BUITENEAND, FEUILLETON. Honderd en zesde jaargang. 1904. WOENSDAG 27 JULI. Algemeen Overzicht. MO» 89. Eerste blad. Daze Courant wordt Dingdag-, Doaderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkma.ab f O,SOfranco door het gakeele rjjk t 1, SS Nummers t Afzonderlijke nummers 8 ets. hiaat. Frfls der gewone advertentlëa Perfregel f.O,lS. Groote|letters naar plaatsruimte. Brieven frj/ancojaan de N/V."Boek- en Handelsdrukkerij v/fa. HERMs. COSTER k ZOONVoordam C 9". Velefoonnunuaer 3. In het gewone, dageljjksche leven is er meestal een zeer groote overwinning op de eigenliefde noodig om op een eenmaal genomen besluit terug te komen. Voor colleges geldt dit zoowel als voor particulieren. Wan neer b.v. een gemeenteraad beslnit een nieuwe belasting in te voeren en hij komt na eenige weken te staan tegen over eene verordening, waarin het door hem hegeerde beginsel is neergelegd en uitgewerkt, dan is 't wel ge beurd, dat diezelfde Raad al heel weinig ingenomen was met de toepassing van zijn eigen denkbeelden, doch vóór alles wordt hg beheerseht door de overtuiging, dat wie eenmaal a heeft uitgesproken ook b moet zeggen men kan niet zeggen, dat aan zulk een college de moed ont breekt om op het eenmaal genomen beslnit terug te komen (immers, moed is juist altijd overvloedig in een Raadszaal aanwezig), maar toch wordt daartoe niet licht overgegaan, wijl men 't schadelijk aeht voor het prestige, als men van een pas ingeslagen weg aanstonds terug keert. Bij het individu is dat desgelijkser zou heelwat minder hardnekkigheid zijn, wanneer men er maar niet zoo diep van doordrongen was, dat aan de eigen waardig heid nadeel wordt toegebracht, wanneer men niet vol hardt in een voornemen of een daad, waarvan anderen kennis dragen. Wanneer onze lezers nu zoo vriendelijk willen zijn zich te herinneren, wat wij in ons vorig Buitenlandsch Overzicht schreven en zich bovendien goed willen door» dringen van de onmiskenbare waarheid der zooeven ten beste gegeven beschouwingen, dan is 't voor hen clair comme bonjourwat 't den Zaterdag te St. Petersburg onder voorzitterschap van grootvorst Alexis gehouden ministerraad gekost moet hebben om, naar aanleiding van de bekende protest-nota vau Engeland, te besluiten, dat de rechten der vrijwillige vloot in verband met de internationale wetgeving niet nauwkeurig genoeg zijn omschreven om verdere aanhoudingen en onderzoekingen van schepen raadzaam te achten. Üp grond hiervan en in het belang van zijn goede betrekkingen tot andere mogendheden, verklaarde de ministerraad 't derhalve wenschelijk, dat de aan de vrijwillige krui sers verstrekte volmacht zou worden ingetrokken, zoodat zij ten spoedigste hunne zooveel ergernis gevende cam pagne zullen staken. Ten gevolge hiervan zijn de .Petersburg" en de .Smolensk", want dat waren de beide boosdoeners, teruggeroepen en zullen zg bij de Oostzee-vloot worden ingelijfd. Bovendien is bevel gegeven om de aangehouden .Seandia" van de Hamburg-Amerika- lijn en ook de .Malacca" onverwijld vrij te laten. Zelden nog is door een groote mogendheid zoo over de gansche linie bakzeil gehaald als thans door Rusland is geschied. Of daarbij dan niet het prestige in den knel is geraakt Ons dunkt, de feiten zullen 'fc eerlang be wijzen, want na het gebeurde zal Engeland er eerst recht genoegen in seheppen om niet langer zooals tot dnsverre een oogje dicht te doen in zake de Dardanellen- quaestie: door rechtmatige vrees gedreven heeft Rusland zich vernederd en waarschijnlijk zal 't bij dit eene diplo matieke échec niet blijven. Wanneer men als journalist over zulke dingen moet schrijven, daD kan men, ook bij het levendigste bewust zijn van den verren afstand tnssehen een redactie bureau en een ministeriëele vergadering, zich toch niet losmaken van de verleiding om hier de meer huismoederlijke dan diplomatieke verzuchting te laten hooren.Bezint eer gij begint". Wat, hebben de Russische bewindvoerders dan toch wel gedacht, toen zij hunne kruisers op de jacht uit zonden Zij zullen toch zeker niet voorondersteld hebben, dat deze maar ongehinderd kun bedrijf zouden kannen uitoefenen en 't is een raadsel, dat zij een daad hebben ondernomen zonder de krachs te bezitten die te blijven volvoeren, wanneer daartegen verzet zou komen. Da Daily Telegraph doet eenige onthullingen over do voorgeschiedenis van deze aangelegenheid, welke meer doet denken aan de actie van een plattelandsgemeente midden op de hei dan aan die van het bestuur van het grootste Rijk van Europa. Volgens de in het Engelsche blad gegeven voorstelling zouden grootvorst Alexis eu de minister van marine admiraal Avellan, geheel buiten voorkennis van graaf Lamsdort, de instructies betreffende de belemmering van den handel hebben opgesteld. De genoemde heeren waren zoo weinig op de uoogte van het feit, dat de schepen van de vrijwillige vloot onmoge lijk een dobbel karakter kond n hebben, dat Woensdag de kapitein, die de .Malacca" buit had gemaakt, last kreeg het schip naar Sebastopol te brengen en zelf onder de handelsvlag door de zeestraten te varen. Overigens zon de opbrenging van de .Malacca" slechts een onder deel zjjn geweest van een veel grooter plan, met het doel de Dardaneilen voor de Russische oorlogsschepen te openen, nr»ar voor alle vreemde schepen te slniten. Pas op de ernstige vertoogen van het Engelsche kabinet en toen de Engelsche Middallandsche-Zeevloot naar Egypte gezonden werd, zou Lamsdorf bewerkt hebben dat de Czar tusschenbeido kwam. Het is hier ook de plaats om met, een enkel woord het ontstaan van de Russische vrijwillige vloot der Zwarte De heer Stanglhuber had zijn middagslaapje geëindigd en wilde jnist uit zijn leuningstoel opstaan, toen zijne vrouw de kamer binnenstormde en als een bromvlieg van den eenen hoek naar den anderen vloog. Dat was voor meneer Stanglhuber een verschrikt ontwaken en als een bezorgd echtgenoot beijverde hij zich, te vragen wat de oorzaak van de opgewondenheid zijner gade was. .Wat zou het zijn antwoordde hem de verwoede wederhelft. .Natuurlijk is het weer over dat domme nest van een dienstmeid, over die Treesje, cat ik mij zoo opgewonden heb. Ik had voor het betalen van eenige dringende rekeningen vier bankjes van vijf en twintig noodig en heb haar met een bankbiljet van honderd gul den uitgestuurd om te wisselen. Zij big ft ruim een nur weg en brengt het bankbiljet nog ongewisseld terug." Stanglhuber verwonderde zich ten zeerste over die manier van doen en gaf dit te kennen door maar steeds .wat een meisje wat een meisjete roepen. .Weet je wat," voegde hij er met een triomfantelijk gezicht bij, want hij kreeg een prachtige ingeving, .weet je wat, ik ga oogeabiikkeüjk op weg, om zelf het bankje te wisselen Dan komt de zaak toch nog in orde." Hij nam het licht-blauwe bankbiljet, borg het veilig weg in zijn jaszak en ging, met dankbare blikken van zijn .oudje" nagekeken, op weg. Allereerst wilde hij zijn geluk maar eens beproeven in een winkel, waar hij gewoonlijk zijn sigaren kocht en trad hier dus binnen. .Dag m'nheer Stanglhuber groette hem de eigenaar van de zaak. .M'nheer Meyer, mag ik van n wat fijne sigaren ik let vandaag eens niet op den prijsHij dacht namelijk, dat het toch voor een dubbeltje sigaren, de moeite niet was om een briefje van honderd te wisselen. .Ziet u eens hier," begon de koopman, die na eenig zoeken het ware scheen gevonden te hebben .echte Havanna's, vijf cent het stuk 1" .Uitstekend geeft n er mij maar tien." De sigarenhandelaar gaf hem het ge vraagde. .Ziehier!" zei Stanglhuber en legde het bankje op de toonbank. .Wel heb ik van mijn levenriep meneer Meyer ver wonderd uit, neen maar, ik begrijp er niets van Daar heb ik nu toch vandaag al drie bankbiljetten van honderd gewisseld en nu alweer een Het spijt mij zeer, meneer Stanglhuber, ik kan 't met den oesten wil van de wereld niet wisselen IMaar weet u wat, betaalt n het een volgenden keer Dat maakt immers niets uit. Ik wenschte wel, dat n mij duizend gulden schuldig was meneer Stanglhuber ha-ha-haDaarmede kon hij den winkel verlaten. Stanglhuber wandelde nu met zijne sigaren regelrecht naar een koffiehuis. Hij liet zich een kop koffie brengen, stakeen van zijn Havanna's aan, las een courant en tikte toen met zijn wandelstok op het tafeltje„aannemen De bediende kwam toegesneld en hij gaf hem het bewuste bankbiljet. „Heeft u geen kleingeld vroeg de bediende. „Het spijt mij zeer, maar ik heb alleen dit briefje maar bij mg De bediende begaf zich er mee naar net boffat en kwam eerst na geruimen tijd terug. „Dat is wel toevallig," zei hij tot deu vol hoop wachtenden Stangl huber. „De chef is uitgegaan en heeft den sleutel van de kas bjj zich gestokenik kan u dns onmogelijk wisselen, mijnheer." Gelukkig vond Stanglhuber na lang zoeken in een verborgen hoekje van zijn vestzakje nog eenig kleingeld, zoodat hij tenminste hier zonder schuld vandaan kon gaan. Mismoedig overlegde hij nu bjj zich zeif, waarheen hij met zijn bankbiljet gaan zou. Eerst beproefde üjj het bij een bakker. Hij kocht een paar pond krakelingen en begon toen over de wissel- quaestie te praten. De bakkerin betreurde het zeer, maar een kwartier geleden had zg juist den meelhande laar betaald en nu zat zij niet ruim meer in haar zilver. Stanglhuber begaf zich daarna naar een slagerswinkel en liet zich een half pond ham geven. Zonder verdere inleiding reikte hg zijn bankje over. Het meisje, dat hem hielp, gaf hem net kostbare papier weder terug, zeggende: „Als u niet andera heeft moet u maar later betalen. Als de slager thuis was kon hij wel wisselen, want hij heeft jnist vanmiddag eenige rekeningen betaald gekregen, maar hij is naar het koffiehuis gegaan." Stangl huber bromde iets onverstaanbaars en ging verder. Het was reeds laat geworden en er was haast bij 't wisselen. „Laten we het maar eens in een grootere zaak probeeren," dacht hij en ging een hoedenwinkel binnen, omdat hij toch allang van plan was geweest, een nieuw hoofddeksel te koopen. De koop was spoedig gesloten. Hij had een eleganten hoogen hoed uitgekozen, en versierde er dadelijk Zee te schetsen. De eerste schepen daarvan werden in het jaar 1877 gebouwd door een veresniging van patri otten. Er dreigde ook toen een botsing met Engeland. De bedoelde vereeniging bood zich aan, een vloot van handelsschepen uit te rusten welke in geval van nood door de Keizerlijke Marine, als hulpkrnisers zouden ge bruikt worden. De kosten voor den aanbouw dier schepen werden door vrijwillige bijdragen van particulieren ge dekt. Sinds het jaar van hare oprichting heeft de vrij willige vloot zich uitgebreid tot het eerbiedwekkend getal van zestig groote bodems, die te zamen de »Russische Stoomvaart-Maatschflnüij der Zwarte Zee" vormen. Deze schepen verschillen - in andere koopvaardijbooten door hnn bouw, ing, de hoedanigheid en opleiding hnnner off anschappen en de tucht, die aan boord wordt uitgeoefend. De Maatschappij geniet van den Staat een jaarlijksche subsidie, welke thans tot een bedrag van anderhalf millioen roebel gestegen is Daar voor verplicht de Maatschappij zich, ten allen tgde een bepaald getal bruikbare schepen voor den Staat gereed te houden. Bovendien staan eenige schepen der vrijwillige vloot bestendig in dienst der Regeering, welke zich ook het recht heeft voorbehouden een zeker aantal schepen ten allen tgde van de. Maatschappij te kunnen koopen. Onwillekeurig is men, na den voor Rusland's prestige zoo pijuljjken afloop, geneigd zich een voorstelling te maken van de schitteroogjes der Japanners bij het vernemen van dit bericht. Wanneer men Rusland eens voor een oogenblik vergelijkt met een massieven sneeuwpop, die door de Japansche straatjongens van één kant wordt gebombardeerd dan kan men zich gemakkelijk in de blijdschap indenken, die ontstaat, wanneer 't blijkt, dat nog van een anderen kant een aanval wordt ondernomen en wel met zóó goed gevolg, dat de stukken eraf vliegen. Nog is de pop niet zóó gehavend, dat zij onherkenbaar is gewordenmaar hier en daar zijn toch heel leelgke deuken aangebracht en wanneer dat zoo voortgaat, dan zal er weldra nog maar heel weinig van da oorspronke lijke forsche vormen zgu overgebleven. Zelfs al zal Rusland ten slotte toch nog overwinnen in Oost-Azië, dan zal eenmaal de historie-schrijver moeten getuigen, dat de weg naar de victorie niet is afgelegd zonder het oploopen van bloedige schrammen, die nog vele jaren litteekons zullen achterlaten. Naschrift. Nadat het bovenstaande was geschreven is Reuter met de bekenïenis gekomen, dat zijn correspon dent te St. Petersburg wel iets meer heeft gezegd dan hij kan verantwoorden. De waarheid is, dat Rusland geen afstand doet van da door het oorlogsrecht erkende bevoegdheid om neutrale schepen aan te honden en te doorzoeken, wanneer het vermoeden bestaat, dat er oorlogs- zijn edel hoofd mede. Daarna begaf hij zich naar de Oassa en baalde vol hoop zijn bankje van honderd voor den dag. De kassier rekende het hem voor en zoo had hij zijn bankbiljet toch gewisseld. Maar zijne vrouw had er op aangedrongen vier bankjes van 25 gulden mede terug te nemen; dus vroeg hg: »Och, mijnheer, heeft n er geen drie bankjes van 25 gulden bij?" »Neen, m'nheer, alleen maar zilver en goud geld," was het teleurstellend antwoord. Van woede had bij bijna zjjn nieuwen hoed wegge worpen maar een blik in den spiegel deed hem zien hoe voornaam hij er mede uitzag en dus ging hij schijnbaar gelaten zijns weegs. Na hij zijn geld gewisseld had, kwam de vraag om van het zilvergeld bankjes van 25 galden te fabriceeren. Hg pntta al zijn scherpzinnig heid uit dacht en dacht, tot hij ten slotte tot het besluit kwamom in een winkel voor koloniale waren een grooten inkoop te doen voor de huishouding. Op die manier zou hij toch misschien nog drie van de gewensohte vier biljetten thuis kunnen brengen. Hij bestelde suiker, koffie en meer dergelijke artikelen, die bij hem aan huis gebracht moesten worden. Toen het moeielijke punt echter ter sprake kwam kon men hier niet aan zijn verzoek voldoen. Geheel uit het veld geslagen door zooveel tegenspoed, gaf Stanglhuber zijn pogingen maar op en ging een café binnen waar hij met zijn vrienden placht samen te komen. Op deze manier trachtte hij het leed van den dag en den angst voor het komende te vergeten. Hij kwam vrij laat thuis, waar voor hem, als boden van de koopmanie, waar do heer des huizes dien dag aan geleden had, de koloniale waren reeds aangekomen waren. Zoo koel mogelijk werd hij door zijne echtgenooce ontvangen. »Nu, hebt ge vier bankbiljetten gekregen?" vroeg zijzoo ernstig als een rechter van instructie. Hg legde het zilver en goud gelddat hem nog restte, op de tafelen wachttezonder een woord te zeggen met aan ieder van zijn haren een angst-zweetdroppel. Na eenig zwijgen zei zijne vrouw minachtend: »Die domme gans van een Treesje heeft het nog veel beter opgeknapt dan jij. Die heeft mij ten minste mijn biljet nog teruggebracht, heeft niet als een gek inkoopen gedaan en was bij haar tehniskomst nog nuchter." Tot slot van alle »Pech" ging Stanglhuber in zijne verwarring op zijn splinter-nieuwen hoogen hoed zitten zweeg en berustte.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1904 | | pagina 1