a op en roepen lnid u toe«Zoo, hebt ge ten laatste den top bereikt ihu, geluk eimee, hoorBlijf daar, leef daar en sterf daar, want dat moet ge, altijd en voor eeuwig alleen En ik geloot, dat het een hard lot is, altijd aileen te zgn, gelooft ge dat ook niet?" Hare stem beefde, en Valdis zag tranen in haar oog. Zij waren in gedachten verder gewandeld, en waren dicht bu de pier, die geheel verlaten was, alleen de oude, verweerde matroos, aan het fn-gin ervan, in zgn kamertje, zat te wachten op de enkele stuivers, die hem iu dit jaargetgde niet rijkelgk toevloeiden. Valdis en Delicia gingen door den slagboom, en liepen naast elzaar, totdat zg aan het einde voor den rustig goivenden waterspie gel stonden. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1904 | | pagina 9