Indische Penkrassen.
BUITENLAND,
"BINNENLAND-
No. 85. Tireede 31ad.
XSonderd en zesde Jaargang. Zondag IT Juli 1904.
Gemengde Mededeelingen.
Nieuwstijdingen.
ALKMAABSCHE COBBAN!.
(Auteursrecht uitdrukkelijk: voorbehouden.
liXVIII.
Morgen gaan we Sindanglaja weer verlaten en den
laatsten avond hier doorgebracht, wil ik u nog even
een en ander van dit heerlijk oord vertellen.
Wij logeerden dan drie weken in het gezondheidseta
blissement, dat tevens tot hotel is ingericht en troffen
er aangenaam gezelschap. Het is hier 'n zeer geschikte
streek voor lijders aan malaria, beri-beri, overprikkeling
van 't zenuwstelsel, bloedarmoede en leverziekte. Buik
lijders moeten hier echter niet wezen, voor die categorie
van zieken deugt de Preanger niet.
De inrichting, 1084 Meter boven 't zeeoppervlak ge
legen, bestaat uit een flink ruim hoofdgebouw, twee
verdiepingen hoog en tal van paviljoens (voor familie's).
Het hoofdgebouw heeft groote slaapkamers, een vrij
sombere eetzaal en zoowel boven als beneden geheel
rond 't gebouw loopende galerijen. Hierop komen de
kamers uit en vooral die op het zuiden gelegen, bieden
een heerlijk uitzicht op den Gedé aan.
De verschillende gebouwen liggen midden in een heu
velachtig, keurig aangelegd park.
Hoewel ik niet graag afbreek, zoo moet ik er toch
hier even op wijzen, dat de voeding vooral voor de
zieken, die hun kamer moeten houden en z.g. diëet
krijgen, beter en smakelijker kon toebereid zijn. Ook
de bediening laat veel te wenschen over.
Toen ik drie weken geleden hier aankwam in een
stortbui, zooals de tropen die alleen kennen, kon ik wel
een half uur in mijn natte k leer en wachten voor en
aleer de jongens mij aan een kamer hadden geholpen.
Toen ik een der vlegels naar den mandoor (oberkellner)
vroeg, gaf 't individu een brutaal antwoord. Een flinke
draai om zijn ooren was toen voldoende om binnen
eenige minuten klaar te zijn. Later las ik op de kamer
een biljet, waarin beleefd verzocht werd de bedienden
niet te slaan Of 't daar ook noodig is.
Men kan aan alles merken, dat de eigenaar zich zijn
monopolie bewust is en alleen een flink concurreerend
Hotel als Victoria op Soekaboemi, zou den toestand kun
nen verbeteren.
De lezers herinneren zich zeker nog wel die onrecht
vaardige bevoordeeling van het établissement Selabatoe
tegenover genoemd Victoria-hotel, welnu 't verheugt
me u te kunnen mededeelen, dat dit onrecht uit de
wereld is, wat niet alleen den energieken eigenaar Lenné,
maar ook natuurlijk den patiënten van Selabatoe zeer ten
goede komt.
Sindanglaja heeft echter het rijk alleen en nu moeten
b.v. de particulieren schandelijk duur hun medicijn he-
talen. Zoo zag ik voor een klein ileschje carlsbaderzout
vijf gulden genoteerd
Vroeger werden hier ook de militairen beneden den
rang van officier verpleegd, doch deze worden thans naar
het hospitaal te Tjimahi opgezonden. Het was hier op
Sindanglaja, dat ik weer eens Hollandsche rozen zag en
ook volop aardbeien kon eten, voor eigen rekening na
tuurlijk.
Het klimaat is er dan ook in éen woord verrukkelijk
en doet ons denken aan een mooie Meimaand in Hol
land 's Avonds kan het er zelfs vinnig koud wezen en
men slaapt er, behoorlijk toegedekt onder wollen dekens.
In den morgen wijst de thermometer vaak 8 tot lOo
Celsius aan en men kan hier den geheelen dag tippelen
zonder last te krijgen van 't zonnetje, terwijl dat b.v.
op Soekaboemi, zoo tegen een uur of elf, nog aardig
blakeren kan.
Men ziet hier in den omtrek onze voor- en najaars
groenten tegelijk groeien, aardbeziën b.v. naast witte
kool, wat voor den Nederlander een eigenaardig effect
heeft.
Daar Sindanglaja noordwestelijk van Tjiandjoer ligt,
zijn wij hier weer vrij dicht bij Buitenzorg en rn'n
tochtje te paard daarheen, zal ik nimmer vergeten.
De weg leidt langs den Postweg naar den Poentjak,
een 1500 Meter hoog gelegen bergpas, vanwaar men
een onzegbaar schoon vergezicht geniet op de valleien
en bergen van Tjiandjoer en Bandoeng.
Natuurlijk was het een Daéndels, die den postweg over
den Poentjak deed aanleggen. Ik noem Daendels, omdat
zijn bekende ijzeren wilskracht noodig was tot voltooiing
van dien arbeid. Tegenwoordig, nu er een spoorverbin
ding tusschen Buitenzorg en Tjiandjoer bestaat, ontmoet
men hier slechts enkele bergbewoners, die bij de nade
ring van een Europeaan eerbiedig aan den kant van
den weg neerhurken, het hoofd deemoedig ter aarde
gebogen.
Een zijpad rechts voert ons dwars door een stuk oer
woud naar de Telaga-Wama (het gekleurde meer), een
door rotsen omgeven uitgebranden krater, geheel met
water gevuld. Eene eigenaardige lichtspeling kleurt het
als met allerlei tinten. De Soendaneèzen beschouwen dezen
plek als heilig en men vindt er de sporen van offeran
den, aan geesten gewijd, die er huizen. Nu, voor on
stoffelijke wezens ben ik met bang, doch minder aan
genaam vonden wij 't, dat hier blijkbaar een of meer
grondstoffelijke tijgers in de buurt rondscharrelden. Wij,
mijn bediende en ik, bemerkten dit aan de nog versche
uitwerpselen, waarvan het geurtje mij persoonlijk da
delijk aan de roofdierengalerij in Artis herinnerde.
Een ontmoeting op het smalle pad met zoo'n ver
scheurend monster leek nu juist niet erg aanlokkelijk
en wij waren dan ook blij, toen we weer goed en wel
op den grooten weg aanlandden.
Wat 'n Europeaan bij het doorkruisen van een tro
pisch oerbosch wel het eerst opvalt, is de buitengewoon
groote verscheidenheid van verschillende planten en
boomen. In Europa heeft men beukenwouden, denne-
bosschen enz., dus meestal aanplantingen van één en
kele boomsoort; in de tropen echter groeit van alles
door elkaar en volgens kenners moeten er meer dan
duizend verschillende plantenfamilie's in zoo'n woud
worden aangetroffenDe hoogte en dikte van stammen
en takken zijn over 't algemeen ontzagwekkend, onze
Europeesche boompjes doen er ten minste verre voor
onder. De worst der Javaansche woudenis de beroemde
rasamalarboom, waarvan het sterke harde hout thans be
proefd wordt bij den aanleg van sporen er worden nl.
dwarsliggers van vervaardigd, die beter moeten voldoen
dan die van den djati-boom. De gladde zilverkleurige
stam heeft een middellijn van 3 bij een hoogte van 50
Meter. Als men nu nagaat dat de Groote Kerk te 's-Gra-
venhage een torenhoogte heeft van 80 Meter, dan kan
men zich bij benadering een denkbeeld vormen van
zoo'n gevaarte.
Hoe zal ik u verder een denkbeeld geven van de
slingerplanten en lianen, de varens en orchideeën, die
'n doordringen rechts en links van het voetpad schier
onmogelijk maken Laat ik u daartoe alleen mededee
len, dat ik in 't najaar van 1895 eens van 's morgens 5
tot 's avonds 6 een »marsch" heb meegemaakt door het
oerwoud op Atjeh's Westkust en dat onze colonne toen,
met het kapmes in de hand, een afstand had afgelegd
vantien minuten gaans Het was onder
Majoor Christan, bij een poging om wijlen Toekoe Oemar
in handen te krijgen.
Nu zult ge zeker wel het verschil begrijpen tusschen
zoo'n Indische rimboe en b.v. de Scheveningsche Boschjes
Er is iets in de stilte der hooge bergwouden, dat ik
niet beschrijven kan, maar dat ook indertijd op Atjeh
mij altijd zoo bijzonder trof. Men gevoelt er zich vrij,
men ademt er ruimer dan in den drukkenden damp
kring der beschaafde wereld, men is er als nader bij
God!
Het is misschien wel dat geweest, wat er onze voor
vaderen toe bracht, om W°dan in de heilige wouden te
vereeren, wat ook de volgelingen van Boeddha noopte,
hun offerplaatsen te zoeken op de zwaar begroeide ber
gen van Java.
Zeer interessant is ook het bergpark van Tjibodas,
gebezigd voor den aanplant van gewassen, die een koeler
klimaat noodig hebben dan dat van Buitenzorg. Het staat
onder directie van den beroemden Plantentuin aldaar,
waarover wij het reeds vroeger hadden. Men vindt er
ook een botanisch laboratorium, dat door vele geleerden
uit Europa bij hunne onderzoekingen en nasporingen
wordt gebruikt.
Een paal voorbij Sindanglaja, (1 paal 1507 Meter)
aan den weg naar Tjiandjoer, ligt Tjipanas, het landhuis
van den Gouverneur-Generaal en aldus genoemd naar de
warme bron in de nabijheid. Hier rust Zijne Excellentie
jaarlijks eenige maanden uit, als er tenminste van rusten
sprake kan zijn voor een man met zulk een groote ver
antfwoordelij k heid
In het park om het paleis groeien een menigte prach
tige srozen, hortensia's en boschviooltjes te midden van
de schoonste orchideeën. Waar men in Indië over 't
algemeen wel eens wat al te veel groen ziet, daar is
voor den, tropenreiziger een blik op die kleurenpracht
een ware verrassing.
Het uitzicht, dat men van het landhuis geniet, is
buitengewoon schoonlinks rust 't oog op de hellingen
van het Koedjinggebergte, prachtig afstekende tegen de
meer vlakke vallei van de Tji Koendoel met hare vrucht
bare sawah's.J Recht vóór ons zien wij 't gebergte van
Tjibaroesa en den Dengdenghari-keten en daartusschen,
heel in de verte, het grijsblauwe laagland van Krawang
met de Javazeeoch, laat ik maar eindigen, want
hoe zou ik ooit een helder beeld van het Preanger-schoon
kunnen gevenik mis er het talent toe.
»Zóó moet het Paradijs geweest zijn", zeide mij eens
een jong, opgetogen Zendeling, dien ik in 1896 in deze
streken ontmoette. De man kwam van de Drentsche
heide en was pas één week in 't land.
Lezers, ik zal met u afspreken, dat ik mij voortaan
niet meer wagen zal aan een beschrijving der Indische
natuur alleen waar zij bij uitzondering ieelijk mocht
zijn of mij tegenvalt, zal ik 't u zeggen. Waar ik dus
zwijg, nemen wij aan, dat de natuur, als bijna overal,
het oog bekoort, 't hart sneller doet kloppen.
Ik heb nog zooveel te zeggen omtrent zaken, die men
hoog noodig weten moet, dat ik heusch geen tijd meer
mag en kan besteden aan het zoeken van woorden, aan
het smeden van zinnetjes, die op slot van rekening nog
maar een uiterst vaag beeld kunnen geven van het
heerlijk schoon onzer tropen.
De overstelpende massa van onderwerpen, door mij
te verwerken, maakt het toch reeds zoo moeilijk, een
geregeld reisverhaal te leveren. Deze Penkrassen worden
slechts wekelijks geplaatst en werkelijk, ik zou iederen
dag wel kunnen schrijven Nu reeds heb ikeenflinken
voorsprong en het voordeel hierdoor verkregen, is wel
dat een onverhoopte gedwongen staking, door ernstig
ziek worden b.v. voorioopig geen beletsel worden kan
voor geregelde plaatsing.
Sindanglaja, de helling op, het zoo langzaam gaat, dat
er 3 a 4 uren mee gemoeid zijn.
Ik verheug mij nu reeds over het terugzien der vele
mooie vergezichten, die de weg aanbiedt, doch ben niet
van plan er iets van te vertellen.
In Tjiandjoer ga ik nog even een bezoek afleggen bij
Radhen Brata di Widjaja, den gastvrijen Djaksa en daarna
nemen we een plaatskaartje voor Bandoeng, de bloeiende
hoofdplaats der Preanger.
Sindanglaja. Lt. Clogkener Brousson. b.d.
Het bergvolk, waarmede ik hier in aanraking kwam,
maakt een zeer sympathieken indruk; het is sober, kin
derlijk-vroom, gastvrij, eerlijk en beleefd.
Van rampokken en moorden hoort men in deze streken
nooit en zelfs 's nachts wandelt men veiliger hier in
den omtrek dan in vele buurten van ons dierbaar Va
derland. Tijgers en ander wild gedierte wagen zich ge
lukkig niet dikwijls buiten het woud en de weinige
menschen, die men hier 's nachts tegenkomt, prevelen
een groet en gaan verder.
Zeer jammer vond ik 't, dat mijn klein beetje aange
leerd Soendaneesch nog niet voldoende bleek, om dieper
in 't zieleleven dier noerang goenoengdoor te dringen.
Een geregeld gesprek met die eenvoudige menschen was
mij onmogelijk, doch wat ik al zoo gehoord heb van
enkele Inlandsche ambtenaren uit den omtrek en de Eu
ropeanen ter plaatse, geeft mij wel het recht, een goede
getuigenis van deze nog onbedorven menschensoort af
te leggen.
Een vreemde grootvorst. Grootvorst Boris
is van Moekden naar Petersburg teruggeroepen en zal
in een vesting voorioopig opgeborgen worden. Als hij
geen familie "van den Czaar was geweest zou de strop
of de kogel hem gewacht hebben. Hij heeft zich al
zeer zonderling aangesteld. Toen hij te Moekden aan
kwam werd hij door een geheelen harem vergezeld.
Koeropatkine gaf hem dadelijk in overweging deze
overtollige bagage terug te zenden, waarop Boris uit
de hoogte vroeg of de generaal niet wist wien hij tegen
over zich had. uZeker, Hoogheid antwoordde Koero
patkine. »U is luitenant van het garde-regiment, groot
vorst Boris Wladimirowitsj en ik ben de opperbevelhebber
van het Russische leger en beveel U, onmiddellijk de
dames uit het kamp te verwijderenBoris trok daarop
zijn zwaard en bracht Koeropatkine een houw over
den neus toe. Het gevolg ervan was, dat de dolle prins
teruggeroepen werd.
Dit verhaal wordt schijnbaar bevestigd door de on
gesteldheid, die den Russischen opperbevelhebber eenigen
tijd geleden zich niet in het openbaar deed vertoonen.
Een verstandig besluit. De Duitsche bladen
melden, dat generaal Von Trotha, de opperbevelhebber
in Duitsch Zuid-West-Afrika, zich in verbinding heeft
gesteld met den Boerengeneraal Maritz om diens hulp
te vragen voor de onderdrukking van den opstand der
Herero's. Generaal Maritz zal voorioopig de leiding van
den transportdienst op zich nemen, waarvoor hij reeds
maatregelen heeft genomen, maar hij zou zich tevens
bereid hebben verklaard 500 jonge Boeren bijeen te
brengen, die als een afzonderlijk corps aan de onder
drukking van den opstand zouden deelnemen.
Het Berl. Tagebl. verklaart zich hiermee hoogelijk in
genomen en meent dat het zeer gewenscht is van de
hulp der Boeren in deze gebruik te maken, omdat hun
wijze van strijdvoeren tegen de inlanders zooveel beter is
dan de tot dusver door de üuitschers gevolgde methode.
Een flinke daad van Carnegie. De milli-
onnair Carnegie heeft aan alle beambten en dienaren
op zijn Schotsch landgoed Shibo, die zich geheel van
sterken drank onthouden, een loonsverhooging van 10
percent beloofd. Hij gelooft, dat zij die extra-toelage
wel waard zijn, zoowel uit een economisch als uit een
maatschappelijk oogpunt.
Onmatigheid, zoo dikwijls uitgekreten als noodzakelijke
toevlucht voor den minder gelukkige, houdt hij integen
deel voor een der grootste ongeluksbewerksters van
onzen tijd.
Dronkenschap in Engeland. In Engeland
is bij de wet van 1898 aan de gemeenten vrijheid ge
geven om hen, die herhaaldelijk wegens dronkenschap
veroordeeld zijn, in een verbeteringsgesticht voor dronk
aards te plaatsen. De Londensche Graafschapsraad heeft
nu naar de Lancet meldt met de Holloway-stichting
eene overeenkomst getroffen tot het opnemen van alle
vrouwen, die meermalen wegens dronkenschap en wan
ordelijk gedrag zijn veroordeeld, over den geheelen om
trek van Londen met uitzondering van de City. Van
31 Maart 190331 Maart 1904 waren er 8256 vrouwen,
die in de termen van plaatsing vielen, van wie 40"/o
het laatste jaar drie- of meermalen, en 60'/0 reeds
vroeger om dezelfde reden veroordeeld waren.
De hitte in het buitenland. Ook in En
geland klaagt men over de hitte. Te Liverpool zijn
eenige menschen er aan bezweken. Te Davenham in
Norwich is een vrouw van 62 jaar Zondagavond in de
Wesleyaansche kerk, terwijl zij uit volle borst zat te
zingen, opeens achterover gezakt en dood gebleven;
naar de lijkschouwer Dinsdag heeft uitgemaakt mede
tengevolge van de overmatige warmte. In Noord-Wallis
en aan de zuidkust van Engeland hebben echter zware
onweders plaats gehad.
En hiermede neem ik van Sindanglaja afscheid.
Morgen vroeg komt het karretje voor en zullen wij
snel den weg naar Tjiandjoer afdraven. De terugreis
duurt nog geen 5 kwartier, terwijl van Tjiandjoer naar
Me verwerping der Slooger Onderwijs-wet.
Gelijs te verwacnten was beeft de Eerste Kamer de
Hooger Onderwijs-wet verworpen. Den liberalen leden
bleef in dezen geen keuze en elke andere uitspraak zon
het prestige der Kamer bedenkelijk hebben geschaad.
Wij laten hier volgen, wat do ochtendbladen schreven
over de gevallen beslissing.
Hetgeen verwacht kon worden aldns de N. R. Ct.
is geschied. De Kamer heeft het onderwija-ontwerp
verworpen. Heel de linkerzijde, die voltallig aanwezig
was, 8temde tegen de rechterzijde, waaraan alleen de
heer van Pallandt ontbrak, bracht haar stem unaniem
voor het ontwerp uit. En zoo is dus het ontwerp met
27 tegen 22 stemmen verklaard niet te zijn in overeen
stemming met het landsbelang.
Slechts zeer weinigen znllea door dezen uitslag der
stemming zyn overvallen. Wie van de gewisselde stuk
ken had kennis genomen, kon niet wel anders voorzien
Ook de regeering zelve zal zien over den afloop geen
illasiöu hebben gemaakt. In hare Memorie van antwoord
liet zjj dan ook"roeds doorschemeren, dat zij zeer wel
begreep, welk lot aan haar ontwerp beschoren was. En