BÜXTENLANP-
BINNENL AND"
No. 85. Eerste blad.
Honderd en zesde jaargang.
1904.
ZONDAG
17 JULI.
Hinderwet.
Algemeen Overzicht.
Gemengde Mededeelingen.
Nieuwst ij dingen.
Gemengd N i e u ws.
ALKMAARSCHË COURANT.
Deze Ocurant wordt Dinsdag-, Donderdag-
an £«tcrt«gaToai uitgegeven, Abonnsmentsprp
per 3 maanden voor Alkmaar ff O,SOfranco door het
geheele rjjk 1 1,
3 Nummers ff O,DO. Afzonderlijke nummers 3 ets.
^Telefoonnummer 3,
fr|Js der gewone advertentiën t
Per"regal f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven f r.^a n c o "aan defN/V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HEEMs. COSTER ZOONVoordam 0 9.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar
brengen ter algemeene kennis:
dat heden op de gemeente-secretarie ter visie is gelegd
het aan hen ingediende verzoekmet de bijlagen van
J. N. SMIT, aldaar, om vergunning tot het oprichten van
een drogerij van sigaren in het perceel Laat, wijk A No.
143 en dat op Vrijdag 29 Juli 1904, 's voormiddags te
elf uur, ten stadhuize gelegenheid wordt gegeven, om
tegen het oprichten van die inrichting bezwaren in te
dienen.
Burgemeester eu Wethouders voornoemd,
Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter.
16 Juli 1904. DONATHSecretaris.
Toen Donderdagmiddag, even voordat ons blad zon ter
perse gaan, door ons werd ontvangen het telegram mel
dende den dood van Panl Kruger, hebben wij,
zoo vlug als enze pen maar vermocht te gigden over
het papier, een en ander uit het leven van den Staats
president der Zuid-Afrikaansche Republiek meegedeeld.
Enkele opmerkingen willen wij thans nog aan dat feiten
relaas toevoegen.
Wat zijn wel de meest karakteristieke eigenschappen
geweest van dezen buitengewonen man Wij gelooven als
zoodanig te mogen noemen: zijn onwrikbaar vertronwen
in Hoogere Leiding en zijn onwankelbare liefde voor zijn
volk en zijn land. Tot heerlijke kracht is de godsdienst
aan Paul Kruger geweest. Daardoor is hij staande ge
bleven in zijn ballingschap, daardoor heeft hij het ont
zettende leed kunnen torsen, dat hem in de laatste jaren
op de schouderen is gelegd. Wie met hem sprak in de
dagen toen hem alles ontnomen was zijn land, zijn
gezin, zijn hnis, zijn vrjjheid kreeg niet den indruk
van een wanhopige; wel vloeiden soms bittere tranen
uit de rood-geschreide oogen langs de gegroefde wangen
van den ouden Leeuw van Rustenburg, maar Krnger
droogde ze af en dan morde hij niet, maar onderwierp
zich volgzaam aan deze beschikking van zijn Heer. Zijn
Bij bol was hem alles en dat kostelijke boek is hem steeds
tot troost geweest in de eenzaamheid, ver van de glorie
aan zijn ambt verbonden.
In de tweede plaats heeft Krnger altjjd het goede voor
zijn volk gewild. Men verlieze toch vooral niet nit het
oog, dat de taak, waarvoor hij gesteld werd, ontzettend
zwaar was. Hij zelf miste bijna elke schoolsehe ontwik
keling en zjjn land, nog maar kort geleden een vergeten
oord, werd als met een ruk getrokken in de rij der
staten, waar men verwacht dat de moderne beschaving
zal heereehen. Ondanks die buitengewone omstandigheden
heeft Krnger zijne Republiek in hoog aanzien weten te
brengen en rechtvaardig wae zijn bestnnr, zoowei voor
de eigen landsbevolking als voor de duizenden vreemde
lingen, die door het goud gelokt het land waren binnen
gestroomd. Wel-is-waar lieten deze vreemdelingen allerlei
klachten kooren over vermeende achteruitzetting, over het
hnn onthouden van het kiesrecht, over drukkende belas
tingen maar de waarheid is, dat deze klachten
slechts dienden tot het aanstoken van een politiek vourtje,
waarvoor de materialen waren bijeengebracht in de Rhodes-
kringen te Kaapstad en de Chambarlain-kringen te Londen.
Had de Zuid-Afrikaansche Republiek niet zulke schatten
in haar bodem gehad, alom zou hare regeering voorbeeldig
zijn genoemd immers, dan zou geen voorwendsel
noodig zijn geweest om zich van die schatten meester te
maken. Hoezeer Krnger een gevaar voor zjjn land zag
in de goud industrie, toch heeft hij haar nooit opzettelijk
struikelblokken in den weg gelegd, trouwens anders zou
zij 't nooit tot zulk een enorme ontwikkeling hebben ge
bracht. En ook pleit daarvoor, dat er nu reeds verschei
dene Rand-magnaten zijn, die hoezeer staands onder de
erkende bescherming van Lord Milner, toch niet kunnen
verheelen, dat onder het Krnger-iégim© aan de goud
mijnen veel minder zware lasten werden opgelegd.
Is daarom Kruger een figuur geweest, zóó hoog steand
dat geen menschelijke kritiek haar vermag te bereiken
'tZon dwaas zjjn om, onder den indruk van de treffende
doodstijding, daarop bevestigend te antwoorden. De oude
President had zeer zeker zjjne fouten en al is 't nu niet
het meest geschikte oogenbhk daarover uit te weiden,
toch mag hierop wel met een enkel woord worden
gewezen. Wanneer men eens deze twee personen
tegenover elkaar steltPresident Steyn, die den
oorlog meemaakte to the bitter end,die alles heeft
opgeofferd voor het bondgenootschap met de zuster
republiek, die na den oorlog geldsommen, bijeengebracht
door zijne vrienden en vereerders, opdat hij toch niet
geheel van middelen zou zjjn ontbloot, heeft moeten aan
nemen, die geleden en gestreden heeft met zijne burgers
en President Kruger, die hierheen kwam met een groot
fortuin, maar slechts zelden te bewegen was om eenige
belangrijke som af te staan voor een in Europa ontworpen
plan om van hieruit de Boeren te helpen, die verarmde Afri
kaners vaak ongeholpen wegzond voorgevende dat bij niets
kon missenziet, dan is de keuze niet twijfelachtig.
Van Kruger kan niet anders gezegd worden de woor
den zijn van de Independence Beige en wij onderschrijven
ze geheel dan dat hij zichzelf en zijn roem een weinig
heeft overleefd. Wanneer hij in Afrika gevallen ware
aan het hoofd van een trouwe legerschare, daD zou hij
meer nog dan nu voortleven als de heros, die zijn leven
offerde op het altaar der vaderlandsliefde.
Kruger's plaats was in het Afrikaansche milieu en als
wjj aan hem denken, zullen wij ou3 hem bij voorkeur
voorstellen zooals hjj was in de dagen, toen hij zetelde te
Pretoria, daar zijn patriarchaal bestuur uitoefenende,
niets onbeproefd latende wat kon strekkan tot welzijn
van z'n volk.
Het stoffelijk overschot van den President zal
wanneer de Ecgelsche regeering daartegen geen bezwaar
maakt worden overgebracht naar Pretoriaopdat
aldus Kruger's wansch worde vervuld om te rusten in
vaderlandschen grond naast zijne trouwe Tante Sanna.
Weigert Engelanddan zal bet ontzielde lichaam in
Nederland worden ter aarde besteld. De oorzaak van
den dood is blijkens de schouwing van professor Roux
van de Universiteit te Lausanne ouderdoms-pneumonie
gevolg van verkalking der bloedvaten. De omgeving van
den President was reeds lang op het naderend einde
voorbereid.
Van alle kanten zijn de telegrammen naar Olarens
gestroomd om Bympathie en leedwezen te betuigen.
In alle landen hebben voorts de voornaamste bladen
hoofdartikelen aan den doode gewijd. In Duitschland
schreef de Tdgliche Rundschau de moois woorden
»Wij beweenen een doode en begroeten een onsterfelijke."
De Kölnische Zeitung zegt o. a.
»De geschiedenis van Krnger is de geschiedenis van
zijn volk hij stak nit als een gedenkteeken uit de dagen
toen hij geholpen had, in het vierde vaderland de repu
bliek te stichtenDe Boer is bij zijn trek onver
moeibaar voortgegaan zich bewust van zijn, kracht en
werkzaam naar zijn aard, alles vereenigd en overstraald
door een kinderlijke hoop dat het geloof toch tot heil
zou leiden. Oom Paul bezat, deze eigenschappen en blijft
een merkwaardigeachting afdwingende figuur van de
geschiedenis.... Zijne welsprekendheid was iets eigens,
bijbelsch patriarchaals. Zijn gezicht bleef altijd rustig
alleen de kleine oogen fonkelden. Van lachen of glim
lachen hield hij in het geheel nietmen kon zich dit
gezicht ook in glimlachende plooien in het geheel niet
voorstellen. Toch was de uitdrukking ervan niet onvrien
delijk hij gelóófdeen wie gelooftaan iets goeds
gelooftdien staat het op het gelaat geschreven. Het
lot heeft teleurgesteld. Het heeft andere wegen voor zijn
volk gekozen dan die van oom Krnger waren. Wie weet,
of do oude moede mandie nn zijne oogen gesloten
heeftniet vóór zijn einde toch nog eens verheerlijkt
geglimlacht hoeftdroomende bevroedende of wanende
dat de toekomst van het Afrikaander-volk nog niet
verloren ismaar zich evenals de Vereenigde Staten
van Amerikauit het Engelsche rijk krachtig zal weten
te bevrijden."
De Engelsche pers schrijft over het geheel niet onvrien
delijk over den ex-ptesident. Slechts een jingoïstiseh blad
als The Globe kan zich niet weerhouden eenige bitse
opmerkingen te maken ea den raad te geven Kruger
maar zoo gauw mogelijk te vergeten. Daarentegen schrijft
de Pall Mall Gazette»Kruger was inderdaad een groot
man. Had hij een sympathieke schranderheid bezeten
evenredig aan zijn geestkracht en diplomatiek vernuft
hij zou in Zuid-Afrika de herinnering nagelaten hebben
van een der grootste staatsmannen. Ongelukkigerwijs
was Krnger niet in staat, de voorschriften der billijkheid
en de werkelijke logica der feiten te waardeeren. Des
ondanks bleef hjj een achtenswaardig en geducht vijand;
zijn vinnigste tegenstanders zullen de eersten zijn om
zijn moed en volharding in dagen van tegenspoed te
huldigen."
Wat ten slotte ook wel vermelding verdient is, dat
wegens het overljjden van den President te Pretoria de
vlag halfstok wappert op het regeeringspaleis en te Jo
hannesburg op de bureaux van Lord Milner.
Meer en meer wordt bevestigd het vermoedendat
het bekende gerucht omtrent het sneu
velen van 30.000 Japanners bij Port-Ar-
h n r geheel uit de lucht is gegrepen. In Russische
militaire kringen hecht men hieraan ook geen geloof
meer en een kolonel van den grooten staf zei tot een
correspondent van de Echo de Paris, dat t al »heel
mooi zon wezen", wanneer bleek, dat er 5000 Japanners
waren gedood gewond of krijgsgevangen gemaakt. In
een telegram uit Tokio wordt bovendien thans het gerucht
pertinent tegengesproken.
Het overige nieuws van het oorlogsterrein bepaalt zich
voor heden tot Japansche en Russische operaties die
hebben plaats gehad zonder dat er ernstige gevechten
bij geleverd zijn. Zoo rukt Okoe met 50.000 man op
tnsBehen Tasjikiau en Nioetsjwang terwijl in ons vorig
nummer bericht werd dat de haven dezer laatste stad
Yinkowreeds bezet werd zonder tegenstand te ont
moeten.
Bij hun binnenkomen in Tasjikiau wachtte den Ja
panners een geestdriftige ontvangst. De bevolking vlagde
en vierde feest en ook de Ghineesche Gouverneur die
mede zeer anti-Russisch ïb liet zich niet onbetuigd.
Noordeljjk van Kaiping zag men tal van Ghineezen die
van de heuveltoppen seinen gaven naar de stad om den
Japansche kanonniers de juiste richting aan te geven
voor hnn vuur op ds terugtrekkende Russen.
De ransel van een Japansch onder
officier. Een Russisch oorlogscorrespondent geeft
de volgende karakteristieke beschrijving van hetgeen er
alzoo gevonden werd in den ransel van een gesneuvelden
Japan schen onderofficier.
»Toen wij de riemen hadden losgegespt, verraste ons
al terstond de netheid en orde binnen in den ransel.
Alles was er kunstig bijeengepakt en zoodanig, dat het
terstond voor de hand was. Alles past precies op zijn
plaats de witte linnen zakjes met erwten en rijst; de
blokjes zout, in fijn Japansch papier gewikkeldde
lichtblauwe sokken—welke veel gelijken op Europeesche
wanten, omdat er een afzonderlijke ruimte in is voor
den grooten teen zorgvuldig opgevouwen.
Verder vonden wij twee ledige patroonhulzen, in
papier gewikkeld; een busje met smeersel voor het
geweer een schelp met kwalijkriekende knevelpommade
een ronde tinnen bus met gebraden vleeschvoorts nog
een bus met verduurzaamde levensmiddelen, een zorg
vuldig genaaid linnen zakje tot berging van eenige
stukken van het geweermechanisme in reserveeen
geheele apotheek van allerlei poeders en een langwer
pige blikken doos met brieven, van de moeder of de
geliefde van den onderofficier.
Voorts was nog in den ransel een militair aan teeken
boekje met een kaart van Zuid-Mantsjoerije op een
schaal van 20 werst per vierk. duim, alsmede een breede
platte koperen lepel, een tandenborstel met schildpad
den steel, een kam, een handdoek en verschillend klein
gereedschap voor het repareeren van een geweer.
Én dit alles zag er uit alsof het pas uit den winkel
kwam. Alles was zoo zorgvuldig behandeld en ingepakt
als alleen de Japanners kunnen doen."
Hst hoofdbestuur der Vereenigiug van hoofden van
scholen in Nederland heeft het voorstel van 't hoofdbe
stuur van den Bond van Ned. Onderwijzers tot samen
werking in zake de actie tegen de voorgestelde wijziging
van de wet op 't lager onderwijs niet aangenomen.
Er gaan te 's-Gravenhage gernchten over eene aanstaande
ontbinding van do Eerste Kamer en het uittchrjjven van
eene verkiezing in den loop van Augustus. De Regeering
heeft evenwel tot dusver nog niets beslist.
Intnsschen is Minister Knyper Vrijdagmiddag naar
Het Loo vertrokken om aan de Koningin verslag te doen.
Onder de geslaagden bij het Eindexamen der Neder-
landsche Afdeeiing van de Hoogere Land- en Boschbouw-
school te Wageningen, behoort ook Mejuffrouw E. H. A.
Berkhout aldaar, in ons land de eerste vronw met den
titel: «landbouwkundige."
Bij het mededeelen van den uitslag werd door den
Inspecteur van het Landbouwonderwijs, den heer P. van
Hoek, met eenige waardeerende woorden hiervan melding
gemaakt.
Eerste Hamer.
De Eerste Kamer heeft Vrjjdag aangenomen het wets
ontwerp tot bekrachtiging van de overeenkomst met de
Nederlandscho Handelmaatschappij.
Daarna werd behandeld de suppletoire Indische Be
grooting voor de instelling van een afzonderljjk Landbouw-
Departement.
De Heer Van der Wijck betoogde, dat een dergelijk
Departement niet noodzakelijk is, en dat 's Ministers ar
gumenten voor de instelling daarvan onjuist of overdreven
zijn. Bovendien zullen bij dit Landbouwdepartement zaken
worden overgebracht, welke behooren bij het Departement
van Binnenlandsch Bestuur.
Na verdediging door den Minister van Koloniën, den
Heer Idenburg, is het ontwerp aangenomen met 26 tegen
2 stemmen.
Na vaststelling van de raming voor 1905 in comité-
generaal is de Kamer tot nadere bijeenroeping gescheiden.
Gered.
Te Edam viel een 6-jarig kind in de voorhaven een
bakkersknecht sprong er bij, slaagde niet het kind te
redden, en liep zelf gevaar.
De heer H. J. Galkoen Jr., die zich zonder bedenken
te water begaf, slaagde er in het zinkende kind op het
droge te brengen.
Brand te Amsterdam.
In den afgeloopen naeht brak te Amsterdam door
voorloopig onbekende oorzaak een zware brand nit op
de zolderverdieping van het meubelmagazijn der firma