BUITENLAND- BINNENLAND- No. 88. fierste blad. Monderd en zesde Jaargang. 1904. ZONDAG 24 JULI. Algemeen Overzicht. Gemengde Me dedeelingen. Nieuwst ij dingen. ILKMAABSCHE (lOlilttM. Deze Courant wordt Blnsdsg-, Bolderdag- en Zaterdagaroad uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden yoor Alkmaar f 0,8® franco door het geheels rjjk 1 1, n Nammera t O,®». Afzonderlijke nummers S ets. l>rJ)N der gewone ndvertentlën Peï'regel Groote^lefetors naar plaatsruimte. Brieven f rjia n c ojjjaan de N/V.^Bouk- en Handelsdrukkerij r/h. HERMs. COSTER k ZOONVoordam C 9. Velefoonnunner 3. Er zijn twee richtingen in dat deel der journalistiek, hetwelk zich hoofdzakelijk met buitenlandsche aange legenheden bezighoudt. Men heeft dagblad-schrijvers, die het geringste geschil tusschen twee regeeringen zóó weten op te blazen, dat zij hun betoog met iets juichends in hun toon hesluiten met de verzekering, dat er nog maar een kleinigheidje behoeft bij te komen et voila la guerre allumée.' Maar men heeft ook journa listen, die er altijd op uit zijn om met de daad te bewijzen, dat zij 'over sterke zenuwen beschikken en dat zij zich niet zoo licht van streek laten brengen door het krijgsgeschetter van hunne collega's: in ge dachten kan men ze zien zitten in hun schrijfstoel voor het met paperassen bedekte bureau, zeer geposeerd en zeer geregeld strijkende met hun hand over hun baard, ter inleiding van de uitspraak„Laat je toch niets wijs maken, 'tzal stellig niet tot een oorlog komen." De rol van deze soort journalisten is 't meest benij denswaard. Op het publiek maken zij veel meer den indruk van 't te weten, van achter de schermen te hebben gekeken, van deftigheid en voornaamheid. "Vergeleken bij hen zijn de lichter geëmotionneerde pers broeders niet meer dan spring-in-het-veld's, wier woorden zijn als een slroovuurtjedat spoedig opvlamt maar ook weldra weer is gedoofd. Zóó moet men zich geneigd gevoelen zich een plaatsje te zoeken bij de meer be daagde schrijvers. lntusschen.de ervaring van de laatste jaren leert, dat 'tniet van journalistieke flair getuigt, om maar altijd vrede te voorspellen. In betrekkelijk korten tijd heeft de uitkomst geleerd, dat men aldus de lezers op een dwaalspoor brengt. De koudbloedige journalisten, zooeven geschetst, waren eenige jaren geleden niet te verdrijven van hun stokpaardje, dat Amerika en Spanje elkaar niet te lijf zouden gaan en toch is tusschen hen de oorlog uitgebarsten. Daarna heette 't, dat de ver houding tusschen Engeland en de Zuid-Afrikaansche Republiek wel zeer gespannen was, maar dat men zich wel tweemaal zou bedenken eer men er toe overging, de geschillen met de wapenen uit te vechten iedereen weet, hoe jammerlijk die profetie heeft gefaald. En ook hebben de door ons bedoelde dagblad-schrijvers nog weer onlangs stokstijf volgehoudendat Rusland en Japan de tot elkaar gerichte vinnige woorden niet door daden zouden laten volgen, terwijl toch zeer spoedig daarna de vijandelijkheden werden geopend. Op het oogenblik bevindt men zich weer op een dergelijken tweesprong. Naar aanleiding van h e t bekende optreden der Russische krui sers in de Roode Zee en het opbrengen van de «Malacca" zijn er courantendie zeggen dat een botsing tusschen Engeland en Rusland onvermijdelijk is, terwijl andere bladen onverzettelijk volhouden, dat 't nog wel met een sisser zal afloopen. Wie zal zeggen wat de waarheid is? Men kan slechts de feiten wikken en wegen. Voor een vreedzame oplossing pleit, dat reeds bij den aanvang van den Russisch-Japanschen oorlog de vrees bestond, dat andere Europeesehe mogendheden in den strijd zouden worden meegesleept en dat toen werkelijk door alle regeeringen met ernst alle maatregelen zijn genomen, die haar buiten het conflict zouden kunnen houden. Engeland heeft zoo ontzaglijk in Zuid-Afrika geleden, dat een nieuwe oorlog op dit oogenblik den ongunstigen binnenlandschen toestand nog zeer zou verergeren. Daartegenover staat, dat de openbare meening in Engeland al maanden achtereen tegen Rusland is opgezweept, zoodat deze nu krachtig om weerwraak roept. In het Lagerhuis noemde Minister Balfour het gebeurde „een zeer ernstige quaestie". En dit zal niemand verwonderen, wanneer men weet, dat in het protest, door den Britschen gezant te St.-Petersburg namens zijn gouvernement ingediend, de vrijlating van de „Malacca" gebiedend wordt gevorderd, terwijl sedert de Russische regeering geweigerd heeft daartoe over te gaan. Men neemt aan, dat de Britsche oorlogsbodems te Alexandrië in opdracht hebben, de „Malacca" te onderscheppen en wat zal het gevolg zijn, als de Rus sische bemanning van het vaartuig zich daartegen eens verzette? Inderdaad, hier dreigt wel een zeer groot gevaar. Om zich een goed denkbeeld te vormen, hoe gespan nen op dit oogenblik de toestand is, laten wij hier enkele stemmen uit de Engelsche pers volgen. De regeering, zoo schrijft de Timesheeft gehandeld gelijk de natie verwachtte dat zij doen zou. De open bare meening is te dezer zake volkomen eenstemmig. Ernstig kan de toestand slechts voorwaardelijk genoemd worden hij zou ieder oogenblik hoogst ernstig kunnen worden, maar alleen indien de Russische regeering een onbillijkheid en dwaasheid beging, waartoe de Engelschen haar moeilijk in staat achten. De Daily Telegraph prijst Lord Lansdowne, die de zaak heeft aangepakt op de eenige wijze, een Engelsch minister waardig, die de belangen van den Engelschen handel en de eer van de vlag moet verdedigen. Waarschijnlijk, zoo voegt het blad er bij, zal de Russische regeering geen twijfel koesteren of Lord Lansdowne, bij zijn eisch om de «Malacca" dadelijk in vrijheid te stellen, de ge- heele Engelsche natie achter zich heeft. Indien ons volk, onder welke omstandigheden ook, in staat was, zulk een ernstige beleediging van zijn grootste belangen en zulk een krenking van zijn eer te gedoogen, dan zouden wij onze aanspraken om als een groot volk be handeld te worden, wel kunnen opgeven. Wat er ook gebeure, wij meenen te mogen aannemen dat de «Malacca niet met een Russische bemanning naar een Russische haven zal stevenenHet thans gebeurde is uit som mige oogpunten het ernstigste geval in onze betrekkin gen tot Rusland, in de laatste twintig jaar. Ook de Daily Chronicle noemt het geval zeer ernstig. Zoo moet men het toch noemen, nu eigendommen van de Engelsche regeering in beslag genomen worden, en het schip dat ze vervoert, onder Russische vlag naar een Russisch prijsgerecht gebracht wordt. De toestand zou nog erger worden, mocht de Russische regeering weigeren, de «Malacca" vrij te laten. De Daily Graphic vertrouwt dat de Russische regeering zoo verstandig zal zijn, aan dit incident zoo spoedig mogelijk een einde te maken, en dat op de eenige wijze waarop het gebeurde ongedaan gemaakt kan worden. De Morning Pfist slaat een kalmer toon aan. Engeland, zoo meent het blad, moet niet te veel lichtgeraaktheid toonen als neutrale mogendheid, want elke beperking van 'liet recht van oorlogvoerenden zon een dergelijke beperking" na zich slepen in geval het zelf een oorlog te voeren had. Het bezwaar tegen de inbeslagneming der «Malacca" moet zijn, dat als dit werd toegelaten, het Londensche verdrag van 1871 vernietigd zou zijn. Yrij donker wordt de toestand ingezien door den correspondent van de Matin te St.-Petersburg. Hij meent, dat vooral groote moeilijkheden zullen worden opgeleverd door de beginsel-quaestie ten aanzien van de kruisers der vrijwillige vloot en den doortocht van de Dardanellen. Tot dusver^had de Engelsche regeering daarop geen aanmerking gemaakt. Maar het krijgshaftig optreden van die schepen in de Roode Zee tegenover Engelsche handelsvaartuigen heeft de regeering te Londen genoopt, een beslissenden stap te doen. Engeland kent den com mandant van de «Petersburg" het recht niet toe, den Engelschen resident te. Ade uit +e noodigen, aan de consuls te Suez en Port-Said te seinen dat zijn schip alle Engelsche stoombooten zou opbrengen, welker scheeps papieren niet in bijzonderheden den aard van de lading aantoonen. Engeland kent dien commandant noch dat recht toe noch eenig ander tegenover de schepen eener neutrale mogendheid, want daar de «Petersburg" onder handelsvlag de Dardanellen doorgevaren is, kan men er onmogelijk genoegen mee nemen dat zulk een schip na de doorvaart als oorlogsschip handelt; indien Europa zulk een eomedie toeliet, zouden de mogendheden stil zwijgend erkennen dat het verdrag, waarbij de Russische oorlogsschepen in de Zwarte zee opgesloten worden, verscheurd is. Zooals men ziet: we zijn hier gekomen in een doolhof, nog wel gevuld met doornen en distelen en men zal een zucht van verlichting mogen slaken, wanneer Engeland en Rusland zonder kleer-scheuren daaruit komen. Moge 't niet zóó ver worden gedreven, dat Rus land zich verplicht acht een beroep te doen op zijn bondgenoot, het nu nog neutrale Frankrijk, want daar uit zou een wereld-oorlog geboren worden, waarvan de diep-rampzalige gevolgen niet zouden zijn te overzien. Naschrift. Sedert het bovenstaande werd ge schreven is het antwoord der Russische regeering op de protest-nota van Engeland overhandigd. Rusland ver bindt zich, de «Malacca" niet voor een prijsgerecht te brengen, en belooft dat dergelijke dingen niet meer zullen gebeuren. Yoor den vorm zal de lading van de «Malacca" in de een of andere haven van de Middel- landsche Zee onderzocht worden ten overstaan van den Engelschen consul. De Engelsche gezant heelt een ver zoek tot schadevergoeding ingediend wegens het opont houd van de «Malacca". Vooral aan het persoonlijk optreden van den Czar moet het nemen van deze beslissing zijn te danken. Port-Arthur moet Woensdag weer hevig zijn beschoten. Een Russische artillerist, die zes weken geleden ïn Chi- neesche vermomming uit Port-Arthur vluchtte en dezer dagen in Engeland aankwam, heeft in een onderhoud met een persman medegedeeld, dat Port-Arthur zich al lang zou hebben overgegeven, als Admiraal Stoessel er niet was geweest, die vast besloten is, den strijd tot het laatste toe vol te houden. Maar de levensmiddelen en krijgsvoorraad zullen thans, naar hij zegt, weidia zijn opgeteerd en dan moet de overgave volgen. Naar zijne schatting hebben de Russen 400 kanonnen te Port-Arthur. De levensmiddelen waren bij zijn vertrek al zeer duur in de belegerde stad. Brood kostte 60 ct. per pond. Paardenvleesch (het eenige vleesch dat te krijgen was) kostte f 1.20 per pond. De dood van President Krnger. De minis ter Lyttelton zeide Donderdag in het Engelsche Lagerhuis, in antwoord op eene vraag, dat de Regeering niets wenscht te doen, dat strijdig zon zijn met de wensehen der familie Krnger of met de gevoelens zgner landslieden. De Regeering beeft aan lord Milner geseind, aan gene raal Hildyard mede te deelen, dat de Regeering alle miiitaire eerbetoon volkomen zal goedkeuren, hetwelk de generaal bg deze begrafenis gepast vindt, indien zoo danige hulde aan de hooge positie, die de overledene zoo lang bekleedde, aangenaam zou zijn aan de familie Krn ger en de Boeren. Maar de generaal moest geen gevolg geven aan dit telegram, tenzy hg overtuigd was, dat zoodanig eerbetoon zon worden aanvaard. De President s-verkiezing in Amerika. De «New-York Herald" zegt in een artikel over de aan staande presidentsverkiezing de candidatuur van rechter Parker te ondersteunen. De «Tribune" is dus het eenige groote New-Yorksche blad, dat zich voor president Roose velt verklaart. De «Herald", de »Snn", de «New-York Times", de «Staatszeitnng", de «World", de «Brooklyn Eagle" en de «Evening Post", vroeger alle op de hand van Mc. Kinley, treden nu gezamenlijk tegen Roosevelt op. Met de New-Yorksche bladen zijn de dagbladen van vele andere steden der Unie van richting veranderd. Protectio nismei Het Amerikaansche stoomschip St. Louis vertrekt heden zonder passagiers naar Southamp ton om gerepareerd te worden. Dit sturen van een schip drieduizend mylen van Amerika uitsluitend om te worden gerepareerd, is in de eerste plaats het gevolg van de mindere kosten, verbonden aan de nitvoering van znlk een werk in Engeland en bewijst ten tweede dat de Engelsche belangen in de scheepstrnsl overheerschend zijn. Tot dusvor werden de Amerikaansche schepen op de werven te Philadelphia gerepareerd. Waartoe te ver gedreven protectionisme al niet lei den kan De Keizer der Sahara. De heer Jacques Lebandy, de zelfgemaakte «Keizer van de Sahara", heeft zich nn definitief te Brussel gevestigd, waar hij al sinds geruimen tijd verblijf hield. H(j kocht daar voor 500,000 francs een groot huis, waar hij recepties zal honden en feesten zal geven, evenals zijn collega-Sonverein van den Congo- Staat. In telegrammen en correspondenties van het oor logsterrein in Oost-Azië wordt algemeen be weerd, dat de positie der Russen in de laatste weken eenigszins is verbeterd. Wat echter niet wegneemt, dat er van belangrijke overwinningen aan hun kant nog geen sprake is. Dit blijkt wel 't best hieruit, dat Generaal Koeropatkine zich gehaast heeft het volgende kleine succesje haastig aan den Czar te berichten: In den nacht van 18 op 19 dezer overviel een afdee- ling vrijwilligers der kozakken een Japansche veldwacht, die zich in een huis bij het dorp Hoediansa, 16 werst zuidoost van Thawoean bevond. Er werden 21 Japan ners door bajonetsteken neergeveld; een klein deel van de veldwacht ontsnapte door de vensters en nam de vlucht naar het gebergte, maar werd daar ontvangen door het vuur van een Japansche compagnie, die te hulp snelde. Te oordeelen naar buitgemaakte petten en andere voorwerpen, bestond de veldwacht uit manschap pen van het vierde garde-regiment. Aan onzen kant werd één fuselier gedood en werden vier gewond. Een alarmeerend bericht doet sinds gisteren in de pers de rondede Japansche generaal Koeroki zou door het Russische leger zijn heengebroken en opmarcheeren naar Moekden. Is dit waar, dan zou 't er voor de Russen slecht uitzien, doch 't schijnt ons wel wat voorbarig om daaruit, zooals vele bladen doen, nu reeds allerlei pessi mistische gevolgtrekkingen te maken. In den afgeloopen nacht is te Amsterdam de hoogleeraar in de scheikunde en artsenijbereidkunde aan de Amster- damsche Universiteit, prof. dr. O. A. Lobry van Troos- tenbnrg da Brnyn, na een kortstondige ongesteldheid overleden. Door den raad der gemeente Ursem is in beginsel be sloten de school te Rustenburg, waar het aantal leerlingen voortdurend daleude is, op te heffen. Daar het hoofd der openbare school te Ursem onlangs eervol ontslag heeft aangevraagd, is men van plan het hoofd der school te Rustenburg naar Ursem over te plaatsen. In beide scholen hadden sinds jaren deze onderwijzers alle klassen voor hnnne rekening. Door deze combinatie zal het aantal leerlingen boven 50 stijgen, zoodat dan eene school met twee leerkrachten zal ontstaan, hetgeen in het belang van het onderwijs geacht kan worden. Koninklijk bezoek te Utrecht. H. M. de Koningin-Moeder bracht Vrijdagmiddag, ver gezeld van gasten en gevolg, een bezoek aan Utrecht. Aan den Biltschen straatweg nabjj het R. C. kerkhof werd H. M. verwelkomd door den Burgemeester van Utrecht, dr. B. Reiger. Hierna werd gereden langs het Hoogeland, de MaliebaanMaliesingel, Agnietenstraat naar de Lange Nieuwstraat. waar H. M. met haar gezelschap een bezoek bracht aan den tabernakel van ds. Schouten. Hier bleef men ongeveer drie kwartier, waarna werd gereden naar 's uijks Mnnt. Hoewel er weinig rnchtbaarheid aan was gegeven, was er toch vrij veel publiek, dat H. M. eerbiedig groette. Bij de Rijksmunt gekomen werd H. M. met haar gezelschap ontvangen door den muntmeester, den heer Van den Wall Bake, en den secretaris dor directie, mr. G.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1904 | | pagina 1