BUIND.
BINNENBAND-
Van 'Week tot Week-
Honderd en zesde jaargang.
Zondag 10 Juli 1904
Gemengde Mededeelingen.
Nieuwst ij dingen.
HO. 82. Tweede blad.
ALKMAARSCHE COURANT.
Een onderhoud net den heer C. Bosman.
De vorige week op een avond de Haarl. Ct. lezende,
viel ons oog op een kort bericht: den len Juli zou de
heer C. Bosman te Alkmaar den dag herdenken, waarop
hij veertig jaar had gestaan aan het hoofd van de
stoomboot-onderneming „Alkmaar Packet". Onze eerste
opwelling was een gevoel van teleurstelling, dat wij
niet hadden de primeur van deze mededeelingonze
tweede gedachte wasmorgen dadelijk naar den heer
Bosman gaan, want zoo iemand, dan kan hij allerlei
vertellen, wat interessant is voor de lezers van de
Alkmaarsche Courant.
Interviews hebben wij in den loop der jaren al
vaak bij de hand gehad. Zij schijnen ons voor den
lezer een aantrekkelijke vorm van journalistiek. Ook
voor den schrijver ligt daarin iets bekoorlijks. Men
interviewt immers niet den eerste den bestevoor
een dergelijk vraaggesprek wendt men zich tot mannen
en vrouwen, die zich hebben onderscheiden en boven
de menigte uitsteken zich met hen te onderhouden
heeft iets streelends voor den journalist, hun leven en
streven in ruimeren kring bekend te maken is een
eervolle arb'eid. Bovendien was tot hiertoe onze erva
ring, dat de geïnterviewde er wel mee ingenomen was,
dat we tot hem kwamen, want wie in een werkzaam
leven veel tot stand heeft gebracht, vindt 't niet on
aangenaam, wanneer de pers daarop eens het licht
laat vallen
Te Alkmaar hebben wij voor het eerst een onder
vinding van anderen aard opgedaan. Als altijd mochten
wij ons erin verheugen door den heer Bosman te
worden ontvangen met de magistrale vriendelijkheid,
die zoo weldadig aandoet. Maar toen wij met ons
verzoek voor den dag kwamen, toen wij de reden van
onze komst mededeelden.nu, toen zagen wij dadelijk,
dat de heer Bosman strijd had te voeren tusschen twee
gedachten, waarvan de eene was„Dat had hij me nu
niet moeten vragen", en de andere: „Zijn ijver is te
zeer te waardeeren om hem nu onverrichterzake te laten
weggaan". We hebben toen al onze overredingskracht
aangewend om dat laatste denkbeeld den boventoon te
doen krijgen. Volkomen geslaagd zijn wij daarin niet.
Want hoewel 't ons ten slotte toch mocht gelukken
den heer Bosman aan het praten te krijgen over zijne
stoomboot-onderneming, bij het heengaan hebben wij
de stellige belofte moeten afleggen, dat wij slechts za
kelijk zouden zijn en dat wij alles zorgvuldig zouden
vermijden, wat de bescheidenheid van den heer Bosman
zou kunnen kwetsen.
Het nakomen van die belofte zal werken als een
sourdine op het geluid, dat wij onzen lezers uit dit
artikel zouden willen doen tegenklinken. We zullen
daardoor moeten verzwijgen wat we zoo gaarne zouden
willen zeggen en wat naar onze meening ook wel
gezegd zou mogen worden. Maar liever is 't ons toch
in allen gevalle dezen nadrukkelijken wensch na te
komen dan dat wij door dit artikel den man zouden
ontstemmen, voor wien wij niet alleen den diepsten
eerbied, maar ook de grootste sympathie gevoelen.
»Hoe stond 't met de verbinding van Alkmaar, toen
bij U het idee rijpte om de «Alkmaar Packet" in de
vaart te brengen
»Dat was niet schitterend. We hadden destijds Gebrs.
Zur Mühlen, die een stoombootdienst onderhielden tus
schen Nieuwediep en Amsterdam, en verder Gebrs. Avis
die een stoomboot lieten varen van Nieuwediep langs
de Zaan tot Zaandam in verbinding met de «Prins van
Oranje'' en de «Mercuur" tusschen Zaandam en Am
sterdam. Dat waren toen zeer machtige ondernemingen.
Dan hadden we ook nog een dienst tusschen Nieuwe
diep en Zaandam, die toen uitging van Zaansche inge
zetenen en onderhouden werd door het «Stadje Alkmaar."
Aan de behoeften van onze stad kon aldus op den
duur niet worden voldaan. Want al deze ondernemin
gen regelden hare diensten naar de belangen van Nieu
wediep en Amsterdam, de Alkmaarsche passagiers en
goederen werden en passant meegenomen, maar onze
ingezetenen hadden volstrekt geen stem in het kapittel.
Zoo moest hier wel langzamerhand het plan rijpen om
een eigen dienst te beginnen."
«Waren er toentertijd hier nog andere middelen van
verkeer?"
«De spoorweg was er nog niet. Wel reed geregeld
een diligence naar Haarlem, maar dat was 'n heele
reis, waaraan veel bezwaren waren verbonden. Er was
werkelijk behoefte aan een Hinken stoomboot-dienst."
«Heeft U in het begin met veel moeilijkheden te
kampen gehad
«Och, ik moet bekennen, dat wij de zaak met energie
hebben aangepakt. En wij kregen al dadelijk een groot
deel van het vervoer. Na een jaar varen gaf de «Stad
Alkmaar" 't op en van deze onderneming hebben wij
toen de steigers overgenomen."
«En hoe ging 't, toen Alkmaar een spoorweg-verbin
ding kreeg
«In den beginne was dat voor onze zaak heel goed.
Toen namelijk de spoorlijn van den Helder naar Alk
maar werd geopend slaagde ik erin met de H. S. M.
een contract te sluiten, waarbij onze booten de hier
aangevoerde reizigers en goederen overnamen om die
verder naar Amsterdam te brengen en terug naar Alk
maar. De spoorweg-maatschappij beschouwde ons als
de meest vlugge en betrouwbare onderneming. Eerst
later werd de spoor doorgelegd en kreeg men aanslui-
ting ^over Uitgeest naar Haarlem. Toen werd de H, S.
M. een groote concurrent van ons."
«Als de passagiers aan het station waren aangeko
men, wandelden zij dan naar de boot
«O neen, wij hadden groote wagens aan het station
staan, die de menschen en de goederen door de stad
vervoerden. Dat ging heel goed.
Door de uitbreiding van het spoorweg-net had he t
transport te water natuurlijk te lijden. De «Mercuriu s"
hield op met varen en desgelijks «De Prins", die door
ons werd aangekocht. Ten slotte voeren Gebrs. Avis al -
leen nog maar tusschen Wormerveer en Amsterdam,
doch ook deze dienst kon niet worden volgehouden en
toen hebben wij weer hun laatste boot overgenomen
«Zijn er in al die jaren nooit ernstige ongelukken
met de booten voorgekomen
«In het algemeen hebben wij altijd heel gelukkig
gevaren. En dat is vooral daarom merkwaardig, omdat
aan de Zaan ons vaarwater zoo bitter slecht was. 't
Was daar zóó ondiep, dat wij verplicht waren er een
geul te maken. In die geul gingen dan vaak Zaankan-
ters met bootjes liggen visschen. Zagen zij dan een
onzer booten naderen, dan maakten zij dat zij weg
kwamen. Eén keer is 't echter gebeurd, dat zoo'n bootje
werd overvaren, tengevolge waarvan de man, die erin
zat, verdronk; aan zijn weduwe is toen een schadeloos
stelling uitbetaald."
«Langzamerhand heeft de onderneming zich zeker
uitgebreid
«Betrekkelijk al spoedig hebben wij ook een boot
laten varen van de Rijp naar Wormerveer en Amsterdam
Wat zeker veel tot ons succes heeft bijgedragen was,
dat onder onze eerste aandeelhouders vele Alkmaarsche
kooplieden waren, die derhalve belang hadden bij de
zaak en met onze booten hun goederen lieten vervoeren.
Alle namen willen mij niet zoo dadelijk te binnen
schieten, maar ik herinner mij b.v. de heeren T. L.
Koorn, van den Bosch, N. J. Goes, Preyer, Theissling,
Ansingh, Dirkzen, A. de Wit, Joh. Vermeer.... van
den aanvang had ik 't erop toegelegd zooveel mogelijk
geïnteresseerden steun in Alkmaar zelf te vinden.
We hebben nu verscheidene booten in de vaart en
een druk vervoer van personen en goederen."
«Hoeveel menschen vinden wel werk aan Uwe boo
ten
«Het juiste getal zou ik niet zoo dadelijk weten te
zeggen. Maar wel weet ik, dat wij ten naastebij een
halve ton arbeidsloon per jaar aan hen uitbetalen
En toen met groote warmte in zijn toon:
«Ik mag zeggen, dat ik het voorrecht heb een per -
soneel te bezitten, waarop ik rekenen kan. De menschen
weten, wat ze aan mij hebben. Ze weten, dat ik van
alles altijd de ware toedracht moet kennen. Hebben zij
iets verkeerds gedaan, dan moeten zij 't mij zeggen en
dan wil ik alle verzachtende omstandigheden in aan
merking nemen, maar dat zij mij voorliegen heb ik
nooit geduld. Voor den patroon mag niets verborgen
blijven. De meesten hebben al heel veel dienstjaren,
sommigen zijn ook gepensioneerd."
Na eenige oogenblikken van stilte herhaalde de heer
Bosman 't en nu nog met grooter nadruk«Ik heb
uitstekende menschen eronder, onbetaalbare werkkrach
ten
Er kwamen inmiddels, brieven en telegrammen van
gelukwensching. En mannen uit het personeel kwamen
hun patroon feliciteeren.
Veertig jaren was 't geleden, dat de heer Bosman op
bescheiden wijs zijn stoombootdienst begon. Wat daarvan
gegroeid is, weet ieder te Alkmaar en in den omtrek
Veertig jaar heeft de heer Bosman gewerkt en altijd
is Jhij op zijn post geweest. Nu staat hij in het volle
leven als een veldheer, die overziet het terrein, waar
door zijn krijgsmanskunst een veldslag is gewonnen. Nu
staren wij, jongeren, naar hem op als een voorbeeld.
Ongelukkige belofte, die wij hebben moeten afleggen.
Zij noopt ons tot het eindigen zonder dat wij hebben
uitgesproken wat wij zoo bezwaarlijk vóór ons kunnen
houden. Slechts één troostde heer Bosman zal tevre
den zijn, dat wij ons zoo hebben weten te beheerschen.
Tolstoï en de oorlog. Tolstoï's vlugschrift over
den oorlog wordtnaar men uit Petersburg meldt, in
het geheim bjj honderdduizenden exemplaren in Rusland
verspreid. Aan den anderen kant moet er bittere twee
dracht door ontstaan zijn in zijn eigen gezin. Zijn zoon
Andrea dient in zijn eigen regiment op het oorlogster
rein, zijn jongere zoon Leo is er oorlogsberichtgever en
zijne echtgenoote schaart zich tegenover hem aan hunne zijde.
Naar men verzekert had Tolstoï aan zijn manifest twee
maanden gewerkt, allen anderen arbeid ervoor om latende
liggen.
De Engelschen in Thibet. Het blijkt dat er
om het fort te 'Gjangtse een geheelen dag gevochten is.
Het eeno gebouw na het andere tegenover het fort moest
bestormd wordende Thibetanen boden hardnekkigen
tegenstand. Toch verloren de Engelschen over het geheel
weinig manschappen, reeds 's morgens echter was luite*
nant Gurdon gesneuveld toen hij een der stormloopen
leidde. Een eerste poging van de Goerka's om de hoofd
poort van het fort te veroveren, mislukte, hoewel de
aanval door geschutvuur werd ondersteund.
's Namiddags koos generaal Macdonald een punt uit
in de muren van het fort, daarop werd al het vuur der
Engelschen saamgetrokken. Langzaam werd aldus een
bres geschoten, en om vier uur ontplofte een massa kruit
van de Thibetanen, waardoor het gat grooter werd. Eerst
nu was het mogeljjk, den wand van het fort te beklim
men, en de dzjong werd genomen.
Opmerkelijk was, dat de Thibetanen in den loop van
den dag een tegen-aanval richtten op den Engelschen
rechtervleugel.
Oogen die opengaan. Er is weder eene tusschen-
tijdsche verkiezing voor het Engelsche Lagerhuis gehouden
en wel in Chertsey. Daar hebben b'4 kiezers, allen gewezen
vrijwilligers in den oorlog tegen de Boeren, een manifest
ten gunste van den candidaat der liberalen openbaarge
maakt, waarin zij verklaren thans in te zien, dat bedoelde
oorlog uitsluitend ondernomen werd in het belang der
mijneigenaren, niet in dat der Engelsche natie, en dat zij
door bedrog genoopt werden om voor zulk eene zaak hun
leven te wagen. Intusschen is de candidaat der conserva
tieven gekozen.
Amerikanen die feest vieren. Het Ameri-
kaansche nationale feest heeft ook nu weer de gebruike
lijke menschenoffers gekost. Tot nu toe is bekend, dat
14 personen gedood en 483 gewond zyn. Stellen we hier
naast 4449 offers, die het nationale feest verleden jaar
gekost heeft, dan valt zeker op een tuerkwaardigen voor
uitgang te wijzen. Dit komt hoofdzakelijk omdat in vele
steden verboden werd te schieten, waardoor tal van onge
lukken voorkomen zijn. In Newyork kwamen toch nog 15
branden voor en werden 346 personen gewond en 4 ge
dood. Op vele plaatsen ontstonden panieken. Alle wond
artsen van Newyork waren den geheelen nacht bezig met
het verbinden van gewonden. Meer dan 500 personen
werden tot geldboeten veroordeeld, omdat zij zonder toe
stemming van de politie revolvers bij zich droegen en
door onvoorzichtig schieten menigeen verwondden.
Door een vuurpjjl ontstond brand in het droge gras
op het voorplein van de woning van president Roosevelt,
Het vuur breidde zich met verbazende snelheid uit en
werd met behulp van de gasten van den president gebluscht.
Een geheimzinnige inbreker. De politie
in 't West-Einde van Londen is druk in de weer, om te
pogen een zeer geheimzinnigen inbreker in handen te
krijgen, die in den laatsten tijd niet minder dan dertig
groote heerenhuizen in die wyk heeft bezocht en dief
stallen pleegt, waaruit blijkt dat men met een echten
kunstkenner te doen heeft. Daarenboven moet hij zeer
behendig zijn, want geen enkel opengebroken meubel
draagt het minste spoor van een werktuig. De man schijnt
als volgt te werk te gaan hij haalt al het zilverwerk
dat er in huis is bijeen en weet dan zeer goed het meer
of minder kostbare te onderscheiden. Hij toont daarbij
grooten zin voor orde en is tevens bescheiden, want nooit
neemt, hij meer dan twee of drie voorwerpen meö, maar
dan ook de kostbaarste en oudste stukken, de andere laat
hij netjes gerangschikt op de tafel liggen. Onlangs bracht
hij een bezoek aan de woning van den Spaanschon gezant
en nam daar eene omtrent 9 duim hooge, zeer kostbare
oude vaas mee.
Men denkt dat de dief de voorwerpen in Nederland
van de hand doet.
Een vrouwelijk »n a t u u r m e n s c h". Inden
Friedrichshain, het park in het noordoosten van Berlijn,
heeft een vrouwelijke «natuurmensch" heel wat bekijks
gehad. Het was een magere vrouw met harde trekken,
naar schatting ongeveer 30 jaar oud, die barrevoets, met
loshangende haren, bloote armen en enkel in een soort
van reform-rok gekleed, door het plantsoen liep, zonder
zich om de, haar verbaasd aangapende, menigte te bekom
meren. Terwijl sommigen in de dame de echtgenoote van
den vermaarden natunrmensch Nagel meenden te her
kennen, hielden anderen haar voor een vrouw, die niet
wel bij hot hoofd was. Twee heeren kwamen haar later
met een rijtuig halen.
Coöperatie.
Den 7en Juli vergaderde in het lokaal »Céres" te Behagen
de Coöperatieve Vereeniging tot aankoop van veevoeder
enz. (opgericht 1887).
Bij monde van den heer K. A. Kaan werd na opening
en lezing en goedkeuring der notulen rapport uitgebracht
over de rekeningen en verantwoording 1903 en 04, nagezien
door spreker en de heeren C. J. de Mazure te A. Paulowna
en P. Over te Barsingerhom. De ontvangsten hadden
bedragen 72144,49, de uitgaven 71707,473, batig saldo
ƒ437,015. Onder dankzegging voor het gehouden beheer
werd de rekening goedgekeurd.