BUITENLAND" No. 74. Eerste blad. Honderd en zesde jaargang. 1904. WOENSDAG 22 JUNI. Zij, die zich met 1 Juli op dit blad abonneeren ontvangen de tot dien datum ver schijnende nummers kosteloos. Algemeen Overzicht. Gemeiigde Mededeeling e n. Al.kHAAIIMHE CO li RAM. Deze Courant wordt Dlisdi Moadtrdog- en ïitttrff vond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar ff ©t80franco door het geheelo rijk ff 1, 3 Nummers f ©,06. Afzonderlijke nummers 3 ets. Telefoonnui ter 3. Prjjs der gewone ndvertentlën Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N/V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOONVoordam C 9. Als wij aan Parijs denken, dan komen ons altijd in de herinnering die eigenaardige cabarets op de Boulevards, waar men beter dan op eenige andere manier kan te weten komen, wat er eigenlijk omgaat in de Parijzenaars. Hier te lande hebben wij iets dergelijks niet. Eenigszins gelijken op hetgeen men er te hooren krijgt de zooge naamde revues in de Amsterdamsche schouwburgen en de toespraken van Thomas-vaer en Pieternel in »De Bruiloft van Kioris en Roosje." Maar zij missen meestal èn geestigheid èn onbevangenheid. Niet licht zullen wij vergeten een bezoek aan zulk een cabaret tijdens de laatste Parijsche Wereldtentoonstelling. 'tWas een aardig zaaltje met nogal veel publiek. Wij kwamen er met een vriend, die al lang te Parijs woonde en met de zeden en gewoonten in de Parijsche hoofdstad goed vertrouwd was. Door hem ingelicht was 't ons derhalve niet vreemd, dat de zanger van de estrade kwam en ons beduidde, dat wij hadden te zorgen voor een goed glas wijn om vriendschap met hem te drinken. Toen wij ons van odien aangenamen plicht" gekweten hadden, ging hij weer heen, wisselde vriendelijkheden met de andere gasten en een nieuw lied uit zijn onuit- puttelijken voorraad werd ten beste gegeven. Gelukkig, dat onze vriend door-en-door bekend was met de echt-Parijsche idiomen en toestanden. Hij fluister de ons telkens in, wat voor ons onverstaanbaar was, en zoo kwamen ook voor ons de geestigheden tot haar recht. Over welk een fijnen humor, over hoeveel geest en distinctie beschikte deze dichter-zanger't Was een genot naar zooveel sprankelend vernuft te luisteren. Het auditorium was ook zeer dankbaar gestemd en liet 't aan toejuichingen niet ontbreken. Maar het toppunt van geestdrift werd eerst bereikt, toen de zanger een heel ondeugend liedje ten beste gat, waarvan de strek king was alleen voor Parijzenaars te snappen dat Koning Nougat van Montélimar, anders gezegd President Loubet in zijn geboorteplaats wordt veel van het kleverige goedje gemaakt, dat altijd op de boulevards te koop wordt aangeboden toch eigenlijk maar een echt burgermannetje was met zuilen van bordpapier in zijn paleis en niet eens voldoende tafelzilver om een groote partij te geven. Daarbij genoten de Franschen, dat was hun nu zoo echt uit het hart gegrepen Zoo denken bijna alle Parijzenaars. Zij voelen instinc tief. dat Loubet iemand is als zij, van volstrekt niet edeler bloed en van ook niet voornamer afkomst. Een koning, een keizer zouden zij willen hebben met een schitterende hofhouding van oogverblindende pracht, omgeven door weelde, die het Parijsche volk zou irnpo- neeren. Een kroon, een hermelijnen mantel, veel purper zouden zij willen zien en daarvoor is de zwarte jas van Loubet maar een zeer schrale vergoeding. En toch, de Parijzenaar is aldus in hooge mate on dankbaar. Want 'tis niet te ontkennen, dat onder het bestuur van President Loubet het prestige van F r a n k r ij k naar buiten enorm heeft gewonnen. Marianne is de meest gevierde vrouw, aan wie als om strijd het hof wordt gemaakt. Frankrijk, dat een tijd lang wat op den achtergrond was gedrongen, telt nu weer terdege mee als groote mogendheid. De alliantie met Rusland heeft daartoe den eersten stoot gegeven. Daarna zijn door President Loubet ook met andere rijken nauwere vriendschappelijke betrek kingen voorbereid. Met Engeland is 't gelukt een over eenkomst te sluiten, waardoor verschillende twistpunten, in den loop der jaren ontstaan, uit den weg zijn geruimd; de Spanjaarden zijn nog altijd de Franschen zeer genegen met Italië is vriendschap gesloten al heeft die dan ook een leelijken bijsmaak door het conflict met den H. Stoel. De Fransche Maagd heeft in langen tijd zich niet zóó omringd gezien als nu door de meest verschillende aan bidders. Onder hen wil zich ook een goede plaats veroveren Keizer Wilhelm van Duitschland. Na den oorlog van '70 scheen 't, alsof 't geschreven was, dat daar voor eeuwig felle haat zou zijn tusschen Frankrijk en Duitsch land en dat het eerstgenoemde rijk zóó lang zou werken aan de ontwikkeling zijner krachten, totdat 't met goed gevolg een revanche-veldtocht zou kunnen ondernemen. Keizer Wilhelm spant al zijn krachten in om 't nimmer daartoe te laten komen. Natuurlijk niet uit vrees, want deze is hem onbekend, maar uit overtuiging, dat de Franschen en de Duitschers, die beiden aan de spits der beschaving staan, hunne vernielingswerktuigen niet weder op elkander mogen richten. Steeds is daarom de Keizer erop bedacht om te bevorderen, al wat toenade ring kan tot stand brengen. En zelf gaat hij daarbij altijd voor. Nu weder heeft de Keizer aan de Fransche natie een attentie bewezen, welke zeer streelend voor haar is. Te Homburg werd een automobielen-wedstrijd gehouden om den zoogenaamden Gordon Bennett-beker. De Keizer en de Keizerin hebben dezen wedstrijd gedeeltelijk bij gewoond. Bij die gelegenheid werd aan het Keizerlijk Echtpaar o.a. voorgesteld onze landgenoot Baron van Zuylen, president van de Fransche Automobiel-club, die in warme woorden hulde bracht aan den Keizer voor alles wat hij deed ter bevordering van het automobilisme en eindigde met den kreet Vive V'Empereur cl' Allemagne welke duizendvoud herhaald werd. Dat was een vriendelijke daad van de Franschen. Doch de Keizer heeft de beleefdheid nog verder gedreven. Zoodra het gebleken was, dat de winnaar van den wedstrijd was een Franschman zekere Théry, terwijl de tweede- aankomende, Jenatzy, een Duitscheris heeft Wilhelm uit Homburg een telegram gezonden aan President Loubet, waarin hij hemgelukwenschen aanbiedt met dezen triomf van de Fransche industrie. De ontvangst, den overwin naar door het publiek bereid zoo voegde de Keizer hieraan toe bewijst, hoe het succes, verkregen door intelligentie en moed, op een terrein, waar de belangen wederkeerig zijn, aanleiding geeft tot gevoelens, die vrij zijn van jaloezie. De Fransche staatsman heeft daarop niet minder fijn-complimenteus geantwoord. »Ik ben uiterst dankbaar jegens Uwe Majesteit voor het bemin nelijke telegram en voor de gevoelens, waaruit dit is ontstaan. Het succes der Fransche industrie kon niet beter gewaardeerd worden dan door de Duitsche indus trie, die volkomen waardig was ook dit succes te behalen." Als teeken des tijds is zeker ook weer deze wisseling van telegrammen geenszins van belang ontbloot. Hoe meer bijzonderheden bekend worden over het gevecht bij Wa-fang-kau, des te duidelijker wordt 't, dat de Japanners hier, ondanks den door de Russen betoonden heldenmoed, een schitterende over winning hebben behaald. Een uitvoerige beschrij ving van het gevecht is gegeven Reuter's correspondent te Tokio, waarin hij zegt door dat de Russen een betere stelling hadden, opwegende tegen het voordeel van de grootere macht van de Ja panners. De Russische stelling had een breed front van oost naar west en liep door een nauw dal, waardoor de spoorweg loopt en de rivier Foetsjan stroomt, links en rechts in de hooge heuvelen die het dal begrenzen. De Japansche generaal Okoe dreef de Russen in het dal, eerst den rechter- en daarna den linkervleugel terug slaande. Op laatstgenoemden vleugel werd een dag lang wanhopig gestreden. De Russen hielden met moed en vastberadenheid stand en vluchtten eerst, toen ze volkomen omsingeld waren. Ze lieten zeshonderd doo- den achter. Uit Petersburg komen nog de volgende bijzonderheden over den slagToen de Japanners in overstelpende menigte met de bajonet hun charge op de kanonnen deden, ontstond een verwoed gevecht van man tegen man. Vóór de Japanners de kanonnen konden bereiken, werden zij in lange reeksen neergemaaid. Toch bleven zij aanstormen als een groote vloedgolf, maar het bezit van de kanonnen werd bitter betwist. Toen de Russische officieren het hopelooze van den strijd inzagen, bevalen zij den soldaten terug te trekken. De manschappen wilden echter geen gehoor geven aan die hevelen, maar zetten den strijd voort, tot zij het niet langer konden houden. Maar zij slaagden er in de kanonnen vóór den aftocht onbruikbaar te maken. De Temps verneemt nog uit Liao-jang dat het succes van de Japanners, gelijk ook van elders gemeld is, voornamelijk te danken was aan het overwicht van hun artillerie. Alle officieren van de twee batterijen, die ten slotte door de Japanners genomen werden, vielen op enkele na. De Russische artillerie moet slechts kanon nen van oud-model gehad hebben. De Russen moeten alleen 60 officieren aan dooden en gewonden verloren hebben. Te Petersburg is men over dit nieuwe echec zeer terneergeslagen, wat zeker niemand zal verbazen. Boven dien is het sterk gedunde leger onder generaal Stac- kelberg nog geenszins in veiligheid en zal 't zeer de vraag zijn, of generaal Koeropatkine 't nog bijtijds ter hulp zal kunnen snelen. Intusschen is 't ook te Tokio lang niet alles blijd schap. Daar treurt men over de drie transportschepen en twee zeilschepen, die het Russische Wladiwostock- eskader in den grond heeft geboord. Bittere verwijten worden gericht tot admiraal Kamimura, wijl hij dit niet heeft weten te voorkomen. Men meent zelfs, dat de admiraal, indien hij het eskader ongedeerd naar Wladiwostock laat terugkeeren, ontslag behoort te vragen of zich het leven moet benemen. De volksbeweging voor zijn vervanging neemt in kracht toe. De Japan ners zijn zeer onder den indruk van den tocht van het Russische eskader. Over de vernietiging der transportschepen meldt een telegram van admiraal Skrydlow aan den Czar »ln den ochtend van den'J5en ontmoette onze kruiser divisie in de Straat van Korea een Japansch transport schip, dat later bleek de »lzumi-Maroe" te zijn. Aan boord van het schip waren troepen. Nadat de tijd voor het uitzetten van de booten en verlaten van het schip was verstreken, waarvan een deel der bemanning gebruik maakte, werd het vaartuig door schoten tot zinken gebracht. Spoedig daarop werden in het zuid oosten twee transportschepen gezien, die later bleken de »Hitasji-Maroe" en de »Sadoe-Maroe" te zijn. Het eerste had troepen aan boord, het tweede eene afdee- üng koelies, paarden en spoorwegmateriaal. De beman ning weigerde zich over te geven, waarop na het ver strijken van den voor het bemannen van de booten gestelden tijd, beide schepen door torpedo's in den grond werden geboord. De verliezen der Japanners zijn dus drie transportschepen van tezamen 15,000 tons, met een deel der bemanning en veel oorlogs- en spoorweg materiaal. Den 16en werd bij de Japansche kust het Britsche stoomschip »Allantan" gezien, dat met meer dan 6000 ton kolen van de haven Mororan op hot eiland Hikkaido kwam en zuidwaarts stoomde. Daar de scheepspapieren niet in orde waren en het logboek onnauwkeurig bijgehouden was, rees twijfel aan de onzijdigheid van deze vrachtboot. Derhalve werd ze onder bevel van een officier, wien een afdeeling soldaten werd medegegeven, naar Wladiwostock gezonden, waAr ze reeds is aangekomen en voor het prijsgerecht zal worden gebracht." De worstelende Thibetanen. Een gevangen genomen Lama verklaarde, dat de Thibetanen besloten zjjn, tot het uiterste te strijden, als de Engelschen de hoofdstad naderen. Verder vertelde de man, dat de Dalai- Lama alle voorbereidende maatregelen genomen had voor zijn vlucht naar China. Een afdeeling Ghurka's heeft een Thibetaansch transport afgesneden, negen man gedood en vier gevangen genomen. Den avond te voren verrasten de Ghurka's een afdeeling Thibetanen, die bezig waren 800 Meter van de Engelsche voorposten een muur te bouwen. De Ghurka's gaven vuur en dreven de Thibetanen op de vlucht. De geheele vesting kwam in beweging. De Thibetanen openden, in de meeuing dat de vesting werd aangevallen, een over stelpend vuur op de Engelschen. Daar echter de schoten niet ver genoeg droegen, leed de expeditie geen verliezen. De spoorwegstaking in Hongarije. De 13 leden van het Uitvoerend Comité der werkstakende beambten van do Hongaarsche Staatsspoorwegen, die bij da staking van de maand April jl. op last der Regeering in hechtenis werden gesmld, zijn door het Hof te Buda pest vrijgesproken van de aanklacht wegens schending van den ambtseed en aansporing tot dienstweigering. De rechtbank motiveerde deze uitspraak aldus: »De stakers hadden den dienst alleen onderbroken, maar niet gewei gerd en de spoorwegmannen waren geen staatsambte naren De Regeering is voornemens een algemeene amnestie voor de gewezen stakers af te kondigen, nadat alle processen, welke uit de staking zjjn voortgevloeid, afgedaan zullen zjjn. De ramp te New-York. Het onderzoek naar de ramp van de ^Generaal Slocum" schijnt ernstige dingen aan het licht te brengen. Gebleken is, zooals reeds werd gemeld, dat het reddingsmateriaal aan boord in beslist onvoldoenden staat was en nu schijnt het, dat de schuld biervan voor een groot deel neerkomt op de van staatswege aangestelde inspecteurs. Deze zouden door de reederijen zich laten omkoopen om een oogje dicht te doen ingeval van nalatigheid. Strenge bestraffing der inspecteurs wordt thans geëischt. Een kloek zwemstuk. Prins Eitel Friedrich van Pruisen, Keizer Wilhelms tweede zoon, heeft een kloek zwemstuk verricht door te Bonn den Rijn over te zwemmen, naar den Beueier oever, een afstand van een kilometer ongeveer. De Prins, die door een badmeester ia een boot werd vergezeld, was weinig vermoeid door zijn zwemtocht. Terstond na zich te hebben aangekleed, roeide hij zelf de boot naar Bonn terug, en daarna deed hij een langen rit te paard. Een kranig officier. Baron Meyendorff, de commandant van het legercorps, dat te Petersburg en omliggende plaatsen gemobiliseerd wordt, had uit hoofde van zijn leeftijd vrijstelling kunnen krijgen van deelneming aan de krijgsverrichtingen. Maar hij heeft, naar de correspondent van de Echo de Paris te Peters- burg seint, den Czar verzocht, op zijn post te mogen blijven. »Sire, ik wil het kruis van St. George ver dienen", zoo zeide hij, »het eenige kruis, dat ik nog niet heb." De Czar heeft zijn verzoek ingewilligd. Japansche helden. Over den ondergang van de Kinsjioe-Maroehet Japansche transportschip dat eenige weken geleden in handen viel van de Russische vloot uit Wladiwostock, toen deze bij nacht en nevel een van hare vermetele kruistochten ondernam, doelen brieven, die met de laatste Japansche post zijn ontvangen, nog belangwekkende bijzonderheden mede. De commandant van het Russische smaldeel, zoo meldt men, had den Japanners een respjjt van eon nur gegeven, dat de officieren gebruikten, om onder elkaar raad te plegen over de laatste beslissende stappen en om hun menschen te vermanen tot de uiterste dapperheid. Toen de termijn om wasverklaarde de kapitein dat hjj zalf en zjjne kameraden aan de manschappen de keus lieten om datgene te doen wat plichtsgevoel en vaderlandsliefde hun voorschrevenmaar dat de officierennaar de oude Japansche zedezelfmoord zouden begaan. Na deze woorden verdween hjj met de officieren in het schip en werd niet meer gezien. De manschappen hielden nu ook een korte beraadslaging, waarbij zij besloten het voorbeeld van hunne officieren te volgen. Naar men vertelt, had de divisie waartoe de afdeeling aan boord van het transportschip behoorde, nog een oude schande uit te wisschen. Ongeveer dertig jaren geleden was een bataljon van die divisie in een

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1904 | | pagina 1