Herhalingsonderwij s
RykskenriDgen vao Herigsteü.
Een Familievloek.
alkmaar^chë^üëantT
FEUILLETON.
BUITENLAND.
Stedelijk Museum.
Jongens en Meisjes.
FL OMMUNT
Euferaia Gravin van Adlersfeld-Ballestrera.
3)
Gemengde Mededeelingen.
No. 93. Honderd en Zesde Jaargang. 1904.
Vrijdag 5 Aug. 1904. Tweede blad.
Het STEDELIJK MUSEUM is voor onvermogen
den kosteloos te bezichtigen op Zondag 7 Au
gustus a.s., 's namiddags van 1—3 nnrwaarvoo-
toegangskaarten te verkrijgen zijn ter vergadering
der commissie op Vrijdag 5 Augustus a,s., 's na
middags van 23 uur ten stadhuize.
Aan en voor kinderen beneden 13 jaar worden geene
toegangskaarten afgegeven.
VOOR
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente
Alkmaae brengen ter kennis van ouders of verzorgers
van kinderen, die dezen tot eene der herhalingsscholen
voor jongens of voor meisjes in deze gemeente wenschen
toegelaten te zion, dat de gelegenheid tot aangifte daartoe
zal bestaan, ook voor hen die reeds in het vorig jaar
aan het onderwijs hebben deelgenomen, van 9 tot en
met IS Augustus a.s., des avonds van 68
ure, ten stadhuize.
Het herbalingsonderwjjs zal omvatten
a. de Hederlandscbe taal
b. het rekenen;
c. het boekhouden, het handelsrekenen, hot In
richten van eenvoudige administratie
d. indien daaraan behoefte blijkt te bestaan de begin
selen der Fransche, llultsche en Klngelsche
taal
e. de nuttige handwerken voor meisjes.
Het schoolgeld bedraagt per kwartaalvoor één kind
f 1.50; voor twee kinderen uit een gezin, gelijktijdig de
school bezoekende, per kind f 1.voor elk kind meer,
per kind f 0.50.
Voor minvermogenden is slechts de helft en voor
onvermogenden geen schoolgeld verschuldigd.
Belanghebbenden worden uitgenoodigd bij de aangifte
het vaccinebewijs der leerlingen over te leggen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter.
29 Juli 1904. L. VAN DER VEGT, 1°. Secretaris.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennis
1°. dat bij beschikking van den Minister van Water
staat, Handel en Njjverheid, d.d. 21 Juli 1.1. nr. 6092,
afd. Landbouw, is bepaald dat de gewone Rijkskeuringen
van tot dekking bestemde hengsten, voor zooveel deze
provincie betreft, in dit najaar znllen gehouden worden
op 11 October e.k. te Beverwijk
op 12 October e.k. te Schagen
op 13 October e.k. te Hoofddorp, gemeente Haarlem
mermeer
op 14 October e.k. op Wtering en
op 15 October e.k. op Texel en Terschelling
2°. dat tot deze keuringen worden toegelaten alle
hengsten, die ten minste 2J jaar ond zijn
3°. dat de eigenaar of houder, die een hengst ter
keuring wenscht aan te bieden, verplicht is daarvan ten
minste drie weken vóór de keuring vrachtvrij een schrifte
lijke en onderteekende aangifte te zenden aan den secre
taris der provinciale regelings-commissie (den heer W.
Teengs te Alkmaar), met opgave van
a. naam en woonplaats van den eigenaar en honder
b. naam, ouderdom, ras, kleur en bjjzondere kentee-
kenen van den hengst benevens, indien deze in een stam
boek is ingeschreven, stamboek en stamboeknnmmer
c. zoo mogelijk afstamming van den hengst, zoowel
VAN
Bjj het slot aangekomen, trad hun Dietrich tegemoet
de opperjagerdeze zag er zeer ontdaan uit, en toen
Uraca het slot was binnengetreden, fluisterde hij zjjn
meester toe: »hebt gjj baar gezien?''
»Ja," luidde het antwoord barsch.
»En mjjn genadige meesteres kwam bet aarzelend
van de lippen van den jager. Ludwig Ohristoffel knikte
slechts even en ging de poort binnen, zjjne gemalin
achterna. Deze was de poort slechts halverwege opge
klommen toen haar Kathe, de portierster, tegenkwam,
met haar rammelende sleutelbos, een licht in de hand,
dat zjj bij het zien van haar meesteres bjjna liet vallen.'
Goede hemel, wat is U bleek," riep zij ontzet»hebt
gjj een spook gezien, genadige vrouw t"
Uraca knikte bevestigend, en andermaal zon Kathe
een scherp antwoord hebben gekregen.
Voor deze was echter de stemming van hare meesteres
koren op haren molen.
»Alle goede geesten," zeide zij bijna ademloos, terwijl
zjj een krnis maakte. »Ja, ja, in bet Olmenwoud is het
nooit erg zniver geweest. Was het een groote, zwarte
gestalte, aU een priester in zjjne soutane
»Neen, het was een teedere, blanke figuur met golvende,
gonden lokken," antwoordde Uraca meohanisch.
»De barnsteenheks," fluisterde Kathe bevend, en stellig
zou zjj nog meer gezegd hebben, wanneer niet op het
zelfde oogenblik de slotvoogd verschenen was en haar
van vaders- als moederszijde, en naam en woonplaats
van den fokker
4°. dat een hengst, na bovenvermelden termjjn aan
gegeven, van de keuring is uitgesloten, tenzjj de Com
missie geen bezwaar tegen toelating heeft en de eigenaar
of houder vóór den dag der keuring een som van tien
galden bjj voornoemden Secretaris stort
5°. dat inschrijvingsbiljetten voor de keuringen op
vrachtvrije, schriftelijke en onderteekende aanvraag van
eigenaars of houders van hengsten door den Secretaris
der regelingscommissie voornoemd znllen worden verstrekt.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter.
1 Augustus 1904. L. v. d. VEGT, 1°.-Secretaris.
Prof. van Hamel over President Kruger.
In de Gids van deze maand geeft Prof. A. G. van
Hamel, die den zegetocht van wijlen president Kruger
door Fraukrjjk in een ambtelijke hoedanigheid heeft me
degemaakt, een artikel over den overledene en die reis,
waarin ons een aantal bekende gebeurtenissen weer voor
den geest worden gehaald. Maar óók nieuw licht op dien
zevendaagsehen tocht door Frankrijk valt, en daaronder
deze kenschetsende bizonderheden
»Maar zoo ik in die zeven dagen geen enkele maal
den vroeger zoo geroemden staatsman heb ontmoet, eiken
morgen en eiken avond vond ik weer den trouwen Vader
van zijn volkdie niet zich zelf zocht maar enkel en
alleen de verlossing van zjjn land. Hoe gewillig leende
hjj zich telkens weór tot het bedenken en voorbereiden
van een redevoering slechts nu en dan wat ongeduld en
wrevel verradend als ik hem storen kwam in zjjn »denken
over zijn volk'1, omdat er weör »een rede" van hem ge
vraagd werd. En het was geen persoonlijke ijdelheid die
hem, onvermoeid, telkens op het balkon deed verschijnen,
waar de jnichende menigte hem riep, maar, naaBt de
behoefte om zijn volk te hooren verheerlijken, dat ge
lukkig gevoel vin niet langer de door Engeland gesmade
en vervolgde, maar de vrjje en geëerde gast van Frank
rijk te wezen.
Er was toch, zoo nu en dan, wel iets nuchters in de
wjjze waarop al dat luidruchtig eerbetoon door Krnger
werd aanvaard. Niet alleen Jat elke, zelfs de geringste,
graad van bedwelming was uitgesloten ook van eenige
trillende emotie van een plotseling-aangegrepen-worden
door eene of andere treffende demonstratie, was op het
gelaat of in de woorden van den President niet' veel te
bespeuren. Dat bjj van de ontvangst in het Hotel de
Ville niets anders thuis bracht dan een opmerking over
het vermoeiende trappen-klimmen dat men daar van hem
geëischt had was nog zoo onnatuurlijk nietde verte
genwoordigers der stad Parjjs hadden van die ontvangst
wel veel werk gemaakt, maar daarbjj toch meer hun
eigen eer gezocht dan die van hun gast. Maar dat het
aankomen te Djjon, toen de avond reeds was gevallen,
het stapvoets-binnenrjjden der oude Bourgondische stad,
door de overvolle, met lampions verlichte straten, en,
daarna, die indrukwekkende, die vrome ontvangst in het
Hotel de la Cloche, waar deftige deputaties op bjjna fluis
terenden toon hun hulde aanboden, waar kinderen bloe
men strooiden, waar gedistingeerde oude dames en be
vallige jonge meisjes, met bevende vingers, de ruwe hand
van den President aan haar lippen brachten, dat dit
alles niet bij hem, enkel bjj ons, zichtbare ontroering
wekte, zoodat hij, op de vraag of hjj niet iets zeggen
wilde, ten antwoord gaf: »jij kan die mense net bedank
maar ik denk, ik zal nog veel reden moet hon1' blijft
teekenend voor 't temperament van dezen Afrikaander.
Wat Ivruger mag bezeten hebben aan vatbaarheid voor
artistieke aandoening, was sints lang bij hem opgegaan
in het godsdienstig gevoel. De symboliek der emblemen,
die men voor hem gegraveerd had op medailles, getee
kend op het schutblad van albums, uitgebeeld in kostbare
bloemstukken, ontging aan die oud-testamentisch gevormde
verbeelding. Maar wie in een bijbelwoord een nieuwe
toespeling wist te vinden op Afrika's strjjd tegen den
klauw van den Leeuw en den hoorn van den Eenhoorn,
die wekte in dat gemoed nieuw vertrouwen op den tri-
umf van »die zaak van rechtvaardigheid."
met korte, maar krachtige woorden het verder spreken
verboden had, Gekrenkt ging de portierster verder, zij
wist wat zjj wist, en wanneer zij had mogen spreken,
dan zou er voor hare meesteres wel een licht zjjn opge
gaan, waardoor zjj verblind de oogen zon gesloten hebben.
Maar naar zjjn werken zal ieder beloond worden, en
wie in zjjn leven kwaad heeft gedaan, komt na zjjn dood
niet tot rust.
Dat was zoo ongeveer de inhoud van het geloof van
dien goeden, ouden tijd, en er is nog genoeg van tot
op dezen tjjd overgeërfd.
Den volgenden dag was Uraea haren schrik zoowat te
boven gekomen zjj dacht er niet aan nog nader uit te
vorsehen wat de oorzaak van de verschijning zou geweest
zijn, want het bjjgeloof van die dagen was haar te zeer
in het bloed gedrongen, dan dat ook maar eenigszins de
gedachte aan een natuurlijke oorzaak bjj haar zou kunnen
opkomen. Ook schaamde zjj zich voor haar zwakheid
ten opzichte van de praatzieke portierster, die natnnrljjk
aan iedere levende ziel de geschiedenis had oververteld,
biechts één ding wilde haar niet nit de gedachten gaan,
dat was de zachte kreet, dien de witte gestalte in het
Olmenwond had geuit. Wat lag er toch in dat geluid,
dat op zoo vreeseljjke wijze haar zenuwen had geschokt
Doch nog een ander vergat dezen kreet niet, dat was
haar gemaal.
Mej stond in volle bloemenpracht, toen het vrouw
Uraca plotseling in de gedachten kwam om naar het
voorbeeld van de Heilige Elisabeth naar de hutten der
armen te gaan. Niet, dat zjj dezen ook andeis niet
van haren overvloed mededeelde zjj gaf veel en gaarne,
maar niet met eigen hand. Thans echter had de slot-
kapelaan een zeer stichtende predicatie gebonden over
de deugden der landgravin en dientengevolge had Uraca
besloten om hare giften zelf uit te deelen.
Gevolgd door hare dienaren, die manden met kleeding-
stukken, linnen en eetwaren droegen, verliet zjj het slot
en deelde ijverig in het dorp hare schatten uitmaar
daar haar de ware vreugde van het geven ontbrak, oogstte
Oud-testamentisch was deze patriarch, hoe modern
ook uitgedost, als hjj, Tn 't vol ornaat zjjner offioieele
waardigheid opging naar het Elysée of, in een pels ge
huld, in een open landauer rondreed om »die dorp" van
nabij te bezien. Hjj was het vooral op den rustdag, den
sabbath des Heeren. Toen hem, des Zondags, het voorstel
gedaan werd om een krans te gaan nederleggen aan de
voeten van het standbeeld van Jeanne d'Arc die
immers de Engelschen uit Frankrjjk verjaagd had geljjk
hjj, Kruger, ze hoopte te verjagen uit Transvaal en Öranje-
Vrjjstaat, hoe heftig was toen zjjn verzet tegen znlk
een verheerlijking van menschen en menschenwerk, waar
Gode alleen oer mocht worden gegeven I Het hielp niet
of men al sprak van Jeanne's godsvertrouwen, van haar
nederig geloof aan hooger roeping»ik versta wel",
klonk het kort bescheid, »maar dat is afgoderij."
In zulke oogenblikken was Kruger geheel zichzelf. Hjj
was het ook, wanneer bjj, in den kring der Transvaalsche
vrienden en familieleden, het kinderlijk en vrooljjk tafel
gesprek volgde voor zoover zjjn doofheid hem dit toeliet,
en een gemoedelijk woordje, of ook wel eens een grap,
er, met een glimlach, tnsschen wierp.
Maar die oogenblikken van verpoozing en verstrooiing
waren zeldzaam. Van iedere andere aandoening won het,
in die dagen eerst de hoop, de stralende hoop, toen de
vrees, weldra de vertwijfeling aan alle hulp van menschen.
En boven alle, ook boven deze, stond hoog en onverzet
telijk in dit groote kinderhart het geloof aan Israel's
»Heer", die immers nu was geworden Zuid Afrika's God.
Voor dat godsbestuur boog Kruger het hoofd bjj elke
beproeving en elke vernedering, nu en dan toch pogend
de wondere »wegen" van zijn God te verstaan. Hoorde
ik hem niet zeggen, na Wilhelm's weigering om hem-te
ontvangen en hem te helpen »Ik denk, die Heer wil
alléén die eer daarvan hèToen de Republieken on
herroepelijk gevallen waren, boog hjj het hoofd nog dieper,
maar zocht naar een nieuwe oplossing van het probleem
dat de wereldgeschiedenis stelde aan zttn geloof. Kin
derlijk en eenvoudig was de oplossing, waarbjj ziju geest
en zijn gemoed vrede vonden »Die Heer kent zijn tjjd."
De moord op minister von Plehwe. Tot
opvolger van von Plehwe is benoemd de tegen
woordige minister van justitie MoeraweL Hjj had een
particuliere audiëntie bij den Ozar, die hem, naar vermoed
wordt, de portefeuille van binnenlandsche zaken en het
staatssecretarisschap van Finland aanbood. Dat een mil
dere politiek van deze benoeming het gevolg zal zjjn,
is niet te verwachten. De correspondent van het Berl.
Tagebl. te Petersburg, beweert, dat in regeeringskringen
elke concessie aan de revolutionaire elementen als een
zwakheid zou worden beschouwd. Men meent, dat er
samenhang bestaat tussch n de verschillende aanslagen
in den laatsten tjjd en tracht derhalve zooveel mogeljjk
verdachte individuen gevangen te nemen, teneinde verdere
aanslagen te voorkomen. Moerawef geldt als aanhanger
van hetzelfde stelsel, dat Plehwe zoo gevreesd en gehaat
maakte.
De Débats verneemt nog nit Petersburg, dat de naam
van den moordenaar Voronof is, hij is Rus en orthodox,
was student te Kharkof, waar hjj weggejaagd werd na
de troebelen in die scad in 1902.
De C z a r. Een der Russische correspondenten van de
Times sehrjjft naar aanleiding van den aanslag op minis
ter von Plehwe Ik heb uit goede bron vernomen, dat de
Russische revolutionairen den Ozar eenigen tjjd geleden
hebben iaten weten, dat, aangezien zjj hem niet in de
eerste plaats verantwoordelijk stelden voor de politiek
van onderdrukking, zij geen aanslagen zouden ondernemen
tegen zjjn persoon, maar dat zjj onverbiddelijk zouden
optreden tegen iederen minister, die inderdaad de ver
antwoordelijkheid droeg.
Steeds meer arrestaties in R u s 1 a n d. Gene
raal Schauman, de vader van Eugen Schanman, die gene
raal Bobrikoff doodde, is Zaterdag in 't geheim naar
Petersburg overgebracht. Hjj was sedert den 28en Juni
in hechtenis, doch er werd verwacht, dat bjj in vrijheid
zou worden gesteld als hjj op zijn eerewoord beloofde,
Helsingfors niet te verlaten. Gedurende zjjn gevangen-
zjj ook niet den dank, dien zjj wellicht verdiend had.
Zonder iets te zeggen namen de menschen aan, wat
hun zonder spreken gegeven werd, en slechts met schroom
naderden de dorpelingen »de Spaanscbe." Het einddoel
van hare wandeling was een schamele, leemen hnt aan
den zoom van het wond, reeds bniten het dorp, waarin
eene oude vrouw woonde, die haar dagen kommervol
rekte door den verkoop van kruiden, welke zjj verzamelde,
en die toentertjjd in de meeste huisgezinnen niet mooh-
ten ontbreken.
Kruiden-Iise's anders zoo doffe oogen begonnen te
schitteren, toen zulk een rijke zegen op de tafel kwam,
waar anders schraalhans keukenmeester was, en zij vond
geen woorden genoeg om de milde dame te danken.
»Ja," riep zij in geestvervoering nit, »gij hebt den
zegen weer op het slot gebracht, genadige vrouw," terwjjl
Uraoa zich gereed maakte weer te vertrekken. »Ik heb
stellig wel honderd paternosters gebeden in mjjn doods
angst voor den genadigen heer, maar gjj zjjt 't toch
maar geweest, die de betoovering hebt gebannen."
Welke betoovering?" vroeg Uraca scherp.
»Wel, die van de barns'eenheks," antwoordde Kruiden-
Ilse, verwonderd dat de slotvrouw daarnaar vroeg.
Na dit antwoord keerde deze nog even terng.
»Wien heeft de barnsteenheks betooverd," vroeg zjj
gebiedend.
»Hem, den genadigen heer," stotterde de oude vronw
schuchter, maar toch op een toon waaruit overtuiging sprak.
Het was Uraca, ais kwam er een donkere, dreigende
schaduw over haar neervallen, zjj wilde dien echterjdoor-
dringen, zij wilde alles weten, al was 't ook uit den
mond van eene praatzieke oude vronw.
Haar gansche natuur verloochenend, ging zjj opnieuw de
schamele hut binnen, en zette zich neder op een houten bank.
»Wie was de barnsteenheks?" aldus begon zjj hare onder
vraging,
»Ik weet tiiet of ik daarover spreken msg, daar gij er niets
van scbjjnc te weten, edele vrouw," stameldeKrniden-Ilse
onbehageljjk te moede, »misschien indien ge uw gemaal eens
ondervroegtWordt vervolgd.