BUITENLAND- BINNENLAND. Honderd en zesde jaargang. 1904. WOENSDAG 6 JULI. Algemeen Overzicht. Nieuwst ij dingen. NO. 80. Berate blad. UkMAARSCHK COURANT. Deze Courant wordt Ulosdtg-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaab f O.SOfranco door het geheele rijk f 1, 3 Nummers f 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets. Telefoonnummer 3. Prys der gewone advertentlën t Per regel f 0,15. Gioote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N/V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOONVoordam C 9. Door den moord op den gouverneur Bobrikof is nog weer meer dan te voren de aandacht gevestigd op d e toestanden in Finland, 'tls zeer moeilijk om in bijzonderheden uit te vorschen, wat er omgaat in de hoofden en harten der Finnen, want zóó streng is de censuur, dat eene briefwisseling met het buitenland vrijwel onmogeljjk is, doch zoo nu en dan lekt er toch het een en ander uit en wat men dan te hooren krijgt maakt 't duidelijk, dat de Rassen hier inderdaad veel te verbergen hebben. Voor Eugen Schanmann, die Bobrikof neerschoot, heeft men alom in Finland de grootste sympathie en zijn na gedachtenis wordt in hooge eere gehouden. De Russische politie had dat wel zien aankomen en zij had daarom de grootste zorg gedragen, dat niemand zou weten, waar het ontzielde lichaam van Schanmann was ter aarde be steld. Op het kleine kerkhof van Malm, dicht bij Hel- singfors, werd het begraven, heimelijk en in 't holst van den nacht, door enkele Russische soldaten, die haastig een gat in den grond hadden gedolven en daarin de lijkkist, na haar ontdaan te hebben van den naam Schanmann, die erop was geschilderd, lieten neerdalen. Al die voor zorgsmaatregelen hebben echter niet gebaat, want den Finnen is 't toch bekend waar Schanmann rust en dag aan dag worden naar zijn graf de mooiste bloemen ge dragen, ook al weten de gevers en geefsters, dat zij even later door de politie zullen worden verwijderd. Dit teekent meer dan lange artikelen de gemoedsstem ming van de Finnen. De Russen geven zich alle moeite om 't te doen voor komen, dat Schaumann's daad het werk is geweest van samenzweerders en hij door het lot was aangewezen voor de uitvoering van hnnne plannen. Doch de Finnen ont kennen dat beslist en zjj betoogen, dat Schanmann veeleer allerlei maatregelen beraamde om te verhinderen, dat er iets van zijne plannen zou uitlekken het denkbeeld van medeplichtigen werd door hem verafschuwd. Dit alles is te vernemen uit het jongste nummer van het Finland Bulletin, het eenig overgebleven orgaan der Finnen, dat in Engeland wordt uitgegeven. »Do tijding van Schaumann's gewelddaad'', zoo schrijft dit blad verder nog, »werd in Finland door het volk ver nomen op een wjjze, waarin afkeer van een daad als deze, waardoor een mensch zjjn leven verliest, samengaat met een gevoel van verlichting. Men gevoelde immers, dat Bobrikof eenvoudig zich de gevolgen zijner eigen hande lingen berokkend, en dat de gerechtigheid zich aan hem gewroken had, op hoe onregelmatige wjjze dan ook. Het is mogeljjk Eugen Schaumann's daad te veroordeelen, zonder uit het oog te verliezen, dat zijn drijfveeren edel aardig waren, dat zijn nobel gemoed bewonderingswaardig was. Onze sympathie en bewondering worden dan nog versterkt door zijn waardigen en roerenden brief aan den Czar.'' De redactie van het Bulletin is stellig van gevoelen, dat Sehaumann's daad de wrange vrucht is van de stelsel matige ongerechtigheden der Russische regeeringin Finland. Door zulke wandaden wordt het zedelijk gevoel van een kalm en vreedzaam volk geschokt en ontwricht. Het Bobrikofisme heeft een Schanmann in het leven geroepen niet zoo lang geleden, zou een vergrijp gelijk het zjjne tot de onmogelijkheden behoord hebben. Over hetgeen er thans in Finland te wachten staat, verklaart het Bulletin geen uitsluitsel te kunnen geven. Het is mogelijk, dat Bobrikof door een nog woester Rus sisch reactionair zal vervangen worden, maar het is ook denkbaar, dat den Ozar door het gebeurde eindelijk de oogen geopend zijn voor wijzer inzicht en een verstandiger politiek in het groothertogdom. Inmiddels is bekend geworden, dat Bobrikof waarschijn lijk zal worden opgevolgd door prins Obolensky, gouver neur-generaal van Charkof. 'tls uit den aard der zaak een onderscheiding tot zulk een belangrijken post te worden geroepen, maar toch zullen er onder onze lezers zeker maar weinigen zjjn, die op het eerbewijs, dat dezen gouverneur-generaal ten deel viel, gesteld zouden zijn. Zijn de kansen der Japanners op het oor logsterrein dalende? Er zijn in de laatste dagen enkele berichten tot ons gekomen, die recht geven tot deze vraag. Intusschen hoede men er zich voor, daarop overijld een bevestigend antwoord te geven, want elke nieuwe dag kan weer het bericht van Russische tegenspoeden brengen. Wat niet kan worden weersproken is het feit, dat het eskader uit Wiadiwostock andermaal aan de achtervol ging van admiraal Kamimoera is ontkomen. De Japan- sche admiraal trof 't bij het aanbreken van den nacht aan tusschen Ikishima en Thushima onmiddellijk gingen toen zijne torpedo-booten tot den aanval over, die door de Russische kanonnen werd beantwoord. Even later echter doofden de Russen hunne lichten en dank zij de nachtelijke duisternis was voor de zooveelste maal het spook-eskader verdwenen. Dat zal opnieuw stemmen doen opgaan in Japan, die verkonden, dat admiraal Kamimoera nu niet langer mag aarzelen om zich den buik open te snijden. Men neemt 't hem bitter kwalijk, dat hij de schepen van Skrydlof niet vangen kan en wijt hem den ondergang van de transportschepen. Te Kobe heeft het volk, naar 't heet, zijn huis trachten te vernielen. Zelfs spreekt een belicht van opstootjes in verschillende plaatsen, als uiting van woede over het verdrinken van die troepen. De Nation, het bekende Amorikaansche weekblad, over die gebeurtenis schrijvendenoemt dit gedrag van de Japanners een averechtsche dapperheid. Zulke voor vallen, a's de weigering van troepen op transportschepen om zich aan oorlogsschepen over te geven, de algemeene voorbereiding van zulke troepen om zelfmoord te plegen en de eisch, dat een admiraal die geen succes heeft, zich van het leven moet berooven, herinneren ons eensklaps, welke golf er ligt tusschen ons en die Oosterlingen. Dat die troepen, die hulpeloos onder de kanonnen der Russi sche kruisers lagen, den dood verkozen, bevredigt slechts een persoonlijk overdreven plichtsgevoel. Door zich on voorwaardelijk over te geven zouden zij de Russische vloot in groote verlegenheid hebben gebracht. De Russen konden die troepen immers niet gevangen nemen en waren verplicht geweest, hun een middel tot ontkoming van de zinkende transportschepen te verstrekken. Onder die omstandigheden waren de Japanners onder geen parool uit geweest, de Rassen zouden een gevaarljjk oponthoud hebben gehad en een duizend man troepen waren voor den strjjd voor het vaderland behouden gebleven." Admiraal Togo gaat intnsschen geregeld voort met het zenden van berichten omtrent Russische slagschepen en torpedojagers, die door hem in den grond zijn geboord of die zijn gestooteD op mijnen, waardoor zij naar den kelder zijn gejaagd. Zijn jongste rapport over het voor gevallene te Port Arthur maant echter tot behoedzaam heid aan. Ook weten wij niet goed, wat te gelooven van de berichten uit- Mantsjoerjje omtrent het terugtrekken van de Japanners. Is 't mogeljjk, dat wij hier met een val strik van de Japanners te doen hebben of is 't toe te schrijven aan het regenseizoen, dat de eerste successen worden onderbroken Weldra zullen wij hiervan wel meer hooren. Hoe de staat van zaken de vorige week was, is door de St. Peteraburger Ztg. als volgt geschetst »Met een overmacht is de vjjand, wiens strijdkrachten op 8—9 divisies met verscheidene reserve-brigades geschat worden, over het Fen-sjoeï-gebergte gerukt, dat met in begrip van den in zijn midden gelegen Motiön-bergrug en het zuidelijker bjj Hai-tsjeng gelegen Tsiën-sjan-gebergte, den slagboom vormt tusschen het Mantsjoerijsche hoogland' en het dal van de Hoen-ho en de Liao-ho, waarin onze hooidmacht staat. Den 26sten Juni zijn de Fen-sjoeï-pas Motiën-ling) en de Motoe-ling in de handen van den vijand gevallen, nadat de Rnssen, die in de minderheid waren, ter ontwijking van de omtrekkende beweging, welke de vijand langs bergpaden ondernam, hun stellingen hadden verlaten. En den 27sten Jnni is de Ta ling onder geljjke omstandigheden in bezit van den vijand gekomen. Tus schen den Fen-sjoeï-ling (ling pas) en den Motoe-ling is de afstand ongeveer 30 werst (32 KM.). De eerste, die ook den naam van Motiën-ling draagï en als zoodanig bekend is nit den Ghineesch Japanschen oorlog, beschermt den grooten weg van Fenghwang-tsjeng naar Liao-jang. Hij is van de laatste plaats ongeveer 75 K.M. verwijderd. De tweede, Motoe-ling, beschermt een naderen weg over de bergen in dezelfdo richting. Hij ligt op 64 K.M. van Liao-jang. De Ta-ling eindeljjk beschermt den weg, die van Sioe jen naar Hai-tsjeng en verder naar Liao-jang loopt (deze Ta-ling heet daarentegen in Japansche rap porten Fen-sjoeï-ling en is ongeveer 43 K.M. van Hai- tsjeng verwijderd. De vijand rukt op tegen ons naar het Oosten gericht front en staat door de inneming van de bovengenoemde passen thans tegenover onze uoofdmacht. Weliswaar is Maandag nog gevochten bij Hionio, maar het Japansche leger dat van het zuiden uit op Kai-tsjou aanrukt, (dat waarmee Stackelberg bij Wafang-ko heeft gevochten) heeft zich intusschen, in noordoostelijke richting door de bergen gaande, vereenigd met het van Sioe-jen nit oprukkende legercorps. Deze vereenigde troepen, die den Ta-ling thans beheerschen, zullen nn, naar men ver wachten mag, onverwijld op Hai-tsjeng aantrekken, waar door de uiterste zuidelijke vleugel van de Rassen met Kat-tsjou links blijft liggen. Tegelijkertijd zal de opmarsch van de Japanners beginnen langs twee wegen, eensdeels van den Fen sjoeï (Motiën-)pas, anderdeels van den Motoe pas nit bergafwaarts. Zoodoende wordt de belangstelling van de zuidelijke stelling bij Kai-tjsou verplaatst naar de centrale positie van de Russen, waar de vjjand, nadat hij snel en met een overmacht de voornaamste bergpassen van het Fen-sjoeï-gebergte over is geklommen, de beslis sing zal zoeken. Tegelijkertijd opereert een troepenaf- deeling van den vjjand van bijna een divisie op den ten N. van Kwan-tiën over Ai-jang-ping en Sai-matse naar Moekden (resp. ook Liao-jang) leidenden weg, om den Japanschen opmarsch naar het Noorden te dekken. De vijand heeft het masker van voorbereiding voorgoed afgeworpenhij heeft zijn plan onthuld. Er is geen terugtrekken en geen afwachten meer mogelijk. Wij staan onmiddelljjk voor de belangrijkste dagen van den veldtocht. Moge de blik van onze legeraanvoerders helder zijn en mogen onze wapens zegevieren.'1 H. M. de Koningin en Z. K. H. de Prins zijn Zaterdag namiddag te 63/4 uur met een afzonderljjken trein te Schwerin aangekomen, vergezeld van een groot gevolg. Zij werden aan het station ontvangen door de groother togin Marie, de groothertogin Anastasia, de hertoginnen Cecile en Antoinette en hertog Paul, en door een talrijke volksmenigte jubelend begroet. De Koningin en de Prins begaven zich met groother- ogin Marie naar Rabensteinfeld. H. M. de Koningin is voornemens op haar reis in Noordbrabant ook de steden Tilburg en Breda te bezoeken. Voor de verkiezing van een lid der Provinciale Staten in het kiesdistrict Haarlem (vac. mr. W. A. 't Hooft) is enkel candidaat gesteld Jhr. G. S. Boreel te Velsen, die dns gekozen is verklaard. Te Heemstede is overleden de heer J. D. Onderwater, een in tuinbonwkringen welbekende persoonlijkheid. Hjj was o.a. voorzitter der afd. Haarlem van de Ned. Mij. voor Tuinbouw en Plantkunde. Te Broek op Langedijk werd tot voorzitter van de Liberale Kiesvereeniging gekozen de heer ds. F. ten Oate aldaar. Provinciale Staten van Woordholland. Aan de leden der Staten zijn Zaterdag nog verzonden eenige stukken, behelzende voordrachten voor de zomer- zitting, waaronder ook het voorstel om, ter voldoening aan de der provincie opgedragen zorg voor voldoende plaatsruimte voor de verpleging van armlastige krankzin nigen, een overeenkomst aan te gaan met de diaconie der Ned.-Herv. Gemeente te Amsterdam. Uit de toelichting op deze voordracht blijkt, dat het grootendeels zijn de patiënten uit Amsterdam, die deze regeling noodig maken. Want wel bestaat de overeen komst met het bestuur van de verpleging te Gheel, doch daar worden geen onrustige patiënten toegelaten, zooals die nit Amsterdam meest zijn, en alle andere gestichten zjjn overvnld. Het voormalige jongensweeshuis te Amsterdam is door de diaconie der Ned. Herv. Kerk ter beschikking gesteld, doch de inrichting komt voor rekening der provincie en zal f 40.000 kosten. Het geneeskundige hoofd zal zijn dr. J. W. Jacobi, benoemd geneesheer-directeur van het gesticht Duin en Bosch te Oastricum. De ruimte stelt in staat 125 patiënten op te nemen. Nu worden er 82 alleen uit Amsterdam verpleegd in het Wilhelminagasthuis. Het aan te schaffen meubilair zal later te Duin en Bosch worden bennt- en het aan te stellen personeel ge neeskundigen en verplegers later daarheen worden over geplaatst. Voorgesteld wordt om aan het gesticht Meerenberg een voorschot te verleenen van f 33.000, af te lossen in 33 jaar. Dit voorschot moet dienenzooals de voordracht zegttot het aanbrengen van verbeteringen in het gesticht. Daaronder is ook begrepen f 25,000 voor het bouwen van een nieuw huis voor den te benoemen directeur, pro fessor van Walsem, die dit als voorwaarde had gesteld voor de aanvaarding der benoeming. Voorgesteld wordt om aan de leden der Staten, die in commissiëa zitten, te gaan verleenenreis- en vacatie gelden. Reisgelden alleen voor zoover en zooveel die wer kelijk zijn uitgegeven vacatiegelden tot een bedrag van f 8 voor een deel v^n een etmaal boven de 12 uur, f 6 van 6 12 uur en f 4 voor een zitting van 3—6 uur. 6 Deze gelden worden alleen vergoed aan de commissie leden, die buiten den zittingtijd der Staten met werk zaamheden zijn belast of aan wie een bijzonder onderzoek is opgedragen. Voorgesteld worden nog de volgende subsidies te ver leenen voor de jaren 1905/7 f 5000 aan de vereeniging het Ned. Paardenstamboekf 500 aan het Amsterdamsch Genootschap ter bevordering der koepokinentingf 6000 aan de vereeniging Maatschappjj voor den werkenden stand, afdeeling ambachtsscholen te Amsterdam f 100 voor den teekencursus van de afdeeling van Patrimonium te Weesp. Uit Beverwijk. In een deel onzer vorige oplage konden wij nog een telegram opnemen, meldende dat notaris M. op vrije voe ten was gesteld. Te Beverwijk werd het nieuws met algemeene vreugde ontvangen. Sommige bewoners haalden zelfs, als bewijs van sympathie met de zoo hooggeachte familie, de vlag

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1904 | | pagina 1