Mralit DuitscWand.
BUsrwEisrXaAisrp.
MAKKTBKRICHTKH-
6 e me ngd Nieuws.
moeten leeren, moet hnn ook die zelfstandigheid worden
geleerd. De onderwijzer, die in eene hoogste klasse wer
kende, nooit zijne leerlingen eens alleen laat arbeiden of
kan laten arbeiden, is hensch de beste opvoeder niet en
een der argumenten die men eertijds had voor het
dnbbele-klassen-systeem (één onderwijzer 2 klassen) was
o.a. dit, dat de leerlingen van de eene klasse tijdens de
stille werkzaamheden" zelfstandig konden optreden. Dit
argument was weliswaar niet in staat, om het systeem
te handhaven maar 't was een argument, wiens waarde
vrij algemeen erkend werd en nog wordt erkend.
6°. Er wordt gewezen op de ervaring aan sommige
scholen, waar het ambulantisme zoo uitstekend gewerkt
heeft. Dit beweren is niet veelzijdig gedacht en bij
nadere overweging van het vraagstuk zou men dan ook
tot de conclusie zijn gekomen, dat aan deze scholen
bewezen wordt, vooral wanneer men vergelijkenderwijs
oordeelt, dat degelijke hoofden nog wel eens wat goeds
kunnen maken van een slecht stelsel. Hoeveel meer zouden
die hoofden echter uitgeoefend hebben, wanneer ze in
eene klasse hadden gestaan, waaraan ze hunne persoon
lijkheid konden geven (een eigen klasse) en hoeveel groo-
ter zou daardoor nog hun invloed op de school zijn
geworden.
Bovendien moet men dergelijke „ervaringen" wat
voorzichtig wegen. Zoo heb ik eens van een veel gepre
zen ambolantus hooren vertellen, dat hjj het personeel
tot in détails voorschreef, wat er dag voor dag en uur
voor uur gebeuren moest. Vergelijkenderwijs gesproken,
gingen de zaken daar heel goed, maar ten slotte bewijst
die toestand toch mèèr voor de serviliteit van het perso
neel dan voor de degeljjkheid van den ambulantus. Aan
deze school had het niet „goed" mogen gaan, want,
zooals eens een ander overleden plaatsgenoot gezegd
heeft, n. 1. Dr. J. J. de Gelder, in zijn leerboek over
Opvoeding en Onderwijs want we moeten bat kind
opvoeden tot zijn eigen opvoeder en hoe zon dat mogelijk
zijn, wanneer die opvoeding aan serviele menschen toe
vertrouwd is
7°. Er zijn, zegt men, zooveel jonge onderwijzers in
onze scholen, maar volgens statistische gegevens is dit
onjuist en bovendien zijn de salarissen in Alkmaar zoo
danig, dat daar geen jonge onderwijzers behoeven te
wezen. Ook moet men niet vergeten, dat het paedage-
gisch geweten van onze jonge onderwijzers zich niet ont
wikkelen kan met behulp ven eene „onverzwakte leiding
en eene altijddurende contröle". Dan wisten onze vroegere
schoolopzieners beter (Van Swinderen c. s.), hoe de
paedagogische talenten ontwikkeld moeten worden en de
raad, dien ik in een oud boekje lees (J. W. Regt
Practische Onderwijskunde), dat »men tot elkaar in be
trekking moet staan van patroon, d. i. als beschermer,
leidsman en vriend", is vrjj wat beter dan al dat officiëele
gedoe van tegenwoordig. Bovendien mag men nimmer
het woord van Locke vergeten, dat een onderwijzer zóó
jong moet zijn, als een wijs mensch maar immer kan
wezen.
8°. Men beweert, dat aan elke inrichting een hoofd
moet staan en ook ik ben van meening, dat aan eene
school steeds iemand moet wezen, die dat lichaam ver
tegenwoordigt tegenover de autoriteiten en het publiek.
Hoe en voor hoelang zoo iemand gekozen moet worden,
is echter eene zaak, die niet het beginsel raakt en dus onbe
sproken had moeten blijven. Maar iemand, die aan t
hoofd der school staat, staat nog niet aan t hoofd der
lessen en terwijl men in een fabriek naar teekeningen en
modellen moet werken, omdat de techniek er op den
voorgrond treedt, moet in eene school de levenwekkende
persoonlijkheid op den voorgrond treden, zoodat hier
neer dan ergens elders het woord van prof. Rein geldt,
dat een hoofd, die „sich vornimmt seine „Methode" in
die Schule dnrchzuführennach seinem Kopf allein
Alles zu kommandiren, weit davon sntfernt ist, der
Jugend zu dienen und ihren Erziehern zu helfen. Die
Schablone ist sein Ideal. Daas ëaszerlich alles glatt geht,
wie bei einer gut geölten Maschine ist sein Stolz. Kaum
aut irgend einem Gebiste dürfteu die verheerenden Wir-
kungen des Bureaukratismus so verderblich sein, wie
auf dem des Schulwesens. In dar Schule komt es vor
Allem auf den frei schaffenden und gestalteten Geist des
Lehrers an".
Dit zjjn de voornaamste argumenten die men voor
het ambulantisme in 't midden gebracht heeft. Weliswaar
zijn er nog meer uitgesproken, die echter beter gezwegen
waren geworden, maar mijn artikel mag niet te lang worden
en er moet voor belangstellenden toch ook iets ter zelf-
bestrijding overblijven. In een slotopatel hoop ik tebetoogen,
dat en waarom het ambulantisme per se nadeelig moet wezen
voor het opvoedend onderwijs als zoodanig.
Slot volgt.
J. KLOOTSEMA.
Partimliere Correspondentie.
BERLIJN, 6 Juli 1904.
Een geheel muurvlak in een der zalen van de groote
Berlijnsche Kunsttentoonstelling wordt in beslag genomen
door afbeeldingen van kerken, die in den allerlaatsten
tijd in Pruissen gebouwd zijn, of worden. Des te op
merkelijker is dit groote aantal, wanneer men bedenkt,
dat bijna alle protestanten tot een zelfde kerk behooren,
dat men hier de vele nuances, die op het gebied van
o-elooven bijv. in Nederland voorkomen, niet kent.
Ondanks de belangrijke toename der godshuizen, zijn
de meesten toch sterk bezocht. Het geregeld ter kerke
gaan <mldt in Pruissen als middel om vooruit te komen
wie nog vlugger dit doel bereiken wil, helpt mede
nieuwe °bedehuizen te stichten. Men is er dan zeker
van, dat de aandacht der Keizerin op de goedgeefsche
hand gevestigd wordtdaarvoor zorgt de opperhofmaar
schalk0 Freiherr von Mirbach wel. Bij het stichten van
een nieuwe kerk wordt altijd de hulp of de bemiddeling
van Hare Majesteit ingeroepen. Behalve eene ruime
o-ift voor den bouw, wordt dan harerzijds steeds een
prachtige altaarbijbel met handteekening geschonken en
er komen de noodige lintjes liet <i3.nt<il eikend-\eidien-
stelijke menschen vermeerderen. Ook dit beloomngs-
middel heeft in Pruissen zijn grenzen, ofschoon de
volksvertegenwoordiging hier aan deze liefhebberij nog
al vrij spel laat. De Duitsche keizer decoreert echter
buitengewoon vlijtig, zoo zelfs, dat in het leger de
overtuiging heerscht, dat een Pruissisch kapitein de Koode
Adelaar 4e klasse slechts kan ontgaan, door het plegen
van zelfmoord. Buiten het leger zijn er eveneens zeer
velen, die zich het knoopsgat met gekleurde linten
kunnen vullen.
Maar ook op dit gebied houdt de vrijgevigheid eenmaal
op en blijven er nog vele uitgestrekte handen ongevuld.
Om ook deze, althans ten deele, te bevredigen, maakt
men hier een gul gebruik van het verleenen van titels.
Een mensch zonder titel is in Duitschland geen mensch
zelfs de vrouwen deelen de onderscheidingen harer
mannen. Een „Herr X" of eene „Frau Y" is hier
onbestaanbaarkan er niets gevonden worden, dat heet
het „Herr Rentier X" of „Frau Privatier Y". Ik doolde
voor eenige dagen op een der 82 om Berlijn liggende
kerkhoven, ging langs het graf van eene „Posaments-
geschafts-inhabers-wittwe" (weduwe van een winkelier
in garen en band), wat verder had een „Geprüfter
Lokomotivhilfsheizer" de eeuwige rust gevonden, terwijl
een met rozen omwonden kruis, de mededeeling behelsde,
dat de „Rohproduktenh-andlersgehilfe F" slechts 21
jaren oud geworden was. Doch wat te zeggen van den
belasting-ambtenaar, die de biljetten, aan eene zekere
klasse van vrouwen gericht, invult met een „An die
Prostituierte Olga B." Hier wordt de titel-noodzaak,
ontaarding van titelzucht eene vlijmende ontzetting,
den gevallenen in het gezicht geslingerd.
Ter bevrediging der niet-gedecoreerden, ook wel ter
afwisseling, wanneer een» zelfde sterveling zich vaak
verdienstelijk heeft gemaakt, benoemd de Keizer allerlei
„Rate". Er is op dit gebied zooveel verscheidenheid,
dat al deze gelukkigen in 5 klassen zijn ingedeeld. De
onderste klasse wordt kortweg met „Rat" aangesproken.
„Herr Rat" doet ons nog in raadselen wandelenis het
een „Rechnungsrat" (ambtenaren bij de Bank) of een
„Postrat" (commiezen der posterijen) dan wel „Commis-
sionsrat", een titel aan de circus-directeuren Busch en
Schumann verleend, zie dat blijkt ons uit dit garnee-
rinkje niet. De volgende rubriek is beter op het gehoor
af te klassificeeren. Herr MedicinalratHerr Forstrat;
Herr OekonomieratHerr Amtsrat zijn titels, die ons
de zwaarte van het daarmede rondtorsende individu
naar waarde doen schatten. Vooral het „Herr Gom-
merzienrat" wordt door velen met diep ontzag uitge
sproken. Deze titel vindt gewoonlijk zijn oorsprong in
de vele geldzakken, die aan de positie van den koopman
of fabrikant stevigheid verleend hebben. Tot de groote
deftigheden behooren de Geheimrate. We weten dan
reeds met eene gewichtige persoonlijkheid te doen te
hebben, al dienen we achterna nog eens te informeeren
of het een „Geheimer Regierungsrat, Geheimer Medizi-
nalrat, Geheimer Commerzienrat of een ander geheim
mensch is. En wat te zeggen van de „Wirkliche
Geheime Rate", zij het dan met of zonder titel van
„Exzellenz". Dat zijn de onbereikbaren, de ontsterflijken
men verbrandt zich de oogen indien men het waagt,
naar zulke zonnen den blik te durven opslaan.
Het loflijkste van alles is wel dat verscheidene van
deze titelverleeningen der regeering winsten afwerpen,
in plaats van kosten te veroorzaken. Zoo betaalt men
bijv. bij de benoeming tot »Medicinalrat' ongeveer 200
Marken aan zegel en leges.
Maar minder loffelijk is het, dat gewetenlooze bank
directeuren het geld van de aandeelhouders misbruiken
om daarmede de door hen zoo vurig begeerde titels te
verkrijgen. Een schel licht, waartoe titelzucht leiden kan,
ontstak het proces der Pommersche bank. Een der di
recteuren wist het tot Commerzienrat te brengen en
verkreeg voor de bank de bevoegdheid zich »Hofbank
der Keizerin» te mogen noemen. Om dit doel te be
reiken, werd een bedrag van 600,000700,000 Mark ter
beschikking van den opperhofmaarschalk von Mirbach
gesteld. Wat de kerkenbouw-manie al niet veroorzaken
kan Ofschoon over de handelingen van den heer von
Mirbach door bijna alle persorganen een zeer afkeurend
oordeel werd uitgesproken, schijnt deze nog niet veel
kiescher te zijn geworden om de millioenen, die hij steeds
opnieuw noodig heeft, bij elkander te krijgen.
Zonder zich om de meeningen, plannen of wenschen
van de rest van het Pruissische-volk te bekommeren,
vond de heer von Mirbach het goed te decreteeren dat
ter eere van de ophanden zijnde zilveren bruiloft van
het Keizerpaar in de eerste plaats »de Kaiser-Wilhelm-
Gedachtniskirche" inwendig verder versierd diende te
worden. Kosten pl.m. 1 millioen Mark. Zonder voorkennis
der regeering schreef de opperhofmaarschalk den com
missarissen des Konings in de provinciën aan, dat zij;
door bemiddeling hunner »Landrate» en burgemeesters
gelden moesten inzamelen. Sommen beneden de 20
(of 10 Mark) mochten niet worden aangenomen. Voor
waar wel een nationaal huldeblijk. Dat er verzet kwam
tegen zulk een optreden was te verwachten en dat dit
verzet zelfs weerklonk in de Pruissische Kamer van Af
gevaardigden is een bewijs, dat gelukkig nog niet allen
aan den leiband van eenen hofgunsteling wenschten re
loopen. Het antwoord op de interpellatie was echter
treurig. De Kamer mocht zich in een zeer talrijke
opkomst verheugen ook de tribunes waren dicht bezet.
Men kon het den minister von Hammerstein aanzien,
dat de komende oogenblikken hem nu niet bepaald
genoegen deden. Was het een toeval, toen hij de be
antwoording der door den afgevaardigde Trager gestelde
vragen uitstelde, omdat hij nog niet over voldoende
gegevens kon beschikken, dat zijne oogen eenige malen
van het papier afdwaalden naar den Poolschen afge
vaardigde von Czarlinski, die eens zeideder Minister
von Hammerstein hat mal wieder gezeigt mit wie
wenig Verstand die Welt regiert wird
Een van beideof de regeering heeft den heer von
Mirbach machtiging verleend om van de regeeringsor-
ganen gebruik te maken voor zijne inzameling en dan
had de minister dit onmiddellijk dienen te zeggen of
de heer von Mirbach heeft over het Ministerie heen
zijne bevelen rondgedeeld en dan had de minister hier
over zijne afkeuring moeten uitspreken. Thans heeft
het den schijn, of niet de ministers doch wel de opper
hofmaarschalk der Keizerin het in Pruissen voor het
zeggen heeft.
Het ministerie drukt als het ware den sociaal-demo
craten en verderen tegenstanders der regeering de wa
pens in de handen om haar met kracht te bestrijden.
Wat kan er onder zulke omstandigheden van het ge
schenk der natie aan het zilveren bruidspaar terecht
komen
Toch wil men weten dat von Mirbach rustig m zijn
ambt als opperhofmaarschalk gehandhaafd blijft. Zulke
raadslieden van de Kroon dienen niet om de popula-
iteit der Keizerin te verhoogen, wat zeker jammer is,
omdat Augusta Victoria in vele opzichten het goede wil.
Beachermlng van postduiven.
Op grond van het groote belang van de oefenings-
vluchten van postduiven als voorbereiding van haar ge
bruik in tijd van oorlog, heeft de minister van binnen-
landsche zaken, op uitnoodiging van zijn ambtgenoot
van oorlog, besloten, maatregelen tot bescherming van
postduiven te nemen, door aan haar eigenaars een buiten
gewone machtiging te verleenen tot het schieten of op
andere wijze verdelgen van roofvogels, mits van die eige
naars is te verwachten, dat zij van die machtiging gaen
misbruik zullen maken. Te dien einde heeft de Minister
voorlichting van de commissarissen der Koningin in de
provinciën gevraagd.
Be zonderling.
Werden voor eenige weken de Aerdenhout en de omge
ving daarvan onveilig gemaakt door een naaktlooper,
thans beeft de man de gemeente Velsen met haar uitge
breide bosschen als terrein van zijn wandaden uitgekozen.
Eerst werd, toen er vrouwen waren, die zeiden hem
gezien te hebben, geloofd aan verbeelding, doch sedert
Donderdagmiddag kan geen twijfel meer bestaan, nu hij
zich heeft vertoond, geheel in Adamscostuum, aan het
hoofd der bewaarschool, twee barer helpsters en eea vijf
tigtal kinderen.
Zij liepen op de z.g. Doodlaan bij het buitenverblijf
Schoonenberg van baron van Tnyl, toen de kerel opeens
uit het hout te voorschijn kwam en op het troepje toe
liep. De kinderen gilden het uit van den schrik, doch
juffrouw I. en haar helpsters waren zoo bij de hand, dat
de laatsten het clubje bijeen hielden, terwijl de eerste
wessnelde om bij een der jachtopzieners hulp te halen.
De kerel, dit bemerkende, haalde uit het bosch eenige
kleedingstnkken te voorschijn, schoot die aan en verdween
in de andere bosschen om Driehuis gelegen, waar hij,
toen na geruimen tijd politie kwam opdagen, niet meer
te vinden was.
den legaat.
Wjjlen de heer C. Noojj, te Ilpendam overleden, heeft
een som van f 10.000 vermaakt aan het r.-kath. armbe
stuur aldaar.
(Buiten verantwoordelijkheid van de Redactie
Maatschappij van Weldadigheid.
Mijnheer de Redacteur,
Wilt gij zoo goed zijn aan het onderstaande een plaatsje
te geven in uw geacht en veelgelezen blad
Commissarissen en directeur van de Maatschappij van
Weldadigheid zjjn overtuigd, dat het beste middel is om
een eind te maken aan veel verkeerde voorstellingen,
aangaande haar in omloop en om de ingenomenheid der
leden met haar te verhoogen, een bezoek aan hare kolo
niën. Zg hebben daarom in overeenstemming met de
algemeene vergadering besloten een goedkoope excursie
(het woord is niet van mg) mogelijk te maken en hopen,
dat daaraan door velen zal worden deelgenomen, heeren
en dames, leden, belangstellenden en ook door tegen
standers. Wio op Dinsdag den '2 Augustas met den trein
van 8.15 van de W.P. of via Baarn 8.25 van Amsterdam
vertrektvindt bg aankomst te Staenwijk de koffietafel
gereed. Na zich daar versterkt en verkwikt te hebben
en na een bezoek aan de Orchideeënkasse van Nijenstede,
vertrekt het gezelschap per rytuig naar Willemsoord,
waar het gelegenheid heeft de hoeve Utrecht te bezich
tigen. Ten 4.15 te Frederiksoord aangekomen wordt
een uur daarna de gemoenschappelgke maaltijd gehouden.
Daarna wordt een bezoek gebracht aan de Tuinbouw
school, terwgl die eerste dag met eene muziekuitvoering
wordt besloten. Op den tweeden dag vertrekt het gezel
schap ten 9 uur per rijtuig naar Boschoord en worden,
da hoeven Prinses Marianne en Deli bezichtigd evenals de
verschillende fabrieken en Rustoord. Na eene wandeling
door het Sterrebosch te Frederiksoord teruggekeerd, wordt
daar weder een gemeensehappeiyke maaltijd gehouden,
terwjjl de rgtuigen ten 6.30 naar Steenwgk vertrekken,
opdat de deelnemers aan de excursie met dea trein van
7.18 kannen afreizen.
Op de treinen kan men van vaeantiekaarten gebruik
maken en voor rgtuigen, koffietafels,. twee maaltijden en
logies wordt den bezoekers niet meer dan f 10 per persoon,
in rekening gebracht.
Het is te wenschen, dat het doel zal worden bereikt,
dat velen van deze gelegenheid zullen gebruik maken,
ooi beter bekend te worden met bet werk vaD de
Maatschappij. Op grond van eigen ondervinding kan ik
er nog bij voegen, dat de streek rgk is aan natuurschoon
en de ontvangst allervriendelijkst,.
De Secretaris van de Afdeeling ikrnaar
van de Maatschappij van Weldadigheid.
J. W. Pb. FEITH.
Asiste&dam 8 Ja li. De prgzen der Aardappelen
varen heden als volgt
Nieuwe Malta's (Spring) 8 ct. per Kg., Andijker Mui
zen (groote) f 1.80 a 3.id. (kleine) f 0.80 a 1.40,
Westlandsche Zandaardappelen f 1.40 a 3.20, id. (kleine
f 1.10 a 1.60, "Westl. kralen f 3'— a 4 20, Katwgker
ronden f 1.50 a 2.80, id, muizen f 1.70 a 2.50, IJpolder
muizen f 2.30 a 2,50, Geld. Kralen f 2.30 a 2.80, Prie-
sche mufzen f 1.80 a 2.20, id. borgers f 1.50 a 2.—.
Aanv. 10 ladingen.
Leiden 8 Juli. Ter veemarkt werden aangevoerd
46 stieren f 68 a 265, 99 kalf- en melkkoeien
f 120 a 282, 63 varekoeien 1 110 a 231, 172 vette ossen
en koeien f 127 a 293 of t 0.52 a 0.70 per Kg. 0
graskalveren f a 98 vette ido. f 35 a f 95,
f 0.60 a 0.80 per Kg., 48 nncht. id. f 7.— a 22.—,
305 vette schapen f 18 a 31.— of f 0.48 a 0.50 per
Kg., 159 weide dito f 12— a 25, 385 lamineren f 8.— a
f 16.192 magere varkens f 14 a 30 of 30 a 32 ct„
per Kg., 334 biggen t 4.a 13.348 runderen, 146
kalveren, 864 schapen, 2 paarden f 82 a 140, 0 bokken
f 0 a 0.
Kaas. Aangev. 112 partijen. Goudsche f 20 a 27,
Lcidschc f 54 a 66 de 150 Kg.