Brieven uit Berlijn. BUITENLAND. FEUILLETON. DELICIA ALKMAAItSCHE CO IJRANT. Nationale Militie. HILBERTA. No. 74. Honderd en Zesde Jaargang. 1904. Woensdag 28 Juni 1904 Tweede blad. De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR ge last, krachtens bekomen aanschrijving, de onderstaande, hier wonende verlofgangers, om zich ter bijwoning der herhallngs-oefeningen, 's namiddags voor 4 ure, bij hun korps te vervoegen als volgt 2e Regiment Huzaren, lichting 1901, garnizoen Roermond, 11 Juli 1904: JOH AN SCHRöüER, Regiment Genietroepen, lichting 1899, garnizoen Utrecht, 18 Juli 1904 ANTON WILLEM DE BODE. 7e Regiment Infanterie, lichting 1898, garnizoen Amster dam, 3 Augustus 1904DIRK HUBERT. 4e Regiment Infanterie, lichtiDg 1898, garnizoen Leiden, 3 Augustus 1904MATTHEUS BONTE. Ie Regiment Infanterie, lichting 1898, garnizoen Helder, 3 Augustus 1904: KLAAS SMIT. Ie Regiment Infanterie, lichting 1899, garnizoen Assen, 22 Augustus 1904HUBERTUS WORTEL. 4e Regiment Infanterie, lichting 1899, garnizoen Haarlem, 5 September 1904: MATTHIJS PEPERKAMP. 7e, nè, 1 Juli a.s., 10de Regiment Infanterie, lichting 1899, garnizoen Hoorn, 5 September 1904 JOHAN HENDERIGH WILHELM LUTJEHARMS. Grenadiers en Jagers, lichting 1899, garnizoen 's-Graven- hage, 5 September 1904 KLAAS VAN DER LAAN. 7e Regiment Infanterie, lichting 1899, garnizoen Am sterdam, 5 September 1904: DIRK GOSEWIJN VAN BEEK. Ie Regiment Infanterie, lichting 1899, garnizoen Helder, 5 September 1904: CORNELIS DENNEMAN, EME- LIUS GERARDUS WAGENAAR, JOHANNES KOOGE, ANTONIE PALLEMANS, ALBERT JAN HAZES. JA COBUS RUIS, CORNELIS HENDRIK HEIJMANS. 4e Regiment vesting artillerie, lichting 1899, garnizoen Helder, 5 October 1904: FRANCISCUS ANTONIUS VEER, HENDRIKUS JOHANNES CHRISTINUS VAN ASSEN, PIETLR BERGMAN, CORNELIS KRAMER, JOHAN NES GERARDUS THOMAS MOOIJ. Ie Regiment vesting-artillerie, lichting 1899, garnizoen Utrecht, 5 October 1904: JURRIEN VAN DIJK. De opgeroepenen hebben recht op vry transport naar hun korps, uitgenomen naar Hoorn, en daggeld, dat ter ge meente-secretarie der woonplaats tijdig moet worden aan gevraagd. Alkmaar, De Burgemeester van Alkmaar, 18 Juni 1904. G. RIPPING. Particuliere Correspondentie). Berlijn, 16 Juni. Kijkjes op het Vrouwencongres. »Honneur aux Dames" dient door ons, mannen, thans heel anders toegepast te worden dan vroeger. Het gulden tijdperk van de galante jongelui is voorbjj. De bewijzen, vraagt ge Ik kwam hedenmorgen in het congresgebouw bij het betreden der groote zaal in botsing met eene jonge dame, ik stoof natuurlijk terug, hield de deurkruk in de hand, wilde de witte gedaante het eerst haren weg laten gaan, doch dat behoefde niet, want de dame gaf mij te kennen dat zij tot de leidenden behoorden ik tot de getolereerden. Met het »honneur aux dames" kwam VAN MARIE CORELLI DOOR 38) HOOFDSTUK IX. Den volgenden dag ontving zij Carlyons brief, den brief, waarin hij zich verontschuldigde, en een aanklacht tegen haar inbracht. Ze las hem met een onoverwinne lijk gevoel van afkeer, en lachte verachtelijk, toen ze naging welk een berg hij trachtte te maken van den molshoop van het arti kei in de Honesty. vAlsof een van die leugenachtige tongen van de dag bladschrijvers mjj zoo beleedigen kon, als zijne openlijke ontrouw", prevelde ze. »Hoe komt het toch, dat een man altjjd zjjne eigen ondeugden zoekt te verbloemen, en iedere gelegenheid gretig aangrijpt om den goeden naam eener vrouw te belasteren 1" Ze wierp den brief weg, en begon het morgenblad te lezen. Daar vond ze onder het opschrift»Seène in de Londensche Club" een verhaal van de afrekening van Paul Valdis met Aubrey Grovelijn. Op de ontmaskering van den zoogenaamden diehter, die als mijnheer Brown zichzelven voortdurend zooveel lof toegezwaaid had, werd gezinspeeld in zorgvuldig bedekte termen journalisten houden er niet van te bekennen, dat ze door een van hunne collega's langen tijd zoo meesterljjk bedrogen zjjn; en groote uitgevers maken natuurlijk zeer noode aan het publiek bekend, hoe weinig belangstelling ze voor hunne eigen zaken koesteren, en dat ze altijd en overal te vinden zijn, behalve daar waar ze behoorden te wezon, in de vertrekken van den redacteur. Ze bekennen zeer ongaarne, dat door het najagen van allerlei vermaken, harddrave rijen, jachtpartijen enz., het dikwijls gebeurt, dat de portiers van hun kantoor meer van de verslaggevers weten, dan zij zelve. De portier weet nauwkeurig te ik tevens niet ver bjj een kraantje waaruit men gratis limonade kon laten loopen de citroe'nen waren een cadeautje van de Berljjnsche Vrouwen, de suiker van de Rositzer raffinaderij ik wachtte en wachtte, doch daar de stroom der dorstige dames niet wilde ophouden werd ik onbeleefd althans naar mijne verouderde begrippen en liet de dames niet meer voorgaan, waaraan echter geen der volgende congresbezoeksters aanstoot scheen te nemen. Doch het slechtste was ik er met mijn »honneur aux dames" Zondagavond aan toe, toen ik aan het groote souper een voor mij staande ananas-podding aan mijne buurdames overreiktewe waren in groepen van 10 gasten ingedeeld en van een dezer met een minzaam lachje den schotel geheel leeg mocht terugontvangen. Neen, waarde lezers, hot schijnt dat we in de toekomst dikwijls zullen moeten voorgaan. Waar tot heden elke rede met een sDames en Heeren" begon, sprak ditmaal eene der Berlijnsche woordvoersters, mejuffrouw Pappriz, haar gehoor met een vmeine Herren und Damen aan. Natuurlijk uitbundig gejuich. Eu toch, ik blijf halsstarrig en herzeg nog luider »Honneur aux Dames", want wat ik in de laatste dagen heb aangehoord, dwingt mij tot het brengen van een eere- saluut aan de thans te Berljju verzamelde vrouwen. Ik heb echter al de ontvangen impressies nog niet goed geordend, nog rommelt het zoo'n beetje bij mij om en tracht ik de lawine, die mjj dreigt te bedelven, te doen ontdooien en in stroombeddingen aftevoeren, waarbjj mjj de halfdaagsche pauze van Woensdagmiddag erg goed te pas kwam doch een goed overzicht van het behandelde heb ik tot heden nog niet. Kan het ook anders, wanneer vier sektiën tegelijkertjjd van 9 1 vergaderen en een verslaggever aanhoudend in ren is van de eene zaal naar de andere om naar de meest bekende spreeksters of de meest interessante onderwerpen te hooren en wanneer diezelfde verslaggever 's avonds van 8—11 weder onder het gehoor zit van eene rij spreek sters, die beurtelings in Duitscb, Fransch en Engelsch de aandacht vragen voor de het meest op den voorgrond tredende qnaestiën. Er wordt in dagen als dezen van den menBch enorm veel gevergd. Het congres is uitstekend voorbereid. Een feest wijzer handboek staat niet ten onrechte op het titelblad geeft in alle richtingen uitsluitsel, maakt het opslaan van Baedeker geheel overbodig en geeft de duidelijkste be wijzen, dat zelfs aan de kleinste kleinigheden gedacht is. Enkele onhandigheden komen natuurljjk ook hier voor. Zoo treft men achter in de groote zaal der Philharmonic tusschen de colonnades eene filiale van Aschinger, leverancier van koffie en banketwaren, aan. 't Gevolg is natuurljjk een aanhoudend gegons, want al zijn de vrou wen bezig zich tot een beter leven voor te bereiden, toch zijn ze niet in ééns omtebakken waarmede ik maar zeggen wil dat vrouwen, vooral Duitscbe, bij het ver schalken van koffie en koek, den mond ook nog wel tot andere doeleinden voeren. Het was dan ook een voort durend tot de orde roepen, opdat de spreeksters, door de enorme groote zaal toch al moeilijk te verstaan, te volgen waren. Freule van Hogendorp zou u kunnen ver tellen hoe hinderlijk die koffiehuis-drukte is, wanneer men spreken moet. Heden zag ik ieder beschikbaar plekje onder de colonnades met een »Ruhe'' bekleefd en waren er wel vijf dames van het bestuur, die mij angstvallig over de loopers dirigeerden, zoodat ik de ongelooflijkste slangbewegingen had te maken alvorens ik aan de, voor de pers gereserveerde tafel aanbelandde. Zondagavond kwamen we voor het eerst te zamen. Meer dan 2000 gasten heeren hoogstens 1 op 50 dames stroomden naar het gebouw der Philbarmonie. Deze welkomstavond begon met een concert van het Berlijnsche damesstrijkorchest. Weet ge wat in de toekomst voor de mannen overbljjft? Brommen, want slechts de 3 bassen werden door huurlingen van het sterke geslacht bediend, niet omdat, zooals een der bestuursleden mjj inlichtte, de vrouwen dit werk te zwaar, doch omdat zij het bespelen van dit instrument te imbécile vinden. vertellen hoe laat mijnheer B. 's avonds op het kantoor komt, hoe kort hij er maar blijft, en welk een haast bij altijd heeft om thuis te komen en zijn bed op te zoeken. De portier weet, dat den heer B. jaarljjks vjif honderd pond betaald wordt, omdat hij gedurende een aantal uren veel te werken heeft op het kantoor maar hjj weet ook, dat genoemde heer er zelden langer dan een uur is, omdat hij ander werk voor andere bladen heeft, waarvan hij echter nooit spreekt, en dat dus de heer B. zijn redacteur en uitgever onderkruipt. Maar zoolang redacteurs en uitgevers liever naar de stem van het pochende en snoevende publiek luisteren, dan naar de stem van hun geweten, dat hun zegt, nauwgezet hun plicht te b trachten, en dat ze verantwoordelijk zijn voor het geen het dagblad schrijft, zoolang zal de Britsche perB misbruikt worden door personen die men gebruiken kan voor lage kuiperjjen, die geen waarde hechten aan de liefde voor de eer of voor nationaliteit en die men in geen geval beschouwen kan, als de eerlijke vertolker» der publieke opinie. Delicia wist dat alles van ouds, van daar hare volkomen onverschilligheid voor de pers in het algemeen. Ze had zich altijd bedroefd en verwon derd over het naïeve genot van sommige »schoonen", die met verrukking in een geacht blad eene beschrijving van zichzelve toonden, waarin bare persoonlijke aantrekke lijkheden opgeteld en besproken werden, alsof ze vee voor de volgende markt waren. Ze kon nooit begrijpen, welk genot er in het lage compliment van een goedkoopen verslag gever stak. Evenmin vond ze het de moeite waard, eenige aandacht te schenken aan de laagheden, die uit diezelfde bron kwamen, en die al die vrouwen golden, welke zich zelven te hoog achten voor eene gelijkstelling met de eerste soort, en daarom bedankten in de »dameskranten' zich aan zulk eene domme blufferij bloot te stellen. De toon van gekwetste majesteit, dien Carlyon in zjjn brief aansloeg, trof haar niet alleen, om de laagheid van ziel, die er uit sprak, maar ook om het lachwekkende wat er in geitgen was. Zij antwoordde hem niet, en hij schreef haar ook niet meer. Ze bracht een paar rustige weken te Broadatairs door, maakte een letterkundig werk, dat ze tegen een bepaalden datum aan hare uitgevers beloofd had af, en trachtte verder zoo weinig mogeljjk over zichzelve en hare persoonlijke ellende na te denken. Als ze niet gestemd was aan haren arbeid voort te werken, Het concert hoorde ik slechts ten deele, de speeches heelemaal niet, want het werd ons in de concertzaal te warm en we zochten in een der vele andere zalen een plekje om wat te bekomen. Overal mondain gedoe van zeer-elegant gekleede vrouwen, vooral de Engelsche en Amerikaansche dames vielen op door mooie toiletten en veel juweelen. Eene buitengewoon interessante verschijning was de 84jarige Amerikaansche Miss Susan Anthony, kortweg als tante Susan bekend. Vrijdag zal ze nog eens eene voordracht over het vrouwenkiesrecht houden. Of eene vrouw op dien leeftijd dit kan Geen nood. We hoorden de Amerikaansche in de laatste dagen verschei dene malen, nu eens als hoofdspreekster, dan weer deel nemend aan de discussiën en altijd wist ze fijntjes te zeggen waar het op stond. Daarbij is tante Susan zeer luimig en zeer gevat. De Keizerin ontving Dinsdag j.l. enkele der dames, natuurlijk miss Anthony vooraan. In minder dan geen tijd wist ze Augusta Victoria erg dui delijk te maken, wat de vrouwen van de toekomst ver wachten. Sie mussen dies dem Kaiser sagen, Sie mussen das dem Kaiser sagen\ was schering en inslag. En toen de Keizerin antwoordde Die Herren wollen aber nicht immer alles horen', riep tante Susan, die niet aan hofetiquette doet en gaarne van repliek dient, onmiddellijk met verheffing van stem uitO, lhr Raiser und unser Roosevelt, das sind zwei so prachtige Mdnner, sie werden schon hören wollen." Dicht in de buurt van tante Susan zagen we Zondag avond de Nederlandsche hoofdgedegeleerde, mevrouw van Dorp—Verdam, met hare dochter mejuffrouw mr. van Dorp, die er in haar gedecolleteerd japonnetje erg aardig uitzag. Ook mevrouw van Dorp was Dinsdag ten paleize en had het voorrecht de Keizerin te kunnen mededeelen, dat in Holland het gelijktijdig studeeren der beide ge slachten aan gymnasium en universiteit zonder eenig be zwaar wordt toegestaan. Het was aardig dat de Keizerin, hierin eenigermate gesterkt door opmerkingen harer beide zoons tijdens hunne universiteitsstudiën te Bonn gemaakt, juist tot mevrouw van Dorp de vrees uitte dat het lief lijke, het vrouwelijke bij de jonge meisjes onder zulke omstandigheden voor een goed deel zou te loor gaan en dat een der aanwezige dames daarin gelegenheid vond op mevrouw van Dorp s dochter te wijzen als een voor beeld, dat deze vrees niet voldoende gegrond is. De ontvangst bjj de Keizerin is voor den Internatio nalen Vrouwenraad een groot succes, omdat men tot voor korten tijd niet wist, of de Keizerin de beweging wel genegen was. Met de vaste overtuiging dat dit wel het geval is en de hooge vrouw zich met tal van vragen ijverig bezighoudt, verlieten de dames het keizerlijk paleis, Keeren we tot den ontvangstavond terug. Onder de aanwezigen mochten we ook de nieuw gekozen presiden te van den Internationalen Vrouwenraad, de gravin van Aberdeen alsmede mevrouw Wynaendts Francken—Dyse- rinck begroeten. In een nevensalon viel ons oog op freule van Hogendorp, door de onvermoeide bestrijding van den handel in blanke slavinnen algemeen bekend, en terwijl we naar nog meer bekende gezichten rondkeken, werden we aan tafel genoodigd. Lang bleef ik .echter niet zitten, 't was een te leuk, een te eigenaardig, een te schitterend gezicht, die paar duizend vrouwen aan reekson lange tafels geschaard, ik bekeek ze van boven, van ter zijde, van achteren, verzadigen kon men zich bij den aanblik van zooveel moois niet. Doch niet alleen dat een groot aantal der vergaderde vrouwen de attentie trekt door bet uiterlijk, zeer velen geven tevens blijk van groote begaafdheid. De meesten spreken goed, enkelen zelfs met zeer veel talent. Daar hebben we o. a. Mrs. Perkins Gilman, eene Amerikaansche met zeer intellectueel gezicht, die telkenmale als zij het woord voert de menigte weet te electriseeren. Ond6r de Duitscbe vrouwen munten FrSulein Anna Pappritz, Frau Marie Lang, Fr&ulein Helens Lange en Frau vonFörster ut door hare uitmuntende voordrachten. Niet minder be]angwekkend is de eenige Amerikaansche Negerin Mrs. Church Terrell, die in een vloeiend Duitseh de rech ten harer zusters van het zwarte ras staat te bepleiten dan legde ze zich op de studie toe met evenveel geest drift, als waarmee ze zich op twaalfjarigen leeftijd placht op te sluiten om geheel alleen voor zichzelve Shake speare te kunnen lezen. Zoo werd langzamerhand, ofschoon ze bet zelve niet vermoedde, haar geest weer helder en rustigze begon zich met de gedachte aan het eenzame leven, dat verder haar deel zou zjjn, te verzoenen. Als ze de zaak nog eens praktisch met zichzelve overlegde, geloofde ze altjjd dat het verreweg het beste zou zijn, tot een gerechteljjke scheiding over te gaan. Zjj zou Car lyon een aannemeljjk aanbod doen, een bitteren, verachte- lijken glimlach kon ze niet weerhouden als ze dacht, hoeveel bedenkingen hjj maken zou en hoe hjj zou koken en razen bjj de gedachte, dat hij het voortaan zonder vierspan bd renpaarden zou moeten doen, dan zou ze zelt groote reizen maken en nieuwe kennis en onder vinding opdoen voor haren letterkundigen arbeid. Of, wanneer het bleek, dat voortdurend reizen te vermoeiend voor haar was, dan zou ze een rustig plekje in de Schotacbe Hooglanden of in de schoone dalen van Ierland opzoe ken, en daar als een kluizenaar leven, te midden van hare heuvels waar ze zich geheel kon wjjden aan haar werk, gedurende de rest van haar leven. »Ik geloof, dat ik het toch wel zóó kan inrichten, dat ik tevreden ben, al ben ik niet gelukkig," zei ze tot zichzelve, sofschoon ik van te voren wel weet, dat do maatschappjj natuurljjk op bare bjj uitstek valsche en walgelijke manier, een dergelijke positie zal laken, en allerlei leugens rondom mij zal fluisteren, zooals »0, iedereen weet, dat men met zoo'n letterkundige vrouw onmogelijk leven kan! Wij hebben bet altjjd wel gedacht, dat die goede, arme Carlyon niet tegen haar opgewassen zou zjjn Ze is heel knap, maar vreeselijk om mee om te gaan I Dus nu zjjn zij gescheiden 1 Gelukkig voor Carlyon 1 Hjj ziet er tien jaar jaar jonger uit, nu hij van haar af is 1 En men zegt, dat ze ergens buiten woont, natuurljjk niet te ver van de stad, niet zóó ver of Paul Val dis weet'haar wel te vinden I" O, ja, ik hoor al die praat jes, en onwillekeurig balde ze hare kleine hand. De gieren der maatschappij kunnen nooit begrjjpen, dat iemand de waarheid liefheeft, zjj kennen alleen bedrog. Niet één man is waar in hunne achting, niet ééne vrouw rein en zjj vin den zoo weinig behagen in een zedelijk leven.dat ze gelooven, dat het niet bestaat!" Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1904 | | pagina 5